EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Hernieuwbare energie

Hernieuwbare energie

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • In deze richtlijn wordt een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen* in de verscheidene sectoren. Met name wordt in de richtlijn:
    • een bindend streefcijfer voor de Europese Unie (EU) vastgesteld met betrekking tot het aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix in 2030;
    • voor het eerst een regelgevingskader voor zelfverbruik vastgesteld, en
    • een gemeenschappelijk regelgevingskader vastgesteld voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen voor elektriciteit, verwarming en koeling en voor vervoer in de EU.
  • Het is gericht op het vergroten van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen om klimaatverandering tegen te gaan, het milieu te beschermen en de energieafhankelijkheid van de EU te verminderen, en om bij te dragen aan het technologische en industriële leiderschap van de EU en het creëren van banen en groei, ook in plattelandsgebieden en geïsoleerde gebieden.

KERNPUNTEN

Hernieuwbare energie

Wijzigingen in 2023

  • De EU heeft haar energieregels bijgewerkt als onderdeel van de Europese Green Deal en het “Fit for 55”-pakket, die ervoor moeten zorgen dat deze regels in overeenstemming zijn met haar 2050-klimaatneutraliteitsdoelstelling en met haar doelstelling om de netto broeikasgasemissies tegen 2030 met minstens 55 % te verminderen ten opzichte van 1990.
  • Deze regels zijn ook gewijzigd om het REPowerEU-plan uit te voeren, dat tot doel heeft de afhankelijkheid van de EU van Russische olie en gas te verminderen.
  • De richtlijn is gewijzigd door Richtlijn (EU) 2023/2413.

De richtlijn omvat onder andere:

  • regelgeving voor een kosteneffectieve en marktconforme financiële steun voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen;
  • bescherming van steunregelingen tegen wijzigingen die een risico vormen voor bestaande projecten;
  • samenwerkingsmechanismen tussen lidstaten van de EU onderling en tussen EU-lidstaten en derde landen;
  • regels die elektrische voertuigen en batterijen helpen om ons energiesysteem flexibel te maken door hernieuwbare elektriciteit aan het net te leveren wanneer dat nodig is;
  • regels die consumenten in staat stellen hun eigen elektriciteit op te wekken, individueel of als deelnemer aan hernieuwbare-energiegemeenschappen, zonder overbodige beperkingen;
  • versnelde vergunningsprocedures voor projecten voor hernieuwbare energie;
  • aangescherpte eisen voor de ondersteuning en het gebruik van biomassa voor energie, om het risico van niet-duurzame productie van bio-energie te verminderen.

Streefdoelen

  • Een bindend algemeen streefcijfer van 42,5 % in 2030 voor het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het totale energieverbruik van de EU, met een extra indicatieve toeslag van 2,5 % voor het bereiken van een streefcijfer van 45 %.
  • Voor de transportsector kunnen de lidstaten kiezen tussen:
    • een bindend streefdoel van 14,5 % vermindering van de broeikasgasintensiteit in het vervoer door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen tegen 2030; of
    • een bindend aandeel van minstens 29 % hernieuwbare energie in het eindverbruik van energie in de transportsector tegen 2030.
  • Voor de industriële sector:
    • een indicatieve jaarlijkse gemiddelde toename van het gebruik van hernieuwbare energie van 1,6 %;
    • 42 % van de waterstof die in de industrie wordt gebruikt, moet tegen 2030 afkomstig zijn van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong en 60 % tegen 2035.
  • Voor de bouwsector en de verwarmings- en koelingssector:
    • een indicatief streefcijfer van minstens 49 % hernieuwbare energie in gebouwen in 2030;
    • een geleidelijke verhoging van de streefcijfers voor hernieuwbare energie voor verwarming en koeling met 0,8 % per jaar op nationaal niveau tot 2026 en 1,1 % van 2026 tot 2030.

Gedelegeerde en uitvoeringshandelingen

  • Door de Europese Commissie zijn meerdere gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen aangenomen.
  • Een daarvan is Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2003, waarin het EU-platform voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie wordt geïntroduceerd. Het doel daarvan is om lidstaten te ondersteunen die belangstelling hebben voor samenwerkingsmechanismen op het gebied van hernieuwbare energie en in het bijzonder statistische overdrachten.

VANAF WANNEER TREDEN DE REGELS IN WERKING?

  • Richtlijn (EU) 2018/2001 moest per 30 juni 2021 in nationaal recht zijn omgezet.
  • De meeste regels die door wijzigingsrichtlijn (EU) 2023/24135 zijn ingevoerd, moeten voor 21 mei 2025 worden omgezet, hoewel de meeste regels met betrekking tot de vergunningverleningsprocedures voor 1 juli 2024 moeten worden omgezet.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Energie uit hernieuwbare bronnen. Energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk windenergie, zonne-energie (thermisch en fotovoltaïsch), aerothermische, geothermische en hydrothermische energie, omgevingsenergie, getijdenenergie, golfslagenergie en andere energie uit de oceanen, waterkracht, en energie uit biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogas.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking) (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82-209)

Achtereenvolgende wijzigingen in Richtlijn (EU) 2018/2001 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, Verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad (PB L 2023/2413 van 31.10.2023)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1184 van de Commissie van 10 februari 2023 ter aanvulling van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad door de bepaling van een gemeenschappelijke Uniemethode die voorziet in gedetailleerde regels voor de productie van hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong (PB L 157 van 20.6.2023, blz. 11-19)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1185 van de Commissie van 10 februari 2023 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van een minimumdrempel voor broeikasgasemissiereducties door brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof en door de methode te specificeren voor de beoordeling van broeikasgasemissiereducties door hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong en door brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof (PB L 157 van 20.6.2023, blz. 20-33)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1640 van de Commissie van 5 juni 2023 betreffende de methode voor het bepalen van het aandeel biobrandstoffen en biogas voor vervoer, geproduceerd uit biomassa die in een gezamenlijk proces met fossiele brandstoffen worden verwerkt (PB L 205 van 18.8.2023, blz. 1-6)

Richtlijn (EU) 2023/1791 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 betreffende energie-efficiëntie en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/955 (herschikking) (PB L 231 van 20.9.2023, blz. 1-111)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/759 van de Commissie van 14 december 2021 tot wijziging van bijlage VII bij Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake een methode voor de berekening van de hoeveelheid hernieuwbare energie die wordt gebruikt voor koeling en stadskoeling (PB L 139 van 18.5.2022, blz. 1-12)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2003 van de Commissie van 6 augustus 2021 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad door de oprichting van het Unieplatform voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie (PB L 407 van 17.11.2021, blz. 4-8)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/807 van de Commissie van 13 maart 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het bepalen van de grondstoffen met een hoog risico van indirecte veranderingen in landgebruik waarbij een belangrijke uitbreiding van het productiegebied naar land met grote koolstofvoorraden waar te nemen valt, en de certificering van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen met een laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik (PB L 133 van 21.5.2019, blz. 1-7)

Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1-77)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn (EU) 2018/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 houdende wijziging van Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 210-230)

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1-56)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58-68)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 16.01.2024

Top