Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022DC0528

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Mededeling 2022 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

COM/2022/528 final

Brussel, 12.10.2022

COM(2022) 528 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling 2022 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU







{SWD(2022) 332 final} - {SWD(2022) 333 final} - {SWD(2022) 334 final} - {SWD(2022) 335 final} - {SWD(2022) 336 final} - {SWD(2022) 337 final} - {SWD(2022) 338 final}


I. INLEIDING    

Het begin van 2022 werd gekenmerkt door de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne — een ruw ontwaken in een nieuwe geopolitieke realiteit. Door deze situatie staat de uitbreiding van de EU opnieuw bovenaan de Europese agenda.

Na de verzoeken van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië in het voorjaar van 2022 om toetreding tot de Europese Unie, heeft de Europese Commissie op 17 juni op verzoek van de Raad haar adviezen 1 uitgebracht. De Commissie heeft aanbevolen om Oekraïne, Moldavië en Georgië een Europees perspectief te bieden en aan Oekraïne en Moldavië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen, mits op een aantal gebieden stappen worden ondernomen. Georgië zou volgens het advies eerst nog een aantal prioriteiten moeten aanpakken. Op 23 juni heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de aanbevelingen van de Commissie en zo het Europese perspectief van de drie verzoekende staten erkend en Oekraïne en Moldavië de status van kandidaat-lidstaat van de EU verleend 2 . De Commissie zal verslag uitbrengen over de verwezenlijking van de stappen/prioriteiten die in de adviezen van de Commissie over de respectieve lidmaatschapsaanvragen zijn opgenomen, als onderdeel van het reguliere uitbreidingspakket waarin Oekraïne, Moldavië en Georgië vanaf 2023 zullen worden opgenomen. Bovendien zal de Commissie tegen eind 2022 haar beoordeling presenteren wat betreft het vermogen van de drie landen in kwestie om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap na te leven. De Russische agressie heeft meer dan ooit aangetoond dat het perspectief van lidmaatschap van de Europese Unie een sterk houvast biedt, niet alleen voor de welvaart, maar ook voor de vrede en veiligheid.

Tegen deze achtergrond zijn de leiders van de EU en de Westelijke Balkan op 23 juni bijeengekomen in de aanloop naar de Europese Raad. De leiders bespraken de voortgang van de integratie in de EU en de uitdagingen die voortvloeien uit de Russische agressie tegen Oekraïne. De bijeenkomst bood ook de gelegenheid om te wijzen op het belang van afstemming op de EU-waarden en op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), een onderwerp dat in deze nieuwe geopolitieke context alleen maar aan belang heeft gewonnen. Bijzondere aandacht ging uit naar de integratie van de Westelijke Balkan in de EU, maatregelen om de negatieve gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne wat betreft de voedsel- en energiebevoorrading en -onafhankelijkheid te beperken, en maatregelen ter ondersteuning van de capaciteitsopbouw op het gebied van cyberbeveiliging en de sociale agenda, met name het betrekken van jongeren bij de economie.

Op 23-24 juni spraken de EU-leiders opnieuw hun volledige en ondubbelzinnige steun uit voor het perspectief voor EU-lidmaatschap van de Westelijke Balkan. De Europese Raad riep ertoe op het toetredingsproces te versnellen en, voortbouwend op de herziene methode, de geleidelijke integratie tussen de Europese Unie en de Westelijke Balkan reeds tijdens het uitbreidingsproces zelf, op omkeerbare wijze en op basis van verdienste, verder te doen vorderen. De Europese Raad herhaalde het belang van hervormingen, met name op het gebied van de rechtsstaat en in het bijzonder inzake de onafhankelijkheid en werking van de rechterlijke macht en de bestrijding van corruptie. De Europese Raad herhaalde dat er dringend concrete vooruitgang moet worden geboekt bij het oplossen van resterende bilaterale en regionale geschillen, met name in de dialoog tussen Belgrado en Pristina over de normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo 3*. De Europese Raad uitte zijn bereidheid om Bosnië en Herzegovina de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen, en verzocht daartoe de Commissie om onverwijld verslag aan de Raad uit te brengen over de uitvoering van de in haar advies uiteengezette 14 essentiële prioriteiten, met bijzondere aandacht voor de prioriteiten die een substantiële reeks hervormingen omvatten, opdat de Europese Raad hierover een besluit kan nemen.

Op 19 juli vonden de eerste intergouvernementele conferenties over de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië plaats, waarmee een nieuwe fase in het uitbreidingsbeleid van de EU is ingeluid. De Commissie ging meteen van start met het analytische onderzoek (screening) van het EU-acquis.

De geopolitieke uitdagingen, met name de agressie van Rusland tegen Oekraïne, hebben de EU en de Westelijke Balkan ook dichter bij elkaar gebracht en volledige solidariteit tussen beide noodzakelijk gemaakt. In reactie op de oorlog heeft de EU de Westelijke Balkan opgenomen in haar eigen initiatieven met betrekking tot de continuïteit van de voedsel- en energievoorziening. De regio maakt deel uit van het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises, en is uitgenodigd om deel te nemen aan de gezamenlijke EU-aankopen van gas, vloeibaar aardgas en waterstof. Turkije 4 heeft een sleutelrol gespeeld bij de directe onderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne en bij de graandeals van juli. Als belangrijke producent van landbouwproducten is het land een strategische partner als het gaat om de mondiale voedselzekerheid.

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro hebben zich aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU als reactie op de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne. Servië en Turkije hebben dat tot dusver nog niet gedaan.

Turkije blijft een belangrijke partner voor de Europese Unie en een kandidaat-lidstaat. De toetredingsonderhandelingen met Turkije liggen sinds 2018 stil. Het land blijft verder afdrijven van de EU door de aanhoudende achteruitgang op het gebied van de grondrechten, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het economisch beleid en het gebrek aan hervormingen in sommige sectoren. Wat het oostelijke Middellandse Zeegebied betreft, heeft de Europese Raad in juni 2022 zijn diepe bezorgdheid geuit over herhaalde acties en verklaringen van Turkije uit het recente verleden.

In juni 2022 heeft de Europese Raad een strategische bespreking gehouden over de betrekkingen van de Europese Unie met haar partners in Europa. Op 6 oktober 2022 vond in Praag de eerste bijeenkomst plaats van een breder overlegplatform met Europese landen, de zogenaamde Europese politieke gemeenschap. Meer dan veertig Europese leiders debatteerden over energie, veiligheid, klimaat en de economische situatie in Europa. Ook werd de toekomstige koers van het platform besproken en werd besloten de volgende bijeenkomst in Moldavië te houden. Dit informele kader zal het bestaande beleid en de bestaande instrumenten van de EU, met name inzake uitbreiding, niet vervangen en zal de beslissingsautonomie van de Europese Unie volledig eerbiedigen.

Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen

De aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft de energiemarkten verstoord, waardoor de prijsvolatiliteit en de energieonzekerheid in de EU en haar directe omgeving zijn toegenomen. De stijging van de energieprijzen heeft ook gevolgen voor andere sectoren zoals de vervoerssector (stijging van de brandstofprijzen) en de industrie (stijging van de grondstof- en meststofprijzen). Naast energie heeft de crisis grote gevolgen gehad voor de agrovoedingssector en andere markten, met name wat betreft de beschikbaarheid en betaalbaarheid van levensmiddelen, granen en sommige grondstoffen, en de prijzen van andere artikelen. Er is een groot onaangeboord potentieel om duurzame en verantwoordelijke strategische partnerschappen op het gebied van kritieke grondstoffen tot stand te brengen, terwijl het belangrijk is de Westelijke Balkan in de toeleveringsketens van de EU te integreren.

De EU heeft de Westelijke Balkan betrokken bij haar inspanningen om de gevolgen van de oorlog en van de COVID-19-pandemie te beperken.

Er wordt veel gedaan om de integratie van de partners van de Westelijke Balkan te bespoedigen, gezien hun status van kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat. Dit gebeurt via deelname aan EU-programma’s en -agentschappen, maar ook door middel van de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomsten (SAO’s), het economisch en investeringsplan 5 (EIP), inclusieve regionale samenwerkingskaders zoals de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio en de EU-strategie voor het Donaugebied, en zo mogelijk ook aan de hand van regionale economische integratie. De EU heeft haar beleidsengagement ten aanzien van de Westelijke Balkan gestaag uitgebreid, met name op gebieden van gezamenlijk belang, zoals justitie en binnenlandse zaken, de economie en de eengemaakte markt, energie, vervoer en digitaal beleid, civiele bescherming, sociaal beleid, onderwijs, onderzoek en innovatie, alsook buitenlandse zaken, veiligheid en defensie. Het engagement op die laatstgenoemde gebieden omvat ook steun om de cyber- en defensiecapaciteiten te versterken. Het stabilisatie- en associatieproces voorziet reeds in aanzienlijke integratie vóór de toetredingsdatum. Naast de mogelijkheden in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst bieden andere regionale overeenkomsten, met name de Vervoersgemeenschap en de Energiegemeenschap, aanzienlijke ruimte voor integratie. Via de Energiegemeenschap stelt de EU ook haar elektriciteitsmarkt open voor de Westelijke Balkan, onder voorbehoud van hervormingen van de regelgeving. In deze context is het van cruciaal belang dat vooruitgang wordt geboekt bij de integratie van de elektriciteitsmarkt in de regio en met de EU, onder meer door een gemeenschappelijke methode vast te stellen voor de berekening van de transmissiecapaciteit. De groene transitie is de beste kans die Europa heeft om onafhankelijker te worden op energiegebied en tevens bij te dragen tot het afremmen van de klimaatverandering en de levenskwaliteit van de bevolking te verbeteren. Het REPowerEU-plan 6 , ondersteund door de externe energiebetrokkenheid van de EU in een veranderende wereld 7 , beide in mei 2022 door de Europese Commissie opgestart, zal ertoe bijdragen dat de EU en de Westelijke Balkan minder afhankelijk worden van Russisch gas. Verwacht wordt dat de Westelijke Balkan zich in het kader van dit plan volledig aanpast aan de wetgeving en de beleidsprioriteiten van de EU. Het nieuwe EU-energieplatform is bedoeld om de vraag te bundelen, het gebruik van infrastructuur te coördineren, te onderhandelen met internationale partners en gezamenlijke aankopen van gas, waterstof en vloeibaar aardgas voor te bereiden. In het kader van de verbetering van de energiezekerheid moedigt REPowerEU ook energiediversificatie aan, met inbegrip van diversificatie van de aardgasvoorziening. Hoewel kortetermijnmaatregelen de gevolgen kunnen helpen verzachten, toont deze crisis duidelijk aan dat de groene en digitale transities dringend moeten worden omarmd als aanjagers van duurzame groei en diversificatie.

De samenwerking op deze gebieden wordt ondersteund door meer participatie van de Westelijke Balkan in informele Raadszittingen en regelmatige contacten op hoog niveau. De EU-leiders zijn verder blijven samenwerken met hun collega’s in de Westelijke Balkan, ook tijdens topontmoetingen, zoals recent nog tijdens de bijeenkomst van de leiders van de EU en de Westelijke Balkan in juni 2022. Na de Raad Buitenlandse Zaken van mei 2022 hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU voor het eerst informeel van gedachten gewisseld met hun zes tegenhangers van de Westelijke Balkan. Sinds de verbintenissen die tijdens de top in Brdo zijn aangegaan, zijn de partners van de Westelijke Balkan uitgenodigd om schriftelijke bijdragen te leveren aan de zittingen van de Raad Buitenlandse Zaken en wordt vervolgens verslag aan hen uitgebracht. Zij nemen ook deel aan de proeffase van de Europese diplomatieke academie. Het jaarlijks Ministerieel forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken in Brdo pri Kranju van december 2021 bood de EU de gelegenheid om met de regio van gedachten te wisselen over de versterking van het migratie-, asiel- en grensbeheer, de bestrijding van terrorisme, extremisme en radicalisering, de aanpak van de georganiseerde misdaad, de versterking van de rechtsstaat en justitiële hervormingen. De ministeriële bijeenkomst van de drie platforms voor de Westelijke Balkan (cultuur, onderzoek en innovatie, onderwijs en opleiding) is in juni 2022 in Tirana gehouden in het kader van de nauwere samenwerking die op gang is gebracht door de agenda voor de Westelijke Balkan inzake innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jongeren en sport. In juni 2022 vond in Brussel een ministeriële dialoog plaats over de regelgevingsaspecten van het digitale beleid.

In het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan (EIP) worden hervormingen nog steeds gekoppeld aan de investeringen die nodig zijn in de verschillende landen, en wordt een langetermijnvisie geboden op met name het infrastructuur- en connectiviteitsbeleid. Het plan is de uitvoeringsfase ingegaan en vormt nog steeds de blauwdruk voor EU-bijstand om de sociaaleconomische kloof tussen de regio en de EU te overbruggen en de groene en digitale transitie van de regio te bevorderen. Het economisch en investeringsplan en de groene agenda voor de Westelijke Balkan 8 , waarin de nadruk ligt op klimaatactie, circulaire economie, biodiversiteit, bestrijding van vervuiling en duurzame voedselsystemen, zijn de beste instrumenten voor de regio om stelselmatig veerkracht en energieonafhankelijkheid op te bouwen. De belangrijkste vlaggenschipprojecten van het plan zijn gericht op de uitfasering van steenkool, diversificatie van de aanvoerroutes voor gas, investeringen in hernieuwbare energiebronnen en intensivering van de energiebesparing via de renovatiegolf. Een gedetailleerd overzicht van de uitvoering van het EIP is opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.

In het investeringskader voor de Westelijke Balkan is medefinanciering door de EU en door bilaterale donoren goedgekeurd voor 24 vlaggenschipinvesteringen in belangrijke energie- en vervoerscorridors en voor sociale en digitale projecten en projecten op het gebied van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, en afvalverwerkings- en waterzuiveringsinstallaties, voor een totaalbedrag van meer dan 3,3 miljard EUR. De regio boekt ook vooruitgang bij de uitvoering van de groene agenda, met de steun van de EU. Er zijn verdere hervormingen nodig ter ondersteuning van de groene transitie en de regionale economische integratie, zodat het volledige investeringspotentieel kan worden benut.

Om het economische herstel na de pandemie beter te ondersteunen en de gevolgen van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne op te vangen, is het van cruciaal belang dat in de volgende economische hervormingsprogramma’s maatregelen worden voorgesteld ter bevordering van inclusieve en duurzame economische groei, in overeenstemming met de EU-prioriteiten van de groene transitie en de digitalisering. Om de kansen te grijpen en mogelijke negatieve gevolgen van deze vraagstukken tot een minimum te beperken, is het essentieel dat de partners van de Westelijke Balkan en Turkije hun macro-economische stabiliteit handhaven en structurele hervormingen doorvoeren om de vastgestelde zwakke punten van hun economieën aan te pakken en hun veerkracht op lange termijn te verhogen. Gezien de grote onzekerheid, de verslechterende groeivooruitzichten en de hoge en aanhoudende inflatiedruk zullen gerichte en tijdelijke maatregelen nodig zijn om de negatieve gevolgen voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen te beperken. Deze steun moet zorgvuldig worden afgewogen tegen de noodzaak om de begrotingsbuffers opnieuw op te bouwen en de kwetsbaarheid vanwege de overheidsschuld te verminderen door middel van geloofwaardige strategieën voor begrotingsconsolidatie op middellange termijn. Het ombuigen van de zeer hoge en nog steeds stijgende inflatie, het beteugelen van macro-economische onevenwichtigheden en het herstellen van de geloofwaardigheid van het macro-economisch beleid zijn met name belangrijk in Turkije. Het is daarom van cruciaal belang dat de hervormingen die zijn vastgelegd in de economische hervormingsprogramma’s en in de beleidsrichtsnoeren die samen met de EU-lidstaten zijn vastgesteld 9 , volledig worden uitgevoerd, niet alleen om het concurrentievermogen te verbeteren, meer banen te scheppen en de sociale inclusie te bevorderen, maar ook om de budgettaire houdbaarheid te verzekeren, te voldoen aan de economische criteria in het kader van het toetredingsproces en om de mogelijke voordelen die het investeringspakket van de EU kan bieden, optimaal te benutten.

Met de vaststelling van de IPA III-verordening 10 (instrument voor pretoetredingssteun III) in september 2021 en het IPA III-programmeringskader in december 2021 is de uitvoering van IPA III volop aan de gang. Eind 2021 heeft de Commissie jaarlijkse en meerjarige financieringsbesluiten genomen ter waarde van meer dan 4 miljard EUR. Dit heeft met name de uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan mogelijk gemaakt. De programmering van het IPA III is voortgezet op basis van een solide beleidsgestuurde aanpak waarbij de steun op strategische en dynamische wijze wordt verleend en de fundamentele vereisten voor lidmaatschap van de EU centraal staan. In oktober 2021 en mei 2022 hebben de Commissie en het Europees Parlement twee geopolitieke dialogen op hoog niveau gevoerd over de algemene aanpak van de uitvoering van IPA III, de doelstellingen ervan en de programmering van de IPA-middelen.

De Westelijke Balkanlanden moeten hun inspanningen opvoeren en de politieke wil opbrengen om de problemen die de uitvoering van de gemeenschappelijke regionale markt belemmeren, op te lossen, zodat de voordelen van het EIP maximaal kunnen worden benut. Tijdens de top van Sofia in het kader van het proces van Berlijn in november 2020 heeft de regio overeenstemming bereikt over een ambitieus plan om een gemeenschappelijke regionale markt tot stand te brengen. Er is enige vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld met de uitbreiding van de “green lanes” naar EU-lidstaten. Door meningsverschillen die geen verband houden met de inhoudelijke werkzaamheden betreffende de gemeenschappelijke regionale markt, is het tot dusver echter niet gelukt de op technisch niveau bereikte overeenkomsten politiek goed te keuren. Deze overeenkomsten in het kader van de gemeenschappelijke regionale markt zouden aanzienlijke voordelen opleveren door de aantrekkelijkheid en het concurrentievermogen van de gehele regio te vergroten, het herstel na de pandemie te bespoedigen en de gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne te beperken. Dit zou op zijn beurt investeerders aantrekken die op zoek zijn naar diversificatie van het aanbod en kortere waardeketens, en helpen bij het maximaliseren van de voordelen van investeringen in connectiviteitsinfrastructuur. Het is daarom van belang dat alle partijen zich constructief inzetten bij de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt en bij het nakomen van hun gezamenlijke toezeggingen ten behoeve van de mensen en het bedrijfsleven in de regio. Het door Albanië, Noord-Macedonië en Servië gelanceerde Open Balkan-initiatief kan een positieve rol spelen in dit proces, mits het wordt gebaseerd op de EU-regels en het blijft openstaan voor alle partners van de Westelijke Balkan. Ondanks de groeiende leveringsproblemen moeten de partners van de Westelijke Balkan afzien van unilaterale handelsbeperkingen. Eventuele bestaande maatregelen die indruisen tegen de stabilisatie- en associatieovereenkomsten, tegen de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta) en tegen de geest van de gemeenschappelijke regionale markt, moeten zo snel mogelijk worden ingetrokken.

De agressie van Rusland tegen Oekraïne heeft een grote weerslag gehad op de hele regio en heeft nog eens onderstreept hoe belangrijk het is dat de landen zich tijdens het uitbreidingsproces aansluiten bij het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Bij de stemming over twee resoluties in de Algemene Vergadering van de VN over de invasie van Rusland in Oekraïne en de humanitaire gevolgen daarvan, alsook tijdens de stemming over de schorsing van Rusland in de Mensenrechtenraad, sloten de Westelijke Balkan en Turkije zich aan bij de overgrote meerderheid van de internationale gemeenschap, waaronder de EU. Albanië is als niet-permanent lid sinds januari 2022 actief betrokken bij de VN-Veiligheidsraad, onder meer als mede-indiener van resoluties waarin de agressie wordt veroordeeld. De volledige afstemming van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië op het GBVB is een sterk signaal van hun strategische keuze voor toetreding tot de EU. Ook de aanzienlijk toegenomen mate van afstemming van Bosnië en Herzegovina op het GBVB en de unilaterale afstemming door Kosovo worden erkend en toegejuicht. De mate van afstemming van Servië op het GBVB is in de verslagperiode aanzienlijk gedaald. Van Servië wordt bij wijze van prioriteit verwacht dat het land, in overeenstemming met zijn onderhandelingskader, zijn verbintenissen nakomt en zich geleidelijk aanpast aan het GBVB, ook wat betreft beperkende maatregelen. De mate van afstemming van Turkije op het GBVB is tijdens de verslagperiode verder verslechterd, onder meer doordat het land zich niet heeft aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland.

Montenegro en Servië zijn de herziene methode blijven toepassen die is uiteengezet in de mededeling van de Commissie getiteld “Bevordering van het toetredingsproces — Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan” 11 en die in juni 2021 tijdens de politieke intergouvernementele conferenties met deze landen is goedgekeurd. Montenegro heeft alle onderhandelingshoofdstukken geopend, waarvan er drie voorlopig zijn gesloten. Dankzij de vooruitgang van de hervormingen in Servië konden tijdens de intergouvernementele conferentie met het land in december 2021 onderhandelingen worden geopend in het kader van cluster 4 over de groene agenda en duurzame connectiviteit. Tijdens de intergouvernementele conferentie werd ook de weg uitgestippeld voor het openen van verdere clusters op basis van de verwachte vorderingen van het land, met name met betrekking tot de hervormingen van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo. De intergouvernementele conferentie met Montenegro van december 2021 bood politieke sturing voor het versnellen van de werkzaamheden om te voldoen aan de tussentijdse benchmarks met betrekking tot de rechtsstaat, wat nog steeds de volgende mijlpaal is die moet worden bereikt om verdere voortgang te boeken met de toetredingsonderhandelingen.

Conform de herziene methode beoordeelt de Commissie in de conclusies en aanbevelingen van deze mededeling het algemene evenwicht binnen de toetredingsonderhandelingen met Montenegro en Servië en zet zij voor elk land de vervolgstappen uiteen. De volgende intergouvernementele conferenties moeten plaatsvinden na de publicatie van het huidige jaarlijkse pakket verslagen en de daaropvolgende conclusies van de Raad.

Op 19 juli vonden de intergouvernementele conferenties over de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië plaats. Dit was een erkenning van de blijvende inzet, de resultaten van de hervormingen en de veerkracht van beide landen in hun vooruitgang op weg naar de EU. Voor het eerst wordt de herziene uitbreidingsmethode volledig toegepast, waardoor het gehele onderhandelingsproces voorspelbaarder en dynamischer wordt en een sterkere politieke sturing krijgt. De Commissie is onmiddellijk begonnen met de screening. Screening is een analytisch onderzoek van de EU-wetgeving, dat gezamenlijk door de Commissie en elk van de kandidaat-lidstaten wordt uitgevoerd. Dit proces stelt hen in staat zich vertrouwd te maken met het EU-acquis en vervolgens aan te geven in hoeverre zij zich aan de EU-wetgeving hebben aangepast en wat hun plannen voor verdere aanpassing zijn.

In haar advies over het verzoek van Bosnië en Herzegovina om toetreding tot de Europese Unie 12 heeft de Commissie 14 essentiële prioriteiten geformuleerd die Bosnië en Herzegovina moet verwezenlijken opdat de Commissie de opening van toetredingsonderhandelingen met de EU kan aanbevelen. De Raad heeft in 2019 zijn goedkeuring gehecht aan deze 14 essentiële prioriteiten. In juni 2022 verklaarde de Europese Raad zich bereid om Bosnië en Herzegovina de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen en verzocht daartoe de Commissie verslag uit te brengen over de uitvoering van de 14 essentiële prioriteiten, met bijzondere aandacht voor die welke een substantiële reeks hervormingen omvatten. Dit pakket is een reactie op dat verzoek.

De EU is de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo blijven ondersteunen en de regering blijven adviseren over belangrijke EU-gerelateerde hervormingen. Het voorstel van de Commissie om de visumplicht voor burgers van Kosovo op te heffen, is nog in behandeling bij de Raad. Er is een hernieuwd besef dat deze kwestie met prioriteit moet worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling van 2018 dat aan alle door de Raad vastgestelde criteria voor visumliberalisering met Kosovo is voldaan.

Turkije is een kandidaat-lidstaat en een cruciale partner van de EU op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, gaande van handel, migratie, terrorismebestrijding, volksgezondheid, klimaat, energie, vervoer en regionale kwesties. Op het gebied van energie blijft Turkije een belangrijk en betrouwbaar doorvoerland voor de EU. De toetredingsonderhandelingen met Turkije liggen nog steeds stil. Turkije heeft de negatieve tendens om zich verder van de Europese Unie te verwijderen aangehouden, met ernstige achteruitgang op het gebied van de democratie, de rechtsstaat, de grondrechten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De dialoog over dergelijke kwesties blijft een integrerend deel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.

De dialoog en de samenwerking met Turkije zijn geïntensiveerd overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van 2021. Onder de in de recente conclusies van de Europese Raad vastgestelde voorwaarden is de Europese Unie bereid om middels een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije in dialoog te gaan met als doel intensiever samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, mits de de-escalatie van de spanningen wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt. De EU heeft een strategisch belang bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Rekening houdend met de gezamenlijke mededeling 13 bevestigde de EU opnieuw haar vastberadenheid om in geval van hernieuwde provocaties of unilaterale acties in strijd met het internationaal recht gebruik te maken van de instrumenten en opties waarover zij beschikt om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen en de regionale stabiliteit te handhaven. Er zijn verder resultaten geboekt in het kader van de verklaring EU-Turkije van 2016, die het belangrijkste kader voor samenwerking bleef op het gebied van migratie. Turkije bleef buitengewone inspanningen leveren door meer dan vier miljoen vluchtelingen uit Syrië en andere landen op te vangen. Door de eenzijdige opschorting door Turkije van de terugkeer van irreguliere migranten en de afwijzing van asielzoekers van de Griekse eilanden sinds maart 2020, blijven zich bij de uitvoering van de verklaring echter problemen voordoen. Het aantal irreguliere grensoverschrijdingen tussen Turkije en de EU bleef aanzienlijk lager dan vóór de goedkeuring van de verklaring EU-Turkije. De alternatieve smokkelroutes naar de door de regering gecontroleerde gebieden van Cyprus en naar Italië waren goed voor het grootste deel van de aankomsten in de EU in 2021. De irreguliere migratiestromen via deze routes zijn in 2022 aanzienlijk toegenomen.

De EU is haar toezegging om aanzienlijke financiële steun te verlenen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije verder nagekomen. Via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is 6 miljard EUR vrijgemaakt. Eind 2020 waren contracten gesloten voor de volledige operationele begroting ervan, en tegen juni 2022 was meer dan 4,7 miljard EUR uitbetaald. Via de faciliteit werden onder meer 1,9 miljoen vluchtelingen geholpen om in hun basisbehoeften te voorzien en 740 000 vluchtelingenkinderen om naar school te gaan, 405 scholen gebouwd en ruim 22,8 miljoen eerstelijnsconsulten verstrekt. De Commissie heeft een aanvullend pakket van 3,5 miljard EUR toegewezen voor de periode 2020-2023. Het zal daarbij gaan om financiering voor migratiebeheer en grenstoezicht, met name aan de oostgrens van Turkije.

Zowel de EU als Turkije blijft voordeel halen uit de douane-unie, en Turkije blijft in economisch opzicht sterk geïntegreerd met de EU. De Commissie is intensief in contact blijven staan met Turkije over de handelsbelemmeringen die de goede werking van de douane-unie in de weg staan. Er is echter weinig vooruitgang geboekt en het overgrote deel van de handelsbelemmeringen is niet aangepakt.

De unilaterale wijze waarop Turkije zijn buitenlands beleid voert, bleef conflicteren met de prioriteiten van de EU in het kader van het GBVB en de bredere belangen van de EU, met name vanwege de interventies van het land in en zijn ondersteuning van militaire acties bij sommige regionale conflicten. Turkije is echter blijven openstaan voor een politieke dialoog over regionale kwesties. De aanpassing van Turkije aan het GBVB is verder verslechterd. De Europese Raad heeft aangegeven te verwachten dat Turkije en alle betrokken partijen een positieve bijdrage leveren aan de oplossing van regionale crises. Turkije is actief diplomatiek betrokken bij de aanpak van de verschillende kwesties in verband met de agressie van Rusland tegen Oekraïne en probeert het conflict te de-escaleren door bijvoorbeeld te streven naar een staakt-het-vuren. Het land nam ook een diplomatiek initiatief om de uitvoer van Oekraïens graan te vergemakkelijken. Het akkoord dat Oekraïne en Rusland in juli in Istanbul onder auspiciën van de VN en Turkije zijn overeengekomen, zou niet mogelijk zijn geweest zonder de constructieve rol van Turkije, dat ook betrokken is bij de uitvoering ervan. Toch is het feit dat Turkije zich niet heeft aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland bijzonder zorgwekkend vanwege het vrije verkeer van goederen binnen de douane-unie tussen de EU en Turkije, waaronder goederen voor tweeërlei gebruik. Hierdoor ontstaat het risico dat de beperkende maatregelen van de EU worden ondermijnd. Voor de toekomstige goede werking van de douane-unie moeten de partijen de bestaande regels volledig naleven en ondermijning van het wederzijds vertrouwen vermijden. Turkije heeft een memorandum van overeenstemming ondertekend voor de ontwikkeling van economische en handelsbetrekkingen met Rusland.

Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een essentiële vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van een vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht.

Acties in Varosha die indruisen tegen de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad blijven het vooruitzicht op hervatting van de onderhandelingen en op een alomvattende regeling van de kwestie-Cyprus ondermijnen. Van Turkije wordt verwacht dat het onmiddellijk alle acties en stappen die het sinds oktober 2020 inzake Varosha heeft ondernomen, ongedaan maakt.

II. DE FUNDAMENTELE KWESTIES VAN HET TOETREDINGSPROCES

Van de uitbreidingslanden wordt verwacht dat zij gestaag vorderingen maken met hun respectieve hervormingsagenda’s op het gebied van de “fundamentele kwesties” door hervormingen door te voeren en concrete vooruitgang te laten zien met betrekking tot de rechtsstaat, de economie, het functioneren van de democratische instellingen en de hervorming van het openbaar bestuur. Solide en onomkeerbare resultaten op al deze gebieden blijven van doorslaggevend belang om aan de vereisten van het EU-lidmaatschap te voldoen. In sommige gevallen is vooruitgang geboekt bij de justitiële hervormingen, de verdere verfijning van het juridisch kader inzake mensenrechten en de hervorming van het openbaar bestuur. Ondanks de geboekte vooruitgang ontbreekt het nog aan sterke politieke wil om een staat van dienst op te bouwen wat de uitvoering van hervormingen betreft. De vooruitgang met het oog op de nakoming van de economische toetredingscriteria is te traag geweest om de economische kloof met de EU aanmerkelijk te verkleinen. Er blijft politieke en institutionele weerstand tegen verandering bestaan en in sommige landen zijn negatieve ontwikkelingen waargenomen. Die hebben bijvoorbeeld betrekking op een steeds vijandiger klimaat tegenover het maatschappelijk middenveld, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media, en pogingen om ongepaste invloed uit te oefenen op en politieke inmenging te plegen in de rechterlijke macht. Een degelijke handhaving van de corruptiebestrijding moet een prioriteit blijven in alle uitbreidingslanden, met inbegrip van de integratie van corruptiebestrijdingsmaatregelen in de sectoren die het kwetsbaarst zijn voor corruptie. Er moet vooruitgang worden geboekt met het afstemmen van overheidsopdrachten op de Europese normen en goede praktijken, het verbeteren van de preventie van belangenconflicten en het consolideren van de integriteit in alle overheidsdiensten. Er zijn coherente en consistente inspanningen nodig om elementen die wijzen op gijzeling van de staat in te dammen en doeltreffend aan te pakken. Het opbouwen van een solide staat van dienst op het gebied van proactieve onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen in de strijd tegen corruptie op alle niveaus en tegen ernstige en georganiseerde misdaad blijft een doelstelling op de lange termijn waarvoor verdere intensievere en consequente inspanningen nodig zijn, ook via een verdere versterking van de strategische en operationele capaciteiten.

Functioneren van de democratische instellingen

De invoering van maatregelen om het functioneren van de democratische instellingen te consolideren, is van cruciaal belang voor het uitbreidingsproces, maar in veel gevallen ontbreekt het nog aan de echte politieke wil om de relevante hervormingen door te voeren. De sterke politieke polarisatie en het gebrek aan partijoverschrijdende dialoog hebben nog steeds een negatief effect op de werking van de parlementen, met name in de Westelijke Balkan, hoewel in de verslagperiode enkele positieve stappen zijn vastgesteld.

In Servië zijn op 3 april 2022 in een over het algemeen rustige sfeer presidentsverkiezingen, vervroegde parlementsverkiezingen en gemeenteraadsverkiezingen in Belgrado gehouden. Alle relevante politieke krachten hebben deelgenomen, wat heeft geleid tot een pluralistischer en inclusiever parlement dan bij de verkiezingen van 2020. Ook voerde een brede groep van politieke actoren voorafgaand aan de verkiezingen een constructieve, partijoverschrijdende dialoog, die door het Europees Parlement werd gefaciliteerd. Internationale waarnemers onder leiding van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) constateerden echter een aantal tekortkomingen bij de parlementsverkiezingen. Aanzienlijke vertragingen bij de bekendmaking van de uiteindelijke verkiezingsuitslag en dus bij de vorming van een nieuwe regering hebben tot een vertraging in de besluitvorming geleid. In september 2021 is de nieuwe gedragscode gewijzigd en in oktober 2021 is de ethische commissie ingesteld. In de parlementaire debatten was er nog steeds sprake van beledigende taal tegen politieke tegenstanders en burgeractivisten.

In Montenegro is er nog geen einde gekomen aan de polarisatie, het ontbreken van constructieve contacten tussen politieke partijen en het gebrek aan consensus over belangrijke aangelegenheden van nationaal belang, en zijn hierdoor twee wankele regeringen gevallen na een motie van wantrouwen. De goede werking van de instellingen in Montenegro is ernstig aangetast door de politieke instabiliteit, waardoor de besluitvorming en de uitvoering van hervormingen zijn stilgevallen. De werking van de belangrijkste gerechtelijke instanties is verzwakt doordat het parlement er niet in slaagt nieuwe leden te kiezen om alle functies in te vullen. Sinds medio september heeft het Grondwettelijk Hof zijn rol niet kunnen vervullen omdat het quorum niet werd gehaald, waardoor de politieke onzekerheid wordt versterkt.

In Kosovo kon de in 2021 verkozen regering dankzij haar solide meerderheid rekenen op politieke en institutionele stabiliteit. Dit had Kosovo de gelegenheid moeten bieden om de inspanningen ter versterking van de democratie en de rechtsstaat te versnellen, de corruptie te bestrijden en de wetgevingsactiviteiten te intensiveren, ook wat betreft EU-gerelateerde hervormingen. Doordat het quorum in de wetgevende vergadering regelmatig niet werd gehaald en door boycots door de oppositiepartijen liep de goedkeuring van belangrijke wetten echter vertraging op. Er zijn inspanningen nodig om de rol van de wetgevende vergadering als forum voor een constructieve politieke dialoog en voor consensusvorming te versterken, met name wat betreft de hervormingsagenda van de EU. In het najaar van 2021 vonden lokale verkiezingen plaats op een over het algemeen goed beheerde en transparante wijze en met meerdere partijen, met uitzondering van de Kosovo-Servische gemeenten waar de politieke concurrentie beperkt was. Reeds lang bestaande tekortkomingen moeten nog steeds worden aangepakt.

In Albanië namen de bij de parlementsverkiezingen van 2021 gekozen leden van de grootste oppositiepartijen plaats in het parlement. Wat de EU-gerelateerde hervormingen betreft, heeft het parlement een partijoverschrijdende consensus bereikt over een grondwetswijziging om de ambtstermijn van de justitiële doorlichtingsinstanties te verlengen. Interne conflicten binnen de grootste oppositiepartij hebben echter invloed gehad op de gang van zaken in het parlement. Op regeringsniveau is Albanië zich in het algemeen blijven toespitsen op de hervormingsagenda van de EU.

In Noord-Macedonië is het parlement nog steeds het belangrijkste forum voor politieke dialoog. Na heftige debatten heeft het parlement conclusies aangenomen over het voorstel waarmee de weg werd vrijgemaakt voor de opening van de toetredingsonderhandelingen. De werkzaamheden werden echter beïnvloed door politieke polarisatie en de “actieve blokkering” door de belangrijkste oppositiepartij, met gevolgen voor de vaststelling van sommige wetgevingsteksten. Het parlement en de regering hebben toegezegd prioriteit te geven aan het initiëren en doorvoeren van de relevante grondwetswijzigingen, teneinde in de grondwet burgers op te nemen die binnen de grenzen van de staat wonen.  

In Bosnië en Herzegovina hebben politieke polarisatie en tegenwerking ertoe geleid dat het werk van de democratische instellingen en de hervormingen op weg naar de EU tot stilstand zijn gekomen. Het presidentschap, de ministerraad en het parlement bleven tot het voorjaar van 2022 geblokkeerd. De vergaderingen over de beleidsdialoog met de EU in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst konden pas in juni 2022 plaatsvinden. De entiteit Republika Srpska heeft initiatieven genomen om unilateraal staatsbevoegdheden over te nemen. Deze initiatieven zijn nu opgeschort of worden getoetst aan de grondwet. De hoge vertegenwoordiger heeft tijdens de verslagperiode vier keer gebruikgemaakt van zijn uitvoerende bevoegdheden om obstructies te doorbreken, onder meer om middelen vrij te maken voor de organisatie van de verkiezingen van oktober 2022. De staatsbegroting werd pas eind juni vastgesteld. In het voorjaar van 2022 begonnen de overheidsinstellingen weer te functioneren en werden de eerste stappen gezet om de achterstand bij de hervormingen weg te werken. Dankzij een eensgezinde opstelling van de politieke actoren in Bosnië en Herzegovina kon de wet inzake overheidsopdrachten worden vastgesteld en kon het land zich als deelnemende staat aansluiten bij het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Op 2 oktober vonden parlementsverkiezingen plaats. Volgens de voorlopige bevindingen van het OVSE/ODIHR deden er meerdere partijen aan mee en waren ze over het algemeen goed georganiseerd, maar werden ze gekenmerkt door wantrouwen in de openbare instellingen en verdeeldheid zaaiende retoriek langs etnische lijnen. Op dezelfde dag voerde de hoge vertegenwoordiger wijzigingen door in de grondwet op het niveau van de federatie en in de kieswet, om een aantal problemen met de werking ervan aan te pakken en de tijdige vorming van het bestuur mogelijk te maken.

