Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Internationaal programma voor het behoud van dolfijnen

Internationaal programma voor het behoud van dolfijnen

 

SAMENVATTING VAN:

Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen

Besluit 1999/337/EG betreffende de ondertekening van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen

Besluit 2005/938/EG betreffende de goedkeuring van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN DE BESLUITEN?

  • De Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen is gericht op het beperken van dolfijnsterfte bij de tonijnvisserij.
  • Besluit 1999/37/EG en Besluit 2005/938/EG stellen de Europese Gemeenschap (thans de Europese Unie - EU) in staat de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen te ondertekenen respectievelijk goed te keuren.
  • Besluit 1999/337/EG zorgt er ook voor dat de EU zich kan aansluiten bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) die verantwoordelijk is voor de instandhouding en het beheer van tonijnachtigen en andere rijkdommen van de zee in het oostelijke deel van de Stille Oceaan, zodat de EU een actieve rol kan spelen bij het beheer van de overeenkomst.

KERNPUNTEN

De Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen is gericht op het beperken van dolfijnsterfte bij de tonijnvisserij in het oostelijke deel van de Stille Oceaan.

De overeenkomst heeft met name als doel:

  • de incidentele dolfijnsterfte bij de tonijnvisserij met ringzegens* in het oostelijk deel van de Stille Oceaan geleidelijk tot vrijwel nul te reduceren via het vaststellen van jaarlijkse limieten;
  • het bevorderen van onderzoek naar ecologisch verantwoorde methoden om volgroeide geelvintonijn te vangen die niet voorkomt in combinatie met dolfijnen;
  • het in stand houden van de tonijnbestanden door het vermijden van de bijvangst* en door het teruggooien van jonge tonijn.

Maatregelen

De partijen bij de overeenkomst zijn verplicht om de totale incidentele dolfijnsterfte bij de tonijnvisserij te beperken tot 5 000 stuks per jaar (in 2015 bedroeg de feitelijke sterfte 533 dolfijnen). Om dit te bereiken hebben zij het volgende afgesproken:

  • vaststellen van een regeling die de kapiteins van vissersvaartuigen stimuleert om de incidentele dolfijnsterfte te verminderen, evenals een regeling met technische opleiding en diploma voor kapiteins;
  • bevorderen van onderzoek voor verbetering van vistuig, uitrusting en vangstmethoden;
  • vaststellen van een billijke regeling voor toekenning van dolfijnsterftelimieten (DML), overeenkomstig de voorschriften van de overeenkomst;
  • opleggen van bepaalde eisen inzake de uitoefening van de visserij (met betrekking tot dolfijnvriendelijk(e) vistuig en uitrusting, het vrijlaten van dolfijnen, enz.);
  • ontwikkelen van een regeling voor toezicht op en controle van tonijn die is gevangen met of zonder sterfte of ernstige verwondingen van dolfijnen;
  • uitwisselen van wetenschappelijke gegevens.

Instandhouding

Om de instandhouding van het leven in zee te waarborgen, moeten de partijen bij de overeenkomst:

  • programma’s opstellen die het mogelijk maken om de bijvangst van jonge tonijn en niet-doelsoorten te ramen, te bewaken en tot een minimum te beperken;
  • het gebruik van selectief vistuig en selectieve vangstmethoden ontwikkelen en verplicht stellen;
  • verplichten dat vaartuigen zeeschildpadden en exemplaren van andere bedreigde soorten levend vrijlaten.

In aanvulling op deze specifieke verplichtingen moeten de partijen bij de overeenkomst ook aan de navolgende verplichtingen voldoen om de instandhouding van tonijnbestanden en andere bestanden van in zee levende dieren te waarborgen:

  • aannemen van instandhoudings- en beheersmaatregelen;
  • beoordelen van de vangst en bijvangst van jonge geelvintonijn en andere bestanden van levende rijkdommen van de zee die voorkomen in combinatie met tonijnvisserij.

Waarnemersprogramma

Door alle partijen moet een waarnemersprogramma worden ingevoerd voor schepen die groter zijn dan 363 metrieke ton. Waarnemers moeten een specialistische opleiding volgen en alle relevante informatie verzamelen over de visserijactiviteit van het vaartuig waarop zij zijn gestationeerd.

De partijen moeten voldoen aan deze eisen en aan de eisen voor de uitoefening van de visserij door middel van:

  • een jaarlijkse certificering en inspectie voor de vaartuigen;
  • sancties die van toepassing zijn in geval van overtreding;
  • stimuleringsmaatregelen.

Onderzoek

  • Iedere partij zal een nationale wetenschappelijke adviescommissie oprichten om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren, aanbevelingen te doen aan de eigen regering en om te zorgen voor regelmatige uitwisseling van gegevens tussen de partijen. In de praktijk is deze rol overgenomen door de wetenschappelijke staf van de IATTC en de wetenschappelijke adviescommissie van de IATTC.
  • Er wordt een internationaal toezichtcomité opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen bij de overeenkomst, NGO’s en de tonijnvisserij. Dit comité houdt zich bezig met toezicht en analyse. Het doet de vergadering van de partijen aanbevelingen voor maatregelen om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst is op 22 december 2005 in werking getreden.

ACHTERGROND

Ga voor meer informatie naar:

KERNBEGRIPPEN

Ringzegen: een type net dat wordt gebruikt voor het vangen van vis die aan of net onder het wateroppervlak zwemt. Zodra een school vis is waargenomen, wordt het net in het water gegooid en om de vissen heen getrokken. Als de vissen zijn ingesloten, wordt het net aan de onderkant dichtgetrokken met een touw – zodat een soort buidel ontstaat – en aan boord getrokken.
Bijvangst: vis of andere in de zee levende soorten die per ongeluk worden gevangen terwijl wordt geprobeerd om bepaalde doelsoorten te vangen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 28-53)

Besluit 1999/337/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende de ondertekening door de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 132 van 27.5.1999, blz. 1-27)

Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26-27)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad van 27 september 2001 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 263 van 3.10.2001, blz. 1-8)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1936/2001 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Besluit 1999/386/EG van de Raad van 7 juni 1999 betreffende de voorlopige toepassing door de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 147 van 12.6.1999, blz. 23)

Laatste bijwerking 10.07.2020

Top