EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Concrete doelstellingen van de onderwijsstelsels

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Concrete doelstellingen van de onderwijsstelsels

Overeenkomstig het mandaat in de conclusies van de Europese Raad in Lissabon van 23 en 24 maart 2000, beoogt dit verslag de concrete doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels voor de komende tien jaar vast te leggen. Deze gezamenlijk vastgestelde doelstellingen bieden alle Europese burgers de mogelijkheid deel te nemen aan de nieuwe kennismaatschappij en zullen worden gerealiseerd met behulp van de "open coördinatiemethode".

BESLUIT

Verslag van de Raad Onderwijs aan de Europese Raad inzake "De concrete doelstellingen van de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels", van 14 februari 2001 [5680/01 EDU 18 - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

DOELSTELLINGEN

Op basis van de bijdragen van de lidstaten hebben de Commissie en de Raad een aantal gemeenschappelijke doelstellingen voor de toekomst vastgesteld alsook de wijze waarop de onderwijs- en opleidingsstelsels een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de strategische doelstelling die in Lissabon is vastgesteld. Het gaat hierbij om het eerste document dat een algemene en coherente aanpak van het nationaal beleid op onderwijsgebied in de context van de Europese Unie schetst.

De Raad heeft zijn aandacht op de volgende drie doelstellingen gericht:

Doelstelling 1: Verbetering van het niveau van onderwijs- en opleidingsstelsels

Het onderwijs en de opleiding vormen een bevoorrecht middel voor sociale en culturele samenhang alsook een aanzienlijk economisch voordeel, bedoeld om de concurrentiepositie en de dynamiek van Europa te vergroten. Het is onder andere van belang dat de kwaliteit van de opleiding van de onderwijsgevenden en opleiders verbeterd wordt en dat er extra aandacht wordt besteed aan het aanpassen van de basisvaardigheden aan de behoeften van de kennismaatschappij. Daarnaast moeten de lees-, schrijf- en rekenvaardigheid van de burger (met name wat betreft de informatie- en communicatietechnologieën) en de transversale vaardigheden (b.v. leren om in groepsverband te leren of te werken enz.) verbeterd worden. Een andere prioriteit is het verbeteren van de kwaliteit van voorzieningen voor scholen en opleidingsinstituten door een optimaal gebruik van de middelen, evenals het aanwerven van meer personeel voor technische en exacte vakken zoals wiskunde en natuurwetenschappen, om Europa een concurrentiepositie te geven in de economie van morgen. Verbetering van het niveau van onderwijs betekent tenslotte ook nog de gelijkheid tussen de middelen en de behoeften verbeteren door de scholen toestemming te geven om nieuwe partnerschappen aan te gaan om hen te helpen in hun nieuwe rol die veelzijdiger is dan vroeger.

Wat de eerste doelstelling betreft moeten de volgende concrete resultaten worden nagestreefd:

  • ervoor zorgen dat vóór eind 2001 alle onderwijs- en opleidingsinstellingen toegang hebben tot internet en multimedia ;
  • erop toezien dat vóór eind 2002 alle onderwijsgevenden opgeleid worden in het gebruik van deze technologieën;
  • elk jaar de investering per inwoner in menselijke hulpbronnen aanzienlijk vergroten.

Doelstelling 2: Eenvoudiger toegang tot het leerproces

Het Europese sociale model van sociale samenhang moet alle burgers de mogelijkheid bieden toegang te krijgen tot formele en informele onderwijs- en opleidingsstelsels door voornamelijk de doorstroming van een onderwijsstelsel naar een ander (b.v. van beroepsonderwijs naar hoger onderwijs) te vergemakkelijken en dit voor alle leeftijden. Het openstellen van onderwijs- en opleidingsstelsels en een poging om deze stelsels aantrekkelijker te maken en af te stemmen op de behoeften van de diverse betrokken groepen, kunnen een belangrijke rol spelen bij de bevordering van een actief burgerschap, gelijke kansen en duurzame sociale samenhang.

Doelstelling 3: Openstellen van onderwijs en scholing voor de wereld

Deze doelstelling omvat aan de ene kant de opbouw van een Europese onderwijs- en opleidingsruimte door mobiliteit en vreemdetalenonderwijs enerzijds en aan de andere kant het verbeteren van contacten met het bedrijfsleven, onderzoekers en de civiele samenleving in haar geheel.

De na te streven concrete doelstellingen zijn:

  • opleidingen in ondernemerschap en zelfstandige beroepsactiviteiten bevorderen;
  • aanmoedigen van het leren van twee andere talen van de Unie naast de moedertaal tijdens een minimale periode van twee opeenvolgende jaren;
  • de mobiliteit van studenten, docenten, opleiders en onderzoekers bevorderen.

CONTEXT

Het nieuwe strategische doel van de Europese Unie dat tijdens de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 werd verkondigd, is "de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden, die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang".

Op grond van een voorstel van de Commissie en bijdragen van de lidstaten heeft de Raad op 12 februari 2001 dit verslag goedgekeurd. Dit verslag is in maart 2001 goedgekeurd door de Europese Raad van Stockholm, die heeft gevraagd om de opstelling van een gedetailleerd werkprogramma.

De Europese Raad van Lissabon heeft er de voorkeur aan gegeven de open coördinatiemethode te gebruiken om dit strategische doel te realiseren. De open coördinatiemethode bestaat uit een gecoördineerde strategie waarvoor de lidstaten gemeenschappelijke doelstellingen en middelen vaststellen.

GERELATEERDE BESLUITEN

Resolutie van de Raad van 19 december 2002 over de bevordering van intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding[Publicatieblad nr. C 013 van 18.1.2003].

Deze resolutie beoogt de bevordering van een intensievere samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding met als doel het wegnemen van hinderpalen voor beroeps- en geografische mobiliteit en het bevorderen van de toegang tot levenslang leren. Daarom verzoekt de Raad de lidstaten en de Commissie om maatregelen te nemen om de transparantie en erkenning van bekwaamheden en kwalificaties binnen de stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te verhogen en aan te zetten tot nauwere samenwerking met betrekking tot kwaliteit in Europese stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding als een gezonde basis van wederzijds vertrouwen. De Raad verzoekt de Commissie ook om in het kader van het verslag over de follow-up van de toekomstige doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels in het voorjaar van 2004 een voortgangsverslag in te dienen.

Gedetailleerd werkprogramma over de follow-up van de doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels in Europa [Publicatieblad C 142/01 van 14/3/2002].

Verslag van de Commissie van 31 januari 2001: De concrete doelstellingen van de onderwijsstelsels [COM(2001) 59 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]. De Commissie had vijf concrete doelstellingen geformuleerd die bereikt moesten worden:

  • verbeteren van het niveau van de onderwijs- en opleidingsstelsels in Europa;
  • gemakkelijker toegang tot het leerproces tijdens alle levensfases;
  • aanpassing van de definitie van basisvaardigheden aan de behoeften van de kennismaatschappij;
  • onderwijs en scholing openstellen voor de plaatselijke omgeving, Europa en de wereld;
  • de middelen optimaal gebruiken.

Laatste wijziging: 28.02.2006

Top