In Turkije heeft de achteruitgang van de democratie zich tijdens de verslagperiode voortgezet. Ondanks de opheffing van de noodtoestand in 2018 bleven verschillende wettelijke bepalingen die overheidsinstanties buitengewone bevoegdheden verlenen en waarbij verschillende beperkende elementen van de noodtoestand worden gehandhaafd, deel uitmaken van het rechtsstelsel, hetgeen de democratie en de grondrechten ondermijnt. De structurele tekortkomingen van het presidentiële systeem bleven bestaan. Het parlement ontbeerde nog steeds de nodige middelen om de regering ter verantwoording te roepen.

Justitie en grondrechten

Een onafhankelijk, onpartijdig, verantwoordelijk en professioneel justitieel stelsel, dat efficiënt functioneert en waarvan de beslissingen daadwerkelijk worden uitgevoerd, vormt de ruggengraat van de rechtsstaat. In bepaalde gevallen werd enige vooruitgang geboekt met de justitiële hervormingen. In de hele Westelijke Balkan en in Turkije staan de justitiële instellingen echter nog steeds voor veel uitdagingen. Er bleef met name sprake van ongepaste externe druk op de rechterlijke macht, waardoor de onafhankelijkheid van rechters en openbaar aanklagers werd ondermijnd, het algemene institutionele evenwicht in gevaar kwam en uiteindelijk de scheiding der machten werd aangetast. Daardoor is het beginsel van gelijkheid voor de wet nog steeds verzwakt. Doorslaggevende vooruitgang bij de uitvoering van justitiële hervormingen, op basis van sterke politieke wil, blijft van essentieel belang. De consolidatie van justitiële functies, die leidt tot een solide en langdurige staat van dienst, is essentieel om verdere vooruitgang te boeken met het toetredingsproces.

Albanië is goede vorderingen blijven maken met de uitvoering van zijn brede justitiële hervorming, onder meer door verdere concrete resultaten te boeken op het gebied van de doorlichtingsprocedure. Het Grondwettelijk Hof bleef volledig operationeel. Door de benoemingen bij het Hooggerechtshof is een begin gemaakt met het wegwerken van de achterstand. Er zijn nog geen vorderingen gemaakt met het dossierbeheersysteem en het juridisch opleidingsstelsel.

Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt door de gestage uitvoering van zijn justitiële strategie. De rechterlijke macht heeft laten zien zich in te zetten voor de bescherming van zijn integriteit en onafhankelijkheid. De rechterlijke instanties hebben de nieuwe regels voor de benoeming, bevordering, bestraffing en het ontslag van rechters en aanklagers consequent toegepast. De nodige middelen moeten worden toegewezen zodat het geautomatiseerde zaakbeheersysteem volledig functioneert.

Servië heeft over het algemeen enige vooruitgang geboekt bij de versterking van de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht, en heeft een belangrijke stap gezet door in februari 2022 relevante grondwetswijzigingen goed te keuren. Als volgende belangrijke stap moeten de uitvoeringswetten waarmee de hervorming volledig in de praktijk worden gebracht, binnen de grondwettelijke termijnen worden gewijzigd. Servië heeft twee werkgroepen met deskundigen opgericht die de uitvoeringswetgeving moeten opstellen.

Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van justitiële hervormingen. Er is een begin gemaakt met de uitvoering van de strategie en het actieplan inzake de rechtsstaat, en er is een nieuw wetgevingskader voor het vervolgingssysteem aangenomen. Er zijn echter verdere stappen nodig om de efficiëntie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te vergroten.

Montenegro heeft beperkte vooruitgang geboekt met zijn belangrijke justitiële hervormingen. Er blijft bezorgdheid bestaan over het functioneren van de instellingen en de consolidatie van onafhankelijke raden voor justitie en voor rechtsvervolging, en de staat van dienst op het gebied van de justitiële verantwoordingsplicht bevindt zich nog in een beginstadium. Onderzoeken van het speciale openbaar ministerie naar verschillende zaken op hoog niveau hebben geleid tot de arrestatie van de voormalige voorzitter van het Hooggerechtshof en de voorzitter van de rechtbank van koophandel op beschuldiging van corruptie en georganiseerde misdaad. De onderzochte zaken zijn nog niet voor de rechter gebracht.

Bosnië en Herzegovina blijft achter inzake de hervorming van het justitiële stelsel, met het uitblijven van vorderingen bij de versterking van justitie. De wetswijzigingen tot invoering van een systeem voor de controle van vermogensverklaringen van gerechtsambtenaren zijn in mei 2022 door het parlement verworpen. Door een gebrek aan echte politieke inzet voor de rechtsstaat en het Europese parcours is de algemene integriteit van de justitiële sector verder verslechterd.

In Turkije is de achteruitgang van de afgelopen jaren voortgezet. Het systematische gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is niet aangepakt. Er werd nog steeds politieke druk uitgeoefend op de rechterlijke macht, waardoor de onafhankelijkheid en de algemene kwaliteit ervan werden ondermijnd. De weigering van Turkije om toepasselijke uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) uit te voeren, heeft de bezorgdheid over de naleving door Turkije van internationale en Europese normen verder vergroot. De niet-uitvoering van het arrest van het EHRM in de zaak Kavala, die heeft geleid tot de inleiding van een inbreukprocedure tegen Turkije door de Raad van Europa, heeft ernstige twijfels doen rijzen over de verbintenissen van het land wat betreft zijn verplichtingen als lid van de Raad van Europa. Schorsingen en ontslagen van rechters en aanklagers hebben de onafhankelijkheid, de efficiëntie en de professionaliteit van het justitiële stelsel verder verzwakt. De Turkse autoriteiten moeten dringend een aantal ernstige tekortkomingen in het systeem aanpakken, onder meer wat betreft het recht op een eerlijk proces en de strikte naleving van het beginsel van het vermoeden van onschuld.

In de Westelijke Balkan en in Turkije blijft corruptie wijdverbreid. De vooruitgang in de strijd tegen corruptie is ongelijk. In bepaalde landen is enige vooruitgang geboekt, voornamelijk op gebieden die verband houden met corruptiepreventie. Echte politieke wil en een duidelijke bereidheid om de hervormingsinspanningen vol te houden zijn nog steeds nodig om de transparantie en integriteit te verbeteren en tastbare resultaten te boeken met een overtuigende staat van dienst op het gebied van onderzoek, vervolging en definitieve veroordelingen. Er moet werk worden gemaakt van de verdere integratie van corruptiebestrijdingsmaatregelen in belangrijke sectoren om hervormingen aan te moedigen en corruptie over de hele linie zinvoller en doeltreffender aan te pakken. In de sectoren die het kwetsbaarst zijn voor corruptie zijn gerichte risicobeoordelingen nodig om corruptierisico’s en zwakke punten te herkennen en uiteindelijk de aanzet te geven tot het uittekenen van robuuste corruptiebestrijdingsmaatregelen. Strategieën en actieplannen voor corruptiebestrijding moeten systematisch en gestructureerd worden uitgevoerd, ook in belangrijke sectoren zoals overheidsopdrachten, het beheer van de overheidsfinanciën, energie, vervoer, gezondheid, water, infrastructuur, natuurlijke hulpbronnen en onderwijs. Politieke corruptie en corruptie op hoog niveau moeten krachtiger worden aangepakt, aangezien er nog steeds tekenen zijn van een sterke verstrengeling van publieke en particuliere belangen. Overheidsopdrachten blijven bijzonder gevoelig voor wijdverbreide corruptie. De controlemechanismen gedurende het gehele aanbestedingsproces moeten worden versterkt en de transparantie moet aanzienlijk worden vergroot door middel van robuuste, ambitieuzere maatregelen.

Noord-Macedonië heeft zijn inspanningen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en corruptie voortgezet, waardoor enige verdere vooruitgang is geboekt. De openbare commissie ter voorkoming van corruptie heeft haar mandaat proactief uitgevoerd. Het land is blijven samenwerken met internationale partners en is de binnenlandse activiteiten tegen de georganiseerde misdaad met hen blijven coördineren. In Albanië hebben de gespecialiseerde corruptiebestrijdingsinstanties (SPAK) strafrechtelijke procedures en financiële onderzoeken uitgevoerd, die met name hebben geleid tot definitieve veroordelingen in enkele zaken op hoog niveau; de doorlichting van de rechterlijke macht blijft resultaten opleveren in de strijd tegen corruptie binnen het gerechtelijk apparaat. Servië heeft enige vooruitgang geboekt met de verdere uitvoering van de aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (Greco). Er had al lang moeten worden gestart met de voorbereiding van een nieuwe anticorruptiestrategie, vergezeld van een actieplan. Montenegro heeft zijn staat van dienst op het gebied van corruptiepreventie verbeterd, maar er is nog steeds behoefte aan een geloofwaardig strafrechtelijk optreden in de strijd tegen corruptie, ook op hoog niveau. In Kosovo is enige vooruitgang geboekt met de vaststelling van een belangrijk wetgevingspakket inzake corruptiebestrijding, waaronder de nieuwe wet op het wetboek van strafvordering, de wet op het agentschap voor de preventie van corruptie, de wet op de vermogensverklaring en wetgeving inzake de partijfinanciering. Het parlement van Bosnië en Herzegovina heeft een wet inzake belangenconflicten verworpen, terwijl de gerechtelijke follow-up in corruptiezaken met grote publieke weerklank selectief en ondoorzichtig was. Het aantal definitieve veroordelingen in zaken op hoog niveau bleef erg klein.

In Turkije is tijdens de verslagperiode geen vooruitgang geboekt. Het wettelijke en institutionele kader moet worden verbeterd om politieke en ongepaste inmenging in de vervolging en berechting van corruptiezaken te beperken. De meeste aanbevelingen van de Greco zijn niet uitgevoerd.

In de hele Westelijke Balkan blijven de aanhoudende schaarste aan personele en financiële middelen in de justitiële instellingen, evenals het gebrek aan specifieke capaciteit en deskundigheid op het gebied van financiële onderzoeken, doeltreffend onderzoek naar en berechting in zaken met betrekking tot georganiseerde misdaad en corruptie in de weg staan. Hoewel er initiatieven voor capaciteitsopbouw in de justitiële sector beschikbaar zijn, dragen ontoereikende stimuleringsstructuren, ondoeltreffende prestatiebeheerssystemen en de vatbaarheid van de justitiële sector voor politieke druk bij tot slecht dossierbeheer, langdurige procedures en een laag aantal inbeslagnemingen en confiscaties.

In de Westelijke Balkan zijn de grondrechten grotendeels verankerd in de wetgeving, maar er blijven moeilijkheden bestaan om ervoor te zorgen dat zij daadwerkelijk worden toegepast. Het beleidskader wordt geleidelijk voltooid, met name wat betreft antidiscriminatie en de bestrijding van gendergerelateerd geweld, maar er zijn nog steeds systematische lacunes wat betreft de financiering van maatregelen ter bevordering en bescherming van de mensenrechten en veel sectoren blijven afhankelijk van donoren. De ombudsdienst blijft een sleutelrol spelen bij de bevordering en bescherming van de mensenrechten in de Westelijke Balkan en van de eigen aanbevelingen en die van andere onafhankelijke instanties. De regeringen in de regio moeten consequent gevolg geven aan alle aanbevelingen van internationale en regionale instanties voor de monitoring van de mensenrechten, ook wat betreft de omstandigheden in gevangenissen en het voorkomen van mishandeling. Het maatschappelijk middenveld blijft de taken van de overheid aanvullen of zelfs volledig op zich nemen bij het verlenen van diensten aan kansarme groepen. De bezorgdheden en aanbevelingen van de vorige landverslagen blijven grotendeels dezelfde en moeten dringend worden aangepakt. In Turkije is de mensenrechtensituatie verder verslechterd; zij blijft er een ernstig punt van zorg.

Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van de media en pluralisme zijn essentiële pijlers van een democratische samenleving en moeten worden geëerbiedigd. In de hele Westelijke Balkan was de vooruitgang in dit opzicht beperkt en in sommige landen onbestaand. Aan de aanbevelingen van eerdere verslagen is grotendeels nog geen gevolg gegeven. In het grootste deel van de regio is er sprake van pluralisme, maar de onafhankelijkheid van de media en de ontwikkeling van professionele kwaliteitsjournalistiek worden nog steeds belemmerd door verweven zakelijke en politieke belangen en een slechte situatie op de arbeidsmarkt, wat tot zelfcensuur leidt. Bedreigingen jegens, intimidatie van en geweld tegen journalisten alsook denigrerende opmerkingen van overheidsfunctionarissen geven aanleiding tot ernstige bezorgdheid. Deze kunnen een remmend effect hebben op de uitoefening van de mediavrijheid, en het tempo waarmee dergelijke incidenten worden onderzocht en vervolgd, moet worden opgevoerd. De onafhankelijkheid van mediaregulatoren en publieke omroepen moet worden gewaarborgd, onder meer door middel van adequate financiering en op verdiensten gebaseerde benoemingen in de managementstructuren. Ook het effectieve functioneren van onafhankelijke zelfregulerende instanties moet verder worden ondersteund. In alle landen van de regio moet de financiering van de media transparanter worden.

De ernstige verslechtering van de situatie in Turkije hield aan; de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en de verspreiding van tegengeluiden blijven er nog steeds zeer beperkt. Strafzaken en veroordelingen van journalisten, mensenrechtenverdedigers, advocaten, schrijvers, politici van de oppositie, studenten en gebruikers van sociale media werden voortgezet. In een groot deel van de Westelijke Balkan hebben de autoriteiten hun strategische kaders verbeterd om de verbintenissen op het gebied van gendergelijkheid en de bestrijding van gendergerelateerd geweld uit te voeren, maar dit moet worden omgezet in praktische verbeteringen: de nodige middelen moeten worden toegewezen en de bijstand aan slachtoffers van alle vormen van geweld moet worden verbeterd, aangezien gendergerelateerd geweld, waaronder huiselijk geweld, een ernstig probleem blijft. In Turkije hield de achteruitgang op het gebied van gendergelijkheid en de rechten van vrouwen en meisjes aan en nam het aantal gevallen van haatzaaiende uitlatingen tegen onafhankelijke vrouwenorganisaties toe.

Over het algemeen zijn er wetten en beleidsmaatregelen op het gebied van non-discriminatie, maar organen en instanties voor de bevordering van gelijke behandeling die belast zijn met de bescherming tegen discriminatie moeten over voldoende middelen beschikken om hun mandaat te kunnen uitvoeren. De haatzaaiende uitlatingen in de regio nemen toe en steeds meer gevallen van discriminatie, haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen worden onvoldoende opgevolgd. Er wordt gewerkt aan een wetgevings- en beleidskader voor de rechten van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, interseksuele en queer personen (LHBTIQ), maar de deelname van alle geledingen van de samenleving blijft een uitdaging en verschillende wetgevingsinitiatieven zijn tot stilstand gekomen. De wetgeving moet in de praktijk worden gehandhaafd, aangezien discriminatie en haatzaaiende uitlatingen nog steeds vaak voorkomen. In Turkije is de bescherming van de grondrechten van de LHBTIQ-bevolking niet gewaarborgd en zijn haatzaaiende uitlatingen en lastercampagnes tegen de LHBTIQ-gemeenschap nog steeds een ernstig punt van zorg.

Er zijn nog steeds inspanningen nodig om de rechten van het kind te versterken en de interinstitutionele coördinatie te verbeteren om tot doeltreffende systemen voor de bescherming van kinderen en kinderopvang te komen die in overeenstemming zijn met de belangen van het kind. De rechtsstelsels moeten kindvriendelijker worden en er moeten systematischer alternatieven voor detentie beschikbaar worden gesteld en worden gebruikt, waarbij detentie pas in laatste instantie wordt gebruikt. Geweld tegen kinderen en huwelijken op jonge leeftijd blijven een groot probleem.

De rechten van personen met een handicap moeten beter worden beschermd en de nodige aandacht krijgen. Er moet worden gewerkt aan de doorstroming naar niet-institutionele zorg en zelfstandig wonen, in overeenstemming met de vereisten van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, alsook meer acceptatie, toegankelijkheid en inclusie in het algemeen.

De bescherming van minderheden moet beter worden gecoördineerd en het recht op zelfidentificatie moet worden geëerbiedigd. De Roma blijven de meest achtergestelde gemeenschap in de regio. Dit jaar hebben de meeste overheden (met uitzondering van Turkije) echter blijk gegeven van politieke inzet voor de integratie van de Roma door nieuwe strategieën en actieplannen voor deze gemeenschap vast te stellen waarmee zij zich aanpassen aan het EU-kader. Er moet nu prioriteit worden gegeven aan de uitvoering ervan, met inbegrip van de toewijzing van de nodige financiële middelen.

Justitie, vrijheid en veiligheid

De georganiseerde misdaad blijft een belangrijk veiligheidsrisico voor de Westelijke Balkan en Turkije. In en buiten de regio blijven machtige criminele netwerken actief, die een belangrijke rol spelen in de wereldwijde handel in illegale goederen en in het smokkelen van mensen naar en binnen de Europese Unie. Deze criminele netwerken hebben de COVID-19-pandemie heel behendig in hun voordeel gebruikt, en het risico bestaat dat zij zullen profiteren van de Russische invasie in Oekraïne, onder meer door de beschikbaarheid van grote wapenvoorraden in Oekraïne. De in sommige landen bestaande burgerschapsregelingen en verblijfsregelingen voor investeerders kunnen worden misbruikt om de visumprocedure van de EU voor kort verblijf en de grondige beoordeling van de individuele migratie- en veiligheidsrisico’s van deze procedure te omzeilen, met inbegrip van een mogelijke omzeiling van maatregelen ter preventie van witwassen en de financiering van terrorisme, alsook het omzeilen van internationale sancties. Dergelijke regelingen moeten onverwijld worden beëindigd. Indien de toekenning van burgerschap in het kader van de burgerschapsregelingen voor investeerders wordt beschouwd als een verhoogd risico voor de nationale veiligheid en de openbare orde van de lidstaten, kan de visumvrije regeling worden opgeschort 14 .

De samenwerking tussen de EU en de partners van de Westelijke Balkan op het gebied van wetshandhaving — waaronder met de EU-agentschappen voor justitie en binnenlandse zaken — is verder geïntensiveerd. Na de vaststelling van de conclusies van de Raad in maart 2021 is de samenwerking met derde landen op het gebied van rechtshandhaving geïntegreerd in alle operationele actieplannen van het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact), waardoor de deelname van de Westelijke Balkan aan Empact een nieuwe impuls heeft gekregen. In 2022 hebben partners uit de Westelijke Balkan zich in 300 gevallen (tegenover 159 in 2021) verbonden tot deelname aan operationele acties. Albanië bleef één operationele actie leiden, Montenegro en Albanië leidden samen respectievelijk vier en twee operationele acties, terwijl Servië en Noord-Macedonië elk één operationele actie leidden. Bosnië en Herzegovina is de enige partner die zijn deelname aan Empact heeft teruggeschroefd.

In het kader van Empact hebben de partners uit de regio ook deelgenomen aan verschillende gezamenlijke actiedagen, die onder meer gericht waren op hulp bij irreguliere immigratie, drugshandel en handel in vuurwapens, wat onmiddellijke resultaten opleverde in de vorm van arrestaties en de inbeslagneming van criminele vermogensbestanddelen. Met de hulp van Europol en Sepca (Southeast Europe Police Chiefs Association) is goede vooruitgang geboekt bij de versterking van de capaciteit van de regio om strategische en operationele criminaliteitsanalyses uit te voeren op een met de EU geharmoniseerde wijze. Sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft Servië afgezien van deelname aan een aantal regionale evenementen op het gebied van veiligheid.

De nationale drugsstrategieën in Servië en Montenegro zijn verouderd en moeten worden herzien. In Kosovo en Noord-Macedonië zijn een strategie en het bijbehorende actieplan ingevoerd. Bosnië en Herzegovina beschikt over een strategie, maar het bijbehorende actieplan moet nog worden vastgesteld. In Albanië valt deze kwestie onder de nationale strategie ter bestrijding van de georganiseerde misdaad, met een specifiek actieplan. Er zijn duidelijk inspanningen nodig in de hele regio om het strategisch kader te versterken, mede gebaseerd op een correcte evaluatie, en om vooruitgang te boeken bij de uitvoering ervan. Ondanks de langdurige steun van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) op dit gebied, zijn de nationale systemen voor vroegtijdige waarschuwing en de nationale waarnemingscentra inzake drugs — die een essentiële bijdrage leveren aan de vermindering van vraag en aanbod en aan schadebeperking — ofwel nog niet opgezet, ofwel zwaar ondergefinancierd en dus niet operationeel, met uitzondering van Servië. Op dit punt moet snel actie worden ondernomen. De nationale gegevensvergaring is nog steeds gedeeltelijk afgestemd op de EWDD-protocollen en de nationale datasets van de meeste partners in de Westelijke Balkan zijn onvolledig of worden met vertraging ingediend. Slechte institutionele coördinatie tussen nationale instanties leidt soms tot versnipperde en onvolledige datasets. Daarom wordt aanbevolen de bewustmaking verder te verbeteren en alternatieve en efficiëntere manieren te vinden om de partners in de Westelijke Balkan te motiveren zich op politiek, institutioneel en technisch niveau meer en beter in te zetten op het gebied van informatievergaring. Met de steun van het Uitwisselingscentrum voor Zuidoost- en Oost-Europa inzake de beheersing van het aantal handvuurwapens en lichte wapens zijn alle partners actief betrokken gebleven bij de uitvoering van het EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel. In dat plan worden de doelstellingen en belangrijkste prestatie-indicatoren van de regionale routekaart van 2018 op elkaar afgestemd voor een duurzame oplossing voor illegaal bezit, misbruik en illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en munitie in de Westelijke Balkan. De partners zijn verdere vooruitgang blijven boeken bij de juridische aanpassing aan het relevante EU-acquis.

Preventie, vervolging en grensoverschrijdende samenwerking in zaken betreffende mensenhandel blijven een meer holistische aanpak vereisen, met speciale aandacht voor inlichtingengestuurd en proactief onderzoek. Verdere verbeteringen zijn nodig bij de vroegtijdige identificatie en doorverwijzing van slachtoffers naar passende diensten voor bescherming, ondersteuning en bijstand, met name wanneer die slachtoffers tot kwetsbare gemeenschappen behoren, volgens een slachtoffer-, gender- en kindgerichte aanpak.

Er kunnen echter geen veranderingen worden gemeld in de over het algemeen zwakke resultaten op het gebied van definitieve veroordelingen van zware en georganiseerde misdaad. Er is krachtige binnenlandse ondersteuning nodig om de strategische en operationele capaciteit van de rechtshandhavingsautoriteiten en de rechterlijke macht te versterken, zodat ernstige en georganiseerde misdaad met succes kan worden onderzocht, vervolgd en berecht om zo potentiële daders te ontmoedigen. Onderhandelingen over strafvermindering worden regelmatig gebruikt in complexe zaken van zware georganiseerde misdaad en corruptie op hoog niveau, en leiden zeer vaak tot onevenredig lage straffen. Strafprocedures gaan nog steeds niet systematisch vanaf het begin gepaard met financiële onderzoeken, en in de hele regio blijven ze weinig doeltreffend. Bijgevolg moet ook de inbeslagneming en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen aanzienlijk worden verbeterd. In het afgelopen jaar is uit verschillende zaken opnieuw gebleken hoe kwetsbaar de rechtshandhavingsinstanties en de rechterlijke macht zijn voor infiltratie door criminele groeperingen. Er is bijgevolg behoefte aan vastberaden en onmiddellijke actie ter voorkoming en bestraffing van corruptie, zowel in de Westelijke Balkan als in Turkije. Het algemene gebrek aan significante resultaten bij de bestrijding van criminaliteit en de uitroeiing van corruptie leidt tot een gevoel van straffeloosheid en ongelijkheid.

Albanië heeft verdere vooruitgang geboekt met de inbeslagneming en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen, maar moet werk maken van zijn vermogen om cybercriminaliteit en (online) seksueel misbruik van kinderen aan te pakken. Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt in de bestrijding van de georganiseerde misdaad en de criminele organisaties die in het land actief zijn. Het aanhoudende gebrek aan vooruitgang op alle niveaus verhoogt het risico op achteruitgang. Ondanks enkele recente successen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad moet Kosovo zijn staat van dienst verbeteren en meer concrete resultaten boeken bij zowel de ontmanteling van criminele netwerken als het aanpakken van zaken op hoog niveau, en meer proactieve onderzoeken, definitieve rechterlijke beslissingen en definitieve confiscatie van vermogensbestanddelen realiseren. Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt in de operationele samenwerking met internationale partners, maar moet zijn inspanningen wat betreft de terugvordering van vermogensbestanddelen en de aanpak van cybercriminaliteit opvoeren. In Montenegro is vooruitgang geboekt met de herinvoering van speciale onderzoeksmaatregelen en zijn enkele belangrijke operationele resultaten behaald bij de bestrijding van de drugs- en sigarettensmokkel. Er is echter een aanzienlijke verbetering nodig wat betreft de gerechtelijke aanpak van corruptie, corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad, evenals een betere staat van dienst op het gebied van corruptie en corruptie op hoog niveau, tabakssmokkel, witwassen, financieel onderzoek en confiscatie van vermogensbestanddelen. Montenegro moet ook meer maatregelen nemen om te voorkomen dat de georganiseerde misdaad kan infiltreren bij politie en justitie en moet maatregelen nemen om geconfisqueerde sigaretten te vernietigen. Servië heeft de goede samenwerking met Eurojust, Interpol en Europol geconsolideerd, maar moet criminele netwerken gerichter aanpakken en beter werk maken van de confiscatie van hun vermogensbestanddelen. Turkije heeft beperkte vooruitgang geboekt en moet zijn wetgeving inzake cybercriminaliteit en getuigenbescherming nog wijzigen en een bureau voor de terugvordering van vermogensbestanddelen oprichten.

Samenwerking met de Westelijke Balkan op het gebied van terrorismebestrijding en de preventie van radicalisering blijft van cruciaal belang. Hoewel terrorisme en gewelddadig extremisme in al hun vormen en ongeacht hun oorsprong een uitdaging blijven, hebben zich tijdens de verslagperiode geen incidenten van extreme of gewelddadige aard voorgedaan. Op het ministerieel forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken, dat plaatsvond in december 2021, werd het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan bevestigd en zijn de vorderingen en tekorten bij de uitvoering ervan besproken. In de conclusies van de Raad van juni 2022 over de aanpak van de externe dimensie van een voortdurend evoluerende terroristische en gewelddadige extremistische dreiging 15 wordt onderstreept dat de samenwerking met de Westelijke Balkan verder moet worden versterkt, onder meer door de verdere uitvoering van het gezamenlijk actieplan. In het voorjaar van 2022 hebben de partners in de Westelijke Balkan een vierde reeks verslagen over de uitvoering van het gezamenlijk actieplan ingediend, met daarin een bevestiging van de inzet en bereidheid vanuit de regio om de gedane toezeggingen na te komen.

In het algemeen zijn meer inspanningen nodig om alle vormen van radicalisering, ook van religieuze, etnisch-nationalistische of politieke aard, te voorkomen, en om risico’s van onlineradicalisering te voorkomen en te bestrijden. Sinds januari 2021 biedt het netwerk tegen radicalisering in de Westelijke Balkan (“RAN in the Western Balkans”) gestructureerde ondersteuning, die de komende 30 maanden verder zal worden uitgebreid via beleidsondersteuning vanuit het RAN. Aangezien in Albanië en Noord-Macedonië de meeste acties ondertussen zijn uitgevoerd, zijn voor die landen besprekingen op technisch niveau begonnen om de respectieve uitvoeringsregelingen te actualiseren. Dit heeft tot doel de samenwerking en het vermogen om terrorisme en extremisme te bestrijden, te versterken en aanvullende acties uit te voeren.

Albanië heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt en de vijf uitvoeringsregelingen zijn bijna volledig in de praktijk omgezet. Nog uit te voeren acties voor Albanië zijn onder meer een nieuwe strategie voor de bestrijding van gewelddadig extremisme. Deze actie wordt momenteel voorbereid en zal strategische communicatie en maatregelen voor de bestrijding van terroristische online-inhoud omvatten. Wat betreft de bestrijding van terrorismefinanciering en witwassen is vooruitgang geboekt, maar Albanië blijft op de lijst van de Financiële-actiegroep staan en moet de overblijvende elementen van het actieplan van de Financiële-actiegroep uitvoeren. Als tegen het advies van de EU en Moneyval in een fiscale en strafrechtelijke amnestie wordt aangenomen, kan de vooruitgang op dit gebied in gevaar komen. Montenegro heeft in december 2021 een strategie ter voorkoming en bestrijding van terrorisme, witwassen en terrorismefinanciering voor 2022-2025 vastgesteld, met een actieplan voor 2022-2023, dat nu moet worden uitgevoerd. Noord-Macedonië blijft aanzienlijke vooruitgang boeken wat betreft het wettelijke en institutionele kader en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme. Bosnië en Herzegovina moet zijn inspanningen in verband met terrorismebestrijding en de preventie van gewelddadig extremisme voortzetten, en dringend een nieuwe wet inzake de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering vaststellen, overeenkomstig het EU-acquis. Het contactpunt voor Europol moet volledig operationeel worden om de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken. In Servië wordt gewerkt aan de nieuwe strategie voor terrorismebestrijding en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme. Servië moet zijn inspanningen opvoeren om alle vormen van radicalisering en gewelddadig extremisme, waaronder gewelddadig rechts-extremisme en etnisch nationalisme, te bestrijden en te voorkomen. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt in de strijd tegen terrorisme en de preventie van gewelddadig extremisme, in overeenstemming met de doelstellingen van de uitvoeringsovereenkomst tussen de EU en Kosovo voor het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan. Kosovo moet doeltreffender optreden bij het witwassen van geld. Er zijn meer inspanningen nodig bij de bescherming van kritieke infrastructuur op regionaal niveau, en er zal worden gezorgd voor ondersteuning door een nieuw regionaal IPA-project. De EU steunt de herziening van de nationale strategieën voor terrorismebestrijding en de preventie en bestrijding van gewelddadig extremisme in de regio.

De partners in de Westelijke Balkan blijven buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen uit Noordoost-Syrië repatriëren. Zij verbinden zich ertoe buitenlandse terroristische strijders te vervolgen en hun systematische re-integratie en resocialisatie, met name in het geval van vrouwen en kinderen, te bevorderen. De follow-up van maatregelen voor re-integratie en resocialisatie moet, met name in gevangenissen, nog worden verbeterd. Het gaat daarbij onder meer om de samenwerking tussen instellingen op nationaal en lokaal niveau. De uitwisseling van informatie via de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling van Europol is er sterk op vooruitgegaan. De partners van de Westelijke Balkan moeten proactief via de geëigende kanalen informatie over de terugkeer van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen blijven communiceren.

In de hele regio zijn wettelijke bepalingen ingesteld om buitenlandse terroristische strijders bij hun terugkeer te vervolgen. In Kosovo blijft de vervroegde voorwaardelijke vrijlating van gewelddadige extremistische daders reden tot bezorgdheid en moeten meer inspanningen worden geleverd op het gebied van rehabilitatie en re-integratie. In Bosnië en Herzegovina is zeer beperkte bijstand beschikbaar, in de gevangenis of bij vrijlating, om zich te deradicaliseren. Er zijn aanzienlijke verdere inspanningen nodig om gevangenen, onder wie voormalige buitenlandse terroristische strijders, voor te bereiden op hun vrijlating. Montenegro heeft onderdanen vervolgd die zijn teruggekeerd uit het conflict in Oekraïne in 2014 en uit Noordoost-Syrië, waar nog steeds onderdanen aanwezig zijn.

Turkije werd nog steeds geconfronteerd met bedreigingen van verschillende terroristische groeperingen. Het heeft zijn inspanningen om terrorisme aan te pakken voortgezet, wat heeft geleid tot een duurzame daling van de terroristische activiteiten en een verbeterde veiligheidssituatie. Turkije heeft prioriteit gegeven aan de strijd tegen de PKK en de ontmanteling van de Gülen-beweging. De PKK blijft op de EU-lijst staan van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terreurdaden. Turkije heeft weliswaar een legitiem recht om terrorisme te bestrijden, maar de inspanningen op dat gebied moeten in overeenstemming zijn met de rechtsstaat en de grondrechten en fundamentele vrijheden. Het wijzigen van de Turkse wetten en praktijken inzake terrorismebestrijding zodat ze aansluiten bij de EU-normen blijft een essentiële en nog uit te voeren hervorming. Turkije is in oktober 2021 door de Financiële-actiegroep (FATF) opgenomen in de lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht (de “grijze lijst”). Na dit besluit werd Turkije niet toegevoegd aan de EU-lijst van derde landen met een hoog risico, aangezien het land de status van kandidaat-lidstaat heeft, politieke toezeggingen op hoog niveau heeft gedaan om de door de FATF vastgestelde resterende tekortkomingen aan te pakken en naar volledige aanpassing aan het EU-acquis streeft. Om van de grijze lijst van de FATF te worden geschrapt, moet Turkije verder werk maken van de resterende aanbevelingen.

Hybride dreigingen zijn sinds de Russische inval in Oekraïne een nog ernstiger en dreigender probleem geworden in de uitbreidingslanden. In de Westelijke Balkan bleven overheids- en niet-overheidsactoren, ook van buiten de regio, zich bezighouden met informatiemanipulatie, waaronder desinformatie, om de geloofwaardigheid van de EU in twijfel te trekken, het vertrouwen van het publiek in de democratische instellingen te ondermijnen en de polarisatie en de etnische verdeeldheid te verdiepen. De manipulatie van informatie, waaronder desinformatiecampagnes, is sinds 24 februari 2022 bijzonder intens en het anti-EU-discours is zich in de Westelijke Balkan aan het verspreiden. Servië moet dringend maatregelen nemen om zijn burgers te beschermen tegen de manipulatie van informatie en inmenging vanuit het buitenland en tegen het anti-EU-discours, ook in de context van de Russische aanval op Oekraïne, die duidelijke overloopeffecten heeft in de hele regio. Verschillende door de Russische overheid gesteunde kanalen die op de sanctielijst van de EU staan, zenden radio- en multimediaprogramma’s uit, waaronder het desinformatiekanaal Sputnik Srbija van het Kremlin en Russia Today, dat in de zomer van 2022 een kantoor in Belgrado heeft geopend. Het grootste deel van de informatiemanipulatie in de regio, met inbegrip van desinformatie, wordt echter geproduceerd en verspreid door binnenlandse actoren voor binnenlandse doeleinden en/of door actoren die handelen namens derde landen om het publieke debat te beïnvloeden, waarbij zij informatie manipuleren om het publiek op te zetten tegen de EU en tegen de westerse democratieën in het algemeen.

Gezien de huidige geopolitieke situatie en overeenkomstig de prioriteiten van de EU wat betreft het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride dreigingen, de strategie voor de Westelijke Balkan en de verklaring van Zagreb hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger hun beleidsdialoog met en ondersteuning van de uitbreidingspartners over de bestrijding van hybride bedreigingen versterkt, met name wat betreft cyberveerkracht en cyberbeveiliging, onder meer voor de bescherming van kritieke infrastructuur en de continuïteit van de voedsel- en energievoorziening. In de tweede helft van 2022 zijn Albanië, Kosovo en Montenegro het slachtoffer geworden van cyberaanvallen. Het is absoluut noodzakelijk dat de regio het EU-kader voor cyberbeveiliging invoert. Het is ook van cruciaal belang dat de partners van de Westelijke Balkan hun verbintenis nakomen om het memorandum van overeenstemming over 5G uit te voeren dat tijdens de digitale top van de Westelijke Balkan in 2020 in Tirana is ondertekend. Op het gebied van strategische communicatie en de bestrijding van informatiemanipulatie en desinformatie is een robuustere en doelgerichtere weerbaarheidsopbouwende actie opgezet, gericht op bewustmaking, het werken aan mediageletterdheid en de samenwerking met lokale instellingen, het maatschappelijk middenveld en de media om dit soort hybride dreigingen voor de samenlevingen in de Westelijke Balkan en voor de vooruitgang op weg naar de EU aan te pakken.

Noord-Macedonië heeft in oktober 2021 een nationale strategie en een actieplan (2021-2025) vastgesteld om zijn veerkracht op te bouwen en hybride dreigingen aan te pakken. De aanbevelingen op basis van de onderzoeken naar hybride risico’s 16 worden aangepakt met steun vanuit de EU. In geselecteerde landen wordt een follow-up van de onderzoeken naar hybride risico’s verwacht.

Irreguliere migratie bleef een belangrijk vraagstuk voor de Westelijke Balkan en Turkije. De samenwerking langs de migratieroutes door het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan werd verder ontwikkeld. Migrantensmokkel, niet-begeleide minderjarigen, mensenhandel en onvoldoende capaciteit van de nationale asielstelsels blijven punten van zorg. Door de oorlog in Oekraïne en de crisis in Afghanistan is het aantal Oekraïense en Afghaanse vluchtelingen gestegen en is voortdurende nauwe samenwerking tussen de EU en de partnerlanden nodig. In dit verband hebben alle partners in de regio, met name Montenegro, Kosovo, Albanië en Noord-Macedonië, vluchtelingen opgevangen.

In 2022 is het totale aantal irreguliere aankomsten vanuit de Westelijke Balkan in de EU gestegen ten opzichte van 2021: in de eerste zeven maanden van 2022 zijn 70 770 irreguliere grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de EU vastgesteld, bijna drie keer zoveel als in dezelfde periode vorig jaar. Het totale aantal irreguliere aankomsten aan de buitengrenzen van de EU uit de Westelijke Balkan bedroeg in 2021 ongeveer 62 000, tegenover 27 000 in 2020. Eind juli 2022 bevonden zich ongeveer 9 800 migranten en vluchtelingen in de opvangcentra in de regio en naar schatting 2 900 buiten de opvangfaciliteiten. De totale opvangcapaciteit bedraagt ongeveer 14 500. Factoren die van invloed zijn op het grote aantal stromen zijn onder meer bewegingen van migranten die al in de regio aanwezig zijn, en mensen die per vliegtuig naar Servië komen vanwege visumvrije regelingen. Gezien de sterke toename van het aantal aankomsten volgt de Commissie de situatie met verhoogde waakzaamheid en intensiveert zij haar contacten met de partners in de Westelijke Balkan. Er wordt vooruitgang geboekt, maar in de Westelijke Balkan zijn verdere inspanningen nodig voor de oprichting van solidere instellingen en de vaststelling van wetten en procedures op het gebied van asiel, terugkeer, reguliere migratie en grensbeheer, onder meer met het oog op de omzetting van het complexe en veeleisende EU-acquis. De partners van de Westelijke Balkan moeten verantwoordelijkheid nemen voor en betrokkenheid tonen bij alle aspecten van migratie. Er is behoefte aan een versterking van de asielstelsels, met meer vrijwillige en niet-vrijwillige terugkeer en een betere samenwerking met de landen van herkomst op het gebied van overname in overeenstemming met de internationale en Europese normen. Er is meer regionale en internationale samenwerking nodig om georganiseerde criminele organisaties te bestrijden die zich bezighouden met migrantensmokkel en mensenhandel. Regionale samenwerking en coördinatie met de EU blijven essentieel.

