EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

EU-samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020)

EU-samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020)

SAMENVATTING VAN:

Conclusies van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE CONCLUSIES?

  • Ze voorzien in een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding tot 2020.
  • Ze bouwen voort op de resultaten van het eerdere initiatief op het gebied van onderwijs en opleiding van 2010 (ET 2010) en bevatten vier strategische doelstellingen om alle burgers hun volledige potentieel te helpen verwezenlijken en om duurzame economische welvaart in Europa tot stand te brengen.

KERNPUNTEN

  • De vier strategische doelstellingen zijn de volgende:
    • 1.

      Een leven lang leren en mobiliteit moeten een realiteit worden waarbij onderwijs- en opleidingsstelsels beter op veranderingen inspelen en meer voor de buitenwereld openstaan.

    • 2.

      De kwaliteit en de efficiëntie van onderwijs en opleiding moeten verbeteren door meer aandacht te schenken aan het vergroten van basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen, door wiskunde, wetenschappen en technologie aantrekkelijker te maken en door de taalvaardigheid uit te breiden.

    • 3.

      Kansengelijkheid, sociale cohesie en actief burgerschap moeten worden bevorderd zodat alle burgers, ongeacht hun persoonlijke, sociale of economische situatie, arbeidsspecifieke vaardigheden tijdens hun hele leven kunnen blijven ontwikkelen.

    • 4.

      Innovatie en creativiteit, inclusief ondernemerschap, moeten worden bevorderd op alle onderwijs- en opleidingsniveaus aangezien dit belangrijke stuwende factoren zijn voor duurzame economische ontwikkeling. Burgers moeten met name worden geholpen bij het verwerven van digitale competenties en het ontwikkelen van initiatief, ondernemerschap en cultureel bewustzijn.

  • Europese samenwerking in het kader van ET 2020 neemt de vorm aan van uitwisseling van informatie en ervaring omtrent de gemeenschappelijke vraagstukken waarmee de onderwijs- en opleidingsstelsels van Europese landen worden geconfronteerd. Dit omvat:
    • intercollegiaal leren,
    • regelmatig toezicht en verslaglegging, en
    • gemeenschappelijke referentie-instrumenten.
  • Er zijn diverse benchmarks en indicatoren vastgesteld om de vooruitgang te meten die wordt geboekt bij het verwezenlijken van de verschillende doelstellingen.
  • De Europese Commissie volgt de vooruitgang in grote lijnen en onderzoekt, samen met nationale autoriteiten, hoe de indicatoren kunnen worden verbeterd.
  • De periode tot 2020 is onderverdeeld in een reeks werkcycli. Voor de periode 2016-2020 werd een reeks nieuwe prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding vastgesteld. Daartoe werd een gezamenlijk verslag opgesteld, dat in november 2015 werd aangenomen door zowel de Raad van onderwijsministers als de Commissie.

De zes prioriteiten voor de periode 2016-2020 zijn:

  • relevante en hoogwaardige vaardigheden en competenties voor inzetbaarheid, innovatie, actief burgerschap en welzijn (bijv. creativiteit, zin voor initiatief en kritisch denken);
  • inclusief onderwijs (d.w.z. inclusief de toenemende diversiteit van leerlingen), gelijkheid, non-discriminatie en de bevordering van burgerschapscompetenties (waaronder wederzijds begrip en democratische waarden);
  • open en innovatieve onderwijs- en opleidingsmethoden, met volledige inachtneming van het digitale tijdperk;
  • sterke ondersteuning van opleiders (waaronder verbeterde wervings-, selectie- en opleidingsprocessen alsook voortdurende professionele ontwikkeling);
  • transparentie en erkenning van vaardigheden en kwalificaties om de leer- en arbeidsmobiliteit te vergemakkelijken (bijv. door middel van het Europees referentiekader voor kwaliteitsborging);
  • duurzame investeringen (inclusief het onderzoeken van het potentieel van het investeringsplan voor Europa), prestaties en efficiëntie van onderwijs- en opleidingsstelsels.

ACHTERGROND

Volgens artikel 14 van het Handvest van de grondrechten van de EU heeft iedereen „recht op onderwijs, alsmede op toegang tot beroepsopleiding en bijscholing”.

Voor meer informatie zie Strategisch kader — Onderwijs en opleiding 2020 op de website van de Europese Commissie.

BESLUIT

Conclusies van de Raad van 12 mei 2009 betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) (PB C 119 van 28.5.2009, blz. 2-10)

GERELATEERDE BESLUITEN

Gezamenlijk verslag 2012 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) — „Onderwijs en opleiding in een slim, duurzaam en inclusief Europa” (PB C 70 van 8.3.2012, blz. 9-18)

Gezamenlijk verslag 2015 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) — Nieuwe prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (PB C 417 van 15.12.2015, blz. 25-35)

Laatste bijwerking 29.02.2016

Top