Er zijn statusovereenkomsten gesloten en geoperationaliseerd met Albanië, Montenegro en Servië zodat het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) Europese grens- en kustwachtteams met uitvoerende bevoegdheden kan inzetten in de gebieden aan de buitengrenzen van de EU ter ondersteuning van de nationale grensautoriteiten. Over soortgelijke statusovereenkomsten tussen de EU en Bosnië en Herzegovina en tussen de EU en Noord-Macedonië werd onderhandeld, maar deze zijn nog niet ondertekend. Er zullen nieuwe onderhandelingen nodig zijn om rekening te houden met recente wijzigingen in de wetgeving. De Commissie heeft in 2022 onderhandelingen gevoerd met Noord-Macedonië over een nieuwe tekst voor een statusovereenkomst, die naar verwachting voor het einde van het jaar zal worden ondertekend. Dit was nodig vanwege wijzigingen in de wetgeving, met name de vaststelling van de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht in 2019.

Zoals wordt bevestigd in het verslag van 2021 in het kader van het opschortingsmechanisme voor de vrijstelling van de visumplicht 17 , moeten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië hun visumbeleid verder afstemmen op de EU-lijsten met visumplichtige derde landen, met name wat betreft de derde landen die onregelmatige migratie of veiligheidsrisico’s voor de EU inhouden. Voor de goede werking van de visumvrije regeling tussen deze partners en de EU is het van cruciaal belang dat het visumbeleid aan dat van de EU wordt aangepast. Met de aanwezigheid op zijn grondgebied van ongeveer 4 miljoen vluchtelingen die afkomstig zijn uit Syrië of andere landen, biedt Turkije nog steeds onderdak aan een van de grootste vluchtelingenpopulaties. In de eerste zeven maanden van 2022 zijn in de EU in totaal 13 163 aankomsten uit Turkije vastgesteld, tegenover 7 481 in dezelfde periode in 2021 (een stijging van 76 %). Van deze migranten kwamen er 6 225 aan in Italië, wat een aanzienlijke stijging is ten opzichte van het voorgaande jaar, 6 257 in Griekenland, 601 in Bulgarije en 80 in Roemenië. Tijdens dezelfde periode in 2022 werden 11 137 aankomsten gemeld in de door de regering gecontroleerde gebieden van Cyprus (10 771 via de groene lijn, 366 per boot), vergeleken met 5 118 aankomsten via de groene lijn en per boot in dezelfde periode vorig jaar (een stijging van 115 %). Turkije moet ook zijn visumbeleid verder harmoniseren met dat van de EU, en met name zijn visumvereisten verder afstemmen op de EU-lijsten met visumvrije en visumplichtige landen.

Gezien de overname van Afghanistan door de Taliban en de wijze waarop de Turkse bevolking tegen migranten aankijkt, verhoogden de Turkse autoriteiten het aantal repatriëringen naar Afghanistan en versterken zij hun grensinfrastructuur langs de grens met Iran. De Turkse autoriteiten verhogen tevens de middelen om migrantensmokkel te voorkomen en tegen te gaan, maar om smokkelnetwerken te bestrijden is meer internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving nodig langs de gehele migratieroute, van de landen van herkomst naar Turkije, met inbegrip van Iran, de Westelijke Balkan en de EU. Verdere nauwe samenwerking op het gebied van grensbeheer en de bestrijding van migrantensmokkel blijft een essentiële prioriteit.

Hervorming van het openbaar bestuur

In het strategisch prognoseverslag van de Europese Commissie 18 wordt “de veerkracht van instellingen versterken” genoemd als een van de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst van Europa. Overheidsinstellingen en -diensten moeten op de maatschappelijke bezorgdheid reageren en een doeltreffend beleid voeren. De modernisering van het openbaar bestuur blijft een belangrijk punt van zorg in alle uitbreidingslanden. Politisering blijft de capaciteiten en de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever aantasten. Hoewel men zich bewust is van de noodzaak om belangrijke hervormingen door te voeren en zo een algemeen professionelere en op verdiensten gebaseerde overheid tot stand te brengen, zijn meer leiderschap en inspanningen nodig om de beleidsplanning, de overheidsfinanciën, het personeelsbeheer en de verantwoordingsplicht te verbeteren. Er zijn voorbeelden van positieve hervormingen, bijvoorbeeld op het gebied van de digitale dienstverlening. Een verbetering van de administratieve capaciteit is onontbeerlijk voor de overheid om haar rol te vervullen, essentiële investeringen in strategische infrastructuur te plannen en uit te voeren en de aanpassing aan het EU-acquis te verbeteren.

De kwaliteit van de beleidsvorming is van het grootste belang om de economische en sociale ontwikkeling van een land te sturen en het door aanhoudende crises te helpen navigeren. De beleidsvorming moet zo voorspelbaar mogelijk zijn. Zij moet voor de middellange termijn worden gepland en aan de begrotingsvooruitzichten worden gekoppeld, gebaseerd zijn op feiten en met de relevante belanghebbenden zijn overlegd. Bij de partners in de Westelijke Balkan maakt een groot deel van de door de regering voorgestelde wetten echter geen deel uit van de werkprogramma’s van de regering. Er is ruimte voor verbetering wat betreft consequente beleidsplanning en coördinatie tussen regering en parlement. Het buitensporige gebruik van verkorte procedures belemmert de kwaliteit van de wetgeving en de democratische verantwoordingsplicht. Een beter toezicht op het beleid zou de doeltreffendheid van de administraties in de hele regio verder verbeteren.

Verantwoordelijke overheidsdiensten zijn rationeel georganiseerd, doeltreffend, efficiënt en transparant, en handelen integer. Dit schept vertrouwen vanuit de maatschappij, wat essentieel is voor samenwerking en ontwikkeling. In de Westelijke Balkan worden deze beginselen niet altijd geëerbiedigd door de regeringsstructuren. De overheidsdiensten zijn niet altijd rationeel en doeltreffend opgezet en georganiseerd (bijvoorbeeld in Albanië en Kosovo). Op verschillende plaatsen zijn de institutionele en regelgevingskaders voor verantwoording verbeterd, maar niet de feitelijke praktijk van verantwoording (Albanië, Noord-Macedonië en Servië). Noord-Macedonië moet nog een nieuwe wet inzake de organisatie van het openbaar bestuur goedkeuren, terwijl Bosnië en Herzegovina nog niet is begonnen met de ontwikkeling van een juridisch kader dat voor meer verantwoordingsplicht moet zorgen. Montenegro moet de verantwoordingsplicht en de toegang tot openbare informatie verbeteren. In Turkije ging de politisering van het openbaar bestuur verder, met een beperkte verantwoordingsplicht tegenover het publiek en een voortdurend gebrek aan politieke wil om te hervormen.

Strategisch en professioneel personeelsbeheer en beheer van de openbare diensten is van cruciaal belang voor de publieke sector om talent te kunnen aantrekken, ontwikkelen en behouden. Daartoe behoren een eerlijke en concurrerende bezoldiging, en op verdienste gebaseerde aanwervingen, promoties en ontslagen. Een gebrek aan goed gekwalificeerd personeel is een van de belangrijkste redenen voor de geringe administratieve capaciteit en de zwakke prestaties van de overheidsinstanties in de hele regio. Het kost alle landen nog steeds moeite om de vriendjespolitiek te beteugelen om een professioneler en stabieler openbaar bestuur uit te bouwen.

De verbetering van de openbare dienstverlening aan bedrijven en het grote publiek staat in de hele regio hoog op de agenda en op dit gebied vallen ook de meeste verbeteringen te melden. De rechtszekerheid voor bedrijven en burgers moet echter in de hele regio worden verbeterd door het bevorderen van een doeltreffende harmonisatie van de sectorale wetgeving met de wettelijke normen inzake algemene administratieve procedures. Servië, Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië zijn gestart met initiatieven en diensten op het gebied van e-overheid. Albanië heeft een uitgebreid platform voor digitale diensten opgezet, maar moet nog zorgen voor gelijke toegang voor burgers met beperkte digitale vaardigheden. Bosnië en Herzegovina en Kosovo moeten vaart zetten achter de ontwikkeling van een uitgebreid e-overheidsbeleid en de institutionele verantwoordelijkheden verduidelijken.

Het verbeteren van de beheersystemen voor overheidsopdrachten en overheidsfinanciën blijft een belangrijke prioriteit in de hele regio om de doeltreffendheid en de integriteit van de staat te waarborgen. Kosovo, Montenegro en Noord-Macedonië hebben vooruitgang geboekt met de digitalisering van hun aanbestedingssystemen. Albanië heeft een elektronisch beroeps- en klachtensysteem opgezet. In Servië is het aantal vrijstellingen voor de wet inzake overheidsopdrachten aanzienlijk toegenomen. Dit is een zeer zorgwekkende ontwikkeling die moet worden omgebogen en die betrekking heeft op de transparantie in het algemeen. Turkije vertoont nog steeds grote lacunes wat betreft de aanpassing aan het EU-acquis, aangezien het toepassingsgebied van de regels inzake overheidsopdrachten aanzienlijk kleiner is geworden.

De hervorming van de nationale bestuurssystemen voor goed financieel beheer, verantwoordingsplicht van bestuurders en externe controle is van cruciaal belang om houdbare overheidsfinanciën te waarborgen. Er is enige vooruitgang geboekt nu Servië, Montenegro en Noord-Macedonië nieuwe programma’s voor het beheer van de overheidsfinanciën hebben opgesteld/vastgesteld. Albanië heeft gewerkt aan de voorbereiding van een nieuwe inkomstenstrategie voor de middellange termijn. Deze programma’s moeten nu op een gedegen manier worden uitgevoerd. In Bosnië en Herzegovina is de allereerste brede strategie voor het beheer van de overheidsfinanciën ter goedkeuring voorgelegd aan de ministerraad. Er waren geen belangrijke ontwikkelingen wat betreft het beheer van de overheidsfinanciën in Turkije.

Een versterking van de regelingen en capaciteit voor het beheer van overheidsinvesteringen moet voor alle uitbreidingslanden als duidelijke prioriteit worden aangemerkt, met name in het kader van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan. Op dat gebied is het afgelopen jaar echter weinig vooruitgang geboekt. Montenegro heeft een beoordeling van het beheer van overheidsinvesteringen uitgevoerd. Het opbouwen van meer capaciteit is nu essentieel. In Noord-Macedonië ligt de uitvoering van het actieplan voor het beheer van overheidsinvesteringen achter op schema en is er nog geen eenheid voor het beheer van overheidsinvesteringen opgericht. Servië moet de volledige methode van het besluit inzake het beheer van kapitaalprojecten toepassen op alle kapitaalinvesteringen. In alle partners moet er een uniform, omvattend, doeltreffend en transparant systeem voor de planning en het beheer van kapitaalinvesteringen komen.

De hervormingen op het gebied van interne controles bij de overheid en de verantwoordingsplicht van bestuurders vorderden traag, maar in drie landen werd enige vooruitgang geboekt: Albanië heeft richtsnoeren voor de controle van achterstallige betalingen vastgesteld en een herziene methode voor prestatieaudits goedgekeurd. In Bosnië en Herzegovina zijn de secundaire verordeningen en methodologieën op alle niveaus bijgewerkt en opgenomen in de IT-toepassing voor interne financiële controles, waardoor op alle niveaus geconsolideerde jaarverslagen worden gegenereerd. Servië heeft twee proefprojecten voor collegiale toetsingen van interne auditregelingen uitgevoerd en onlangs de richtsnoeren inzake de verantwoordingsplicht van bestuurders verbeterd.

Alle uitbreidingslanden moeten hun capaciteit versterken om statistieken van goede kwaliteit te produceren, overeenkomstig de in de EU-wetgeving vastgelegde en in de praktijkcode Europese statistieken nader uitgewerkte beginselen, gebaseerd op professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, betrouwbaarheid, transparantie en vertrouwelijkheid. Het is ook essentieel dat meer gegevens worden verstrekt aan Eurostat. Noord-Macedonië en Turkije hebben in de verslagperiode van 2021 een volks- en woningtelling uitgevoerd. De rest van de Westelijke Balkan moet ook tellingen houden en voldoende middelen uittrekken voor hun bureaus voor de statistiek. Een specifieke sector waarin alle uitbreidingspartners vorderingen moeten maken is de macro-economische statistiek, met inbegrip van statistieken over de overheidsfinanciën. In alle landen moet de coördinatie van het systeem voor statistiek worden versterkt.

In het proces van aanpassing aan de EU-regels en de uiteindelijke toepassing daarvan is een belangrijke rol weggelegd voor de regionale en lokale autoriteiten. Regionale en lokale overheden staan het dichtst bij de burgers en spelen een belangrijke rol bij de openbare dienstverlening en het versterken van het vertrouwen van de burgers in hun overheidsinstellingen. De overheden moeten zorgen voor een evenwicht tussen centraal, regionaal en lokaal bestuur, en voor een coherente toepassing van regels, procedures, normen en personeelsbeheer in het openbaar bestuur op alle niveaus. Dit heeft directe gevolgen voor de kwaliteit van het sectorale beleid, de overheidsdiensten en uiteindelijk het concurrentievermogen en de groei, en moet daarom meer aandacht krijgen in de uitbreidingslanden.

Maatschappelijk middenveld

In de Westelijke Balkan is er nog steeds een bijzonder actief en levendig maatschappelijk middenveld dat het optreden van de regering volgt en bijdraagt tot de beleidsvorming. De vaststelling van wettelijke maatregelen heeft bij sommige partners van de Westelijke Balkan tot verbeteringen geleid; het rechtskader moet echter verder worden verbeterd en consequent worden uitgevoerd om een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld te creëren, onder meer wat betreft de registratieprocessen, en daarbij te zorgen voor betere beschikbaarheid en transparantie van overheidsfinanciering (Bosnië en Herzegovina, Noord-Macedonië, Servië) en betere voorwaarden voor vrijwilligerswerk (Albanië, Kosovo). Het is van essentieel belang dat veiligheidsmaatregelen niet worden misbruikt, bijvoorbeeld via wetgeving inzake terrorismebestrijding of ter voorkoming van de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens (Turkije), ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Kosovo) of via beperkingen van de vrije toegang tot informatie (Montenegro) of de vrijheid van vergadering (Bosnië en Herzegovina).

De geïnstitutionaliseerde mechanismen voor samenwerking tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid vertonen nog steeds zwakke punten. Het is van essentieel belang dat overheden de juiste voorwaarden scheppen voor een betekenisvolle en inclusieve deelname van maatschappelijke organisaties aan het beleidsvormingsproces.

In Servië en de Republika Srpska in Bosnië en Herzegovina staat het maatschappelijk middenveld onder druk. De verbale aanvallen en lastercampagnes tegen maatschappelijke organisaties en hun financiering hielden aan in Servië, terwijl de uitoefening van de vrijheid van vergadering in de entiteit Republika Srpska van Bosnië en Herzegovina beperkt bleef. In Turkije bleef er sprake van ernstige achteruitgang. Het maatschappelijk middenveld kwam voortdurend onder druk te staan en zijn ruimte om vrijelijk te opereren is nog vernauwd, met beperkingen van de activiteiten van mensenrechtenverdedigers en het maatschappelijk middenveld. Maatschappelijke organisaties in de uitbreidingsregio blijven ook diensten verlenen aan achtergestelde groepen, waarbij ze de taak van de overheid aanvullen of op zich nemen.

Economie

Na het sterke negatieve effect van de COVID-19-pandemie in 2020 hebben de economieën van de Westelijke Balkan en Turkije zich in 2021 snel hersteld. Er waren echter grote verschillen tussen de economieën wat betreft de kracht van de heropleving, met een reële bbp-groei van boven de 10 % in Montenegro (12,4 %), Turkije (11 %) en Kosovo (10,5 %), een iets trager maar nog steeds krachtig groeitempo in Albanië (8,3 %), Servië (7,4 %) en Bosnië en Herzegovina (7,1 %), en een meer gematigde productiegroei in Noord-Macedonië (4 %). De geleidelijke opheffing van COVID-19-gerelateerde beperkende maatregelen en het basiseffect van de sterke neergang in 2020 (met name vanwege het aandeel van de toeristische sector) speelden een belangrijke rol bij de heropleving in sommige landen, vooral wat betreft de zeer sterke expansie in Montenegro. De belangrijkste aanjagers van het solide herstel waren: een levendige particuliere consumptie, gevoed door de inhaalvraag en de aangehouden steunmaatregelen ter bestrijding van de crisis in sommige landen; meer investeringen, met name openbare kapitaaluitgaven in Servië en Noord-Macedonië; en een sterke groei van de export, vooral in Turkije.

De economische vooruitzichten zijn omgeven door een zeer grote onzekerheid, voornamelijk door de economische gevolgen van de invasie van Rusland in Oekraïne, die naar verwachting een negatief effect op de economieën zal hebben, zij het in verschillende mate en afhankelijk van de verschillen in de directe en indirecte handelsbetrekkingen van elk land, de energie-intensiteit in elk land, de invloed van de voedselprijsinflatie, en de rol van het toerisme.

In alle landen kunnen de begrotingsmaatregelen die zijn genomen om het effect van de stijgende energie- en voedselprijzen op te vangen, in combinatie met de krimpende economie door de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, de budgettaire consolidatie mogelijk doen ontsporen of vertragen. In de Westelijke Balkan is de inflatie aanzienlijk toegenomen, terwijl in Turkije het effect van de internationale prijsdruk nog werd versterkt door onorthodoxe monetaire beleidsbeslissingen, waardoor de lire sterk in waarde is gedaald en de inflatie is opgelopen tot het hoogste punt in twee decennia (meer dan 80 % in juli 2022).

De behoefte aan snellere structurele hervormingen is nog groter geworden om tot een duurzaam herstel op middellange termijn te kunnen komen en verdere vooruitgang te boeken bij het nastreven van de twee economische criteria voor het EU-lidmaatschap: een goed functionerende markteconomie waarborgen en aantonen in staat te zijn om aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden.

De meeste partners van de Westelijke Balkan hebben enige of goede vooruitgang geboekt bij de bevordering van functionerende markteconomieën, behalve Bosnië en Herzegovina, waar sprake is van enige achteruitgang. Turkije heeft in dit opzicht geen vooruitgang geboekt. Momenteel kan geen van de partners in de Westelijke Balkan worden beschouwd als een volledig functionerende markteconomie en de mate van naleving varieert. Terwijl Bosnië en Herzegovina en Kosovo nog in een beginstadium verkeren, is Noord-Macedonië al goed voorbereid. Albanië en Montenegro worden beschouwd als redelijk voorbereid, terwijl Servië zich tussen redelijk en goed voorbereid bevindt. De markteconomie van Turkije is vergevorderd, maar er is ernstige bezorgdheid ontstaan over de werking ervan, aangezien er op belangrijke punten, zoals het monetaire beleid, het institutionele en regelgevende klimaat, de ingrepen in de prijsstelling en niet-transparante staatssteun, sprake is van achteruitgang. Wat betreft hun capaciteit om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten, is alleen Turkije vergevorderd, terwijl Servië, Montenegro en Noord-Macedonië redelijk voorbereid zijn en Albanië enigszins voorbereid is, en Bosnië en Herzegovina en Kosovo zich nog in een beginstadium bevinden.

De economische en financiële dialoog tussen de EU en de Westelijke Balkan en Turkije is in de loop der jaren een belangrijk platform geworden om begrotingsplannen op middellange termijn en strategieën en prioriteiten voor het economisch beleid te bespreken en overeen te komen op basis van de economische hervormingsprogramma’s die de partners jaarlijks indienen. Het proces mondt uit in gezamenlijk overeengekomen ministeriële conclusies met landspecifiek beleidsadvies om het begrotings- en structuurbeleid in de Westelijke Balkan en Turkije aan te sturen.

De uitvoering van het gezamenlijk overeengekomen beleidsadvies verslechterde in de Westelijke Balkan en in Turkije met een daling van 50,8 % in 2020 tot 42,9 % in 2021. Deze verslechtering houdt deels verband met de terugkeer in 2021 naar beleidsadvies over meer uitdagende hervormingen na de focus op kortetermijnmaatregelen in verband met de COVID-19-crisis in 2020. De inspanningen om de budgettaire stabiliteit te verbeteren en de begrotingen meer op groei te richten, moeten worden voortgezet, onder meer door de digitale en groene transitie te bevorderen en het menselijk kapitaal te ontwikkelen. De kwetsbaarheid voor externe schokken aanpakken en de continuïteit van de voedsel- en energievoorziening verbeteren zijn van cruciaal belang geworden. Door het ondernemingsklimaat te verbeteren en de regionale economische integratie te verdiepen op basis van EU-regels en -standaarden zou de Westelijke Balkan ook veel aantrekkelijker worden als investeringsbestemming en het zou verder bijdragen tot de economische groei in de regio. In Turkije is het herstel van de operationele onafhankelijkheid van de economische en financiële regelgevende instanties een belangrijke uitdaging.

De arbeidsmarkten in de Westelijke Balkan en Turkije worden nog steeds gekenmerkt door een algemene lage activiteitsgraad (vooral onder vrouwen en jongeren) en een lage werkgelegenheid, een groot aandeel informele economie en veel werkloosheid. De arbeidsparticipatiekloof tussen mannen en vrouwen in de uitbreidingslanden varieerde in 2020 van ongeveer 13-15 procentpunten in Montenegro, Servië en Albanië tot ongeveer 33 procentpunten in Kosovo en 38 procentpunten in Turkije, ruim boven het gemiddelde van 11 procentpunten van de EU-27. Er moet duidelijk werk worden gemaakt van de verbetering van het actieve arbeidsmarktbeleid, dat momenteel zijn doel mist, om mensen aan werk of aan een opleiding te helpen. In dit verband hebben de partners in de Westelijke Balkan in juli 2021 toegezegd geleidelijk jongerengarantieregelingen naar EU-model op te zetten, uit te voeren en te versterken, en hebben de meeste van hen interministeriële deskundigengroepen opgericht om uitvoeringsplannen voor de jongerengarantie te ontwikkelen.

Er blijven structurele discrepanties in de vaardigheden bestaan als gevolg van zwakke onderwijsstelsels en onderinvesteringen in menselijk kapitaal. Hervormingen en investeringen in de onderwijsstelsels en bij- en omscholing zijn essentieel om de situatie op de arbeidsmarkt te verbeteren en de beginnende tekorten aan geschoolde arbeidskrachten aan te pakken. Om de inzetbaarheid te verbeteren en de digitale economie te bevorderen, is het ook van essentieel belang dat de economie wordt gedigitaliseerd en de digitale vaardigheden in alle geledingen van de samenleving worden ontwikkeld. De hoge armoede blijft een probleem in alle partnereconomieën en is nog verslechterd door de COVID-19-pandemie en de hoge persoonlijke uitgaven voor gezondheidszorg. De armoede zal naar verwachting ook verder toenemen door de recente stijging van de voedsel- en energieprijzen. In die context is het nog belangrijker geworden om de socialezekerheidsstelsels doeltreffender te maken en de sociale uitgaven specifiek te richten op de armste bevolkingsgroepen.

III. VERMOGEN OM DE VERPLICHTINGEN VAN HET LIDMAATSCHAP NA TE KOMEN        

Door aanpassing van de wetgeving op het gebied van de interne markt 19 zullen de landen ten volle kunnen profiteren van de stabilisatie- en associatieovereenkomsten en hun handelsintegratie met de EU — nog steeds veruit de belangrijkste handelspartner van de regio — verder kunnen vergroten. Het zal ook EU-investeringen aantrekkelijker maken en synergieën in de toeleveringsketen, het scheppen van banen en toegang tot kapitaal vergemakkelijken.

De Westelijke Balkan is in het algemeen redelijk voorbereid op het gebied van de interne markt. Wat het vrije verkeer van goederen betreft, hebben Kosovo, Montenegro en Servië enige vooruitgang geboekt, Albanië beperkte vooruitgang en Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië geen vooruitgang. Albanië en Kosovo hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vrije verkeer van diensten, terwijl Noord-Macedonië, Montenegro en Servië slechts beperkte vooruitgang hebben geboekt. Noord-Macedonië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van het vrije verkeer van kapitaal, terwijl Albanië, Kosovo en Montenegro enige vooruitgang hebben geboekt. Wat het mededingingsbeleid betreft, hebben Kosovo en Montenegro enige vooruitgang geboekt, Albanië en Servië beperkte vooruitgang, en Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië geen vooruitgang. Albanië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van het recht inzake intellectuele eigendom, terwijl Kosovo, Montenegro en Servië enige vooruitgang hebben geboekt. Albanië heeft verder goede vooruitgang geboekt op het gebied van financiële diensten, en ook Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro hebben hier vooruitgang geboekt. Regionale samenwerking en inclusieve regionale samenwerkingskaders, zoals de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio of de EU-strategie voor het Donaugebied, hebben de voorbereidingen voor een eventuele deelname aan de interne markt van de EU verder gefaciliteerd. Dergelijke kaders bevorderen de administratieve capaciteit op verschillende EU-beleidsterreinen, waaronder het cohesiebeleid, en creëren een samenwerkingsplatform op verschillende bestuursniveaus. De gemeenschappelijke regionale markt van de Westelijke Balkan, die voortbouwt op de EU-regels en -standaarden, vormt een basis om de regio sterker met de eengemaakte markt van de EU te integreren vóór toetreding. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van financiële diensten en beperkte vooruitgang op het gebied van het vrije verkeer van goederen, het recht inzake intellectuele eigendom en consumenten- en gezondheidsbescherming. Het land is vergevorderd op het gebied van het vennootschapsrecht en goed voorbereid wat betreft het vrije verkeer van goederen, financiële diensten, consumenten- en gezondheidsbescherming en het recht inzake intellectuele eigendom. De hoeveelheid namaakproducten blijft echter een punt van zorg waarbij een betere handhaving nodig is. Het bevindt zich nog in een beginstadium van voorbereiding wat betreft het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van werknemers, waar geen vooruitgang is geboekt.

Hervormingen op het gebied van concurrentievermogen en inclusieve groei 20 zijn uiterst relevant in het kader van de economische hervormingsprogramma’s van de Westelijke Balkan en worden ondersteund via het economisch en investeringsplan, aangezien zij het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio voor het bedrijfsleven zullen helpen verbeteren en de bestaande kloof met de EU-economie zullen helpen verkleinen. Om het concurrentievermogen in de particuliere sector te ondersteunen, is in februari 2022 binnen het investeringskader voor de Westelijke Balkan (WBIF) de eerste oproep tot blending in de particuliere sector gelanceerd. Tijdens de vergadering van de operationele raad in Rome van juni 2022 heeft de raad een positief advies uitgebracht over de eerste twee blendingactiviteiten en twee projecten voor technische bijstand voor de particuliere sector ter waarde van 47 miljoen EUR. De Commissie heeft tijdens de eerste operationele raad van het EFDO+ in april 2022 ook drie garantievoorstellen ter waarde van 125 miljoen EUR gepresenteerd. De garantieregelingen ter ondersteuning van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, landbouwondernemers en maatregelen voor energie-efficiëntie en digitale transitie zullen begin 2023 in werking treden.

De meeste partners van de Westelijke Balkan zijn redelijk voorbereid op de gebieden die met deze cluster verband houden. Bosnië en Herzegovina bevindt zich op verschillende gebieden echter nog steeds in een beginstadium. Op het gebied van belastingen hebben Montenegro en Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt, terwijl Albanië, Kosovo en Servië beperkte vooruitgang hebben geboekt en in Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang werd geboekt. Op het gebied van de douane-unie hebben Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt, terwijl Albanië, Kosovo, Montenegro en Servië beperkte vooruitgang hebben geboekt. Op het gebied van onderwijs en cultuur hebben Albanië, Kosovo, Montenegro en Servië enige vooruitgang geboekt. Op het gebied van wetenschap en onderzoek hebben Montenegro en Servië enige vooruitgang geboekt. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van digitale transformatie en media. Ook op het gebied van economisch en monetair beleid hebben Kosovo en Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt, en hetzelfde geldt op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid voor Albanië, Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro. Op het gebied van het ondernemings- en industrieel beleid hebben Albanië, Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro enige vooruitgang geboekt. In het algemeen moet de regio sociaaleconomische hervormingen doorvoeren om structurele zwakheden, het lage concurrentievermogen, de hoge werkloosheid en de impact van de COVID-19-pandemie aan te pakken. Vooruitgang bij de aanpassing aan de EU-regels op het gebied van btw, accijnstarieven en directe belastingen zou de intraregionale en internationale handel stimuleren. De regio moet ook haar onderzoeks- en innovatie-ecosysteem aanzienlijk versterken om de economieën in staat te stellen hun achterstand in te lopen op ontwikkelingen, onder meer op het gebied van digitale en groene technologieën. Turkije heeft zich slechts in beperkte mate verder aan het EU-acquis aangepast en op het gebied van de digitale transformatie en de media, het economische en monetaire beleid, het sociale beleid, de werkgelegenheid en het industriële beleid was er sprake van achteruitgang. Turkije heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van wetenschap en onderzoek en enige vooruitgang op het gebied van onderwijs en cultuur; het land moet echter verdere inspanningen leveren om het onderwijs inclusiever te maken, met name voor meisjes. De voorbereidingen van Turkije op het gebied van wetenschap en onderzoek zijn vergevorderd. De handelsintegratie van Turkije met de EU is sterk en er is een goede mate van voorbereiding voor de douane-unie, maar de vooruitgang, ook bij de uitvoering, is beperkt gebleven. Turkije blijft zich onttrekken aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie tussen de EU en Turkije, hetgeen heeft bijgedragen tot een groot aantal handelsbelemmeringen.

De groene agenda en duurzame connectiviteit 21 zijn essentieel voor een duurzaam en toekomstbestendig herstel, net als de economische integratie binnen de regio en met de EU, die zowel het bedrijfsleven als het bredere publiek ten goede zal komen. Deze doelstellingen zijn ook verankerd in het economisch en investeringsplan.

Albanië, Noord-Macedonië en Servië zijn redelijk voorbereid op het gebied van energie, terwijl Montenegro goed voorbereid is. Op het gebied van trans-Europese netwerken zijn Albanië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo enigszins voorbereid, is Servië redelijk voorbereid, Montenegro redelijk tot goed voorbereid en Noord-Macedonië goed voorbereid. Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn enigszins voorbereid op het gebied van milieu en klimaatverandering. Bosnië en Herzegovina heeft zijn systeem voor civiele bescherming aanzienlijk verbeterd en geeft blijk van een duidelijk engagement op het gebied van rampenbeheersing; in september 2022 is het land als volwaardig lid toegetreden tot het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Ook Albanië heeft het nodige gedaan om tot het mechanisme te kunnen toetreden. Kosovo en Montenegro hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vervoersbeleid, terwijl Albanië, Bosnië en Herzegovina, Noord-Macedonië en Servië beperkte vooruitgang hebben geboekt. Op het gebied van energie hebben Kosovo en Montenegro enige vooruitgang geboekt terwijl de andere partners van de Westelijke Balkan weinig vorderingen hebben gemaakt. Op het gebied van trans-Europese netwerken hebben Albanië, Kosovo en Servië enige vooruitgang geboekt, terwijl in Bosnië en Herzegovina, Noord-Macedonië en Montenegro slechts beperkte vooruitgang werd opgetekend. Op het gebied van milieu en klimaatverandering is in de Westelijke Balkan voor het tweede jaar op rij in het algemeen slechts beperkte vooruitgang geboekt. Daarom zijn in de hele regio dringend maatregelen nodig om de aanpassing aan het EU-acquis te versnellen, de uitvoering en rechtshandhaving te versterken en meer te investeren. De bestuurlijke capaciteit in de sector moet aanzienlijk worden versterkt en er moeten structurele hervormingen worden doorgevoerd.

De energiecrisis heeft de partners van de Westelijke Balkan en Turkije verschillend getroffen, naargelang van hoe afhankelijk ze zijn van Russische fossiele brandstoffen. Landen die geen olie of gas uit Rusland invoeren, zijn indirect getroffen door de energiecrisis en de Russische agressie. De landen pakken de energiecrisis aan door hun energie-efficiëntie op te voeren, meer energie uit lokale bronnen te produceren, te werken aan diversificatie van hun energiebronnen, hun voorraden te vergroten of de inzet van hernieuwbare energiebronnen te versnellen. Zo zijn in januari 2022 de werkzaamheden voor de bouw van de gasinterconnector Servië-Bulgarije van start gegaan. Dit grotendeels door de EU gefinancierde project zal Servië in staat stellen zijn gasvoorziening tegen volgend jaar te diversifiëren. Via het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan werden vlaggenschipprojecten in de hele regio in sterke mate ondersteund, zoals de trans-Adriatische gaspijpleiding, de ontwikkeling van drijvende zonnepanelen op stuwmeren van waterkrachtcentrales, of de energie-efficiënte renovatie van kinderdagverblijven, scholen en andere gebouwen. Turkije heeft de invoer van gas uit Azerbeidzjan en andere landen versneld, hoewel het afhankelijk blijft van Russisch gas. Het land blijft ook afhankelijk van Rusland voor de bouw en latere exploitatie van zijn eerste kerncentrale. In het algemeen zullen meer inspanningen nodig zijn om de energievoorziening, met name wat betreft aardgas en hernieuwbare energiebronnen, verder te diversifiëren en de energiezekerheid te vergroten, onder meer door een grotere energie-efficiëntie. Om de energiecrisis aan te pakken, is een nauwere coördinatie van acties en samenwerking tussen landen onderling en met de EU nodig.

De leiders van de regio hebben tijdens de top van Sofia in november 2020 de groene agenda voor de Westelijke Balkan goedgekeurd, waarna ze in oktober 2021 in Brdo, Slovenië, groen licht hebben gegeven voor een specifieker actieplan. In aansluiting op de Europese Green Deal 22 is de agenda een aanjager voor de transitie naar moderne, koolstofneutrale, klimaatbestendige en hulpbronnenefficiënte economieën, en voor het ontsluiten van het potentieel van de circulaire economie, duurzame voedselsystemen, de strijd tegen verontreiniging en de verbetering van het afvalbeheer, op weg naar een schonere, veiligere en gezondere toekomst.

Turkije is redelijk voorbereid wat betreft zijn vervoers- en energiebeleid. Het land moet verder werken aan de liberalisering van de gasmarkt en moet de samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging ontwikkelen. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van energie- en vervoersnetwerken, met de nog lopende aanleg van de spoorlijn Halkalı-Kapıkule die de Bulgaarse grens met Istanbul verbindt. Turkije heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van milieu en klimaatverandering, maar ziet zich voor belangrijke opgaven gesteld op het gebied van milieu en klimaat, zowel wat mitigatie als adaptatie betreft. Turkije heeft de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering bekrachtigd (de indiening van zijn akte van bekrachtiging bij de VN is hangende). Turkije heeft zich ook bereid verklaard met de EU samen te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal. Dit zijn welkome ontwikkelingen. Er zijn echter zeer weinig concrete stappen gezet om deze doelstellingen om te zetten in intern recht en de integratie van klimaatmaatregelen in andere beleidsterreinen is nog steeds beperkt.

Op het gebied van hulpbronnen, landbouw en cohesie 23 stagneren de voorbereidingen. Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn voor de meeste hoofdstukken van deze cluster redelijk voorbereid. Albanië en Kosovo zijn enigszins voorbereid, maar Bosnië en Herzegovina verkeert voor de meeste hoofdstukken nog in een beginstadium. Op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling hebben Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië enige vooruitgang geboekt en heeft Kosovo beperkte vooruitgang geboekt. Op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid hebben Kosovo en Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt en Albanië en Servië beperkte vooruitgang. Op het gebied van visserij heeft alleen Albanië goede vooruitgang geboekt. Op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten hebben Bosnië en Herzegovina, Noord-Macedonië en Servië geen vooruitgang geboekt, terwijl de andere partners van de Westelijke Balkan beperkte vooruitgang hebben geboekt.

De manier waarop Turkije beleid voert inzake landbouwsteun komt niet langer overeen met de beginselen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU. Het land heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van visserij en enige vooruitgang op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten. Er is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, waar bezorgdheid bestaat over het gehalte aan residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen die bestemd zijn voor uitvoer naar de EU.

De cluster externe betrekkingen omvat externe betrekkingen (hoofdstuk 30) en buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid (hoofdstuk 31). Alle partners van de Westelijke Balkan zijn goed of redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina, dat enige mate van voorbereiding heeft. Op het gebied van buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid zijn Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië goed voorbereid, Servië redelijk voorbereid en Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Op het gebied van de externe betrekkingen heeft Montenegro goede vooruitgang geboekt, Albanië enige vooruitgang, Kosovo en Noord-Macedonië beperkte vooruitgang en Servië en Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang. Op het gebied van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid heeft Noord-Macedonië zeer goede vooruitgang geboekt, Albanië en Montenegro goede vooruitgang, Bosnië en Herzegovina enige vooruitgang en liet Servië een achteruitgang optekenen. De EU en de Westelijke Balkan zijn nauw blijven samenwerken op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GBVB/GVDB), onder meer via de belangrijke bijdragen van de partners aan de GVDB-missies en -operaties van de EU. Het belang van de aanpassing aan het GBVB als onderdeel van het EU-integratieproces is verder toegenomen na de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde agressie van Rusland tegen Oekraïne. Albanië en Montenegro konden hun staat van dienst van volledige aanpassing handhaven en kregen gezelschap van Noord-Macedonië, dat zich met terugwerkende kracht volledig aanpaste aan alle verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU en aan de beperkende maatregelen van de EU. Het land is na de agressie van Rusland een percentage van 100 % blijven behalen. Bosnië en Herzegovina heeft zijn mate van aanpassing verbeterd door zich formeel aan te sluiten bij de verklaringen en beperkende maatregelen van de hoge vertegenwoordiger na de agressie van Rusland, hoewel er nog aanzienlijke problemen zijn met de uitvoering. Ook Kosovo heeft zich eenzijdig achter deze maatregelen geschaard. Servië heeft tot dusver geweigerd zich aan te sluiten bij alle beperkende maatregelen van de EU met betrekking tot Rusland en bij de meeste verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU over de Russische Federatie. Bovendien is Servië nauwe betrekkingen met Rusland blijven onderhouden. De partners in de Westelijke Balkan en Turkije hebben zich bij de overgrote meerderheid van de internationale gemeenschap, inclusief de EU, aangesloten door te stemmen voor de twee resoluties van de Algemene Vergadering van de VN naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne en voor de schorsing van Rusland in de Mensenrechtenraad.

Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen en heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Op het gebied van externe betrekkingen heeft Turkije beperkte vooruitgang geboekt. De mate van afstemming van het beleid van Turkije op het GBVB is verder verslechterd tot 7 % in augustus 2022 (11 % in 2021 en 2020 en 21 % in 2019). Over het algemeen bleef het steeds assertievere buitenlands beleid van Turkije in strijd met de GBVB-prioriteiten van de EU. Hoewel Turkije en de EU de dialoog over buitenlands en veiligheidsbeleid en regionale kwesties hebben hervat, moet Turkije nog steeds beslissende stappen zetten om zijn aansluiting bij de EU-verklaringen en bij de besluiten van de Raad aanzienlijk te verbeteren.

IV. REGIONALE SAMENWERKING EN BETREKKINGEN VAN GOED NABUURSCHAP

Goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking zijn essentiële onderdelen van het stabilisatie- en associatieproces en van het uitbreidingsproces in de Westelijke Balkan.

Na de succesvolle invoering per 1 juli 2021 van “roaming tegen thuistarief” in de zes economieën van de Westelijke Balkan, werden verdere voorbereidende stappen genomen om de roamingtarieven tussen de Westelijke Balkan en de EU te verlagen. Er is een stappenplan voor de verlaging van de roamingkosten tussen de EU en de Westelijke Balkan opgesteld op basis van een combinatie van commerciële vrijwillige overeenkomsten en verdere hervormingen op digitaal gebied in de Westelijke Balkan. Het uiteindelijke doel van het proces is om de roamingtarieven met de EU tegen 2027 te verlagen tot een niveau dat dicht bij de binnenlandse prijzen ligt. Er zijn twee parallelle stromen in dit proces: de uitvoering van een reeks beleidshervormingen door de overheden van de Westelijke Balkan om het ondernemingsklimaat in de regio te verbeteren, en voorbereidende activiteiten met de exploitanten van mobiele netwerken in de Westelijke Balkan en de EU om de uitvoering van het voorgestelde stappenplan vanaf januari 2023 te vergemakkelijken.

In oktober 2021 zijn de zes het eens geworden over een regionaal kader voor het vrije verkeer van gegevens in de Westelijke Balkan en zullen zij samenwerken aan de harmonisatie van de wetgeving, met name de aanpassing aan de algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de adequaatheidsbesluiten tussen de landen in het kader van de AVG, het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens en open gegevens, en het hergebruik van overheidsinformatie. De partners van de Westelijke Balkan moeten hun nationale wetgeving aanpassen aan de EU-verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt. In dat verband hebben de zes op 13 oktober 2021 een gezamenlijke verklaring over interoperabiliteit in de Westelijke Balkan ondertekend.

Er zijn belangrijke technische werkzaamheden verricht op alle gebieden die onder het initiatief voor de gemeenschappelijke regionale markt vallen. Deze werkzaamheden onder auspiciën van de Raad voor regionale samenwerking, de Cefta en het Western Balkans 6 Chamber Investment Forum hebben tot doel het vrije verkeer van personen en beroepsbeoefenaren en de levering van elektronische diensten mogelijk te maken, de handel te vergemakkelijken en de douaneprocedures in de regio te versoepelen. Zo zijn er “green lanes” aangelegd bij grensovergangen voor het weg- en spoorwegverkeer in de regio om de doorvoer van prioritaire goederen te vergemakkelijken, en in juli van dit jaar is een proefproject gestart tussen Griekenland en Noord-Macedonië om het initiatief van green lanes tussen de Westelijke Balkan en de EU uit te breiden. Door meningsverschillen tussen Belgrado en Pristina over statuskwesties heeft de formele goedkeuring van de overeenkomsten echter nog steeds niet plaatsgevonden 24 . De regio moet blijk geven van politiek leiderschap om deze werkzaamheden te voltooien en juridisch bindende overeenkomsten of besluiten tussen alle partners van de Westelijke Balkan vast te stellen, in het belang van hun burgers en bedrijven. Dit moet tegelijk gericht zijn op de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt, voortbouwend op de EU-regels en -standaarden, en op het vermijden van unilaterale stappen die deze werkzaamheden in gevaar brengen. Het gebrek aan vooruitgang bij de uitvoering van de gemeenschappelijke regionale markt heeft geleid tot het Open Balkan-initiatief, in het kader waarvan de eerste stappen zijn gezet om de vier vrijheden tussen Albanië, Noord-Macedonië en Servië uit te voeren. Zolang het Open Balkan-initiatief strookt met het kader van de gemeenschappelijke regionale markt, voldoet aan de EU-normen en volledig open en inclusief is, is het een nuttige stap in de richting van een gemeenschappelijke markt tussen de zes economieën van de regio.

Via de uitvoering van de agenda voor de Westelijke Balkan voor innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jongeren en sport is de duurzame sociaaleconomische ontwikkeling van de regio verder ondersteund en zijn nieuwe kansen gecreëerd voor studenten, onderzoekers, innovatoren en ondernemers om hun vaardigheden te verbeteren en toegang te krijgen tot nieuwe markten. De aansluiting van de partners van de Westelijke Balkan op de programma’s Horizon Europa en Creatief Europa is afgerond en er is verder gewerkt aan de ontwikkeling van slimme specialisatiestrategieën. Servië en Noord-Macedonië zijn beide geassocieerd met Erasmus+, en Noord-Macedonië ook met het Europees Solidariteitskorps. Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro zijn tot dusver niet geassocieerd, maar profiteren wel van de internationale dimensie van Erasmus+ die wordt gefinancierd via het instrument voor pretoetredingssteun III (IPA III), met een specifieke toewijzing van 374 miljoen EUR voor de periode 2021-2027.

Daarnaast is een nieuw versterkt partnerschap tot stand gebracht met onderwijsorganisaties en -instellingen in de Westelijke Balkan die niet met het Erasmus+-programma zijn geassocieerd. Dankzij dit partnerschap kunnen zij deelnemen aan belangrijke strategische acties, te beginnen met het initiatief “Europese Universiteiten”. De uitbreiding van en toegang tot dergelijke vlaggenschipprojecten voor alle partners in de Westelijke Balkan versterkt de samenwerking met de regio nog verder.

Het regionale bureau voor samenwerking in jeugdzaken bleef een belangrijke rol vervullen bij de verdere ontwikkeling van regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen, door jongeren uit de Westelijke Balkan mogelijkheden te bieden voor samenwerking en uitwisseling.

De bijeenkomst van de leiders van de EU en de Westelijke Balkan op 23 juni bood de gelegenheid om het EU-perspectief van de partners in de regio te bevestigen en de samenwerkings- en integratieagenda te intensiveren. Bijzondere aandacht ging uit naar de aansluiting van de Westelijke Balkan op de EU-maatregelen om de negatieve gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne wat betreft de voedsel- en energiebevoorrading en -onafhankelijkheid te beperken, maar ook naar ondersteuning voor capaciteitsopbouw op het gebied van cyberbeveiliging en de sociale agenda, met name het betrekken van jongeren bij de economie. De bijeenkomst was ook een gelegenheid om van gedachten te wisselen over nauwere politieke samenwerking, aanpassing van de Westelijke Balkan aan de standpunten en maatregelen van de EU, en de mogelijke opzet en werking van een Europese geopolitieke gemeenschap.

De volledige normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo via de door de EU gefaciliteerde dialoog blijft essentieel voor hun Europese toekomst en voor de stabiliteit van de hele regio. Het proces is gedurende de gehele verslagperiode voortgezet met regelmatige maandelijkse bijeenkomsten op het niveau van de hoofdonderhandelaars en een bijeenkomst op hoog niveau op 18 augustus 2022. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt op het gebied van energie, geïntegreerd grensbeheer en vrij verkeer, blijven de betrekkingen tussen Kosovo en Servië gespannen. Beide partijen moeten zich constructiever inzetten voor de doelstelling om tot een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst te komen waarin alle resterende kwesties tussen hen worden aangepakt, en moeten alle vroegere dialoogovereenkomsten volledig uitvoeren.

De bestaande bilaterale overeenkomsten, waaronder de Prespa-overeenkomst tussen Noord-Macedonië en Griekenland en het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.

Het verwerken van de erfenis van het verleden en het oplossen van geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren negentig, blijven van groot belang. Er zijn nog altijd bilaterale kwesties die moeten worden opgelost, waaronder grenskwesties, gerechtigheid voor de slachtoffers van oorlogsmisdaden, het identificeren van de resterende vermisten en het nauwkeurig documenteren van de gruweldaden in het verleden op regionaal niveau. In de EU is geen ruimte voor ophitsende taal of de verheerlijking van oorlogsmisdadigers door om het even welke partij.

Dankzij territoriale samenwerking kunnen de partners van de Westelijke Balkan in belangrijke sociale en economische sectoren samenwerken met aangrenzende lidstaten. Meer bepaald creëren de programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking mogelijkheden voor dialoog en samenwerking op het niveau van de lokale overheden, waarbij gemeenschappen, de particuliere sector en maatschappelijke organisaties worden betrokken. Als zodanig vormen zij belangrijke instrumenten voor goede nabuurschapsbetrekkingen en verzoening in de grensgebieden. Gezien hun nadruk op plaatselijke ontwikkeling, brengen de programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking ook het economisch en investeringsplan en de groene agenda naar de lokale bevolking en helpen zij bij het economisch herstel van afgelegen gebieden.

De spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied zijn opnieuw toegenomen. Tijdens de verslagperiode heeft Turkije geen ongeoorloofde booractiviteiten verricht. Er zijn echter wel incidenten gemeld met betrekking tot onderzoeksactiviteiten in de exclusieve economische zone (EEZ) van Cyprus en schendingen van het nationale luchtruim van de Republiek Cyprus. De militaire oefeningen van Turkije in de maritieme zones van Cyprus zijn voortgezet. De betrekkingen met Griekenland zijn in april 2022 verslechterd na herhaalde schendingen van het Griekse luchtruim door Turkse gevechtsvliegtuigen en onbemande luchtvaartuigen in de Egeïsche Zee, waaronder een groot aantal vluchten boven bewoond gebied, alsook na dreigende Turkse verklaringen over de soevereiniteit van Griekse eilanden. De de-escalatie in het oostelijke Middellandse Zeegebied moet worden aangehouden. De EU heeft er, onlangs nog tijdens de Europese Raad van juni 2022, bij Turkije herhaaldelijk op aangedrongen te vermijden enige vorm van bedreiging te uiten, aanleiding te zoeken tot wrijving, of acties te ondernemen die de betrekkingen van goed nabuurschap en de vreedzame regeling van geschillen in gevaar brengt.

De EU blijft gehecht aan de verdediging van haar belangen en die van haar lidstaten en aan het handhaven van de regionale stabiliteit. In november 2021 heeft de Raad, na de tweede beoordeling van het kader voor beperkende maatregelen, de regeling met één jaar verlengd. Momenteel zijn aan twee personen sancties opgelegd.

De soevereine rechten van de EU-lidstaten omvatten onder meer het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en het zoeken naar en exploiteren van hun natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van de zee. De soevereiniteit en de soevereine rechten over het luchtruim en de maritieme zones van alle aangrenzende kuststaten, met inbegrip van die welke van toepassing zijn op hun eilanden, moeten worden geëerbiedigd, en de afbakening van exclusieve economische zones en het continentaal plat moet geschieden volgens het internationaal recht door middel van een dialoog te goeder trouw en met het oog op goede nabuurschapsbetrekkingen. Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een absolute vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Turkije moet zich ondubbelzinnig engageren tot goede nabuurschapsbetrekkingen, de eerbiediging van internationale overeenkomsten, en de vreedzame regeling van geschillen in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, waarbij het eventueel een beroep kan doen op het Internationaal Gerechtshof.

Het is van het grootste belang dat Turkije zich blijft uitspreken voor en in concrete termen bijdraagt tot de onderhandelingen voor een rechtvaardige, omvattende en haalbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN en overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, alsook in overeenstemming met het EU-acquis en de beginselen waarop de EU is gegrondvest. Het is belangrijk dat Turkije zijn gehechtheid aan en constructieve inzet voor de door de Verenigde Naties geleide besprekingen over een oplossing van het conflict in Cyprus opnieuw bevestigt, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met inbegrip van de externe aspecten daarvan. Er mogen geen unilaterale acties worden ondernomen die de spanningen op het eiland kunnen doen toenemen en een hervatting van de gesprekken zouden kunnen ondermijnen. Turkije moet alle acties en stappen die het sinds oktober 2020 met betrekking tot Varosha heeft genomen en die in strijd zijn met de desbetreffende resoluties en verklaringen van de VN-Veiligheidsraad, onmiddellijk ongedaan maken. Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije volledig uit te voeren en te werken aan de normalisering van de betrekkingen met de Republiek Cyprus.

Goede nabuurschapsbetrekkingen en verzoening zijn onlosmakelijk verbonden met de rechtsstaat, economisch bestuur en regionale samenwerking. De specifieke doelstelling van IPA III op dit gebied is bij te dragen tot maatschappelijke cohesie en veerkracht door de erfenis van de conflicten uit het verleden aan te pakken en te zorgen voor gerechtigheid voor alle slachtoffers van conflicten. Ook het verbeteren van goede nabuurschapsbetrekkingen bevordert het vertrouwen van de burgers en helpt belemmeringen voor politieke, economische en sociale uitwisselingen en samenwerking weg te nemen. De Commissie heeft reeds de eerste IPA III-financieringsbesluiten vastgesteld om a) de vervolging van oorlogsmisdaden op nationaal niveau te ondersteunen door expertise ter beschikking te stellen van de gerechtelijke autoriteiten, en b) het publiek bewuster te maken van misdaden uit het verleden, onder meer door dialoog en uitwisselingen tussen en binnen brede groepen van belanghebbenden.



V. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Op basis van de bovenstaande analyse en de beoordelingen in de als bijlage opgenomen samenvattingen over de afzonderlijke landen komt de Commissie tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

I

1.De brutale inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 heeft het geopolitieke landschap fundamenteel veranderd en stelt de op regels gebaseerde orde op de proef. Tegen deze achtergrond is het uitbreidingsbeleid van de EU meer dan ooit een geostrategische investering in vrede, stabiliteit en veiligheid van ons hele continent op lange termijn en staat het dus hoog op de politieke agenda van de EU. Het is gebaseerd op strikte maar billijke voorwaarden en het beginsel van de eigen verdiensten en blijft een motor voor transformatie en modernisering in de partnerlanden om ze nog dichter bij de EU te brengen. De Westelijke Balkan maakt deel uit van de Europese familie. Het is in het strategische belang van de EU en essentieel voor hun eigen stabiliteit en welvaart dat alle partners van de Westelijke Balkan vooruitgang blijven boeken op de weg naar volledig EU-lidmaatschap door democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, die de kernwaarden van de EU vormen, volledig te omarmen en te verdedigen. De toekomst van deze landen en hun burgers ligt in de Europese Unie.

2.Het afgelopen jaar hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan in de EU-uitbreidingsagenda. Op 19 juli 2022 vonden de eerste intergouvernementele conferentie met Albanië en een politieke intergouvernementele conferentie met Noord-Macedonië plaats, om de volgende stappen in het uitbreidingsproces na de vaststelling van het onderhandelingskader te presenteren. Hiermee werd een nieuw hoofdstuk in het uitbreidingsbeleid van de EU ingeleid.

De Europese Raad erkent het Europees perspectief van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië. De EU-leiders hebben besloten de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Oekraïne en de Republiek Moldavië, en om Georgië de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen zodra de in het advies van de Commissie over het lidmaatschapsverzoek van Georgië genoemde prioriteiten zijn aangepakt.

3.Turkije blijft een cruciale partner van de Europese Unie op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, variërend van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie, voedselzekerheid en vervoer. Over deze gebieden zijn de dialogen op hoog niveau en de opgevoerde inspanningen voortgezet. In juni 2019 heeft de Raad er opnieuw op gewezen dat Turkije steeds verder van de Europese Unie afdrijft en dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije feitelijk tot stilstand zijn gekomen en geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking kunnen komen voor opening of sluiting. De feiten die ten grondslag lagen aan deze beoordeling, zijn nog steeds van toepassing. De bilaterale spanningen met sommige lidstaten zijn toegenomen. Turkije heeft de dialoog tussen Rusland en Oekraïne vergemakkelijkt en een sleutelrol gespeeld in het akkoord over de uitvoer van graan. Het land heeft echter ook besloten de handels- en financiële betrekkingen met Rusland uit te breiden en heeft zich niet aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU. Dit is een reden voor toenemende bezorgdheid en moet nauwlettend in het oog worden gehouden door de EU.

4.De oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft het belang van de aanpassing aan het GBVB als essentieel aspect van het EU-integratieproces verder onderstreept. De volledige aanpassing van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië aan het GBVB blijft een sterk signaal van hun inzet en strategische keuze voor integratie in de EU, terwijl de aanzienlijke verbetering van de aanpassing van Bosnië en Herzegovina aan het GBVB en de unilaterale aanpassing van Kosovo prijzenswaardig zijn en erkend moeten worden. Servië en Turkije hebben hun beleid om zich niet aan te sluiten bij de beperkende maatregelen tegen Rusland voortgezet. Beide landen moeten beslissende stappen zetten om zich beter aan te passen aan het GBVB, met inbegrip van de beperkende maatregelen van de EU, en maatregelen vermijden die indruisen tegen de door beide landen uitgesproken doelstelling om tot de EU toe te treden.

5.De huidige energiecrisis waarmee Europa wordt geconfronteerd, is een uitdaging voor de Westelijke Balkan en Turkije, alsook voor de EU. De EU heeft de Westelijke Balkan uitgenodigd om toe te treden tot het gemeenschappelijke EU-platform voor energieaankopen. Servië en Noord-Macedonië hebben deelgenomen aan de eerste bijeenkomst van de regionale taskforce voor Zuidoost-Europa. De regionale taskforce is reeds een actieplan overeengekomen, onder meer voor betere grensoverschrijdende energiestromen. De EU steunt de Westelijke Balkan door financiële middelen vrij te maken voor investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie om het energieverbruik en de energiekosten te verlagen. Tegelijkertijd verwacht de EU van alle partners in de regio dat zij zich volledig aanpassen aan de EU-wetgeving en de beleidsprioriteiten op het gebied van energie, met inbegrip van de prioriteiten in het REPowerEU-plan, en dat zij hun afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen zo spoedig mogelijk verminderen. Onder voorbehoud van hervormingen van de regelgeving stelt de EU ook haar elektriciteitsmarkt open voor de Westelijke Balkan via de Energiegemeenschap.

6.Decarbonisatie is een van de belangrijkste pijlers van de groene agenda voor de Westelijke Balkan, die deel uitmaakt van het economisch en investeringsplan. Na de vaststelling in oktober 2021 van het Brdo-actieplan ter uitvoering van de groene agenda wordt verdere vooruitgang verwacht. De EU steunt de regio bij de uitvoering van de groene agenda, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van een regionale aanpak te bevorderen; regionale samenwerking is een essentiële voorwaarde om de klimaatverandering en de uitdagingen en kansen op het gebied van milieu aan te pakken.

7.2021 was het eerste volledige jaar van uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan (EIP), dat gericht is op nauwere integratie en het overbruggen van de sociaal-economische kloof tussen de regio en de EU, maar dat ook bedoeld is om het herstel na COVID te ondersteunen en de Westelijke Balkan dichter bij de eengemaakte EU-markt te brengen. Het plan wordt ondersteund door een pakket van 9 miljard EUR aan EU-subsidies en door de garantiefaciliteit voor de Westelijke Balkan om tot 20 miljard EUR aan investeringen aan te trekken. Sinds de start van het plan is uit hoofde van het investeringskader voor de Westelijke Balkan in totaal 1,3 miljard EUR aan EIP-gerelateerde investeringssubsidies goedgekeurd voor de financiering van 24 vlaggenschipprojecten met een totale investeringswaarde van 3,3 miljard EUR. Het EIP helpt de regio te reageren op de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne, met name door de transitie naar hernieuwbare energiebronnen te versnellen, de energievoorziening te diversifiëren en de energie-efficiëntie van openbare en particuliere gebouwen te verbeteren. Dankzij de in 2021 goedgekeurde toewijzing van 500 miljoen EUR voor de uitvoering van maatregelen in de landbouwsector in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Ipard), zijn de partners in de regio beter voorbereid op de mogelijke gevolgen van crises op het gebied van voedselzekerheid en voedselvoorziening.

8.Na de goedkeuring van het IPA III-rechtskader in 2021 is bij de programmering van de IPA-steun een solide beleidsgestuurde aanpak gevolgd, met bijzondere aandacht voor de fundamentele vereisten voor het lidmaatschap.

9.De leiders van de Westelijke Balkan blijven zich inzetten voor het proces van Berlijn. De komende top in het kader van het proces van Berlijn, in november, zal gelegenheid bieden om de resterende belemmeringen voor inclusieve regionale economische integratie weg te nemen en ervoor te zorgen dat de doelstellingen van eerdere topontmoetingen volledig worden gerealiseerd.

10.Momenteel worden de potentiële voordelen van de gemeenschappelijke regionale markt gehinderd door het onvermogen van de deelnemende partijen om technisch voldragen besluiten en overeenkomsten, die tastbare gevolgen zullen hebben voor producenten en consumenten in de hele regio, overeen te komen en uit te voeren. Het is belangrijk dat iedereen zich constructief opstelt om het besluitvormingsproces uit de impasse te halen en de maatregelen in werking te laten treden. Het door Albanië, Noord-Macedonië en Servië gelanceerde Open Balkan-initiatief kan een positieve rol spelen in dit proces, mits het aansluit op het kader van de gemeenschappelijke regionale markt, gebaseerd is op EU-regels en inclusief is ten aanzien van alle partners van de Westelijke Balkan.

11.De huidige geopolitieke uitdagingen vragen om een sterkere samenwerking met de regio, waarvan de veiligheid uiteindelijk gekoppeld is aan die van de EU zelf. De EU is al geruime tijd de belangrijkste economische partner van de Westelijke Balkan. Met de vaststelling van het strategisch kompas van de EU is de basis gelegd voor de EU en haar lidstaten om hun rol als belangrijkste veiligheids- en defensiepartner van de regio verder te verankeren, ook in nauwe samenwerking met gelijkgestemde internationale veiligheidsactoren. Essentiële prioriteiten daarbij zijn het versterken van de capaciteit tegen hybride dreigingen, bijvoorbeeld op het gebied van cyberbeveiliging, het vergroten van de veerkracht van kritieke infrastructuur en het bestrijden van desinformatie.

II.

12.In Montenegro wordt de politieke gehechtheid aan het EU-toetredingsproces waaraan de autoriteiten uiting hebben gegeven, regelmatig en op consistente wijze aangemerkt als nationale topprioriteit, en zij komt in het algemeen tot uiting in de desbetreffende beleidsbeslissingen, bijvoorbeeld de volledige aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU. Door een instabiele politiek en regering en spanningen zijn het besluitvormingsproces en de uitvoering van hervormingen echter stilgevallen, waardoor de onderhandelingen vertraging oplopen.

Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds.

De verwezenlijking van tussentijdse benchmarks over de rechtsstaathoofdstukken 23 en 24 blijft de prioriteit voor verdere algemene vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen. Zolang niet aan deze benchmarks is voldaan, kan niet worden overgegaan tot de voorlopige afsluiting van andere hoofdstukken of clusters. Om deze mijlpaal te bereiken, moet Montenegro zijn inspanningen voor de aanpak van de resterende kwesties, onder meer op de kritieke gebieden vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, opvoeren en de goede werking en geloofwaardigheid van de rechterlijke macht garanderen.

Dit vereist politieke stabiliteit en constructieve betrokkenheid van alle belanghebbenden, teneinde een stabiele overheid te vormen die zich vastberaden inzet voor de strategische koers van de EU. Daarnaast is hiertoe een brede politieke consensus over de belangrijkste hervormingen nodig in het parlement, waarbij de institutionele werking behouden blijft en meer nadruk komt te liggen op de belangrijkste uitkomsten om in de praktijk vooruitgang te boeken met de integratieagenda van de EU.

13.Terwijl de Servische autoriteiten Europese integratie als hun strategische doel bleven beschouwen, onderhielden zij ook nauwe betrekkingen met Rusland.

Servië heeft belangrijke vooruitgang geboekt op zijn weg naar toetreding tot de EU met de opening van de onderhandelingen in het kader van cluster 4 (groene agenda en duurzame connectiviteit) in december 2021. Eerder was al vooruitgang geboekt met onder meer de constitutionele hervorming op het gebied van justitie. Servië heeft een belangrijke stap gezet met betrekking tot de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht door de goedkeuring van de desbetreffende grondwetswijzigingen. De ontbinding van het parlement in februari 2022 en de vervroegde parlementsverkiezingen hebben geleid tot een meer pluralistische wetgevende macht. De bekendmaking van de verkiezingsresultaten liep echter aanzienlijke vertraging op, de vorming van de nieuwe regering is nog niet afgerond en het tempo van de hervormingen in verband met EU-toetreding heeft aan snelheid ingeboet; er is bijvoorbeeld geen vooruitgang geboekt op het gebied van de vrijheid van meningsuiting. Servië moet bij voorrang een regering vormen die de strategische koers en het hervormingstraject van de EU vastberaden volgt.

De afstemming van Servië op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU is aanzienlijk afgenomen. Servië heeft tot dusver geweigerd zich aan te sluiten bij de beperkende maatregelen van de EU tegen de Russische Federatie. Sommige verklaringen en acties van hoge Servische ambtenaren gingen direct in tegen de EU-standpunten inzake buitenlands beleid, onder meer in september 2022 met de ondertekening van gezamenlijke prioriteiten voor het buitenlands beleid tussen Servië en Rusland voor 2023-2024. De EU verwacht dat Servië opkomt voor gemeenschappelijke beginselen, waarden en veiligheid, en zich sterker inzet voor de geleidelijke aanpassing aan de EU-standpunten inzake buitenlands beleid, ook wat betreft verklaringen en beperkende maatregelen, overeenkomstig het onderhandelingskader.

Wat betreft de normalisering van de betrekkingen met Kosovo, heeft Servië over het algemeen de dialoog voortgezet. De Servische regering moet zich echter houden aan haar eerdere toezeggingen en zich verbinden tot de volledige uitvoering van alle vroegere dialoogovereenkomsten. Servië moet in de toekomst ook verdere aanzienlijke inspanningen leveren om acties die de stabiliteit ondermijnen en retoriek die niet bevorderlijk is voor de dialoog, te vermijden. Servië moet bijdragen tot een gunstig klimaat voor de sluiting van een juridisch bindende normalisatieovereenkomst met Kosovo, ook wat betreft zijn internationale betrekkingen. Servië zal naar verwachting de komende tijd constructiever deelnemen aan de onderhandelingen over de juridisch bindende normalisatieovereenkomst en zich bereid tonen tot het sluiten van compromissen om snel concrete vooruitgang te boeken.

Wat de rechtsstaat betreft, zijn verdere werkzaamheden en politiek engagement nodig om de hervormingen voort te zetten en te verdiepen en de tekortkomingen aan te pakken, met name op belangrijke gebieden als de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, de mediavrijheid, de vrijheid van vergadering en de binnenlandse aanpak van oorlogsmisdaden. Servië moet met name de nodige wetgeving vaststellen om de grondwetswijzigingen binnen de gestelde termijnen in de praktijk om te zetten, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de autonomie van het openbaar ministerie daadwerkelijk te versterken en ongepaste inmenging aan te pakken.

Naast de hervormingen moeten de Servische autoriteiten de verantwoordelijk nemen voor proactieve en objectieve communicatie over de EU, die de belangrijkste politieke en economische partner van Servië is, overeenkomstig het verklaarde strategische doel van Europese integratie. Servië moet ook krachtig optreden tegen alle vormen van desinformatie en buitenlandse informatiemanipulatie.

De vooruitgang die Servië heeft geboekt op het gebied van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo zal het algemene tempo van de toetredingsonderhandelingen blijven bepalen. Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds.

Het oordeel van de Commissie dat Servië technisch gezien heeft voldaan aan de benchmarks voor het openen van cluster 3 (concurrentievermogen en inclusieve groei) blijft geldig. Het is van essentieel belang dat Servië ondubbelzinnig laat zien gehecht te zijn aan zijn strategische doelstelling van Europese integratie, zoals vastgelegd in het onderhandelingskader.

14.De start van het proces van toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië dit jaar was een belangrijke doorbraak en betekende het begin van een nieuwe fase in de betrekkingen tussen de EU en Noord-Macedonië. De eerste politieke intergouvernementele conferentie met Noord-Macedonië vond plaats op 19 juli, nadat de Raad het onderhandelingskader had goedgekeurd. Dit was een duidelijke erkenning van de vooruitgang die Noord-Macedonië heeft geboekt om de EU-hervormingsagenda te bevorderen en tastbare en duurzame resultaten te boeken, ook in het kader van de cluster met fundamentele kwesties. Na de inval van Rusland in Oekraïne heeft Noord-Macedonië zijn sterke en duidelijke strategische oriëntatie op de EU bevestigd door zich volledig aan te sluiten bij alle besluiten en verklaringen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, en sindsdien is het land nog steeds voor 100 % afgestemd op het EU-beleid. Daarmee heeft Noord-Macedonië laten zien dat het vastbesloten is om als betrouwbare partner vooruitgang te boeken op zijn weg naar toetreding tot de EU.

Om het tempo van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië op te voeren, overeenkomstig het onderhandelingskader, is de Commissie onmiddellijk begonnen met de screening, de eerste stap in het onderhandelingsproces. Noord-Macedonië heeft een grote inzet getoond en het screeningproces verloopt vlot. Tijdens het gehele proces is het van belang te zorgen voor coördinatie tussen alle instellingen en voor een inclusieve aanpak door samen te werken met alle belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld en regelmatig te communiceren met het grote publiek.

Als land waarmee toetredingsonderhandelingen worden gevoerd, heeft Noord-Macedonië zowel nieuwe verantwoordelijkheden als nieuwe kansen. Deze nieuwe en veeleisende fase vereist een constructief engagement van zowel de regering en oppositie als andere delen van de samenleving, waarbij een brede consensus over EU-gerelateerde hervormingen moet worden bevorderd. Het land moet zijn hervormingsprioriteiten blijven waarmaken, onder meer op belangrijke gebieden als de rechtsstaat en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. Het land is een goed voorbeeld van een multi-etnische samenleving. De wijziging van de grondwet, in lijn met het engagement van Noord-Macedonië, zal de grondrechten verder bevorderen.

15.De start van het proces van toetredingsonderhandelingen met Albanië dit jaar was een belangrijke doorbraak en betekende het begin van een nieuwe fase in de betrekkingen tussen de EU en Albanië. De eerste intergouvernementele conferentie over de toetredingsonderhandelingen met Albanië op 19 juli was een duidelijke erkenning van de vooruitgang die Albanië heeft geboekt om de EU-hervormingsagenda te bevorderen en tastbare en duurzame resultaten te boeken.

Albanië is vooruitgang blijven boeken met de hervormingen in het kader van de cluster met fundamentele kwesties. De brede justitiële hervorming is verder uitgevoerd. De bereidheid van het land om de rechtsstaat te versterken en de corruptie en georganiseerde misdaad te bestrijden is lovenswaardig. Als niet-permanent lid is Albanië actief betrokken bij de VN-Veiligheidsraad, onder meer als mede-indiener van resoluties waarin de Russische agressie tegen Oekraïne wordt veroordeeld. De volledige aanpassing van Albanië aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU is een sterk signaal van de strategische keuze voor toetreding tot de EU en van zijn rol als betrouwbare partner.

Om het proces van de toetredingsonderhandelingen met Albanië verder te brengen, overeenkomstig het onderhandelingskader, is de Commissie onmiddellijk begonnen met de screening, de eerste stap in het onderhandelingsproces. Albanië heeft een grote inzet getoond en het screeningproces verloopt vlot.

Als land waarmee toetredingsonderhandelingen worden gevoerd, heeft Albanië zowel nieuwe verantwoordelijkheden als nieuwe kansen. Hoewel er reeds gedegen voorbereidend werk is verricht, vereist deze nieuwe en veeleisende fase een duurzame verbintenis van Albanië en een doeltreffende coördinatie tussen alle instellingen, evenals een volgehouden inzet van zowel de regering als de oppositie en andere delen van de samenleving. Het land moet stappen vermijden die tegen de rechtsstaat ingaan. Albanië moet zijn inspanningen op belangrijke gebieden verder opvoeren, bijvoorbeeld de hervorming van de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, alsook op het gebied van de vrijheid van meningsuiting, eigendomsrechten en minderheidsvraagstukken.

16.In juni 2022 heeft de Europese Raad zijn bereidheid geuit om Bosnië en Herzegovina de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen, en hiertoe verzocht hij de Commissie om onverwijld verslag uit te brengen over de uitvoering van de in haar advies uiteengezette 14 essentiële prioriteiten, met bijzondere aandacht voor de kernprioriteiten die een substantiële reeks hervormingen omvatten, opdat de Europese Raad hierover een besluit kan nemen.

Ondanks de politieke onrust en de in het verschiet liggende parlementsverkiezingen hebben de leiders van de politieke partijen die in juni 2022 in de parlementaire vergadering van Bosnië en Herzegovina vertegenwoordigd waren, zich verbonden tot beginselen die moeten zorgen voor een functioneel Bosnië en Herzegovina dat vooruitgang boekt op weg naar EU-lidmaatschap. De partijen kwamen overeen deze verbintenissen met spoed en uiterlijk zes maanden na de vorming van alle overheden uit te voeren, na de verkiezingen van 2 oktober.

Vervolgens heeft Bosnië en Herzegovina, overeenkomstig de 14 essentiële prioriteiten, in augustus wijzigingen van de wet inzake overheidsopdrachten en in juni-juli wijzigingen van de alomvattende strategie inzake het beheer van de overheidsfinanciën door alle overheidsniveaus vastgesteld. Ook werd de beleidsdialoog met de EU in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst hervat na vele maanden van stilstand als gevolg van een blokkade van de wetgevende en uitvoerende instellingen op staatsniveau door politieke partijen in de Republika Srpska. De president heeft verschillende internationale overeenkomsten bekrachtigd, waaronder Horizon Europa en Creatief Europa, en het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Er zijn belangrijke stappen gezet om het migratiebeheer te verbeteren. Bosnië en Herzegovina heeft een belangrijke stap gezet door zijn aanpassing aan het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU te verbeteren, tot 81 % eind augustus 2022. Van volledige uitvoering is evenwel nog geen sprake.

In de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad heeft Bosnië en Herzegovina belangrijke vooruitgang geboekt. De operationalisering van het Europol-contactpunt is bijna voltooid, en ook de voorbereidingen voor de formalisering van de samenwerking tussen Bosnië en Herzegovina en Eurojust zijn gevorderd.

De regering van de federale entiteit bleef voor de volledige termijn 2018-2022 in functie als waarnemer. De politieke partijen konden het niet eens worden over constitutionele en electorale hervormingen, en de hoge vertegenwoordiger maakte op eigen initiatief vier keer gebruik van de Bonn-bevoegdheden, onder meer met betrekking tot verkiezingsnormen, de financiering van verkiezingen en wijzigingen in de grondwet van de federale entiteit. De vaststelling van hervormingen van de rechtsstaat heeft vertraging opgelopen en laat op zich wachten. Tijdens de Europese Raad van juni 2022 werden de leiders van Bosnië en Herzegovina opgeroepen de hangende constitutionele en electorale hervormingen met spoed af te ronden. Aan deze hervormingen moet de hoogste prioriteit worden gegeven.

De Commissie beveelt de Raad derhalve aan Bosnië en Herzegovina de status van kandidaat-lidstaat te verlenen, op voorwaarde dat de volgende stappen worden gezet:

-prioriteit geven aan de vaststelling van wijzigingen op het gebied van integriteit in de bestaande wet inzake de Hoge Raad voor Justitie en Rechtsvervolging;

-een nieuwe wet inzake de Hoge Raad voor Justitie en Rechtsvervolging en de wet inzake de rechtbanken in Bosnië en Herzegovina vaststellen;

-de wet inzake de preventie van belangenconflicten vaststellen;

-doortastende maatregelen nemen om de preventie en bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad te versterken;

-doortastend werk blijven maken van doeltreffende coördinatie van het grensbeheer op alle niveaus en de capaciteit voor migratiebeheer garanderen, en de werking van het asielstelsel veiligstellen;

-het verbod op foltering waarborgen, met name door middel van de instelling van een nationaal preventiemechanisme tegen foltering en mishandeling;

-de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de bescherming van journalisten garanderen, met name door middel van passende juridische follow-up van bedreigingen en geweld tegen journalisten en werknemers van de media;

-resultaten boeken met de goede werking op alle niveaus van het coördinatiemechanisme voor EU-zaken, onder meer door een nationaal programma te ontwikkelen en aan te nemen voor de goedkeuring van het EU-acquis.

De Commissie is bereid de inspanningen van Bosnië en Herzegovina op de weg naar toetreding tot de EU te blijven steunen door verder beleidsoverleg te voeren en een politiek forum op hoog niveau op te zetten om toezicht te houden op de uitvoering van de bovengenoemde stappen en verslag uit te brengen over de verdere vooruitgang ter plaatse. De verwezenlijking van de 14 essentiële prioriteiten zal de Commissie in staat stellen aan te bevelen om toetredingsonderhandelingen met Bosnië en Herzegovina te openen.

17.Kosovo was politiek stabiel en de autoriteiten bleven zich duidelijk inzetten voor de Europese koers die het vaart. Dit politieke klimaat hielp Kosovo om zijn werkzaamheden bij de uitvoering van de EU-gerelateerde hervormingen en de stabilisatie- en associatieovereenkomst te intensiveren. De gemeenteraadsverkiezingen van oktober en november 2021 waren over het algemeen goed georganiseerd en transparant en er namen meerdere partijen aan deel. Kosovo moet meer inspanningen leveren om de democratie, het openbaar bestuur en de rechtsstaat te versterken en corruptie te bestrijden. Kosovo moet ook werk maken van de uitvoering van zijn nieuwe energiestrategie om energiezekerheid op te bouwen.

Wat betreft de normalisering van de betrekkingen met Servië, heeft Kosovo over het algemeen de dialoog voortgezet. De Kosovaarse regering moet zich echter houden aan haar eerdere toezeggingen en zich verbinden tot de volledige uitvoering van alle vroegere dialoogovereenkomsten. Kosovo moet in de toekomst ook verdere aanzienlijke inspanningen leveren om acties die de stabiliteit ondermijnen en retoriek die niet bevorderlijk is voor de dialoog, te vermijden. Kosovo moet bijdragen tot een gunstig klimaat voor de sluiting van een juridisch bindende normalisatieovereenkomst met Servië, ook wat betreft zijn internationale betrekkingen. Kosovo zal naar verwachting de komende tijd constructiever deelnemen aan de onderhandelingen over de juridisch bindende normalisatieovereenkomst en zich bereid tonen tot het sluiten van compromissen om snel concrete vooruitgang te boeken.

Het voorstel van de Commissie voor visumliberalisering is nog steeds hangende in de Raad en moet urgent worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling van juli 2018 dat Kosovo aan alle benchmarks voor visumliberalisering voldoet, en is verheugd dat de besprekingen in de Raad binnenkort worden hervat.

18.De Europese Raad heeft herhaaldelijk zijn strategische belang bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije bevestigd. In juni 2022 uitte de Europese Raad zijn diepe bezorgdheid over herhaalde acties en verklaringen van Turkije uit het recente verleden. Turkije moet de soevereiniteit en de territoriale integriteit van alle EU-lidstaten eerbiedigen. Onder verwijzing naar zijn eerdere conclusies en de verklaring van 25 maart 2021 benadrukte de Europese Raad dat hij verwacht dat Turkije het internationaal recht volledig in acht neemt, de spanningen de-escaleert in het belang van de regionale stabiliteit in het oostelijk Middellandse Zeegebied, en op duurzame wijze betrekkingen van goed nabuurschap bevordert. De opgevoerde samenwerking op de belangrijkste gebieden van gemeenschappelijk belang is voortgezet.

Met betrekking tot de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne stelde Turkije zich tot doel directe besprekingen te vergemakkelijken en te werken aan de-escalatie en een staakt-het-vuren. Het land nam ook een belangrijk diplomatiek initiatief om samen met de Verenigde Naties de uitvoer van Oekraïens graan te vergemakkelijken. De overeenkomst die in juli 2022 in Istanbul werd bereikt, opende de weg voor commerciële voedselexport vanuit belangrijke Oekraïense havens en moet helpen voedseltekorten voor miljoenen mensen wereldwijd te voorkomen.

Het feit dat Turkije zich niet heeft aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland is zorgwekkend vanwege het vrije verkeer van goederen binnen de douane-unie tussen de EU en Turkije, waaronder goederen voor tweeërlei gebruik. Dit is een reden voor toenemende bezorgdheid en moet nauwlettend in het oog worden gehouden door de EU. Daarnaast heeft Turkije een memorandum van overeenstemming ondertekend om zijn economische en handelsbetrekkingen met Rusland verder te ontwikkelen. De EU is vastbesloten de doeltreffendheid van de beperkende maatregelen die aan Rusland zijn opgelegd als reactie op de aanvalsoorlog tegen Oekraïne te waarborgen.

Van Turkije wordt actieve ondersteuning verwacht voor onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en levensvatbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN, in overeenstemming met de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de principes waarop de EU is gebaseerd. Wat Varosha betreft, moet Turkije de aangekondigde unilaterale acties en alle stappen die het sinds oktober 2020 heeft genomen en die in strijd zijn met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, onmiddellijk ongedaan maken. Voorts moet Turkije dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU-Turkije volledig en op niet-discriminerende wijze toe te passen. De belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, waaronder beperkingen op directe vervoersverbindingen met de Republiek Cyprus, moeten volledig worden weggewerkt.

De werking van de democratische instellingen van Turkije vertoont ernstige tekortkomingen. Het land heeft geen maatregelen genomen om de ernstige bezorgdheid van de EU over de aanhoudende verslechtering van de situatie met betrekking tot de democratie, de rechtsstaat, de grondrechten en de rechterlijke macht weg te nemen. Turkije moet deze negatieve trend bij wijze van prioriteit keren door de verslechterde doeltreffendheid van de controlemechanismen in het politieke stelsel aan te pakken. De dialoog over de rechtsstaat en de grondrechten blijft een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.

De verklaring EU-Turkije van maart 2016 is vruchten blijven afwerpen en Turkije is een belangrijke rol blijven spelen bij de aanpak van migratie langs de oostelijke Middellandse Zeeroute. De terugkeer vanuit de Griekse eilanden is echter nog niet hervat en de irreguliere migratie naar Cyprus en Italië is aanzienlijk toegenomen. Turkije is zich enorm blijven inspannen om een zeer grote groep vluchtelingen op te vangen en de EU is zich solidair blijven tonen, met name door extra financiële bijdragen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije (bijna 10 miljard EUR sinds 2016).

Wat de economie betreft, is de bezorgdheid over de toename van macro-economische onevenwichtigheden, de goede werking van de Turkse markteconomie en het gebrek aan onafhankelijkheid van de regelgevende instanties verder toegenomen. Zowel de EU als Turkije blijven voordeel hebben bij de douane-unie tussen de EU en Turkije. Ondanks beperkte positieve ontwikkelingen moet Turkije de samenwerking met de Commissie blijven opvoeren om de handelsbelemmeringen die de goede werking van de douane-unie in de weg staan, aan te pakken.



VI. BIJLAGEN

1.Samenvattingen van de bevindingen van de verslagen

2.Uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan

3.Statistische gegevens

4.Indicatoren van derden met betrekking tot de status van de democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten

(1)

  COM(2022) 405 final , COM(2022) 406 final , COM(2022) 407 final

(2)

  https://www.consilium.europa.eu/media/57449/2022-06-2324-euco-conclusions-nl.pdf  

(3)

* Deze toekenning laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(4)

Overeenkomstig het verzoek van de Republiek Turkije betreffende het gebruik van de nieuwe officiële naam van het land in het Engels, wordt in de originele Engelse versie van dit document de naam “Türkiye” gebruikt in plaats van “Turkey”. Deze administratieve wijziging is beperkt tot de in EU-documenten gebruikte nomenclatuur, heeft geen terugwerkende kracht en heeft geen juridische gevolgen. Deze aanpak laat de door de lidstaten gebruikte nomenclatuur onverlet.

(5)

  COM(2020) 641 final

(6)

COM(2022) 230 final  

(7)

JOIN(2022) 23 final.

(8)

  SWD(2020) 223 final

(9)

  Gezamenlijke conclusies van de economische en financiële dialoog tussen de EU en de partners van de Westelijke Balkan en Turkije  

(10)

Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad van 15 september 2021 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III)

(11)

  COM(2020) 57 final

(12)

COM(2019) 261 final

(13)

JOIN(2021) 8 final/2.

(14)

Zie in dit verband ook Besluit (EU) 2022/366 van de Raad van 3 maart 2022 betreffende de gedeeltelijke opschorting van de toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Vanuatu inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (PB L 69 van 4.3.2022, blz. 105).

(15)

  https://www.consilium.europa.eu/media/57229/st10179-en22.pdf  

(16)

In het kader van actie 18 van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride dreigingen zijn onderzoeken naar hybride risico’s opgestart met zeven partners, waaronder vier in de Westelijke Balkan (Albanië, Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro).

(17)

  COM(2021) 602 final

(18)

  Europese Commissie, Strategisch prognoseverslag 2021 Het vermogen en de vrijheid tot handelen van de EU

(19)

De cluster interne markt omvat: vrij verkeer van goederen (hoofdstuk 1); vrij verkeer van werknemers (hoofdstuk 2); recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening (hoofdstuk 3); vrij verkeer van kapitaal (hoofdstuk 4); vennootschapsrecht (hoofdstuk 6); recht inzake intellectuele eigendom (hoofdstuk 7); mededingingsbeleid (hoofdstuk 8); financiële diensten (hoofdstuk 9); en consumenten- en gezondheidsbescherming (hoofdstuk 28).

(20)

De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei omvat: digitale transformatie en media (hoofdstuk 10); belastingen (hoofdstuk 16); economisch en monetair beleid (hoofdstuk 17); sociaal beleid en werkgelegenheid (hoofdstuk 19); industrieel beleid (hoofdstuk 20); wetenschap en onderzoek (hoofdstuk 25); onderwijs en cultuur (hoofdstuk 26); en douane (hoofdstuk 29).

(21)

De cluster groene agenda en duurzame connectiviteit omvat: vervoersbeleid (hoofdstuk 14); energie (hoofdstuk 15); trans-Europese netwerken (hoofdstuk 21); en milieu en klimaatverandering (hoofdstuk 27).

(22)

  COM(2019) 640 final

(23)

De cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie omvat: landbouw en plattelandsontwikkeling (hoofdstuk 11); voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid (hoofdstuk 12); visserij (hoofdstuk 13); regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten (hoofdstuk 22); en financiële en budgettaire bepalingen (hoofdstuk 33).

(24)

De vier nog vast te stellen vlaggenschipovereenkomsten zijn 1) de overeenkomst betreffende vrij verkeer en verblijf in de Westelijke Balkan (reizen met identiteitsdocument); 2) de overeenkomst betreffende het vrije verkeer van onderdanen van derde landen in de Westelijke Balkan; 3) de overeenkomst betreffende de erkenning van academische kwalificaties in de Westelijke Balkan; 4) de overeenkomst betreffende de erkenning van een aantal beroepskwalificaties in de Westelijke Balkan.

Top

Brussel, 12.10.2022

COM(2022) 528 final

BIJLAGEN

bij de

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

Mededeling 2022 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

{SWD(2022) 332 final} - {SWD(2022) 333 final} - {SWD(2022) 334 final} - {SWD(2022) 335 final} - {SWD(2022) 336 final} - {SWD(2022) 337 final} - {SWD(2022) 338 final}


BIJLAGEN

bij de

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

Mededeling 2022 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

Bijlage 1 — Samenvattingen van de bevindingen van de verslagen

Montenegro

Wat de politieke criteria betreft, is er nog geen einde gekomen aan de politieke spanningen, polarisatie, het ontbreken van constructieve contacten tussen politieke partijen en het gebrek aan consensus over belangrijke aangelegenheden van nationaal belang, hetgeen de val van twee wankele regeringen heeft veroorzaakt na een motie van wantrouwen. De goede werking van de Montenegrijnse instellingen is aangetast door politieke onbestendigheid en instabiliteit in de regering en door spanningen binnen de regerende meerderheid, waardoor de besluitvorming en de uitvoering van de hervormingen zijn stilgevallen. De belangrijkste rechterlijke instanties, waaronder het Grondwettelijk Hof, zijn werkzaam in een onvolledige samenstelling omdat het parlement niet in staat is nieuwe leden te kiezen, waardoor hun goede werking wordt ondermijnd. Sinds medio september heeft het Grondwettelijk Hof zijn rol niet kunnen vervullen omdat het quorum niet werd gehaald, waardoor de politieke onzekerheid is toegenomen.

De sluiting van een fundamenteel akkoord met de Servisch-orthodoxe kerk had een weerslag op de politieke sfeer en leidde tot verdere spanningen. Over het algemeen zijn de regeringen en het parlement er niet in geslaagd concreet blijk te geven van hun betrokkenheid bij de EU-gerelateerde hervormingsagenda.

Er is geen vooruitgang geboekt wat betreft een grondige hervorming van het kiesrechtelijk en institutioneel kader, noch wat betreft de aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), naar aanleiding van de waarnemingsmissie bij de parlementsverkiezingen van 2020. De parlementaire commissie voor een grondige electorale hervorming was van juni tot en met november 2021 niet operationeel en heeft in 2022 slechts tweemaal vergaderd voordat haar mandaat in juli 2022 afliep. In vijf gemeenten vonden lokale verkiezingen plaats. In mei 2022 keurde het parlement wijzigingen van de wet inzake lokale autonomie goed, zodat alle resterende lokale verkiezingen voor 2022 op dezelfde dag konden worden gehouden. In juli oordeelde het Grondwettelijk Hof dat deze wijzigingen ongrondwettig waren. Er moet nog een geloofwaardige, onafhankelijke en effectieve institutionele respons komen op de zogenaamde “affaire met de enveloppe”.

De werkzaamheden van het parlement werden gekenmerkt door boycots van de regeringspartijen en van de oppositie, regeringswisselingen en door de wisseling van twee opeenvolgende voorzitters in het proces. Het wetgevingsproces ondervond grote gevolgen. Er was geen sprake van een geloofwaardige politieke dialoog en constructieve betrokkenheid van politieke partijen met het oog op de versterking van de parlementaire verantwoordingsplicht en het overheidstoezicht. De samenwerking tussen de regering en het parlement moet verder worden gereguleerd om de deelname van het parlement aan het toetredingsproces en zijn toezicht daarop te bevorderen.

Het parlement heeft zijn transparantie verder vergroot door een aantal op de burger gerichte diensten op te zetten. De capaciteit van het parlement voor het integreren en monitoren van gendergelijkheidskwesties moet worden versterkt.

De rol van het maatschappelijk middenveld wordt erkend en bevorderd, ofschoon het huidige wettelijke en institutionele kader verder moet worden verbeterd om de mechanismen voor overleg en samenwerking tussen overheidsinstellingen en het maatschappelijk middenveld in het kader van het EU-toetredingsproces te versterken.

Montenegro is redelijk voorbereid wat betreft de hervorming van het openbaar bestuur. Over het algemeen is er beperkte vooruitgang geboekt, waaronder de goedkeuring van de nieuwe strategie voor de hervorming van het openbaar bestuur voor 2022-2026. Daarentegen bleven de gevolgen van de reorganisatie van het openbaar bestuur en de in 2021 goedgekeurde wijzigingen van de wet op ambtenaren en overheidspersoneel voelbaar, met personeelswijzigingen, een verlies aan knowhow over aangelegenheden in verband met het EU-toetredingsproces en een algemene afname van het tempo van de hervormingen. De bij deze wijzigingen ingevoerde versoepelde vereisten blijven een punt van zorg wat betreft de op verdienste gebaseerde aanwerving, bekwaamheid en onafhankelijkheid van ambtenaren. Bovendien zouden de ontwerpwijzigingen van de wet inzake lokaal zelfbestuur evenzo leiden tot versoepeling van dergelijke vereisten op lokaal niveau. De wijzigingen van de wet op de toegang tot informatie moeten nog door het parlement worden goedgekeurd. Binnen de overheidsadministratie moeten de verantwoordelijkheden nog duidelijk worden afgebakend. Er is een sterke politieke wil nodig voor een doeltreffende aanpak van kwesties in verband met aanwervingen op basis van verdiensten, het optimaliseren van het overheidsapparaat en het in de praktijk brengen van de verantwoordingsplicht van bestuurders.

Montenegro blijft redelijk voorbereid wat betreft het justitiële stelsel. Tijdens de verslagperiode is over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt. De uitvoering van belangrijke justitiële hervormingen is onverminderd gestagneerd. Er hebben bepaalde lang verwachte gerechtelijke benoemingen op hoog niveau plaatsgevonden, terwijl verschillende andere, onder meer bij het Grondwettelijk Hof (waarvoor een gekwalificeerde meerderheid in het parlement vereist is), nog in behandeling zijn. Er blijft bezorgdheid bestaan over de institutionele prestaties en consolidatie van onafhankelijke raden voor justitie en voor rechtsvervolging. De resultaten op het gebied van justitiële verantwoordingsplicht blijven beperkt. De daadwerkelijke onafhankelijkheid, de integriteit, de verantwoordingsplicht en de professionaliteit van de rechterlijke macht moeten verder worden versterkt, onder meer door het uitvoeren van het relevante grondwettelijke en juridische kader en het doorvoeren van veranderingen in de wetgeving overeenkomstig de Europese normen. Ook moet de efficiëntie van de rechterlijke macht worden versterkt. De goedkeuring van een nieuwe strategie voor de rationalisering van het justitieel netwerk is nog steeds hangende, net als de uitvoering van de ICT-strategie voor de rechterlijke macht. Montenegro blijft vooruitgang boeken bij de binnenlandse behandeling van oorlogsmisdaden.

Montenegro is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt, aangezien de aanbevelingen van vorig jaar maar gedeeltelijk zijn opgevolgd. De resultaten op het gebied van corruptiepreventie zijn verder verbeterd, met name als gevolg van de positieve trend wat betreft de werkzaamheden van het agentschap voor corruptiebestrijding. Er moet echter nog meer worden gedaan om de integriteit, onpartijdigheid en verantwoordingsplicht van het agentschap te waarborgen en om zijn concrete resultaten en het vertrouwen van het publiek te verbeteren, overeenkomstig de aanbevelingen van de collegiale toetsing van 2021. Om een geloofwaardige strafrechtelijke respons te laten zien, moet Montenegro nog steeds zijn staat van dienst inzake onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen in de strijd tegen corruptie, met inbegrip van corruptie op hoog niveau, verbeteren. Voorts moet het wettelijke en institutionele kader worden verbeterd overeenkomstig het EU-acquis en de Europese normen, onder meer voor het doeltreffende gebruik van financiële onderzoeken en de inbeslagneming en confiscatie van vermogensbestanddelen in dergelijke gevallen. De sectoren die het meest kwetsbaar zijn voor corruptie, vereisen gerichte risicobeoordelingen en specifieke actie.

Op het gebied van de strijd tegen de organiseerde misdaad is Montenegro enigszins/redelijk voorbereid. Er is enige vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de aanbevelingen van vorig jaar, met name wat betreft de efficiëntie van strafrechtelijke onderzoeken. Er wordt weer volledig gebruikgemaakt van speciale onderzoeksmaatregelen. Bij wetswijzigingen zijn waarborgen ingevoerd tegen politieke inmenging bij de benoeming of het ontslag van het hoofd van de politie. Er is een register van uiteindelijk begunstigden opgezet. Het bestuurlijke kader voor vuurwapens is verbeterd en er is een nieuwe strategie tegen terrorisme, witwassen en financiering van terrorisme vastgesteld. Er zijn enkele sleutelfiguren van georganiseerde misdaadbendes gearresteerd en er is opnieuw een recordhoeveelheid drugs in beslag genomen. Het eerste gemeenschappelijke onderzoeksteam met een derde land werd in het leven geroepen. Het aantal definitieve veroordelingen in zaken van georganiseerde misdaad neemt toe. De resultaten met betrekking tot rechterlijke beslissingen inzake tabakssmokkel en witwassen, het gebruik van financiële onderzoeken en de capaciteit voor de confiscatie van opbrengsten van misdrijven moeten echter worden verbeterd. Montenegro moet nog een aantal structurele tekortkomingen aanpakken die over de hele linie in zijn strafrechtelijke systeem bestaan, waaronder de manier waarop zaken van georganiseerde misdaad door de rechtbanken worden behandeld. Dit vereist een afschrikwekkender straftoemetingsbeleid en een herziening van het gebruik van strafvermindering in ruil voor een schuldbekentenis in zaken van georganiseerde en ernstige misdaad.

Montenegro is redelijk voorbereid op het gebied van de grondrechten. Het wettelijke en institutionele kader is grotendeels voorhanden en Montenegro blijft zijn internationale verplichtingen op het gebied van de mensenrechten nakomen. Er zijn echter nog extra inspanningen nodig om het kader volledig uit te voeren. Wat de vrijheid van meningsuiting betreft, is er in Montenegro sprake van een pluralistisch medialandschap en enige mate van voorbereiding. Er is beperkte vooruitgang geboekt met betrekking tot de aanbevelingen van vorig jaar. Het rechtskader voor de bescherming van journalisten en andere werknemers in de media is verbeterd dankzij de goedkeuring van wijzigingen van het wetboek van strafrecht, die voorzien in strengere sancties voor aanvallen tegen en bedreigingen van journalisten en het verhinderen of beletten dat zij hun werk kunnen doen. Het gebrek aan doeltreffende gerechtelijke follow-up van belangrijke oude zaken blijft echter een ernstig punt van zorg. De herziening van het rechtskader en de opstelling van een nieuwe mediastrategie behoeven nog opvolging, om de onderlinge samenhang met en volledige aanpassing aan het EU-acquis en de relevante Europese normen te waarborgen. Er zijn aanhoudende inspanningen nodig om desinformatie tegen te gaan en de gevolgen van online-intimidatie en haatzaaiende uitlatingen te beperken, zonder de vrijheid van meningsuiting onevenredig te beperken. De publieke omroep RTCG bleef politiek evenwichtige en gevarieerde inhoud produceren. De diepe politieke polarisatie van de media bleef aanhouden, terwijl de lokale mediamarkt extra onder druk kwam te staan door de toenemende concurrentie van grote regionale media.

Met betrekking tot de economische criteria heeft Montenegro goede vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid inzake de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. Na een diepe recessie in 2020 liet de economie in 2021 een krachtig herstel zien en in de eerste helft van 2022 bleef de economie gestaag groeien toen de afschaffing van de COVID-19-beperkingen zorgde voor een impuls van zowel de binnenlandse als de buitenlandse vraag. Het herstel leidde tot stijgende inkomsten en een zeer grote verbetering van de begrotingsbalans. De gevolgen van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne zijn tot dusver beperkt, ondanks de zeer aanzienlijke bijdrage van deze landen aan het toerisme in Montenegro in het verleden. Als gevolg van de wereldwijde stijging van de grondstoffenprijzen is de inflatie sterk toegenomen. De regering heeft ter ondersteuning van het herstel na de pandemie een ambitieus belastinghervormingsprogramma (“Europe Now”) goedgekeurd en budgettaire stimuleringsmaatregelen vastgesteld om de lasten voor huishoudens in het licht van de stijgende energie- en voedselprijzen te verlichten. De externe onevenwichtigheden namen sterk af dankzij het herstel van het toerisme, terwijl de situatie op de arbeidsmarkt al enigszins is verbeterd, ondanks aanhoudende structurele problemen. Het bankensysteem bleef stabiel en het aantal niet-renderende leningen nam in 2022 niet aanzienlijk toe nadat het in het kader van de COVID-19-crisis vastgestelde moratorium op leningen in 2021 kwam te vervallen.

Montenegro heeft enige vooruitgang geboekt en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De laatste twee regeringen hebben gewerkt aan het verbeteren van de innovatiecapaciteit en het leggen van een basis voor een groene en digitale transitie met het oog op het diversifiëren van de eenzijdige productie van Montenegro. Met name worden moderne telecommunicatietechnologieën toegepast en ambitieuze projecten op het gebied van groene energie uitgevoerd. Er blijven echter leemten in de infrastructuur bestaan, aangezien de administratieve en financiële capaciteit van het land om grote overheidsinvesteringen te doen, beperkt blijft. Het onderwijsstelsel staat nog steeds voor een groot aantal uitdagingen in verband met een chronisch tekort aan afgestudeerden in wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM). Bovendien vormen de lage toegevoegde waarde van binnenlandse producten, de kleine omvang van lokale bedrijven en de beperkte deelname aan de export obstakels voor het vergroten van de productiviteit en het concurrentievermogen van lokale bedrijven.

Wat betreft goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking onderhoudt Montenegro over het algemeen goede bilaterale betrekkingen met de andere uitbreidingslanden in de regio en met de naburige EU-lidstaten, gekenmerkt door voortgezette samenwerking en diverse bezoeken op hoog niveau. De betrekkingen met Servië blijven een uitdaging vormen, maar beide partijen geven blijk van een grotere bereidheid om de betrekkingen te herstellen en te streven naar het aanpakken van openstaande kwesties. Over het algemeen neemt Montenegro actief deel aan regionale samenwerking.

Wat betreft het vermogen van Montenegro om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap na te komen, is het land blijven werken aan de aanpassing aan het EU-acquis op vele gebieden, maar is in het algemeen beperkte vooruitgang geboekt.

De cluster inzake de interne markt is van cruciaal belang voor de voorbereidingen van Montenegro op de eisen van de EU op dit gebied en is essentieel in het perspectief van vroegtijdige integratie en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt. Alle negen hoofdstukken zijn geopend, met voor elk hoofdstuk afsluitende benchmarks waaraan moet worden voldaan. Er is vooruitgang geboekt op verschillende gebieden binnen de cluster, met name met betrekking tot: i) markttoezicht, accreditatie en normalisatie; ii) het vergroten van de capaciteit van het arbeidsbureau inzake het Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening; iii) verdere aanpassing aan de dienstenrichtlijn; iv) wetgeving inzake boekhouding; v) aanpassing aan het acquis inzake intellectuele-eigendomsrechten en vi) transparantie van de staatssteun en het gelasten van terugvordering van onrechtmatige staatssteun. Met de stabiliteit van de banksector van Montenegro zijn ook vorderingen geboekt, net als met de aanpassing van de wetgeving op het gebied van consumentenbescherming en de vaststelling van uitvoeringswetgeving op het gebied van de bescherming van de gezondheid.

De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei en de betrokken hervormingen houden nauw verband met het economische hervormingsprogramma van Montenegro. Alle acht hoofdstukken zijn geopend, met afsluitende benchmarks voor alle hoofdstukken op twee na, te weten de hoofdstukken 25 (wetenschap en onderzoek) en 26 (onderwijs en cultuur), die allebei voorlopig zijn gesloten. Voor elk van de overige zes hoofdstukken moet nog aan de afsluitende benchmarks worden voldaan. Er is enige vooruitgang geboekt op verschillende gebieden, namelijk wat betreft de aanpassing aan de richtlijn ter verlaging van de kosten voor breedband, wat betreft de belastingwetgeving en wat betreft administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand. Ook is er vooruitgang geboekt met de verdere uitvoering van het herziene industrieel beleid. Er was daarentegen sprake van trage vorderingen met de voorbereidingen voor de toetreding tot de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, met de uitvoering van de in de handelsfacilitatiestrategie 2018-2022 beoogde acties en met de uitvoering van het actieplan voor de aanpassing aan het EU-acquis op het gebied van het economische en monetaire beleid.

De cluster groene agenda en duurzame connectiviteit vormt de kern van de groene agenda voor de Westelijke Balkan en is nauw verbonden met het economische hervormingsprogramma van Montenegro en het economisch en investeringsplan van de Commissie. Alle vier hoofdstukken zijn geopend, met voor elk hoofdstuk afsluitende benchmarks waaraan moet worden voldaan. Er is enige vooruitgang geboekt met de totstandbrenging van een werkende day-ahead energiemarkt en met de voorbereidingen voor het lidmaatschap van het Memorandum van overeenstemming van Parijs inzake havenstaatcontrole. Er is beperkte vooruitgang geboekt met de herziening en uitvoering van de vervoersontwikkelingsstrategie; met waterbeheer en door verbeterde rapportage over klimaatverandering.

De cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie omvat beleidsmaatregelen die verband houden met de structuurfondsen van de EU om de capaciteit te ontwikkelen om de verantwoordelijkheden van een toekomstige EU-lidstaat op zich te nemen. De cluster omvat ook enkele van de belangrijkste beleidsterreinen die van cruciaal belang zijn voor het waarborgen van duurzame voedselsystemen en het helpen van plattelandsgemeenschappen om zich economisch te ontwikkelen en te diversifiëren. Alle vijf hoofdstukken zijn geopend, met voor elk hoofdstuk afsluitende benchmarks waaraan moet worden voldaan. Er is vooruitgang geboekt op verschillende gebieden, met name op het gebied van landbouw, voeding en visserij, waar verdere steun werd verleend aan landbouwbedrijven en levensmiddelenproducenten op het platteland om zich aan te passen aan de EU-normen, en bij de uitvoering van het instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Ipard). Op het gebied van financiële en budgettaire bepalingen is vooruitgang geboekt door een verbetering van de coördinatie en het beheer van de eigen middelen.

Wat de cluster externe betrekkingen betreft, heeft Montenegro hoofdstuk 30 voorlopig gesloten en moet het voldoen aan de enige afsluitende benchmark voor hoofdstuk 31. Montenegro blijft zich volledig aanpassen aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, met inbegrip van de beperkende maatregelen van de EU naar aanleiding van de niet-uitgelokte agressie van Rusland tegen Oekraïne. Het land coördineert tevens zijn standpunten met die van de EU, onder meer binnen de WTO, en onderhoudt een goede samenwerking met internationale organisaties. Er kan vooruitgang worden gemeld bij de vaststelling van de wet inzake de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik, overeenkomstig het EU-acquis, en de ratificatie van aanvullend protocol nr. 6 van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta). Het stemgedrag met betrekking tot cybercriminaliteit van Montenegro bij de Verenigde Naties komt volledig overeen met het standpunt van de EU en haar lidstaten. Op het gebied van migratie heeft Montenegro een routekaart voor samenwerking ondertekend met het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (thans het EU-Asielagentschap) en zich als waarnemend lid aangesloten bij het Europees migratienetwerk, een EU-netwerk van deskundigen op het gebied van migratie en asiel. De behandelingstijd van asielaanvragen werd verkort. Het visumbeleid van Montenegro is niet volledig afgestemd op dat van de EU en Montenegro heeft zijn burgerschapsprogramma voor investeerders nog niet beëindigd, ondank eerdere aanbevelingen en toezeggingen. Montenegro is de partner in de Westelijke Balkan die verhoudingsgewijs het grootste aantal voor de oorlog gevluchte Oekraïense onderdanen opvangt. Het land heeft een besluit goedgekeurd waarbij Oekraïense vluchtelingen één jaar tijdelijke bescherming wordt geboden, op grond waarvan meer dan 5 552 Oekraïners, voornamelijk vrouwen en kinderen, zich tot dusver hebben geregistreerd.

Servië

Wat de politieke criteria betreft, hebben alle relevante politieke actoren deelgenomen aan de vervroegde parlementsverkiezingen op 3 april 2022, met als resultaat een pluralistischer parlement. Het politieke landschap en het medialandschap bleven echter gepolariseerd en werden nog steeds gedomineerd door de Servische progressieve partij (SNS) en de zittende president. Tegen politieke tegenstanders werd nog steeds beledigende taal gebezigd, zowel in het parlement als tijdens de verkiezingscampagne. Voorafgaand aan de verkiezingen nam een groot aantal politieke actoren deel aan de door het Europees Parlement gefaciliteerde dialoog tussen de partijen.

De presidentsverkiezingen en de vervroegde parlementsverkiezingen van april 2022 verliepen over het algemeen rustig en vreedzaam, en de fundamentele vrijheden werden grotendeels geëerbiedigd. De internationale waarnemers hebben echter enkele tekortkomingen geconstateerd. Volgens het eindverslag van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie hebben deze tekortkomingen geleid tot een ongelijk speelveld ten voordele van de zittende partijen. Het is cruciaal dat openstaande en nieuwe aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHIR) en organen van de Raad van Europa ruim voor eventuele nieuwe verkiezingen volledig en op transparante wijze worden uitgevoerd, waarbij deskundige maatschappelijke organisaties worden betrokken en geraadpleegd.

Op 1 augustus 2022 is een nieuw, pluralistischer parlement gevormd. Als gevolg van grote vertragingen bij de afronding van de verkiezingsresultaten waren er gedurende ruim vijf maanden geen parlementaire activiteiten, behalve de inauguratie van de president. Het vorige parlement nam constructief deel aan de dialoog tussen de partijen en de uitvoering van de daarin vastgestelde maatregelen. Het gebruik van urgentieprocedures bleef rond de 9 %. De gedragscode moet nog doeltreffender worden gebruikt bij het voorkomen en bestraffen van het gebruik van beledigende en ongepaste taal in het parlement.

Er zijn nog verdere inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat de regering en het maatschappelijk middenveld systematisch met elkaar samenwerken. Er moet nog een gunstig klimaat worden geschapen voor de ontwikkeling en financiering van maatschappelijke organisaties in de praktijk, aangezien de verbale aanvallen en lastercampagnes tegen dergelijke organisaties blijven voortduren.

Servië is redelijk voorbereid wat betreft de hervorming van het openbaar bestuur. Op dit punt is over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt tijdens de verslagperiode, waarin werd begonnen met de uitvoering van het nieuwe strategisch kader. Wat personeelsbeheer betreft, is ongeveer de helft van de topfuncties nog steeds tijdelijk ingevuld. Wat betreft beleidsontwikkeling en -coördinatie is er nog geen mechanisme om na te gaan of de opmerkingen van het secretariaat voor overheidsbeleid zijn verwerkt in de voor overheidsgoedkeuring ingediende definitieve ontwerpversies van wetten en beleidsdocumenten. Wat het beheer van de overheidsfinanciën betreft, zijn er maatregelen nodig om volledig uitvoering te geven aan de aanbeveling voor één enkel mechanisme voor het prioriteren van alle investeringen, ongeacht het soort financiering en de financieringsbron.

Servië is enigszins voorbereid wat betreft het justitiële stelsel. In het algemeen is tijdens de verslagperiode enige vooruitgang geboekt. Servië heeft een belangrijke stap gezet om de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht te versterken met de goedkeuring van relevante grondwetswijzigingen in februari 2022, samen met de constitutionele wet waarin de stappen en termijnen voor de uitvoering ervan zijn vastgelegd. De Commissie van Venetië werd tijdens het opstellen tweemaal geraadpleegd. Zij oordeelde dat het proces van openbare raadplegingen voldoende inclusief en transparant was. De meeste van de specifieke aanbevelingen van de Commissie van Venetië werden opgevolgd. In de wijzigingen wordt bepaald dat alle rechterlijke benoemingen (met uitzondering van de toekomstige hoogste aanklager) behoren tot de bevoegdheid van de toekomstige Hoge Raad van Justitie of de Hoge Raad van aanklagers, hetgeen meer waarborgen biedt tegen politieke inmenging. Om de grondwetswijzigingen te kunnen uitvoeren, moet als volgende stap de desbetreffende uitvoeringswetgeving worden vastgesteld. Op grond van de constitutionele wet moet deze wetgeving binnen één jaar worden goedgekeurd voor justitiële wetgeving en binnen twee jaar voor de aanpassing van alle overige relevante wetgeving. In april 2022 zijn twee werkgroepen van deskundigen (een voor aanklagers, een voor rechtbanken) opgericht die belast zijn met het opstellen van de uitvoeringswetgeving. In september 2022 werd een eerste pakket justitiële wetgeving afgerond en met de Commissie van Venetië gedeeld voor advies. In december 2021 werden de nieuwe personeelsbeleidsstrategie en het bijbehorende actieplan goedgekeurd. Zij worden nog niet uitgevoerd.

Servië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. In het algemeen is tijdens de verslagperiode enige vooruitgang geboekt, onder meer met betrekking tot de aanbevelingen van vorig jaar. De aanbeveling inzake de preventie van corruptie is verder uitgevoerd en de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco) van de Raad van Europa concludeerde in maart 2022 dat met de vaststelling van wijzigingen van de wet inzake de preventie van corruptie de eerder vastgestelde tekortkomingen waren aangepakt en dat dit afdoende was voor het versterken van het kader gericht op het voorkomen en bestrijden van belangenconflicten van leden van het parlement, rechters en aanklagers. Servië moet nog een nieuwe anticorruptiestrategie en bijbehorend actieplan opstellen, en een doeltreffend coördinatiemechanisme opzetten om de beleidsdoelstellingen inzake preventie en repressie te operationaliseren en corruptie grondig aan te pakken. Het aantal aanklachten en veroordelingen in eerste aanleg voor corruptiezaken op hoog niveau is licht gestegen. Servië moet de preventie en repressie van corruptie opvoeren. Het land moet met name het aantal definitieve confiscaties van vermogensbestanddelen in verband met die zaken verhogen. In de sectoren die het meest kwetsbaar zijn voor corruptie zijn gerichte risicobeoordelingen en specifieke maatregelen nodig.

Op het gebied van de strijd tegen de organiseerde misdaad is Servië enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt. Het aantal nieuwe onderzoeken en definitieve veroordelingen nam in 2021 toe ten opzichte van 2020, maar het aantal aanklachten en veroordelingen in eerste aanleg nam af. Het aantal zaken waarbij wordt overgegaan tot inbeslagneming en definitieve confiscatie van vermogensbestanddelen is nog steeds beperkt. Ruimere confiscatie wordt nog niet systematisch toegepast. Het inzicht en de onderzoeksbenadering zijn echter verbeterd, wat moet leiden tot betere resultaten in de toekomst. Servië moet van een aanpak per geval overstappen op een strategie ter bestrijding van criminele organisaties en focussen op geruchtmakende zaken in plaats van op zaken van gering of middelgroot belang, met het oog op het ontmantelen van grote, internationaal verspreide organisaties en het in beslag nemen van vermogensbestanddelen.

Het wettelijke en institutionele kader van Servië voor de eerbiediging van de grondrechten is over het algemeen voorhanden. Servië heeft nieuwe strategieën goedgekeurd inzake antidiscriminatie en de integratie van de Roma, alsook actieplannen inzake gendergelijkheid en de integratie van de Roma. Actieplannen, en de bijbehorende financiering, op andere gebieden moesten in juli 2021 (geweld tegen vrouwen) en april 2022 (antidiscriminatie; de-institutionalisering) worden ingediend en zijn vertraagd. Er zijn meer inspanningen nodig om te voldoen aan de wet inzake het planningssysteem, op grond waarvan actieplannen binnen drie maanden na de goedkeuring van de gerelateerde strategieën moeten worden vastgesteld. Servië moet mensenrechteninstellingen versterken door de nodige financiële en personele middelen toe te wijzen en door procedures op te zetten om te zorgen voor de naleving van de maatregelen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, met inbegrip van voorlopige maatregelen. In september 2022 werd EuroPride voor het eerst gehouden in de Westelijke Balkan, in Belgrado. De EuroPride-route werd verboden en het was tot het allerlaatste moment onzeker of de optocht door kon gaan. Volgens de autoriteiten was hun besluit gebaseerd op veiligheidsproblemen in verband met bedreigingen door extreemrechtse groeperingen. Ook werden een demonstratie tegen EuroPride en een antiwesterse demonstratie verboden. Uiteindelijk vond er op 17 september 2022 een optocht plaats via een kortere route en zonder grote incidenten. Hoewel een groot aantal rechtshandhavers bescherming bood, werden enkele gevallen van geweld tegen de deelnemers gemeld. De periode voorafgaand aan de optocht werd gekenmerkt door juridische en politieke onzekerheid. De mededelingen van de autoriteiten waren tegenstrijdig, met aankondigingen op hoog niveau dat de optocht helemaal zou worden verboden en vervolgens de uitvaardiging van een verbod op de route van de optocht door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Andere hooggeplaatste politici spraken de EuroPride-mensenrechtenconferentie toe en hielden een receptie voorafgaand aan de optocht. Terwijl de autoriteiten contacten onderhielden met de organisatoren om tot een oplossing te komen, lieten zij zich niet uit over het doorgaan van de optocht zonder officiële vergunning.

Wat betreft de vrijheid van meningsuiting is tijdens de verslagperiode geen vooruitgang geboekt. De twee werkgroepen inzake de veiligheid van journalisten bleven bijeenkomen. In diverse gevallen van aanvallen en bedreiging hebben de politie en het openbaar ministerie snel gereageerd, mede dankzij de door die groepen vergemakkelijkte coördinatie. Gevallen van bedreiging en geweld tegen journalisten blijven echter een punt van zorg en het algemene klimaat voor de onbelemmerde uitoefening van de vrijheid van meningsuiting moet in de praktijk nog verder worden versterkt. Bij de uitvoering van de mediastrategie loopt de vertraging op, wat zelfs gevolgen heeft voor de belangrijkste maatregelen zoals het wijzigen van de wet inzake openbare informatie en media en de wet inzake de elektronische media. In juli 2022 heeft het regelgevend orgaan voor de elektronische media (REM) de vier nationale frequenties voor een periode van acht jaar toegewezen aan dezelfde televisiekanalen als in de vorige periode, gedurende welke zij allemaal waarschuwingen van het REM hadden gekregen vanwege niet-nakoming van hun wettelijke verplichtingen. Een oproep voor een vijfde licentie werd in augustus 2022 gepubliceerd; de procedure moet op transparante wijze worden afgehandeld, met inachtneming van het beginsel van mediapluriformiteit in de richtlijn audiovisuele mediadiensten. Het ODIHR stelde in zijn eindverslag van 19 augustus 2022 over de verkiezingen van april dat “de nationale publieke omroepen onpartijdig verslag hadden gedaan van de campagneactiviteiten van alle deelnemers, maar veel kritiekloze nieuwsberichten wijdden aan ambtenaren die tevens kandidaat waren. Particuliere omroepen met een nationaal bereik presenteerden de verkiezingscampagne zonder betekenisvolle redactionele bijdrage en spitsten hun berichtgeving toe op staatsambtenaren.” Het ODIHR stelde ook vast dat “het REM zich in de campagneperiode over het algemeen passief opstelde, ondanks zijn mandaat om toezicht te houden op de omroepen.”

Wat betreft de economische criteria, is Servië redelijk tot goed voorbereid en heeft het land enige vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van een functionerende markteconomie. Na een relatief lichte krimp in 2020 heeft de Servische economie zich in 2021 krachtig hersteld, gevolgd door enige groeivertraging in de eerste helft van 2022. Na een afname in 2020 begon de externe onevenwichtigheid in de tweede helft van 2021 toe te nemen, met name als gevolg van omvangrijke energie-invoer. De consumentenprijsinflatie steeg fors in de tweede helft van 2021, hoofdzakelijk door de energie- en voedselprijzen, als gevolg waarvan de centrale bank zijn beleid aanscherpte. De stabiliteit van de banksector werd gehandhaafd en de groei van de kredietverlening bleef robuust, ondanks de geleidelijke afschaffing van liquiditeitsverhogende maatregelen. Het economisch herstel en de vermindering van budgettaire steunmaatregelen hebben bijgedragen tot een aanzienlijke verbetering van de begrotingsbalans in 2021, ondanks een verdere stijging van de kapitaaluitgaven. Een lichte stijging van de werkloosheid in 2021 weerspiegelde met name een toenemende arbeidsmarktparticipatie als onderdeel van het herstel na de COVID-19-crisis.

Er is enige vooruitgang geboekt met de hervormingen van de belastingadministratie en de privatisering van staatsbedrijven. Andere belangrijke structurele hervormingen van het openbaar bestuur en van het bestuur van staatsbedrijven bleven echter langzaam vorderen, waardoor reeds lang bestaande inefficiënties voortduren en de fiscale druk toeneemt. Er is geen vooruitgang geboekt met de aanscherping van de begrotingsregels om het begrotingsbeleid te verankeren. De overheid behoudt een stevige greep op de economie, en de particuliere sector is onderontwikkeld en wordt gehinderd door zwakke punten in de rechtsstaat, meer bepaald corruptie en inefficiëntie in het gerechtelijke apparaat, en in de handhaving van eerlijke concurrentie. De aanbevelingen van vorig jaar zijn gedeeltelijk uitgevoerd.

Servië is redelijk voorbereid en heeft enige vooruitgang geboekt bij het omgaan met de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU. De structuur van de economie verbeterde verder en de economische integratie met de EU bleef sterk. Ondanks enige vooruitgang voldoen de kwaliteit en de relevantie van onderwijs en opleiding evenwel niet volledig aan de behoeften van de arbeidsmarkt. De overheidsinvesteringen zijn blijven toenemen met de bedoeling om na jaren van onderinvestering ernstige leemten in de infrastructuur aan te pakken. Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) hebben nog steeds te kampen met een aantal problemen, waaronder een ongelijk speelveld ten opzichte van grote ondernemingen en buitenlandse investeerders. De aanbevelingen van vorig jaar zijn gedeeltelijk uitgevoerd.

Wat betreft goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking, bleef Servië zich in het algemeen inzetten voor het verbeteren van de bilaterale betrekkingen met andere kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten en naburige EU-lidstaten. De betrekkingen met Kroatië staan echter steeds meer onder druk, met incidenteel politieke onenigheid. De betrekkingen met Montenegro blijven een uitdaging vormen, maar beide partijen geven blijk van een grotere bereidheid om de betrekkingen te herstellen en te streven naar het aanpakken van openstaande kwesties. Over het algemeen neemt Servië actief deel aan regionale samenwerking.

De door de EU gefaciliteerde dialoog over de normalisering van de betrekkingen met Kosovo is gedurende de hele verslagperiode voortgezet met regelmatige maandelijkse bijeenkomsten op het niveau van de hoofdonderhandelaars en een bijeenkomst op hoog niveau in Brussel op 18 augustus 2022. Er is nog geen verdere concrete vooruitgang geboekt bij de onderhandelingen over de omvattende en wettelijk bindende normalisatie-overeenkomst, terwijl president Vučić en minister-president Kurti tijdens de bijeenkomst op hoog niveau instemden met regelmatige bijeenkomsten op het niveau van de leiders om de onderhandelingen verder te brengen. Kosovo en Servië worden er nu toe aangespoord om constructief samen te werken en zonder verdere vertraging vooruitgang te boeken bij de onderhandelingen over de omvattende en wettelijk bindende normalisatie-overeenkomst. Het bereiken van een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours.

Wat betreft het vermogen van Servië om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap na te komen, is het land op vele gebieden blijven werken aan de aanpassing aan het EU-acquis, met name wat betreft vennootschapsrecht, intellectuele-eigendomsrechten, onderzoek en innovatie en financiële controle.

De cluster interne markt is cruciaal voor de voorbereidingen van Servië op de eisen van de interne markt van de EU en van groot belang voor vroegtijdige integratie en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt. Er is vooruitgang geboekt op verschillende gebieden binnen de cluster, met name met betrekking tot de aanpassing van het vennootschapsrecht; het vrije verkeer van werknemers door de coördinatie van socialezekerheidsstelsels; en de aanpassing van de wetgeving inzake het vrije verkeer van goederen.

De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei houdt nauw verband met het economische hervormingsprogramma van Servië. Er is vooruitgang geboekt op enkele gebieden die onder deze cluster vallen, met name: sociaal beleid en werkgelegenheid door stappen in de richting van de invoering van de jongerengarantie; economisch en monetair beleid door verbeteringen van het begrotingsproces; ondernemings- en industrieel beleid door een actieplan voor de strategie inzake staatseigendom en het beheer van bedrijfsentiteiten die eigendom zijn van de Republiek Servië, en de oprichting van het portaal voor elektronische raadpleging; wetenschappelijke en technologische ontwikkeling door de nieuwe strategie voor de ontwikkeling van een ecosysteem voor startende bedrijven; en onderwijs door maatregelen om ervoor te zorgen dat het kwaliteitsborgingssysteem in het hoger onderwijs in overeenstemming is met de aanbevelingen van de Europese Vereniging voor kwaliteitszorg in het hoger onderwijs (ENQA).

De cluster groene agenda en duurzame connectiviteit vormt de kern van de groene agenda voor de Westelijke Balkan 1 en is nauw verbonden met het economische hervormingsprogramma van Servië en het economisch en investeringsplan van de Commissie 2 . De cluster en alle daarmee verband houdende hoofdstukken zijn in december 2021 geopend, nadat Servië aan de resterende eisen had voldaan, te weten de goedkeuring van actieplannen inzake olievoorraden en inzake de ontvlechting van de gassector. Er is over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt met uitzondering van de trans-Europese vervoersnetwerken, waarbij Servië vooruitgang heeft geboekt bij de verbetering van de infrastructuur en is begonnen met werkzaamheden aan de gasinterconnector tussen Servië en Bulgarije, een strategisch zeer belangrijk project voor Servië en Europa. 

De cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie omvat beleidsmaatregelen die verband houden met de structuurfondsen van de EU om de capaciteit te ontwikkelen om de verantwoordelijkheden van een toekomstige EU-lidstaat op zich te nemen. De cluster omvat ook enkele van de belangrijkste beleidsterreinen die van cruciaal belang zijn voor het waarborgen van duurzame voedselsystemen en het helpen van plattelandsgemeenschappen om zich economisch te ontwikkelen en te diversifiëren. Twee van de vijf hoofdstukken zijn geopend (de hoofdstukken 13 en 33), met voor elk hoofdstuk afsluitende benchmarks waaraan nog moet worden voldaan. De Commissie heeft geoordeeld dat voor de hoofdstukken 11 en 22 aan de benchmarks voor opening is voldaan, terwijl Servië voor hoofdstuk 12 nog aan de drie benchmarks voor opening moet voldoen. Er is beperkte vooruitgang geboekt op enkele gebieden, bv. de indiening van het Ipard III-programma voor 2021-2027; de vaststelling en uitvoering van de wet inzake gewasbeschermingsmiddelen; de indeling van levensmiddeleninrichtingen en inrichtingen die dierlijke bijproducten hanteren; financiële en budgettaire bepalingen met betrekking tot de onderliggende beleidsterreinen die van invloed zijn op de correcte werking van het stelsel van eigen middelen; en regionaal beleid op het gebied van financieel beheer.

Wat de cluster externe betrekkingen betreft, moet Servië zijn toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie nog afronden, wat een van de benchmarks is voor opening van hoofdstuk 30. Servië moet ook afzien van de invoering van eenzijdige handelsbeperkingen zonder voorafgaande raadpleging van de Commissie, overeenkomstig zijn verplichtingen krachtens de stabiliteits- en associatieovereenkomst. Na de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde agressie van Rusland tegen Oekraïne plaatste Servië zich niet op één lijn met de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland en de meeste verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU over deze kwestie. De mate van aanpassing van Servië aan de desbetreffende verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU en de Raad daalde derhalve van 64 % in 2021 tot 45 % in augustus 2022. Een aantal acties en verklaringen van Servië was in strijd met de EU-standpunten inzake buitenlands beleid. Van Servië wordt verwacht dat het land in de eerste plaats zijn verbintenissen nakomt en zich geleidelijk aanpast aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, met inbegrip van de beperkende maatregelen van de EU, overeenkomstig het onderhandelingskader tussen de EU en Servië.

Servië bleef een bijdrage leveren tot het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door doeltreffend samen te werken met zijn buurlanden en de EU-lidstaten. De inspanningen om onderdak te bieden aan grote aantallen onderdanen van derde landen werden voortgezet, met steun van de EU. Servië besloot op 17 maart 2022 om voor de oorlog van Rusland tegen Oekraïne gevluchte Oekraïense onderdanen één jaar tijdelijke bescherming te bieden. Ook is Servië de strategie voor geïntegreerd grensbeheer en het bijbehorende actieplan doeltreffend blijven uitvoeren. Servië heeft geen stappen gezet voor aanpassing in overeenstemming met de EU-lijst van derde landen met visumplicht, met name met de derde landen waar sprake is van illegale migratie of die een veiligheidsrisico voor de EU vormen, zoals aanbevolen in het verslag van de Commissie van augustus 2021 over het opschortingsmechanisme voor de vrijstelling van de visumplicht.

Noord-Macedonië

De verslagperiode werd gekenmerkt door intensieve inspanningen die ertoe hebben geleid dat de toetredingsonderhandelingen zijn begonnen. Met de eerste intergouvernementele conferentie in juli 2022, een historisch moment, is voor Noord-Macedonië een nieuwe fase aangebroken in het EU-toetredingsproces. Hiermee werd duidelijk erkend dat Noord-Macedonië vastbesloten is om EU-gerelateerde hervormingen door te voeren.

Wat de politieke criteria betreft, heeft Noord-Macedonië zijn inspanningen ter versterking van de democratie en de rechtsstaat voortgezet, ondanks enkele problemen. Het land geeft blijk van zijn inzet om resultaten te blijven boeken op de belangrijkste gebieden van de fundamentele kwesties. In oktober 2021 vonden lokale verkiezingen plaats. Het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) oordeelde dat daaraan meerdere partijen deelnamen en dat de fundamentele vrijheden goed werden geëerbiedigd. Tijdens de verslagperiode is echter beperkte vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de openstaande aanbevelingen van het OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië. Zoals in de vorige verslagen reeds is vermeld, moet de kieswetgeving uitgebreid worden herzien om de bestaande inconsistenties aan te pakken en moeten de desbetreffende wetten tijdig en op inclusieve en transparante wijze worden vastgesteld, ruim voor de volgende verkiezingen. In dit verband moeten de autoriteiten hun inspanningen opvoeren en de politieke wil tonen om het verkiezingsproces verder te verbeteren.

De werkzaamheden van het parlement werden verstoord door politieke polarisatie, waardoor de vaststelling van veel wetteksten vertraging opliep. Na heftige debatten heeft het parlement conclusies aangenomen over het voorstel waarmee de weg werd vrijgemaakt voor de opening van de toetredingsonderhandelingen. Het parlement moet een actieve en positieve rol spelen bij de onderhandelingen over toetreding tot de EU. In de eerste plaats zijn er gezamenlijke en onmiddellijke inspanningen van alle partijen nodig om de rol van het parlement als forum voor een constructieve politieke dialoog, met name over de hervormingsagenda van de EU, te versterken. Het parlement en de regering hebben toegezegd prioriteit te geven aan het initiëren en doorvoeren van de relevante grondwetswijzigingen, teneinde in de grondwet burgers op te nemen die binnen de grenzen van de staat wonen. Een goede planning en goed overleg zijn noodzakelijk om het gebruik van versnelde procedures te beperken, zodat doeltreffende controle van en overleg over de wetgeving mogelijk worden gemaakt. Er moet regelmatiger toezicht op de uitvoerende macht worden gehouden door middel van parlementaire vragen aan ministers. De voorstellen voor een interne hervorming van het parlement, waarover tijdens de derde ronde van de Jean Monnet-dialoog begin 2020 overeenstemming is bereikt, moeten zonder verdere vertraging worden uitgevoerd. De strafrechtelijke aansprakelijkheid van degenen die het geweld tijdens de aanval op het parlement op 27 april 2017 hebben georkestreerd of gepleegd, werd verder vastgesteld, onder meer door middel van vonnissen in tweede aanleg. De regering is blijven werken aan de EU-hervormingsagenda en aan het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-pandemie en van de oorlog in Oekraïne. Er zijn resolute inspanningen nodig om een impuls te geven aan de hervormingen en vooruitgang te boeken bij de onderhandelingen over toetreding tot de EU. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de doeltreffende uitvoering van bestaande wetgeving in plaats van ad-hocinitiatieven te lanceren. De interetnische betrekkingen bleven stabiel en de kaderovereenkomst van Ohrid werd verder uitgevoerd.

Maatschappelijke organisaties blijven opereren in een gunstig klimaat, onder meer met de goedkeuring van de strategie inzake samenwerking met en ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld 2022-2024. Het maatschappelijk middenveld bleef een belangrijke rol vervullen bij de besluitvorming en bij het toezicht op de activiteiten van de staat. Er zijn echter inspanningen nodig om de transparantie bij de beleidsvorming en de inclusiviteit van raadplegingsprocessen te verbeteren. De wettelijke en financiële kaders moeten nog worden verbeterd en in de praktijk worden toegepast.

Noord-Macedonië heeft een grootschalige hervorming van zijn inlichtingendiensten doorgevoerd. Het land moet zijn capaciteit voor parlementair toezicht op de inlichtingendiensten echter versterken.

Noord-Macedonië blijft redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Het land heeft beperkte vooruitgang geboekt bij het uitvoeren van de aanbevelingen van vorig jaar. Het heeft het nieuwe hervormingsprogramma voor het beheer van de overheidsfinanciën 2022-2025 goedgekeurd. De vaststelling van de wetgeving inzake de organisatie en werking van overheidsinstanties en het nieuwe wettelijke kader inzake personeelsbeheer (herziening van de wet op de ambtenaren en de wet op het overheidspersoneel, en een nieuwe wet inzake topmanagementdiensten) hebben echter vertraging opgelopen. Het nieuwe kader heeft als doel het personeelsbeheer in de hele administratie te verbeteren en meer zekerheid te bieden voor aanwerving, bevordering en ontslag op basis van verdienste, ook op hogere bestuursniveaus. In september 2022 is de nieuwe organieke begrotingswet vastgesteld. De staatscommissie voor de preventie van corruptie heeft nepotisme, vriendjespolitiek en politieke beïnvloeding bij de aanwerving van werknemers in de overheidssector en bij de benoeming van leden van raden van toezicht en raden van bestuur, proactief aangepakt.

Wat het justitiële stelsel betreft, is Noord-Macedonië enigszins/redelijk voorbereid. Er is enige vooruitgang geboekt op het gebied van de rechterlijke macht, door de gestage uitvoering van de strategie voor justitiële hervorming, waarbij de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en de deskundigengroep op hoog niveau inzake structurele rechtsstatelijke problemen werden opgevolgd. Er is begonnen met de voorbereiding van een nieuwe strategie voor de hervorming van de rechterlijke macht, waarin aandacht wordt besteed aan de lessen uit het verleden. De uitvoering van het geactualiseerde actieplan inzake de strategie voor justitiële hervorming is voortgezet, maar moet systematischer worden. De rechterlijke macht heeft laten zien zich in te zetten voor de bescherming van zijn integriteit en onafhankelijkheid. De personeelsstrategieën voor de rechterlijke macht en het openbaar ministerie moeten sneller worden uitgevoerd. De rechterlijke instanties hebben de nieuwe regels voor de benoeming, bevordering, bestraffing en het ontslag van rechters en aanklagers consequent toegepast. Bevorderingen bij de hogere rechtbanken liepen vertraging op en door geplande pensioneringen nam het aantal rechters en aanklagers verder af. De Raad van Justitie en de Raad van openbaar aanklagers zetten de uitvoering van de strategische plannen voort. In elk nieuw wetsontwerp inzake de academie voor rechters en openbaar aanklagers moet de academie als enig toegangspunt tot de rechterlijke macht en het openbaar ministerie worden gehandhaafd en moet worden gewaarborgd dat de toegang tot deze beroepen eerlijk en transparant is. Er is gewerkt aan de verbetering van het softwaresysteem om de bepalingen van de wet op het beheer van de rechtszaken in praktijk te brengen met het oog op een automatische en willekeurige verdeling van zaken over de rechtbanken, via het geautomatiseerde informatiesysteem voor het beheer van rechtszaken (ACCMIS).

Het land is enigszins/redelijk voorbereid op het gebied van de preventie en bestrijding van corruptie. Er is enige vooruitgang geboekt, aangezien het land zijn prestaties op het gebied van onderzoek, vervolging en berechting van verschillende corruptiezaken, onder meer op hoog niveau, is blijven consolideren. De door het voormalige speciaal openbaar ministerie (SPO) ingeleide zaken bleven vorderen, waardoor de aansprakelijkheid voor de illegale afluisteringen werd vastgesteld. Een aantal zaken was het voorwerp van uitspraken in eerste aanleg. Overeenkomstig de aanbevelingen van vorig jaar heeft de staatscommissie voor preventie van corruptie (SCPC) openbare instellingen proactief beleidsrichtsnoeren over corruptiepreventie verschaft en heeft zij verscheidene zaken geopend, onder meer tegen hoge ambtenaren. De conclusies van haar regelmatige verslagen moeten volledig worden opgevolgd. De inspanningen om de werking van de SCPC te verbeteren, moeten worden voortgezet en er moeten verdere financiële en personele middelen worden toegewezen. Er moeten extra personele en financiële middelen ter beschikking worden gesteld aan het openbaar ministerie, onderzoekscentra en rechtshandhavingseenheden die belast zijn met het onderzoek naar corruptie. De sectoren die het meest kwetsbaar zijn voor corruptie, vereisen gerichte risicobeoordelingen en specifieke actie.

Noord-Macedonië is enigszins voorbereid op het gebied van de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het land heeft enige vooruitgang geboekt, hoofdzakelijk bij de operationele samenwerking met internationale partners, alsook bij het verbeteren van de coördinatie van activiteiten ter bestrijding van de georganiseerde misdaad. Er moet meer worden gedaan om de doeltreffendheid van de rechtshandhaving bij de bestrijding van specifieke vormen van criminaliteit, zoals witwassen en financiële misdrijven, te verbeteren. De onderzoekscentra bij het basis openbaar ministerie moeten worden versterkt om hun doelstellingen van efficiëntere onderzoeken en betere coördinatie tussen aanklagers, de politie en andere betrokken organen te verwezenlijken.

Er is enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van terrorisme en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme, overeenkomstig de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan en de bilaterale uitvoeringsovereenkomst. In 2021 is een nationale strategie tegen witwassen en financiering van terrorisme (2021-2023) vastgesteld. De werkzaamheden voor de re-integratie en resocialisatie van terugkeerders en voor deradicalisering in gevangenissen moeten worden voortgezet.

Het rechtskader voor de bescherming van de grondrechten is grotendeels in overeenstemming met de Europese normen. Bij het de-institutionaliseringsproces wordt vooruitgang geboekt met de overplaatsing van personen met een handicap naar niet-institutionele zorg. Het Ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid blijft investeren in collectieve diensten, onder meer om slachtoffers van gendergerelateerd geweld te ondersteunen. Het is vooral van belang om alle bepalingen van de wet inzake preventie van en bescherming tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te voeren. Voortdurende verbeteringen zijn merkbaar op het gebied van gendermainstreaming en de eerbiediging van vrouwenrechten. De aanbevelingen van het Europees Comité inzake de voorkoming van folteringen met betrekking tot de behandeling van gedetineerden en veroordeelden werden onvoldoende opgevolgd. De uitvoering van de wetgeving inzake haatzaaiende uitlatingen en van het nationale actieplan voor de uitvoering van de bepalingen van het Verdrag van Istanbul moet worden verbeterd. Het mechanisme voor civiel extern toezicht op de politie is nog steeds niet volledig operationeel en het ontbreekt aan vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

Noord-Macedonië is enigszins/redelijk voorbereid op het gebied van de vrijheid van meningsuiting. Over het algemeen heeft het land tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de vorige aanbevelingen. De algemene context is gunstig voor de vrijheid van de media en maakt kritische berichtgeving mogelijk, hoewel er tijdens de lokale verkiezingen van 2021 sprake was van spanningen. De inspanningen op het gebied van zelfregulering van de media moeten worden hervat en moeten praktische resultaten opleveren bij de bevordering van professionele journalistieke normen. Er is meer transparantie nodig met betrekking tot reclame in de media door overheidsinstellingen en politieke partijen. De autoriteiten moeten hun inspanningen opvoeren om de publieke omroep te hervormen en aldus zijn onafhankelijkheid, professionele normen en financiële duurzaamheid te waarborgen. Het hervormingsproces van de publieke omroep, overeenkomstig zijn vijfjarige ontwikkelingsstrategie, wordt belemmerd door vertragingen bij de benoeming van de leden van zijn programmaraad. De raad van bestuur van het agentschap voor audio- en audiovisuele mediadiensten moet nog worden benoemd. De kwestie van de arbeidsrechten van journalisten moet nog worden behandeld.

Wat regionale samenwerking betreft, blijft het land goede betrekkingen onderhouden met andere uitbreidingslanden en bleef het actief deelnemen aan regionale initiatieven. De bestaande bilaterale overeenkomsten, waaronder de Prespa-overeenkomst tussen Noord-Macedonië en Griekenland en het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.

Wat betreft de economische criteria, heeft Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt en heeft het land een goede mate van voorbereiding bereikt op het gebied van de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. In 2021 herstelde de economie zich grotendeels van de COVID-19-pandemie. De regering is doorgegaan met de uitvoering van budgettaire steunmaatregelen om bij te dragen tot het herstel. Mede door de weer toenemende belastinginkomsten daalde het begrotingstekort tot 5,4 % van het bbp in 2021, terwijl de schuldniveaus stabiliseerden nadat deze in 2020 aanzienlijk waren gestegen. Met de snellere stijging van de voedsel- en energieprijzen begin 2022 heeft de regering een nieuwe reeks budgettaire maatregelen goedgekeurd om de negatieve gevolgen voor de economie te beperken, maar de budgettaire maatregelen hadden doelgerichter kunnen zijn. De centrale bank heeft zijn beleid aangescherpt met het oog op toenemende inflatiedruk. Belangrijke beleidshervormingen om de budgettaire governance en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren, zijn tot stilstand gekomen. Na veel vertraging heeft het parlement medio september de nieuwe organieke begrotingswet, die voorziet in budgettaire regels en een begrotingsraad, vastgesteld. Het beheer van overheidsinvesteringen moet verder worden verbeterd. De banksector bleef gezond. In 2021 zijn de regelgevingsmaatregelen ter versoepeling van de kredietvoorwaarden afgebouwd. Het bedrijfsklimaat wordt nog steeds gehinderd door de grote omvang van de informele economie en door de langzame vooruitgang bij het stroomlijnen van de parafiscale lasten.

Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De integratie met de EU op het gebied van handel en investeringen bleef in 2021 op een hoog niveau, ondanks lockdowns en verstoringen van toeleveringsketens in het eigen land en bij de handelspartners. Het aandeel hoogwaardige producten in de uitvoer nam verder toe. Beroepsonderwijs en -opleiding werden verder verbeterd, maar er blijven grote tekorten bestaan aan vaardigheden waar op de arbeidsmarkt behoefte aan is, hetgeen leidt tot een lange overgang van school naar werk. Deze kwesties, alsook grote hiaten in de vervoers- en energie-infrastructuur, lage investeringen en uitgaven voor innovatie zijn een rem op het groeipotentieel van het land. De digitalisering van de economie vordert, maar het concurrentievermogen van nationale bedrijven kan worden verbeterd door een ruimer aanbod van openbare e-diensten.

Wat betreft zijn vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, is Noord-Macedonië redelijk voorbereid op de meeste gebieden die onder cluster 2 inzake de interne markt vallen, namelijk het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal, intellectuele eigendom, mededingingsbeleid, financiële diensten en consumenten- en gezondheidsbescherming. Het land is goed voorbereid op het gebied van het vennootschapsrecht, hoewel het zich nog in een beginstadium bevindt op het gebied van het vrije verkeer van werknemers. In de verslagperiode heeft Noord-Macedonië goede vooruitgang geboekt op het gebied van vrij verkeer van kapitaal en enige vooruitgang op het gebied van vennootschapsrecht en financiële diensten. Er is geen vooruitgang geboekt op het gebied van het mededingingsbeleid. Over het algemeen is er in het komende jaar meer vooruitgang nodig op de gebieden die onder deze cluster vallen, aangezien daarmee rekening wordt gehouden bij de voorbereidingen van Noord-Macedonië om te voldoen aan de eisen van de interne markt van de EU. De werkzaamheden voor deze cluster zijn van groot belang voor de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt.

Over het algemeen is Noord-Macedonië redelijk voorbereid op de meeste gebieden van cluster 3 inzake concurrentievermogen en inclusieve groei, onder meer op het gebied van de digitale transformatie en de media, belastingen, ondernemings- en industrieel beleid, onderwijs en cultuur, en economisch en monetair beleid. Het land is goed voorbereid op het gebied van wetenschap en onderzoek en op het gebied van de douane-unie. Op de meeste gebieden die onder deze cluster vallen, werd enige vooruitgang geboekt. Er is goede vooruitgang geboekt op het gebied van economisch en monetair beleid, na de vaststelling van de nieuwe organieke begrotingswet in september 2022. Er zijn echter meer inspanningen nodig, met name op gebieden waar beperkte vooruitgang is geboekt, zoals de digitale transformatie en de media, en onderwijs en cultuur.

Wat cluster 4 inzake de groene agenda en duurzame connectiviteit betreft, is Noord-Macedonië goed voorbereid op het gebied van trans-Europese netwerken. Het land is redelijk voorbereid op het gebied van vervoersbeleid en energie, en heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van milieu en klimaatverandering. Enige vooruitgang is geboekt op het gebied van milieu en klimaatverandering. Er zijn aanzienlijke inspanningen nodig op de gebieden waar beperkte vooruitgang werd geboekt, zoals energie, het vervoersbeleid en trans-Europese netwerken. Het land moet in de komende periode de uitvoering van het economisch en investeringsplan en van de groene agenda voor de Westelijke Balkan versnellen.

Noord-Macedonië is op de meeste gebieden van cluster 5 inzake hulpbronnen, landbouw en cohesie redelijk voorbereid. Het land is goed voorbereid op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid en bevindt zich in een beginstadium van voorbereiding wat betreft de financiële en budgettaire bepalingen. Tijdens de verslagperiode is enige vooruitgang geboekt op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling en op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid. Er zijn echter verdere inspanningen nodig, met name op gebieden waar weinig of geen vooruitgang is geboekt, zoals visserij en financiële en budgettaire bepalingen, en op het gebied van het regionale beleid en de coördinatie van de structuurinstrumenten.

Wat cluster 6 inzake externe betrekkingen betreft, is Noord-Macedonië redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen en goed voorbereid met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Het land heeft tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van het gemeenschappelijk handelsbeleid. Noord-Macedonië heeft zeer goede vooruitgang geboekt door zich volledig aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU aan te passen, naar aanleiding van de agressie van Rusland tegen Oekraïne. Zo heeft Noord-Macedonië laten zien dat het een betrouwbare partner kan zijn.

Noord-Macedonië blijft een van de belangrijkste transitroutes voor migratiebewegingen. Het land blijft een constructieve rol spelen bij het beheer van gemengde migratiestromen. Het land werkt doeltreffend samen met de buurlanden en de EU-lidstaten, onder meer met uitgezonden functionarissen van de EU-lidstaten ter plaatse. Er zijn verder inspanningen geleverd om te zorgen voor basislevensomstandigheden en elementaire voorzieningen voor alle migranten die in het land verblijven. De registratie van migranten en adequate profilering volgens beschermingsbehoeften blijven een prioriteit en moeten systematischer worden uitgevoerd. In augustus 2022 heeft de Commissie onderhandeld over een statusovereenkomst met Noord-Macedonië die het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) de mogelijkheid biedt om het permanent korps van de Europese grens- en kustwacht in het land in te zetten. Naar verwachting zal de overeenkomst voor het einde van het jaar worden ondertekend. Het land moet een meer systematische aanpak hanteren bij de bestrijding van migrantensmokkel.

Albanië

Wat de politieke criteria betreft, hebben in de nieuwe legislatuur, die het resultaat is van de verkiezingen van 2021 die werden gehouden na het partij-overschrijdende akkoord van 5 juni 2020, de gekozen leden van de grootste oppositiepartijen zitting genomen in het parlement. Het parlement heeft de nieuwe president van de republiek gekozen. Interne conflicten binnen de grootste oppositiepartij (DP) hebben invloed gehad op de gang van zaken in het parlement. Met betrekking tot EU-gerichte hervormingen heeft het parlement een in de tijd beperkte grondwettelijke verlenging van het mandaat van de doorlichtingsinstanties en negen wetten voor de aanpassing aan het EU-acquis aangenomen. De regering bleef zich richten op hervormingen in verband met het EU-parcours van het land en heeft haar coördinatiestructuur voor de integratie in de EU versterkt, maar zij moet de hervormingsagenda van de EU verder bevorderen, samen met de oppositie en alle geledingen van de samenleving. De oprichting van verschillende overheidsinstanties rond de diensten van de minister-president, zonder alomvattend sturend kader en zonder systematische aandacht voor toezicht en rapportagelijnen, roept vragen op in verband met de normen inzake openbaar bestuur. Er moet nog een nieuwe strategie voor decentralisering na 2022 worden aangenomen en voorafgaande raadpleging op lokaal niveau is van essentieel belang. Ondanks verbeteringen op het gebied van financiering is er beperkte vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het stappenplan voor het scheppen van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld.

Albanië is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Het land heeft beperkte vooruitgang geboekt bij het versterken van de capaciteit in vakministeries om effectbeoordelingen van regelgeving uit te voeren en openbare raadplegingen te houden. Het is begonnen met de voorbereidingen voor de salarishervorming en heeft het geautomatiseerde loonsysteem uitgebreid. De uitvoering van de hervormingsstrategieën voor het openbaar bestuur voor 2015-2022 en voor het beheer van de overheidsfinanciën voor 2014-2022 werd voortgezet. De IT-systemen voor geïntegreerde planning zijn nog niet volledig operationeel. Er werden echter nog steeds aan ministeries ondergeschikte organen (agentschappen) opgericht zonder alomvattend sturend kader, systematische aandacht voor toezicht of duidelijke rapportagelijnen. Hierdoor werd ook het probleem nog verergerd van taken die niet aan ambtenaren worden toevertrouwd, maar aan krachtens de arbeidswet ingehuurd personeel. De bepalingen inzake op verdienste gebaseerde aanwerving in de ambtenarenwet worden nog steeds volledig uitgevoerd, met name voor topfuncties. Het aantal verleende onlinediensten bleef toenemen, maar dit roept ook vragen op over billijke toegang voor burgers met beperkte digitale vaardigheden.

Wat het justitiële stelsel betreft, is Albanië redelijk voorbereid. De brede justitiële hervorming werd voortgezet, waardoor in het algemeen goede vooruitgang kon worden geboekt. In maart en september 2022 werden twee nieuwe rechters van het Grondwettelijk Hof benoemd, waardoor het vermogen van het gerecht om zijn mandaat uit te voeren, verder werd verbeterd. Er werd ook vooruitgang geboekt met het Hooggerechtshof, dat nu 15 zittende rechters telt, waardoor het voor het eerst in zes jaar de achterstand bij de afhandeling van zaken kan verminderen, kan beginnen met de eenmaking van de jurisprudentie en rechters van het Grondwettelijk Hof kan benoemen. Er worden verdere benoemingen bij het Hooggerechtshof verwacht. De doeltreffendheid van het justitiële stelsel wordt echter nog steeds negatief beïnvloed door lange procedures, een laag afhandelingspercentage en een grote achterstand bij de afhandeling van zaken. Om deze problemen aan te pakken, is er na overleg een nieuwe gerechtelijke kaart vastgesteld. Er zijn verdere inspanningen nodig om deze in te voeren en om het dossierbeheersysteem en het opleidingssysteem voor magistraten te verbeteren.

De tijdelijke herbeoordeling van alle rechters en aanklagers (de doorlichting) bleef gestaag vorderen. Onder auspiciën van de Europese Commissie bleef het internationaal monitoringbureau onafhankelijk toezicht houden op het doorlichtingsproces. Op 12 september hadden de doorlichtingsinstanties 554 zaken in eerste aanleg afgerond. Ongeveer 64 % van de tot dusver behandelde doorlichtingsdossiers leidde tot ontslag, vertrek of beëindiging van het mandaat van doorgelichte magistraten. De doorlichtingsinstanties moeten zaken waarin er aanwijzingen zijn van strafbare feiten, blijven doorverwijzen naar het openbaar ministerie.

De gespecialiseerde structuur voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (SPAK), bestaande uit het speciaal openbaar ministerie (SPO) en het Nationaal Bureau voor Onderzoek (NBI), heeft haar werkzaamheden voortgezet. Na een stijging van de begroting in 2021 beschikt het SPO nu over 17 aanklagers, loopt de wervingsprocedure voor acht financieel onderzoekers en heeft het NBI na een tweede sollicitatieronde zijn volledige operationele capaciteit van 60 onderzoekers bereikt.

Albanië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. Het land is zich blijven inspannen om zijn staat van dienst op het gebied van onderzoek, vervolging en veroordeling in de strijd tegen corruptie op te bouwen en heeft enige resultaten geboekt. Deze inspanningen moeten worden voortgezet. Meer politieke wil, verdere gestructureerde inspanningen en voldoende middelen en vaardigheden blijven evenwel noodzakelijk. Het SPAK-gerecht heeft enkele belangrijke definitieve uitspraken gedaan over hoge overheidsfunctionarissen, onder wie een voormalig minister van Binnenlandse Zaken en een voormalig procureur-generaal. Hoewel de doorlichting van de leden van de rechterlijke macht een administratief proces is, blijft dit resultaten opleveren in de strijd tegen corruptie binnen de rechterlijke macht. Binnen het Ministerie van Justitie is een nieuw directoraat algemene corruptiebestrijding in het leven geroepen. Over het algemeen blijft corruptie een ernstig punt van zorg, ondanks enige vooruitgang. Om de cultuur van straffeloosheid verder aan te pakken, blijft het een belangrijke prioriteit om het aantal definitieve veroordelingen van hoge ambtenaren te verhogen. De sectoren die het meest kwetsbaar zijn voor corruptie, vereisen gerichte risicobeoordelingen en specifieke actie.

Albanië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het land heeft enige vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de aanbevelingen van vorig jaar. Krachtige en vruchtbare samenwerking met de EU-lidstaten, Europol en Eurojust heeft tastbare resultaten opgeleverd. Albanië is zich blijven inzetten voor de bestrijding van de productie van en de illegale handel in cannabis. Er is goede vooruitgang geboekt wat betreft de inbeslagneming en confiscatie van vermogensbestanddelen in verband met de georganiseerde misdaad. Deze inspanningen moeten in de toekomst worden voortgezet. Er moeten ook verder inspanningen worden geleverd om te zorgen voor meer vervolgingen en definitieve veroordelingen, met name op hoog niveau. De bestrijding van cybercriminaliteit, mensenhandel en witwassen blijven gebieden waarop meer resultaten moeten worden geboekt. Seksueel misbruik van kinderen via het internet blijft een punt van zorg. Het land heeft gestaag vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het actieplan van de Financiële-actiegroep (FATF) ter verbetering van de doeltreffendheid op het gebied van de bestrijding van witwassen, maar Albanië staat nog steeds op de lijst van jurisdicties onder versterkt toezicht. Strafrechtelijke procedures moeten systematisch vergezeld gaan van financieel onderzoek. In december 2020 heeft Albanië een nieuwe nationale, sectoroverschrijdende strategie voor terrorismebestrijding en een bijbehorend actieplan vastgesteld.

Wat de grondrechten betreft, voldoet Albanië in grote lijnen aan de internationale mensenrechteninstrumenten en heeft het de meeste internationale verdragen inzake de bescherming van de grondrechten geratificeerd. Er is enige vooruitgang geboekt bij het gebruik van alternatieven voor detentie en met name bij de ontwikkeling van de reclasseringsdienst, die volledig operationeel blijft, ook voor jeugdige delinquenten. Albanië heeft een nieuw actieplan inzake lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, interseksuele en queer personen (LHBTIQ) goedgekeurd, dat maatregelen omvat om discriminatie tegen te gaan, de toegang tot diensten te verbeteren en goedkeuring te hechten aan de wet inzake wettelijke geslachtserkenning en aan een nationaal actieplan voor de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma en Egyptenaren. Er zijn meer inspanningen nodig om eigendomsrechten te consolideren via de registratie en digitalisering van kadastrale gegevens en de sector blijft gevoelig voor corruptie, terwijl het compensatieproces tot stilstand is gekomen. Wat de bescherming van nationale minderheden betreft, heeft Albanië een nieuwe uitvoeringswet vastgesteld waarbij een fonds wordt opgericht voor projecten van het maatschappelijk middenveld ter ondersteuning van de rechten van minderheden. De resterende uitvoeringswetgeving, onder meer inzake de vrijheid om zichzelf te identificeren als behorend tot een nationale minderheid en inzake het gebruik van minderheidstalen, moet echter nog worden vastgesteld. De voorbereidingen voor de langverwachte volks- en woningtelling werden voortgezet, met inbegrip van proeftellingen in gebieden met minderheden, maar de telling is uitgesteld tot 2023. Er moet verdere actie worden ondernomen om de gegevensbescherming te versterken en de nationale wetgeving af te stemmen op de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van de EU.

Albanië is enigszins/redelijk voorbereid op het gebied van de vrijheid van meningsuiting. Tijdens de verslagperiode is geen vooruitgang geboekt. De vervlechting van politieke en zakelijke belangen bleef een obstakel voor de onafhankelijkheid van de media en de kwaliteit van de journalistiek. Desinformatie, met inbegrip van lastercampagnes, blijft voorkomen, vooral in de onlinemedia, waarin moet worden gezorgd voor zelfregulering. De sfeer van verbale aanvallen, lastercampagnes en intimidatie van journalisten is niet verbeterd. Alle wijzigingen in de mediawet moeten in overeenstemming zijn met het advies van de Commissie van Venetië en moeten voor overleg aan de mediaorganisaties worden voorgelegd. Het blijft belangrijk om ervoor te zorgen dat de media directe en transparante toegang hebben tot overheidsinstellingen en hun activiteiten. De prestaties van de regelgevende instantie voor audiovisuele media (AMA) op regelgevend gebied moeten worden verbeterd en de onafhankelijkheid en middelen van de publieke omroep moeten worden versterkt.

Albanië heeft een nieuwe nationale strategie inzake gendergelijkheid met een ruimere begroting vastgesteld en blijft zich inspannen om toereikende overheidsfinanciering uit te trekken voor de uitvoering ervan op centraal en lokaal niveau. Er zijn ook inspanningen nodig om het genderperspectief te integreren in alle nationale strategieën op centraal en lokaal niveau en in aanmerking te nemen bij de besteding van de begroting. Wat burgerschap betreft, moet Albanië afzien van de ontwikkeling van een burgerschapsregeling voor investeerders (gouden paspoorten), aangezien dit risico’s zou inhouden inzake veiligheid, witwassen, belastingontduiking, terrorismefinanciering, corruptie en infiltratie door de georganiseerde misdaad, en onverenigbaar zou zijn met het EU-acquis.

Wat migratie betreft, is het toepasselijke rechtskader grotendeels in overeenstemming met het EU-acquis, maar het moet worden bijgewerkt en moet een duidelijk kader bieden voor het beheer en de coördinatie van migratie. Het aantal in Albanië aangehouden irreguliere migranten is in 2021 met ongeveer 15 % gedaald ten opzichte van 2020. Er werd geen vooruitgang geboekt wat betreft verwijzingen naar asielprocedures en de uitvoering van terugkeerprocedures overeenkomstig het rechtskader. Het visumbeleid van Albanië moet worden afgestemd op dat van de EU.

Het aantal Albanese burgers dat een asielaanvraag indient in een EU-lidstaat, blijft lager dan de piek van 2015, maar nam in de zomer van 2021 sterk toe, en vereist dus continue en duurzame inspanningen. De dialoog en samenwerking met de landen waar dit het meest een probleem vormt, zijn voortgezet, naast grondige grenscontroles en bewustmaking over de rechten en plichten in het kader van de visumvrije regeling. Albanië moet doorgaan met het aanpakken van het vraagstuk van niet-begeleide minderjarigen. De Commissie volgt de trend zeer nauwlettend in het kader van het monitoringmechanisme na visumliberalisering.

Met betrekking tot de economische criteria heeft Albanië goede vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid inzake de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. De impact van de COVID-19-pandemie op de economie, het begrotingstekort en de schuldquote was lager dan verwacht, maar als gevolg van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne zijn de prijzen gestegen en is de handel afgenomen. De begrotingsruimte blijft beperkt. Inkomstengerelateerde hervormingen werden voortgezet, maar de investeringsuitgaven zijn nog steeds zwak. Door frequente begrotingsaanpassingen is de geloofwaardigheid van de begroting verzwakt. De inflatie steeg tot boven het streefcijfer. De toegenomen digitalisering van overheidsdiensten, financiële inclusie en arbeidsinspecties waren bevorderlijk voor het ondernemingsklimaat en de formalisering van de economie, maar de informele economie blijft aanzienlijk. De openbare raadpleging blijft zwak. Albanië heeft enige vooruitgang geboekt en is enigszins voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De energie- en vervoersinfrastructuur, de digitalisering en het onderwijs zijn verbeterd, maar de ondernemersexpertise en technologische knowhow blijven gebrekkig, met onvervulde investeringsbehoeften in menselijk en fysiek kapitaal, lacunes in vaardigheden en onderwijs, en lage uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Door de beperkte diversificatie van de uitvoer neemt de kwetsbaarheid voor externe schokken toe. De regionale integratie en uitvoer namen toe, maar bleven onder het potentieel.

Op het gebied van overheidsopdrachten is Albanië redelijk voorbereid en heeft het land goede vooruitgang geboekt, met name door de goedkeuring van verdere uitvoeringswetgeving en de invoering van een elektronisch systeem voor beroepsmogelijkheden en klachten. Op het gebied van statistieken is Albanië ook redelijk voorbereid en heeft het land beperkte vooruitgang geboekt met de aanpassing aan de ESR 2010-normen, snellere publicatie en toezending aan Eurostat, maar de wet op de volkstelling is opnieuw uitgesteld. Albanië is redelijk voorbereid op de meeste gebieden van financiële controle, waar het land enige vooruitgang heeft geboekt, met name wat betreft de interne financiële controle bij de overheid en interne audits.

Albanië is redelijk voorbereid op de meeste gebieden van de interne markt, namelijk het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal, vennootschapsrecht en het mededingingsbeleid. Dat geldt eveneens voor financiële diensten en voor het recht inzake intellectuele eigendom, twee hoofdstukken ten aanzien waarvan het land goede vooruitgang heeft geboekt dankzij de vermindering van het aantal niet-renderende leningen en de vaststelling van wetgeving inzake auteursrecht en inzake industriële-eigendomsrechten. Albanië heeft enige vooruitgang geboekt met de vaststelling van een nieuwe vreemdelingenwet en door de uitvoering van enkele van de aanbevelingen van het Moneyval-verslag. Op het gebied van het mededingingsbeleid moet de autoriteit voor staatssteun onafhankelijk worden gemaakt en over voldoende middelen beschikken. De voorbereidingen op het gebied van consumenten- en gezondheidsbescherming bevinden zich in een beginstadium en het land heeft op dit gebied beperkte vooruitgang geboekt.

Albanië heeft een redelijke mate van voorbereiding bereikt op vele gebieden die verband houden met concurrentievermogen en inclusieve groei, namelijk de digitale transformatie en de media, belastingen, economisch en monetair beleid, ondernemings- en industrieel beleid, en onderwijs en cultuur. Dat geldt eveneens voor de douane-unie, waar de oorsprongsregels van de pan-Euro-mediterrane zone worden toegepast, en de instanties die betrokken zijn bij de strijd tegen smokkel en namaakartikelen worden versterkt en werken beter samen. De goedkeuring van een fiscale en strafrechtelijke amnestie tegen het advies van de EU en Moneyval kan de vooruitgang op dit gebied en bij de strijd tegen witwassen in gevaar brengen. Albanië is enigszins voorbereid op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, en op het gebied van onderzoek en innovatie. Albanië heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van onderwijs, met name met de goedkeuring van de nieuwe nationale onderwijsstrategie en het bijbehorende actieplan 2021-2026, maar de vooruitgang op het gebied van het economische en monetaire beleid was beperkt.

Wat de groene agenda en duurzame connectiviteit betreft, is Albanië redelijk voorbereid op het gebied van energie, milieu en klimaatverandering. Het land is enigszins voorbereid op het gebied van het vervoersbeleid en van trans-Europese netwerken, en het heeft enige vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van vervoers- en energienetwerken. Het heeft vooruitgang geboekt op het gebied van civiele bescherming en is klaar om zich bij het Uniemechanisme voor civiele bescherming aan te sluiten. Het land heeft beperkte vooruitgang geboekt op de andere gebieden die onder deze cluster vallen en de lopende inspanningen voor het aanpakken van kwesties met vlaggenstaatcontroles van schepen en voor de afstemming van wetgeving moeten worden voortgezet. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij de verdere aanpassing aan het EU-acquis op het gebied van waterbeheer, chemische stoffen en milieucriminaliteit. Er moet aandacht worden besteed aan de gevolgen van strategische investeringen voor de biodiversiteit en natuurbescherming. Deze cluster en de daarmee samenhangende hervormingen houden nauw verband met het Albanese economische hervormingsprogramma, het economisch en investeringsplan van de Commissie en de groene agenda voor de Westelijke Balkan die in december 2020 door Albanië is goedgekeurd.

Albanië heeft een zekere mate van voorbereiding op de meeste gebieden die verband houden met hulpbronnen, landbouw en cohesie, namelijk landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, visserij en financiële en budgettaire bepalingen. Het land is redelijk voorbereid wat betreft regionaal beleid en de coördinatie van de structuurinstrumenten. Albanië heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, met name met de invoering van een landbouwregister en meer administratieve capaciteit voor plattelandsontwikkeling. Er werd goede vooruitgang geboekt op het gebied van visserij, met de voortgezette operationalisering van het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS) en de toewijzing van personele middelen voor het toezicht op en de verslaglegging over de activiteiten van vissersvaartuigen. Albanië geeft als overeenkomstsluitende partij van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) volledig uitvoering aan de aanbevelingen inzake visserij-inspanningen. Er werd enige vooruitgang geboekt met betrekking tot financiële en budgettaire bepalingen. De vooruitgang was echter beperkt op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten. In dit verband moet de coördinatie tussen instanties voor pretoetredingssteun worden verbeterd en moeten kwesties worden aangepakt met betrekking tot de capaciteit voor strategische planning en de uitvoering en controle van infrastructuurprojecten in het kader van het economisch en investeringsplan.

Albanië is goed voorbereid op het gebied van externe betrekkingen en het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Wat het hoofdstuk externe betrekkingen van de onderhandelingen betreft, heeft Albanië enige vooruitgang geboekt, aangezien het land de aanpassing van de wetgeving op het gebied van goederen voor tweeërlei gebruik en de toepassing van de aanvullende Cefta-protocollen heeft voortgezet. Wat het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU betreft, is Albanië zich volledig blijven aanpassen aan alle relevante besluiten en verklaringen van de EU, met inbegrip van de beperkende maatregelen van de EU naar aanleiding van de niet-uitgelokte agressie van Rusland tegen Oekraïne. Albanië is sinds januari 2022 niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad en houdt zich in dat kader actief bezig met het bevorderen en verdedigen van de op regels gebaseerde internationale wereldorde.

Bosnië en Herzegovina

Wat de politieke criteria betreft, hebben de partijen in de entiteit Republika Srpska wetgevende en uitvoerende instellingen op staatsniveau geblokkeerd tot het voorjaar van 2022, waardoor de hervormingen in die periode bijna volledig stil kwamen te liggen. De regering van de federale entiteit bleef voor de volledige termijn 2018-2022 in functie als waarnemer. Gedurende een groot deel van de verslagperiode heeft de entiteit Republika Srpska ernaar gestreefd eenzijdig staatsbevoegdheden over te nemen (onder meer op het gebied van belastingen, justitie, defensie en veiligheid) en staatsinstellingen te ontmantelen, hetgeen het perspectief van het land op toetreding tot de EU in gevaar heeft gebracht, zoals uiteengezet in het advies van de Commissie. Er zijn enkele wetgevende maatregelen genomen om de entiteit Republika Srpska uit belangrijke staatsorganen terug te trekken en parallelle organen op entiteitsniveau op te zetten; deze wetten worden opgeschort en onderworpen aan een constitutionele toetsing.

De partijen in het parlement konden het niet eens worden over een oplossing voor constitutionele en electorale hervormingen om de Grondwet in overeenstemming te brengen met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met inachtneming van het arrest Sejdić-Finci en aanverwante uitspraken, ondanks een intensieve bevordering van de gesprekken door de EU en de VS. Amendementen ter verbetering van de verkiezingsnormen zijn in het parlement verworpen. Een aantal uitspraken van het Grondwettelijk Hof moet nog volledig worden uitgevoerd. De Raad van ministers heeft geen stappen ondernomen om een nationaal programma te ontwikkelen voor de overname van het EU-acquis. Door politieke obstructie heeft het Ministerie van Financiën de soepele organisatie van de verkiezingen van oktober 2022 belemmerd door de vereiste middelen in te houden. Op 2 oktober vonden parlementsverkiezingen plaats. Volgens de voorlopige bevindingen van het OVSE/ODIHR deden er meerdere partijen aan mee en waren ze over het algemeen goed georganiseerd, maar werden ze gekenmerkt door wantrouwen in de openbare instellingen en verdeeldheid zaaiende retoriek langs etnische lijnen. Op dezelfde dag voerde de hoge vertegenwoordiger belangrijke wijzigingen door in de grondwet op het niveau van de federatie en in de kieswet van Bosnië en Herzegovina:, om een aantal problemen met de werking ervan aan te pakken en de tijdige vorming van het bestuur mogelijk te maken. Er is geen vooruitgang geboekt bij het garanderen van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld. De autoriteiten en partijen van de Republika Srpska-entiteit hebben gepleit voor een neutrale houding ten aanzien van de agressie van Rusland tegen Oekraïne, waarbij zij de aanpassing van het land aan de verklaringen van de EU betwisten en de volledige uitvoering van beperkende maatregelen tegen Rusland belemmeren. De president heeft verschillende internationale overeenkomsten bekrachtigd, waaronder IPA III, Horizon Europa en Creatief Europa, en het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Wat betreft de hervorming van het openbaar bestuur, bevindt Bosnië en Herzegovina zich in een beginstadium van voorbereiding en is er beperkte vooruitgang geboekt. Er zijn met name positieve stappen gezet op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën: i) een alomvattende en landelijke strategie voor het beheer van de overheidsfinanciën is goedgekeurd en moet nu worden uitgevoerd; ii) elk bestuursniveau is begonnen met de uitvoering van de strategie voor het beheer van de overheidsfinanciën; iii) de staatsinstellingen hebben een aantal beroepsopleidingen verbeterd; en iv) en de Federatie-entiteit heeft haar administratieve procedures gewijzigd. Het ontbreken van een politiek besluitvormingsorgaan om de hervorming van het openbaar bestuur te sturen, de ontoereikende uitvoering van het actieplan en de ontoereikende capaciteit om de agenda voor de hervorming van het openbaar bestuur te bevorderen, brengen de goede werking van het openbaar bestuur op alle bestuursniveaus echter in het gedrang. De ambtenarenwetten zijn niet op elkaar en op de verdienstebeginselen afgestemd, terwijl het toezicht op het beheer van personele middelen niet toestaat dat onregelmatigheden worden gecontroleerd. In overeenstemming met essentiële prioriteit 14 van het advies moet het land essentiële stappen zetten op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur, door te zorgen voor een professioneel en gedepolitiseerd ambtenarenapparaat en een gecoördineerde nationale aanpak van de beleidsvorming, en tegelijkertijd een politiek besluitvormingsorgaan op te richten om de hervorming van het openbaar bestuur te sturen.

Wat de rechterlijke macht betreft, verkeert Bosnië en Herzegovina in een beginstadium van de voorbereidingen. Tijdens de verslagperiode is op dit punt geen vooruitgang geboekt. De onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht zijn niet verbeterd. De uitvoerende en wetgevende autoriteiten hebben nagelaten aanvullende waarborgen vast te stellen. Er blijft sprake van inconsistentie en een al te ruime beoordelingsbevoegdheid bij de toepassing van de regels inzake benoemingen, disciplinaire verantwoordelijkheid, loopbaanontwikkeling en belangenconflicten van rechters en openbare aanklagers. De hoofdaanklager van Bosnië en Herzegovina en de hoofdaanklager van Republika Srpska zijn tijdens de verslagperiode gedegradeerd wegens tuchtrechtelijke inbreuken. Het parlement heeft de wijzigingen met betrekking tot integriteit op de wet inzake de Hoge Raad voor Justitie en Rechtsvervolging verworpen. Door middel van deze wijzigingen zou een geloofwaardig en nauwgezet systeem worden opgezet voor de controle van de financiële overzichten van dragers van een gerechtelijk ambt. De entiteit Republika Srpska heeft een wetgevingsinitiatief genomen voor de oprichting van een afzonderlijke raad voor justitie en rechtsvervolging op entiteitsniveau. Als het initiatief wordt aangenomen, zou het in strijd zijn met de rechtsorde en het constitutioneel bestel. Er zijn dringend maatregelen nodig om het vertrouwen van het publiek in de rechterlijke macht te herstellen en de integriteit ervan te versterken. Het gebrek aan politieke inzet voor justitiële hervormingen en het slechte functioneren van het justitiële stelsel bleven het genot van rechten door burgers en de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad ondermijnen.

Wat betreft de preventie en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, bevindt Bosnië en Herzegovina zich in een beginstadium/is Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is op dit punt geen vooruitgang geboekt. Het parlement heeft een wet inzake belangenconflicten verworpen. Politieke leiders en gerechtelijke instellingen zijn er niet in geslaagd om wijdverbreide corruptie aan te pakken en hebben de vooruitgang actief tegengewerkt, wat heeft geleid tot langdurige stagnatie en tot steeds meer tekenen van politieke beïnvloeding. Het aanhoudende gebrek aan vooruitgang op alle niveaus verhoogt het risico op achteruitgang. Politieke leiders en gerechtelijke instellingen moeten de situatie dringend verhelpen. Hoewel er tijdens de verslagperiode een aantal aanklachten met betrekking tot straffen wegens corruptie op hoog niveau zijn geweest, blijft de algehele staat van dienst inzake het voorkomen en onderdrukken van corruptie (ook op hoog niveau) onbeduidend als gevolg van operationele inefficiëntie en politieke inmenging. De operationele samenwerking tussen de wetshandhavingsinstanties die de georganiseerde misdaad bestrijden schiet stelselmatig tekort als gevolg van niet-geharmoniseerde strafwetgeving, zwakke institutionele coördinatie en een zeer beperkte uitwisseling van inlichtingen. Criminele organisaties die in het land actief zijn, maken gebruik van lacunes op wettelijk en bestuursrechtelijk vlak. De politie is kwetsbaar voor politieke inmenging. Financiële onderzoeken en de inbeslagneming van tegoeden blijven eveneens grotendeels ondoeltreffend. Een proactieve benadering blijft van fundamenteel belang voor de bestrijding van criminele infiltratie in het politieke, juridische en economische bestel. Het contactpunt voor de samenwerking met Europol is nog steeds niet operationeel; er worden voorbereidende stappen gezet. Er is geen systematische samenwerking met Eurojust. Bosnië en Herzegovina moet zich blijven inspannen om terrorisme en drugshandel te bestrijden en zijn capaciteit daartoe te vergroten. Er moet dringend een nieuwe wet inzake de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering in overeenstemming met het EU-acquis worden aangenomen.

Hoewel het wetgevende en het institutionele kader voor de grondrechten grotendeels bestaat, is er geen alomvattend strategisch kader. De vaststelling van actieplannen voor de sociale inclusie van de Roma in april 2022 en voor de rechten van LHBTIQ+-personen in juli 2022 zijn in dit verband positieve stappen. Er zijn nog steeds ingrijpende hervormingen nodig om ervoor te zorgen dat alle burgers hun politieke rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen en om niet-discriminerend, inclusief, kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen te garanderen door onder meer een einde te stellen aan de praktijk van “twee scholen onder één dak”. Er is geen vooruitgang geboekt bij het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting en van de media door journalisten te beschermen tegen bedreigingen en geweld en de financiële houdbaarheid van het publieke-omroepbestel te waarborgen. Er blijven problemen bestaan met betrekking tot de vrijheid van vergadering, met name in de entiteit Republika Srpska.

Bosnië en Herzegovina heeft belangrijke stappen gezet om het migratiebeheer te verbeteren. Het Ministerie van Veiligheid is inspanningen blijven leveren om de coördinatie met de lokale autoriteiten te verbeteren en heeft de internationale samenwerking gestimuleerd. Belangrijke tekortkomingen belemmeren echter nog steeds de verlening van de nodige bijstand. Bosnië en Herzegovina moet dringend de strategie en het actieplan inzake migratie goedkeuren, meer inspanningen leveren om de toegang tot asiel te waarborgen en het grensbeheer versterken.

Wat de economische criteria betreft, verkeert Bosnië en Herzegovina bij de totstandbrenging van een functionerende markteconomie nog in een beginstadium. De samenwerking en coördinatie van de economische beleidsvorming op staatsniveau en tussen de entiteiten zijn verder achteruitgegaan. Als gevolg daarvan blijft de interne markt van het land versnipperd. Het economische hervormingsprogramma van het land bevat onvoldoende geloofwaardige nationale maatregelen om de grote structurele economische uitdagingen aan te pakken. Deze hebben betrekking op het ondernemingsklimaat, de informele economie, overheidsbedrijven, de groene en digitale transitie en werkloosheid. Over het algemeen blijft het land op economisch gebied ondermaats presteren, aangezien de beleidsvorming wordt belemmerd door politieke impasse, een te sterke gerichtheid op de korte termijn en het gebrek aan focus op groeigerichte beleidsmaatregelen.

Bosnië en Herzegovina bevindt zich nog in een beginstadium wat betreft de capaciteit om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten in de EU en heeft op dit gebied geen grote vooruitgang geboekt. De kwaliteit van het onderwijs is nog steeds laag en er zijn onvoldoende maatregelen genomen om de vervoers- en energie-infrastructuur te verbeteren. Het relatieve economisch belang van de handels- en de vervoerssector is toegenomen (in termen van meerwaarde) door de sterke externe vraag, terwijl de relatieve omvang van de overheidssector in de economie juist licht is gedaald.

Wat betreft het vermogen om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap op zich te nemen, verkeert Bosnië en Herzegovina in een beginstadium/is Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Het land moet de aanpassing aan het EU-acquis aanzienlijk verbeteren en de nodige wetgeving invoeren en handhaven. Tijdens de verslagperiode is met betrekking tot de verschillende hoofdstukken van het EU-acquis weinig tot geen vooruitgang geboekt.

In Bosnië en Herzegovina is sprake van enige mate van voorbereiding en is er enige vooruitgang geboekt op het gebied van overheidsopdrachten, aangezien de wetgeving door de in augustus aangenomen amendementen verder is aangepast aan het EU-acquis. Dit is een eerste belangrijke stap ten aanzien van de op 12 juni aangegane verbintenissen en draagt bij tot het aanpakken van essentiële prioriteit 7. Er is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van statistieken; de voorbereidingen voor de volgende telling zijn nauwelijks gevorderd en de productie van macro-economische statistieken blijft afwijken van het EU-acquis. Er is enige vooruitgang geboekt op het gebied van de interne financiële controle van de overheid, met de vaststelling van strategieën door beide entiteiten.

Er zijn belangrijke stappen nodig om het wetgevingskader in het hele land af te stemmen op het EU-acquis inzake de interne markt (vrij verkeer van goederen, werknemers, dienstverlening en kapitaal, vennootschapsrecht, het recht inzake intellectuele eigendom, mededingingsbeleid, en financiële diensten, consumenten- en gezondheidsbescherming). Bosnië en Herzegovina heeft beperkte of geen vooruitgang geboekt in deze cluster. Doordat procedures en wetgeving verschillen tussen de entiteiten ontstaan belemmeringen voor concurrentievermogen en groei. Bosnië en Herzegovina moet de financiële stabiliteit versterken door de coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten te verbeteren en een fonds voor financiële stabiliteit op te richten als onderdeel van het kader voor de afwikkeling van banken. Deze cluster is cruciaal voor de voorbereidingen van Bosnië en Herzegovina om te voldoen aan de eisen van de eengemaakte markt van de EU en is van groot belang voor vroegtijdige integratie in en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt.

Bosnië en Herzegovina heeft beperkte tot geen vooruitgang geboekt op de meeste gebieden van concurrentievermogen en inclusieve groei (belastingen, digitale transformatie en media, sociaal beleid en werkgelegenheid, ondernemings- en industrieel beleid, wetenschap en onderzoek, onderwijs en cultuur) en enige vooruitgang op het gebied van de douane-unie. Het land vertoonde achteruitgang op andere gebieden (economisch en monetair beleid), waar het in een beginstadium verkeert of enigszins is voorbereid. Deze gebieden houden nauw verband met het economisch hervormingsprogramma van het land. Bosnië en Herzegovina moet sociaal-economische hervormingen doorvoeren om structurele zwakheden (zoals het lage concurrentievermogen en de hoge werkloosheid) en de impact van de COVID-19-pandemie aan te pakken.

Bosnië en Herzegovina heeft enige of beperkte vooruitgang geboekt in de cluster groene agenda en duurzame connectiviteit, waar het land op het gebied van energie, milieu en klimaatverandering in een beginstadium verkeert. Het land is enigszins voorbereid op het gebied van vervoer en trans-Europese netwerken. Er zijn verdere stappen nodig met betrekking tot de hervorming van de connectiviteit en de aanpassing aan de verordeningen inzake het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) en het trans-Europees energienetwerk (TEN-E). De groene transitie en duurzame connectiviteit zijn essentieel voor de economische integratie in de regio en in de EU. De uitvoering van het economisch en investeringsplan 3 en de groene agenda voor de Westelijke Balkan 4 moet worden bespoedigd. Bosnië en Herzegovina heeft zijn systeem voor civiele bescherming aanzienlijk verbeterd en heeft blijk gegeven van een duidelijke inzet op het gebied van rampenbeheersing. In september 2022 is het land volwaardig lid geworden van het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt op het gebied van hulpbronnen, landbouw en cohesie (landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, visserij en financiële en budgettaire bepalingen), waar de voorbereidingen zich over het algemeen in een beginstadium bevinden. Het land moet zijn inspanningen opvoeren om een nationale strategie voor plattelandsontwikkeling voor de periode na 2021 voor te bereiden en vast te stellen, zijn wetgeving inzake voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid aan te passen en zijn administratieve capaciteiten te versterken. Er zijn ook meer inspanningen nodig om een nationale strategie voor visserij en aquacultuur voor te bereiden en vast te stellen en de verzameling van gegevens te harmoniseren. Voorts moet Bosnië en Herzegovina de voorbereidingen starten voor een nationale strategie voor regionale ontwikkeling.

Bosnië en Herzegovina is enigszins voorbereid en heeft enige vooruitgang geboekt in de cluster externe betrekkingen, met name door de aanpassing aan verklaringen inzake het buitenlands beleid en beperkende maatregelen van de EU te verbeteren (tot 81 % eind augustus 2022). Het land moet de aanvullende protocollen bij de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta) inzake handelsfacilitatie en handel en diensten uitvoeren en het aanvullende protocol inzake geschillenbeslechting snel goedkeuren. Bosnië en Herzegovina bleef actief deelnemen aan regionale samenwerking en onderhield betrekkingen van goede nabuurschap.

In 2021 heeft Bosnië en Herzegovina 73 miljoen EUR ontvangen uit het instrument voor pretoetredingssteun 2021–2027 (IPA III), dat steun verleent aan programma’s op het gebied van migratie- en grensbeheer, het verkiezingsproces, energie, vervoer, werkgelegenheid en sociale bescherming, alsmede de particuliere sector en regionale ontwikkeling. Deze eerste reeks programma’s, aangevuld met een pakket meerlandenprogramma’s, draagt aanzienlijk bij tot een voortvarende start van de uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan en de groene agenda. De vaststelling van landelijke sectorale strategieën blijft een essentiële vereiste voor Bosnië en Herzegovina om in de toekomst ten volle gebruik te maken van IPA-financiering.

Kosovo

De verslagperiode overlapte met het eerste volledige jaar in functie van de door Vetëvendosje geleide regering. Kosovo was politiek stabiel, waarbij de regering een solide meerderheid in de vergadering had.

De werkzaamheden van de vergadering zijn verder negatief beïnvloed door een gepolariseerde politieke sfeer en moeilijkheden bij het behalen van het besluitvormingsquorum, ook al vertrouwt de regering op een sterke meerderheid. Dit is deels te wijten aan een slecht beheer van de wetgevingsagenda door de meerderheid, maar ook omdat oppositieleden van de vergadering zich van stemming hebben onthouden om aanneming van wetgeving te voorkomen.

De gemeenteraadsverkiezingen van 2021 waren over het algemeen goed georganiseerd en transparant en er namen meerdere partijen aan deel. Het verkiezingsproces in Kosovo moet nog steeds over de hele lijn worden versterkt om de reeds lang bestaande tekortkomingen in de hele verkiezingscyclus, zoals vastgesteld tijdens de opeenvolgende verkiezingswaarnemingsmissies van de EU sinds 2014, weg te nemen.

De situatie in het noorden van Kosovo blijft problematisch, met name wat betreft corruptie, 
georganiseerde misdaad en de voorwaarden voor de vrijheid van meningsuiting.

Op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur is Kosovo enigszins voorbereid, maar er is beperkte vooruitgang geboekt op dit gebied. Met name zijn enkele belangrijke positieve stappen gezet door de ontwikkeling van overkoepelende strategieën voor de hervorming van het openbaar bestuur en het beheer van de overheidsfinanciën voor 2022–2026, door wetgeving aan te nemen om overheidsinstanties te stroomlijnen en de ontwikkeling van een nieuwe salariswet op gang te brengen. Er is weinig vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het bestaande wetgevingskader voor de hervorming van het openbaar bestuur.

Kosovo bevindt zich nog in een beginstadium op het gebied van de ontwikkeling van een goed functionerend justitieel stelsel. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt, blijft de algemene rechtsbedeling traag, inefficiënt en kwetsbaar voor ongepaste beïnvloeding. Er is een begin gemaakt met de uitvoering van de strategie en het actieplan inzake de rechtsstaat en met de hervorming van het wetgevingskader inzake het openbaar ministerie door de wet inzake de raad voor rechtsvervolging van Kosovo te wijzigen. De hervorming van justitie moet in de eerste plaats worden aangepakt door een verbeterde uitvoering van de bestaande instrumenten om de integriteit, de onafhankelijkheid en de efficiëntie van het justitieel stelsel te waarborgen. De toezegging van de regering om, in nauwe samenwerking met de EU, het advies van de Commissie van Venetië betreffende het conceptstuk inzake de doorlichting van rechters en openbaar aanklagers volledig uit te voeren, is welkom.

Wat betreft de strijd tegen corruptie, verkeert Kosovo in een beginstadium van de voorbereidingen/is Kosovo enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is enige vooruitgang geboekt met de vaststelling van belangrijke anticorruptiewetgeving. De uitvoering van het algemene rechtskader moet worden verbeterd. Er zijn aanhoudende inspanningen nodig om te komen tot meer proactief onderzoek, definitieve rechterlijke beslissingen en definitieve confiscatie van vermogensbestanddelen. Ondanks de reeds geleverde inspanningen is er een sterke politieke wil nodig om de risico’s op systemische corruptie doeltreffend te blijven aanpakken en voor een krachtige strafrechtelijke respons op corruptie op hoog niveau.

Wat betreft de strijd tegen de georganiseerde misdaad, verkeert Kosovo in een beginstadium en is er beperkte vooruitgang 
geboekt in het onderzoeken en vervolgen van georganiseerde misdaadzaken. De krachtige instrumenten waarin het wetboek van strafrecht en de wet inzake ruimere bevoegdheden voor confiscatie van vermogen voorzien, worden nog niet optimaal benut. Er zijn verschillende geslaagde acties tegen de georganiseerde misdaad ondernomen, waarbij sprake was van internationale en grensoverschrijdende samenwerking. De strijd tegen georganiseerde misdaad in het noorden van Kosovo blijft problematisch.

Er is enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van terrorisme en de bestrijding en preventie van gewelddadig extremisme, in overeenstemming met de doelstellingen van de uitvoeringsregeling tussen de EU en Kosovo voor het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan. De Kosovaarse autoriteiten moeten doeltreffender optreden bij hun inspanningen in het kader van de strijd tegen witwassen en de toepasselijke wetgeving moet in overeenstemming worden gebracht met het EU-acquis en internationale normen. Het rechtskader garandeert grotendeels de bescherming van de mensenrechten en de grondrechten overeenkomstig de Europese normen. Kosovo heeft zich geëngageerd om de genderkloof aan te pakken. Er moet meer worden gedaan om de rechten van ontheemden en personen die tot minderheden behoren, onder wie de Roma 5 en Ashkali, te waarborgen, gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de praktijk te garanderen en de bescherming van cultureel erfgoed te bevorderen. Het ontbreken van administratieve instructies voor de uitvoering van de wet inzake kinderbescherming belemmert verdere vooruitgang op dit gebied. Wat de vrijheid van meningsuiting betreft, heeft Kosovo enige mate van voorbereiding, en er is sprake van een pluralistisch en energiek medialandschap. Er blijft echter bezorgdheid bestaan over openbare lastercampagnes, bedreigingen en fysieke aanvallen op journalisten. Het gebrek aan financiële zelfredzaamheid maakt de media, waaronder de openbare omroep, kwetsbaar voor politieke en zakelijke belangen.

De Kosovaarse autoriteiten zijn vooruitgang blijven boeken bij het beheer van migratie. Migratiebeheer en asiel moeten verder worden versterkt.

Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt met betrekking tot de economische criteria en verkeert in een beginstadium 
wat betreft het ontwikkelen van een functionerende markteconomie. De economie toonde veerkracht tijdens de pandemie. Niettemin blijven langdurige structurele uitdagingen, zoals de wijdverbreide informele economie, de grootschalige corruptie en de over het algemeen zwakke rechtsstaat, belemmerende factoren voor de particuliere sector.

Hoewel de begrotingsregel sinds 2020 is opgeschort, hebben het economisch herstel en de formaliseringswinsten geleid tot een sterke stijging van de belastinginkomsten en een laag overheidstekort in 2021. Vanwege stijgende grondstoffenprijzen is de inflatie aanzienlijk toegenomen. De financiële sector is stabiel gebleven en de kredietverlening is blijven groeien. Ondanks sterke politieke oppositie heeft de regering fiscaal voorzichtige standpunten ingenomen met betrekking tot de pensioenen van oorlogsveteranen en de Kosovo Pension Savings Trust.

Kosovo heeft beperkte vooruitgang geboekt en verkeert in een beginstadium wat betreft het vermogen om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie. Er is weinig vooruitgang geboekt op het vlak van de verbetering van 
de kwaliteit van het onderwijs en de aanpak van de tekorten aan vaardigheden op de arbeidsmarkt. Kosovo heeft enige 
vooruitgang geboekt bij het verbeteren van de wegeninfrastructuur en het verhogen van de investeringen in hernieuwbare energiebronnen, maar de 
op steenkool gebaseerde, verouderde en onbetrouwbare energievoorziening blijft een punt van zorg. Kosovo heeft nog steeds geen energiestrategie voor de lange termijn. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van de digitalisering van de economie.

Wat betreft betrekkingen van goede nabuurschap en regionale samenwerking, heeft Kosovo 
verder deelgenomen aan de meeste regionale fora. Kosovo onderhield over het algemeen goede betrekkingen met Albanië, 
Montenegro en Noord-Macedonië. Er is geen verandering in de formele betrekkingen van Kosovo 
met Bosnië en Herzegovina, dat de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkent en de twee 
handhaven een strikte visumregeling.

De door de EU gefaciliteerde dialoog over de normalisering van de betrekkingen met Servië is voortgezet met regelmatige maandelijkse vergaderingen op het niveau van hoofdonderhandelaars en een bijeenkomst op hoog niveau op 18 augustus 2022. De partijen hebben in juni 2022 een concreet uitvoeringsplan voor de energieovereenkomsten aangenomen en in augustus 2022 overeenstemming bereikt over reizen tussen Kosovo en Servië met alleen een identiteitskaart. Kosovo moet zich constructiever opstellen en nog aanzienlijke inspanningen leveren voor de uitvoering van alle eerdere overeenkomsten en bijdragen tot een omvattende juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Servië. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours.

Tijdens de verslagperiode is enige vooruitgang geboekt bij de aanpassing aan de Europese normen op het gebied van statistieken en financiële controle, terwijl er beperkte vooruitgang is geboekt bij de aanpassing aan de Europese normen op het gebied van overheidsopdrachten. Op de meeste gebieden die verband houden met de interne markt, is Kosovo enigszins voorbereid, onder meer op het gebied van concurrentie. Tijdens de verslagperiode heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt op alle gebieden, met uitzondering van consumentenbeleid en gezondheidsbescherming, waar slechts beperkte vooruitgang is geboekt.

Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van concurrentievermogen en inclusieve groei (douane, belastingen, economisch en monetair beleid, digitale transformatie en media, ondernemings- en industrieel beleid, sociaal beleid en werkgelegenheid, onderwijs en cultuur) en beperkte vooruitgang op het gebied van onderzoek.

Met betrekking tot de groene agenda voor de Westelijke Balkan en duurzame connectiviteit heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt op het gebied van vervoer en beperkte vooruitgang op het gebied van energie, milieu en klimaatverandering. Wat betreft hulpbronnen en landbouw heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, maar slechts beperkte vooruitgang op het gebied van de landbouw.

Wat de externe betrekkingen en het handelsbeleid betreft, heeft Kosovo tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt en verkeert het in een beginstadium van de voorbereidingen. Kosovo heeft de aanvullende protocollen van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst inzake handelsfacilitatie en de handel in diensten nog niet geratificeerd. Kosovo heeft uitvoerbeperkingen ingevoerd voor een aantal voor de voeding bestemde landbouwproducten, zonder motivering of voorafgaand overleg met de Commissie.

In het algemeen moet Kosovo zijn administratieve capaciteit en de coördinatie binnen alle sectoren verbeteren om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van het EU-acquis.

Turkije

De werking van de democratische instellingen van Turkije vertoont ernstige tekortkomingen. Tijdens de verslagperiode is de achteruitgang van de democratie voortgezet. De structurele tekortkomingen van het presidentiële systeem bleven bestaan. Belangrijke aanbevelingen van de Raad van Europa en zijn organen moeten nog worden opgevolgd. Het parlement ontbeerde nog steeds de nodige middelen om de regering ter verantwoording te roepen. De constitutionele structuur bleef zodanig dat de bevoegdheden op het niveau van de president gecentraliseerd blijven, zonder te zorgen voor een gezonde en doeltreffende scheiding der machten tussen de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. Bij gebrek aan een doeltreffend controlemechanisme blijft de democratische verantwoordingsplicht van de uitvoerende macht beperkt tot de verkiezingen.

Ondanks de opheffing van de noodtoestand in juli 2018 bleven enkele wettelijke bepalingen bestaan die overheidsfunctionarissen buitengewone bevoegdheden verlenen en waarbij verschillende beperkende elementen van de noodtoestand worden gehandhaafd. De onderzoekscommissie betreffende de noodtoestand moet het onderzoek in haar zaken met betrekking tot de ambtenaren die tijdens de noodtoestand bij wetsbesluiten zijn ontslagen, nog voltooien. In juli 2021 keurde het parlement van Turkije een wet goed waarbij de duur van de beperkende elementen van de noodtoestand met een jaar wordt verlengd.

De rechterlijke macht bleef systematisch gericht op leden van de oppositiepartijen in het parlement in verband met vermeende terroristische misdrijven. Het rechtskader voor verkiezingen en politieke partijen blijft problematisch. De kiesdrempel werd verlaagd van 10 % naar 7 %. Turkije heeft de resterende aanbevelingen van het OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië nog niet opgevolgd.

De druk die de huidige coalitieregering uitoefent op burgemeesters van oppositiepartijen heeft de lokale democratie verder verzwakt. Burgemeesters van de oppositiepartijen werden geconfronteerd met administratieve en gerechtelijke onderzoeken. De lokale democratie in het zuidoosten bleef ernstig bemoeilijkt. In het zuidoosten werden de gedwongen ontslagen burgemeesters nog steeds vervangen door vertrouwelingen van de regering.

De situatie in het zuidoosten bleef zeer zorgwekkend. In oktober 2021 heeft het parlement van Turkije het mandaat van het leger om grensoverschrijdende antiterreuroperaties in Syrië en Irak te starten met twee jaar verlengd. De Turkse regering zette haar binnenlandse en grensoverschrijdende veiligheids- en militaire operaties in Irak en Syrië voort. De veiligheidssituatie in de grenszones bleef precair met aanhoudende gewelddaden door de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die nog steeds voorkomt op de EU-lijst van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden. De EU heeft de aanvallen van de PKK ondubbelzinnig veroordeeld en haar solidariteit betuigd met de families van de slachtoffers. De regering heeft een legitiem recht en een verantwoordelijkheid om terrorisme te bestrijden, maar het is essentieel dat de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden hierbij worden gewaarborgd. Antiterreurmaatregelen moeten evenredig zijn. Er hebben zich geen ontwikkelingen voorgedaan met betrekking tot de hervatting van een geloofwaardig politiek vredesproces om een duurzame oplossing tot stand te brengen.

Er bleef sprake van ernstige achteruitgang ten aanzien van vraagstukken betreffende het maatschappelijk middenveld. Maatschappelijke organisaties kwamen onder toenemende druk te staan en hun ruimte om vrijelijk te opereren werd nog verkleind, waardoor hun vrijheid van meningsuiting, van vereniging en van vergadering werden beperkt. De uitvoering van de wet ter voorkoming van de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens heeft de bewegingsruimte van maatschappelijke organisaties verder beperkt.

Het civiele toezicht op de veiligheidstroepen is niet geconsolideerd. De verantwoordingsplicht van militairen, politie en inlichtingendiensten bleef zeer beperkt. Het parlementaire toezicht op de veiligheidsinstellingen moet worden versterkt. In juli verhoogde het parlement de pensioenleeftijd van de chef generale staf van 67 naar 72, waardoor de zittende chef een extra jaar kan dienen, terwijl de lucht- en marinecommandanten met pensioen zijn gegaan.

Turkije heeft enige mate van voorbereiding bereikt/is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Tijdens de verslagperiode is geen vooruitgang geboekt. Het ontbreekt het land nog steeds aan een alomvattende agenda voor de hervorming van het openbaar bestuur en het beheer van de overheidsfinanciën, en de regering is nog niet begonnen met een alomvattende hervorming van het openbaar bestuur. De verantwoordingsplicht van het bestuur is ontoereikend en het beheer van personele middelen moet worden verbeterd. Het ontbreekt de beleidsvorming aan empirisch onderbouwde methoden en participatiemechanismen. De politisering van het openbaar bestuur ging verder. De vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende ambtenarenfuncties bleef laag.

Het justitieel stelsel van Turkije bevindt zich in een beginstadium van voorbereiding. De ernstige achteruitgang die sinds 2016 werd waargenomen, hield aan tijdens de verslagperiode. Er blijft bezorgdheid bestaan, met name over het systematische gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de ongepaste druk op rechters en openbaar aanklagers. Er is meer bijzondere bezorgdheid ontstaan over de naleving door de rechterlijke macht van internationale en Europese normen, met name met betrekking tot de weigering om uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren. De uitvoering van het actieplan inzake mensenrechten van 2021 en de strategie voor justitiële hervorming van 2019 zijn voortgezet. De grote tekortkomingen in de Turkse rechterlijke macht zijn echter in allebei de documenten niet aangepakt, omdat er geen plan was om de algehele werking van het justitieel stelsel van het land aanzienlijk te verbeteren. Slechts 515 rechters of aanklagers die na de poging tot staatsgreep werden ontslagen, werden in functie hersteld, ondanks dat er meerdere werden vrijgesproken. Er blijft bezorgdheid bestaan over het ontbreken van objectieve, op verdienste gebaseerde, gestandaardiseerde en vooraf vastgestelde criteria voor de aanwerving en bevordering van rechters en openbare aanklagers.

Wat corruptiebestrijding betreft, verkeert Turkije in een beginstadium van de voorbereidingen en heeft het in de verslagperiode geen vooruitgang geboekt. Het land heeft geen instanties voor corruptiebestrijding opgericht die in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van Turkije. Het wettelijke en institutionele kader moet worden verbeterd om politieke en ongepaste inmenging in de vervolging en berechting van corruptiezaken te beperken. De verantwoordingsplicht en transparantie van overheidsinstellingen moeten worden verbeterd. Het ontbreken van een strategie en actieplan op het vlak van corruptiebestrijding is een teken van het gebrek aan wil om resoluut op te treden tegen corruptie. De meeste aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco) van de Raad van Europa zijn niet uitgevoerd. Corruptie is over het algemeen wijdverbreid en blijft een punt van zorg.

Turkije is enigszins voorbereid op het vlak van de strijd tegen de georganiseerde misdaad, maar er is over het algemeen slechts beperkte vooruitgang geboekt. De voltooiing van een internationale overeenkomst inzake de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Turkse autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme loopt nog steeds, aangezien de Turkse wetgeving inzake gegevensbescherming nog niet in overeenstemming is met het EU-acquis. Het rechtskader voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering moet worden verbeterd in overeenstemming met de aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF) en de aanbevelingen van de Commissie van Venetië inzake de wet ter voorkoming van de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens.

De situatie van de mensenrechten en de grondrechten bleef verder verslechteren. Veel van de maatregelen die tijdens de noodtoestand zijn genomen, blijven van kracht. Het rechtskader voorziet in algemene waarborgen voor de eerbiediging van de mensenrechten en de grondrechten, maar de wetgeving en de uitvoering ervan moeten nog steeds in overeenstemming worden gebracht met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa bleef toezien op de eerbiediging door Turkije van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat. De voortdurende weigering van Turkije om bepaalde uitspraken van het EHRM uit te voeren, met name in de zaken Selahattin Demirtaş en Osman Kavala, is een bron van ernstige bezorgdheid over de naleving door de rechterlijke macht van internationale en Europese normen en de toezegging van Turkije om de rechtsstaat en de eerbiediging van de grondrechten te bevorderen. De inbreukprocedure die de Raad van Europa in februari 2022 tegen Turkije heeft ingeleid wegens het niet uitvoeren van het arrest in de zaak Kavala, is een zoveelste voorbeeld van het feit dat Turkije zich verwijdert van de normen inzake mensenrechten en fundamentele vrijheden die het land als lid van de Raad van Europa heeft onderschreven. In juli heeft het Hof geoordeeld dat Turkije het EHRM-arrest van 2019 in de zaak Kavala niet heeft uitgevoerd.

Het in 2021 aangenomen actieplan voor de mensenrechten is verder uitgevoerd, maar dit heeft geen betrekking op kritieke kwesties en heeft niet geleid tot een verbetering van de algemene mensenrechtensituatie.

Wat de vrijheid van meningsuiting betreft, is de ernstige achteruitgang die in de afgelopen jaren is waargenomen, voortgezet. De uitvoering van het strafrecht inzake nationale veiligheid en terrorismebestrijding bleef in strijd met het EVRM en andere internationale normen en wijkt af van de jurisprudentie van het EHRM. Beperkende maatregelen van overheidsinstellingen en toenemende druk op gerechtelijke en administratieve middelen bleven de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting belemmeren. Er werden nog steeds strafzaken ingeleid en ook veroordelingen van journalisten, mensenrechtenverdedigers, advocaten, schrijvers, politici van de oppositie, studenten, kunstenaars en gebruikers van sociale media werden voortgezet.

Ook op het gebied van de vrijheid van vergadering en vereniging ging de situatie achteruit. Er waren terugkerende verboden, onevenredig gebruik van geweld en interventies bij vreedzame demonstraties; onderzoeken, rechtszaken en administratieve boetes tegen demonstranten op beschuldiging van met terrorisme samenhangende activiteiten of wegens schending van de wet op demonstraties en marsen.

De rechten van de meest achtergestelde groepen en personen die tot minderheden behoren, moeten beter worden beschermd. Roma bleven grotendeels uitgesloten van formele banen en hun levensomstandigheden verslechterden sterk. Gendergerelateerd geweld, discriminatie en haatzaaien tegen minderheden (in het bijzonder tegen lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender interseksuele en queer personen (LHBTIQ)) zijn nog steeds een ernstig punt van zorg.

Op het gebied van het migratie- en asielbeleid heeft Turkije enige vooruitgang geboekt. De verklaring EU–Turkije bleef het belangrijkste kader voor samenwerking tussen de EU en Turkije, en de EU werd intensiever betrokken bij Turkije op het gebied van migratie. Er is enige vooruitgang geboekt bij de verdere versterking van de capaciteit voor bewaking en bescherming van de landgrens met Iran. De terugkeer van irreguliere migranten van de Griekse eilanden in het kader van de verklaring EU–Turkije is evenwel sinds maart 2020 opgeschort. In 2021 is de toestroom van irreguliere migranten op de meeste routes toegenomen ten opzichte van 2020. De stijging kan deels het gevolg zijn van de opheffing van de maatregelen die de landen in de regio in 2020 hebben genomen om de COVID-19-pandemie in te dammen. Hoewel het aantal irreguliere binnenkomsten in Griekenland is afgenomen ten opzichte van de cijfers vóór COVID, zijn de irreguliere binnenkomsten in Italië en in de door de regering gecontroleerde gebieden van Cyprus het afgelopen jaar aanzienlijk toegenomen en zijn er nieuwe smokkelroutes opgezet. Turkije heeft de bepalingen met betrekking tot onderdanen van derde landen in de overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije, die in oktober 2017 in werking is getreden, nog steeds niet uitgevoerd. Over het geheel genomen bleef het aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Turkije en Griekenland aanzienlijk lager dan vóór de goedkeuring van de verklaring EU–Turkije.

Turkije bleef aanzienlijke inspanningen leveren voor de opvang en het lenigen van de noden van een van de grootste vluchtelingengemeenschappen ter wereld. Van de volledige operationele begroting van de faciliteit voor vluchtelingen ten belope van 6 miljard EUR was in juni 2022 ruim 4,7 miljard EUR uitbetaald. Er zijn efficiënte integratiemaatregelen nodig om de langdurige aanwezigheid van vluchtelingen in het land aan te pakken. Migranten en vluchtelingen moeten beter toegang krijgen tot de gezondheidszorg. Er werd niet voldaan aan de resterende benchmarks voor visumliberalisering. Turkije moet zijn wetgeving nog verder aanpassen aan het EU-acquis inzake visumbeleid.

Het eenzijdige buitenlands beleid van Turkije bleef in strijd met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), met name vanwege het militaire optreden van Turkije in Syrië en Irak en het gebrek aan afstemming op de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland. Turkije behield een zeer laag aanpassingspercentage van 7 % ten aanzien van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU (stand van zaken augustus 2022). De militaire steun van Turkije aan Libië, onder meer door de inzet ter plaatse van buitenlandse strijders, en de aanhoudende kritiek van het land op en het gebrek aan samenwerking met operatie IRINI, zijn schadelijk voor de effectieve bijdrage van de EU aan de uitvoering van het VN-wapenembargo en hebben geleid tot tegenstrijdige benaderingen in Libië. Turkije blijft een uiterst belangrijke speler in de Syrische crisis en deelt de doelstelling van een stabiel en welvarend Syrië met de EU. Er bleven echter heel wat troepen aanwezig in de regio en in andere delen van Noord-Syrië. De veiligheidsproblemen van Turkije die uit Noord-Syrië voortvloeien, moeten worden aangepakt met politieke en diplomatieke middelen, niet door militair optreden, en met volledige eerbiediging van het internationaal humanitair recht.

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne werd door Turkije erkend als een staat van oorlog en Turkije veroordeelde de Russische agressie. Turkije handhaafde het Verdrag van Montreux, waarbij de doorgang van oorlogsschepen beperkt werd tot die welke terugkeren naar hun basis. Turkse bedrijven bleven militair wapentuig verkopen aan Oekraïne. Turkije wil de gesprekken tussen Oekraïne en Rusland vergemakkelijken en werken aan de-escalatie en de totstandbrenging van een staakt-het-vuren. Het land heeft ook een diplomatiek initiatief genomen om de uitvoer van Oekraïens graan te vergemakkelijken; de door Oekraïne en Rusland op 22 juli in Istanbul goedgekeurde overeenkomst, gefaciliteerd door de VN en Turkije, zou niet mogelijk zijn geweest zonder de constructieve rol van Turkije, dat ook betrokken is bij het vergemakkelijken van de uitvoering van de overeenkomst. Niettemin heeft Turkije zich onthouden van overeenstemming met de EU-sancties tegen Rusland. Turkije heeft een memorandum van overeenstemming ondertekend voor de ontwikkeling van economische en handelsbetrekkingen met Rusland.

De verbeterde dynamiek in de betrekkingen tussen de EU en Turkije sinds december 2020, na de de-escalatie in het oostelijke Middellandse Zeegebied, hield enkele maanden aan totdat er in april 2022 in de Egeïsche Zee opnieuw spanningen ontstonden. In november 2021 heeft de Raad, na de tweede beoordeling van het kader voor beperkende maatregelen, de regeling met nog een jaar verlengd tot en met 12 november 2022. Momenteel zijn aan twee personen sancties opgelegd. Hoewel Turkije tijdens de verslagperiode geen ongeoorloofde booractiviteiten heeft verricht in het oostelijke Middellandse Zeegebied, zijn de spanningen opgelopen. Turkse oorlogsschepen belemmerden op illegale wijze onderzoeksactiviteiten in de exclusieve economische zone van Cyprus. De militaire oefeningen van Turkije in de maritieme zones van Cyprus werden voortgezet. Hoewel de internationale gemeenschap, en met name de EU, de unilaterale stappen van Turkije veroordeelde, is Turkije voortgegaan met zijn werkzaamheden om de omheinde wijk Varosha in Cyprus te heropenen.

Turkije moet zich ondubbelzinnig inzetten voor goede nabuurschapsbetrekkingen, de eerbiediging van internationale overeenkomsten en de vreedzame regeling van geschillen in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, waarbij het eventueel een beroep kan doen op het Internationaal Gerechtshof.

In juni 2022 uitte de Europese Raad zijn diepe bezorgdheid over de herhaalde acties en verklaringen van Turkije uit het recente verleden. De Raad herinnerde aan zijn eerdere conclusies en de verklaring van maart 2021, en herhaalde dat Turkije de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle EU-lidstaten moet eerbiedigen. De Europese Raad benadrukte dat van Turkije wordt verwacht dat het land het internationaal recht volledig eerbiedigt, de spanningen in het belang van de regionale stabiliteit in het oostelijke Middellandse Zeegebied de-escaleert, de goede betrekkingen met de nabuurschap op duurzame wijze bevordert en het internationaal recht volledig eerbiedigt. De Europese Raad heeft meermaals herinnerd aan het strategische belang van de EU bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. De Europese Raad heeft zich ook opnieuw bereid verklaard om op basis van een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, mits Turkije voldoet aan de in eerdere conclusies van de Europese Raad gestelde voorwaarden en op voorwaarde dat de de-escalatie in het oostelijke Middellandse Zeegebied wordt voortgezet.

Wat de economische criteria betreft, is de Turkse economie vergevorderd; er is tijdens de verslagperiode echter geen vooruitgang geboekt. Er blijven ernstige zorgen bestaan over de voortzetting van de goede werking van de markteconomie van Turkije, aangezien er sprake is van achteruitgang van belangrijke elementen, zoals het voeren van het monetair beleid en het institutionele en regelgevende kader. De economie heeft zich goed hersteld van de COVID-19-crisis, met een groei van 11,4 % in 2021 en meer dan 7 % in de eerste helft van 2022, ondanks de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne. Het te ongerichte monetair beleid van het land en de gebrekkige geloofwaardigheid ervan hebben de lira verzwakt en zorgden ervoor dat de officiële inflatie met meer dan 80 % de hoogste was in twee decennia. Hogere prijzen voor ingevoerde grondstoffen hebben de externe onevenwichtigheden verergerd; deze blijven een grote kwetsbaarheid vormen in een situatie waarin de onzekerheid is toegenomen en er weinig internationale reserves zijn. De uitvoering van de begroting is beter verlopen dan gepland, maar de overheidsschuld is toegenomen en het begrotingsbeleid is steeds meer onder druk komen te staan, gebukt onder mislukte pogingen om de stijgende inflatie te beperken en de nationale munt te ondersteunen.

Het institutionele en regelgevingsklimaat blijft broos, met name wat betreft de voorspelbaarheid, transparantie en uitvoering van regelgeving. Er zijn enkele belangrijke stappen gezet om de beslechting van handelsgeschillen te verbeteren. Ondanks een geleidelijke daling is de informele sector nog steeds goed voor een aanzienlijk deel van de economische bedrijvigheid. Overheidsingrijpen in prijsvormingsmechanismen blijft bestaan. De verlening van staatssteun ontbeert adequate regels inzake uitvoering, handhaving en transparantie. De banksector is grotendeels stabiel gebleven en de kapitaaltoereikendheid bleef boven de wettelijke vereisten. Het aantal niet-renderende leningen is gedaald en de winstgevendheid is verbeterd, maar de dollarisatie en de risico’s voor de financiële stabiliteit zijn toegenomen. De arbeidsmarkt is hersteld van de pandemie, maar er zijn nog steeds diepgewortelde structurele problemen, zoals een zeer grote genderkloof, een hoge jeugdwerkloosheid en grote regionale verschillen.

Turkije is goed voorbereid en heeft tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van zijn capaciteit om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten in de EU. Ondanks enige vooruitgang bij het verbeteren van de beroepsopleiding, blijft de discrepantie tussen het onderwijsstelsel en de behoeften van de arbeidsmarkt bestaan. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling zijn zeer langzaam blijven toenemen en bevinden zich nog steeds ruim onder het streefcijfer van de regering. In de tweede helft van 2021 is er minder geïnvesteerd. Er is verdere vooruitgang geboekt met betrekking tot de diversificatie van de energievoorziening en het vergroten van het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen. De uitbreiding van praktijken op het gebied van het voorschrift inzake plaatselijke inbreng geeft aanleiding tot bezorgdheid. Turkije heeft een aantal van de aanvullende douanerechten ingetrokken die het land had ingevoerd in strijd met de verbintenissen in het kader van de douane-unie EU–Turkije; grote afwijkingen van de verplichtingen van het land in het kader van de douane-unie EU–Turkije belemmeren de bilaterale handel echter.

Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van overheidsopdrachten, maar heeft tijdens de verslagperiode geen vooruitgang geboekt en er zijn nog grote lacunes in de aanpassing aan het EU-acquis. Turkije heeft zijn discriminerende binnenlandse prijsvoordeel voortgezet en compensatie voorzien voor praktijken die plaatselijke inbreng begunstigen. Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van statistieken en heeft beperkte vooruitgang geboekt tijdens de verslagperiode. Frequente wijzigingen op leidinggevend niveau binnen het Turkse bureau voor de statistiek in de afgelopen jaren, ook tijdens de verslagperiode, hebben de geloofwaardigheid van de instelling aanzienlijk ondermijnd. De betrouwbaarheid van belangrijke economische gegevens is herhaaldelijk ter discussie gesteld. Turkije is goed voorbereid op het gebied van financiële controle, maar tijdens de verslagperiode is geen vooruitgang geboekt. De beleidsnotitie voor de interne financiële controle bij de overheid is nog niet bijgewerkt en het netwerk van de coördinatiedienst fraudebestrijding is nog niet hersteld.

Wat betreft het vermogen van Turkije om de verplichtingen van het lidmaatschap na te komen, is de aanpassing van Turkije aan het EU-acquis nog steeds zeer beperkt en is zij vooral op ad-hocbasis nagestreefd.

De cluster interne markt is cruciaal voor de goede werking van de douane-unie EU–Turkije en voor de integratie van Turkije in de eengemaakte markt van de EU. De voorbereidingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, het recht van vestiging en de vrijheid van dienstverlening bevinden zich in een beginstadium, aangezien veel beroepen niet toegankelijk zijn voor EU-onderdanen. Turkije heeft een goede mate van voorbereiding bereikt op het vlak van het vrije verkeer van goederen. Er is nog steeds sprake van technische handelsbelemmeringen. Turkije is redelijk voorbereid wat betreft het vrije verkeer van kapitaal, aangezien er beperkingen op buitenlands eigendom en op het kapitaalverkeer blijven bestaan. Turkije moet in zijn kader voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering de onopgeloste kwesties blijven aanpakken.

Turkije is vergevorderd op het gebied van het vennootschapsrecht en moet verdere vooruitgang boeken bij de aanpassing aan het EU-acquis. Turkije is goed voorbereid op het gebied van het recht inzake intellectuele eigendom, maar moet de handhaving verbeteren. Turkije is enigszins voorbereid op het vlak van het mededingingsbeleid. Er blijft ernstige bezorgdheid bestaan over het wetgevingskader, de handhavingscapaciteit en de transparantie op het gebied van staatssteun. Turkije is goed voorbereid op het gebied van financiële diensten en heeft enige vooruitgang geboekt, onder meer met de ontwikkeling van nieuwe alternatieve financieringsinstrumenten. Er is een goede mate van voorbereiding wat betreft de aanpassing van de wetgeving inzake consumenten- en gezondheidsbescherming, waarbij enige vooruitgang is geboekt, met name wat betreft de aanpassing aan het EU-acquis en de versterking van de intersectorale samenwerking.

Binnen de cluster inzake concurrentievermogen en inclusieve groei is Turkije enigszins voorbereid op het gebied van digitale transformatie en media, hoewel de achteruitgang op dit gebied zich blijft doorzetten. De voorbereidingen van Turkije op het gebied van wetenschap en onderzoek zijn vergevorderd en Turkije heeft tijdens de verslagperiode goede vooruitgang geboekt, met name met de sluiting van de associatieovereenkomst voor Horizon Europa voor de periode 2021–2027. Turkije is redelijk voorbereid op vlak van onderwijs en cultuur en heeft enige vooruitgang geboekt, met name op het gebied van beroepsonderwijs, de nationale kwalificatiesystemen en de deelname van Turkije aan de EU-programma’s.

Wat de hoofdstukken die verband houden met de economie betreft, blijven het economisch en monetair beleid achteruitgaan, wat wijst op inefficiënt beleid inzake het waarborgen van prijsstabiliteit en het temperen van de inflatieverwachtingen. De centrale bank blijft onder aanzienlijke politieke druk staan en haar functionele onafhankelijkheid moet worden hersteld. Turkije heeft beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van het ondernemings- en industrieel beleid, en grote uitdagingen met betrekking tot maatregelen die onverenigbaar zijn met de beginselen van het industrieel beleid van de EU zijn nog niet aangepakt. Tijdens de verslagperiode is geen vooruitgang geboekt op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, en er blijft bezorgdheid bestaan over de vakbondsrechten, het gebrek aan echte sociale dialoog en de hardnekkig hoge niveaus van informele economische activiteit.

Hoewel Turkije redelijk is voorbereid wat belastingen betreft, is er tijdens de verslagperiode geen vooruitgang geboekt en blijft er nood aan een duidelijke strategie, waarbij frequente wijzigingen in de belastingtarieven worden vermeden en de uitwisseling van belastinginformatie met alle EU-lidstaten mogelijk wordt gemaakt. Turkije is goed voorbereid op de douane-unie, maar heeft beperkte vooruitgang geboekt, met name door een aantal aanvullende rechten op de invoer van producten van oorsprong uit derde landen in te trekken. Turkije blijft zich echter onttrekken aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie tussen de EU en Turkije, hetgeen heeft bijgedragen tot een groot aantal handelsbelemmeringen.

Wat de cluster inzake de groene agenda en duurzame connectiviteit betreft, is Turkije redelijk voorbereid op het gebied van het vervoersbeleid. Tijdens de verslagperiode is er beperkte vooruitgang geboekt, voornamelijk in verband met de vaststelling van een plan om het gebruik van het spoorvervoer aanzienlijk te verhogen. Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van energie en heeft over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt. De vorderingen op het gebied van de ontwikkeling van hernieuwbare energie, de hervormingen in de aardgassector en de aanpassing van de wetgeving inzake nucleaire veiligheid zijn voortgezet. Turkije is vergevorderd wat betreft trans-Europese netwerken en heeft enige vooruitgang geboekt, voornamelijk op het gebied van energienetwerken, dankzij de soepele werking van de trans-Anatolische pijpleiding. De aanleg van de spoorlijn Halkalı-Kapıkule die de Bulgaarse grens met Istanbul verbindt, is voortgezet. Turkije is enigszins voorbereid op het gebied van milieu en klimaatverandering, maar heeft in de verslagperiode geen algemene vooruitgang geboekt. Turkije staat voor kritieke milieu- en klimaatuitdagingen, zowel op het gebied van mitigatie als aanpassing. Er moet een ambitieuzer en beter gecoördineerd milieu- en klimaatbeleid worden opgesteld en uitgevoerd. Turkije moet zijn bijdrage aan de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering nog steeds verhogen en uitvoeren en de aanpassing ervan aan het acquis inzake klimaatactie voltooien.

Wat de cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie betreft, heeft Turkije enige mate van voorbereiding bereikt op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling. Tijdens de verslagperiode is het land verder achteruitgegaan, aangezien het landbouwbeleid steeds verder afwijkt van de belangrijkste beginselen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU en Turkije de invoer van landbouwproducten uit de EU blijft beperken. Turkije is een belangrijke exporteur van levensmiddelen naar de EU en heeft tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid. De volledige uitvoering van het EU-acquis op dit gebied vereist aanzienlijke verdere werkzaamheden. Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van de visserij en blijft goede vooruitgang boeken, met name wat betreft de uitvoering van de nieuwe visserijwet, het beheer van de visbestanden en de vloot, en inspectie en controle. Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van het regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten en blijft enige vooruitgang boeken bij het versnellen van de gebruikmaking van IPA II-fondsen. Turkije is enigszins voorbereid op het gebied van financiële en budgettaire bepalingen, maar heeft in de verslagperiode geen vooruitgang geboekt.

Wat betreft de cluster externe betrekkingen is Turkije redelijk voorbereid op het gebied van de externe betrekkingen en is er in de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt, met name als gevolg van aanhoudende afwijkingen van het gemeenschappelijk douanetarief. De verschillen ten opzichte van het stelsel van algemene tariefpreferenties van de EU zijn er nog steeds, hetgeen in strijd is met de douane-unie EU–Turkije. De officiële ontwikkelingshulp van Turkije was grotendeels gericht op humanitaire steun met betrekking tot Syrië op het eigen grondgebied van Turkije. Turkije is enigszins voorbereid op het gebied van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Over het algemeen blijft het buitenlands beleid van Turkije in strijd met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB). Het feit dat Turkije zich niet heeft aangepast aan de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland is bijzonder zorgwekkend vanwege het vrije verkeer van goederen, waaronder goederen voor tweeërlei gebruik, binnen de douane-unie EU–Turkije. Hierdoor ontstaat het risico dat de beperkende maatregelen van de EU worden ondermijnd. Voor de toekomstige goede werking van de douane-unie moeten de partijen de bestaande regels volledig naleven en ondermijning van het wederzijds vertrouwen vermijden.

Over het geheel genomen zijn op veel gebieden nog aanzienlijke inspanningen nodig voor de aanpassing van de wetgeving aan het EU-acquis. Op alle gebieden moeten de uitvoering en handhaving aanzienlijk worden verbeterd. Het waarborgen van de onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteiten en het ontwikkelen van bestuurlijke capaciteit zijn cruciaal voor Turkije om verdere vooruitgang te boeken.



Bijlage 2. Uitvoering van het economisch en investeringsplan (EIP) voor de Westelijke Balkan

2021 was het eerste volledige jaar van uitvoering van het op 6 oktober 2020 aangenomen economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan. Het plan is gericht op nauwere integratie en het dichten van de sociaal-economische kloof tussen de regio en de EU, het ondersteunen van het groene en digitale herstel na COVID en het dichter bij de gemeenschappelijke markt van de EU brengen van de Westelijke Balkan. Het plan vormt ook het juiste kader om de Westelijke Balkan te ondersteunen bij het aangaan van de energiecrisis en de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne. Het richt zich op vlaggenschipinvesteringen en beleidsinitiatieven die aansluiten bij de beleidsprioriteiten en -reacties van de EU. Het ondersteunt connectiviteit binnen de regio en naar de EU op het gebied van energie, vervoer en digitale economie. Het ondersteunt de ontwikkeling van de particuliere sector en het menselijk kapitaal, met inbegrip van innovatie. Het is gebaseerd op een pakket van 9 miljard EUR aan EU-subsidies en de garantiefaciliteit voor de Westelijke Balkan om tot 20 miljard EUR aan investeringen aan te trekken.

Het effect van deze investeringen op de economie van de regio zal naar verwachting worden versterkt door tastbare vooruitgang bij de uitvoering van het project voor de gemeenschappelijke regionale markt en de economische hervormingsprogramma’s, alsook door verdere vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat, het beheer van de overheidsfinanciën en de hervorming van het openbaar bestuur.

De prioriteiten van het economisch en investeringsplan worden uitgevoerd door middel van een versterkte politieke betrokkenheid en beleidsdialoog op deze gebieden, alsook door meer gerichte financiële bijstand van de EU via het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III). In het kader van de Russische agressie tegen Oekraïne biedt het economisch en investeringsplan ook passende instrumenten om de regio te helpen de economische gevolgen ervan op te vangen, met name door vooruitgang te boeken met de energietransitie en door een grotere diversificatie van energiebronnen te vergemakkelijken.

De praktische uitvoering van het plan is gestart in februari 2022 met de goedkeuring van in totaal 1,3 miljard EUR aan investeringssteun uit hoofde van het investeringskader voor de Westelijke Balkan, voor de financiering van 24 vlaggenschipinvesteringsprojecten met een totale investeringswaarde van 3,3 miljard EUR 6 . Dit komt bovenop een aanvulling van 100 miljoen EUR op het regionaal programma voor energie-efficiëntie in de komende jaren om de “EU-renovatiegolf” uit te breiden naar de Westelijke Balkan. De Commissie heeft ook de EU-bijdrage van 560 miljoen EUR over de periode van zeven jaar aan de Ipard-programma’s voor Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië vastgesteld. Deze programma’s ondersteunen agro- en landbouwbedrijven in hun groene en digitale transitie en de uitvoering van duurzamere modellen voor voedselproductie als onderdeel van het economisch en investeringsplan. IPA III draagt bij tot de uitvoering van het economisch en investeringsplan met bilaterale en regionale programma’s voor alle economieën van de Westelijke Balkan.

Connectiviteit op het gebied van vervoer omvat zowel de ontwikkeling van de nodige infrastructuur voor weg-, spoor- en waterwegvervoer overeenkomstig de prioriteiten van de trans-Europese netwerken, als de modernisering en vergroening van de bestaande infrastructuur om bij te dragen tot slimme mobiliteitsoplossingen in overeenstemming met de groene agenda. De prioriteit wordt uitgevoerd door middel van de vlaggenschipprojecten 1, 2 en 3 van het economisch en investeringsplan, die respectievelijk gericht zijn op het verbinden van noord en zuid, oost en west, en op het verbinden van de kustgebieden.

In de verslagperiode zijn de werkzaamheden voortgezet met betrekking tot alle investeringsprojecten voor connectiviteit die in het kader van de connectiviteitsagenda in voorgaande jaren zijn goedgekeurd, waarbij verschillende projecten zijn afgerond, met name langs de mediterrane verkeersroute, de spoorwegcorridor Oriënt/oostelijk Middellandse Zeegebied en twee grensoverschrijdende bruggen (Svilaj en Gradiška). De operationele raad van het investeringskader voor de Westelijke Balkan heeft ook de financiering goedgekeurd van 13 nieuwe investeringsprojecten voor vervoersinfrastructuur, met EU-financiering van meer dan 1 miljard EUR.

Een belangrijke mijlpaal voor de regio is de vaststelling van de vijf sectorale actieplannen (spoorwegen, wegvervoer, verkeersveiligheid, het faciliteren van vervoer, en vervoer over water en multimodaliteit) en de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit voor de Westelijke Balkan, die zijn opgesteld in samenwerking met het permanent secretariaat van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap. Het door de zes partners goedgekeurde doorlopende werkplan met een looptijd van vijf jaar dient als aanvullend planningsinstrument voor de hervormingsmaatregelen en de infrastructuurinvesteringen die de regio de komende jaren prioriteit moet geven.

De Commissie ontwikkelt samen met de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) het programma voor veilig en duurzaam vervoer van 80 miljoen EUR ter ondersteuning van slimme en duurzame mobiliteitsoplossingen door middel van decarbonisatie en digitalisering. Er zal steun worden verleend voor projecten op het gebied van bijvoorbeeld verbetering van de veiligheid aan spoorwegovergangen, modernisering van bepaalde grensovergangen, verbetering van risicogedeelten van wegen, invoering van slimme vervoerssystemen en infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, en voor maatregelen in verband met aanpassing aan de klimaatverandering, bescherming van de biodiversiteit en vermindering van verontreiniging.

Na de succesvolle invoering van “green lanes” in de regio ten tijde van de COVID-19-pandemie wordt gewerkt aan een “green lanes”-proefproject tussen de Westelijke Balkan en de EU, als onderdeel van de maatregelen voor het faciliteren van vervoer. In de praktijk leiden “green lanes” tot kortere wachttijden bij grensdoorlaatposten, vereenvoudiging van controles en vermindering van formaliteiten en kosten. Op 7 juli 2022 is een memorandum van overeenstemming ondertekend over het opzetten van een functionele “green lane” tussen Noord-Macedonië en Griekenland.

Er wordt ook gewerkt aan de herziening van het TEN-T-netwerk in de Westelijke Balkan, die waarschijnlijk eind 2022 zal worden afgerond, met het oog op de actualisering van de lijst van kern- en uitgebreide vervoersnetwerken.

Wat de financiële toezeggingen in het kader van de bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA 2021 betreft, is in totaal 350 miljoen EUR vastgelegd voor vervoer en slimme mobiliteit.

Energieconnectiviteit en -transitie worden ondersteund door drie vlaggenschipprojecten, die betrekking hebben op investering in hernieuwbare energiebronnen, de “renovatiegolf” met het oog op energie-efficiëntie en het faciliteren van de afbouw van steenkool. Energiezekerheid en diversificatie van de voorziening worden ook ondersteund in het kader van de aanhoudende oorlog in Oekraïne.

In de verslagperiode werden zes projecten inzake hernieuwbare energie goedgekeurd voor financiering in het kader van het investeringskader voor de Westelijke Balkan, waaronder het herstel van de waterkrachtcentrale van Fierza in Albanië, drie projecten voor zonne-energiecentrales in Noord-Macedonië en Albanië, en een project met slimme meters in het elektriciteitsdistributiesysteem in Servië. Er werd ook financiering uitgetrokken voor de aanleg van een segment van de trans-Balkan-elektriciteitscorridor.

Om hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie te bevorderen en de vooruitgang bij de renovatie van openbare en particuliere gebouwen te ondersteunen, heeft de Commissie het regionale programma voor energie-efficiëntie met 100 miljoen EUR aangevuld, met een uitvoeringsovereenkomst die eind 2022 met de EBWO en KfW moet zijn ondertekend. De operationele raad van het investeringskader voor de Westelijke Balkan heeft in april 2022 positief advies gegeven voor de financiering van een specifieke garantiefaciliteit voor projecten die voornamelijk betrekking hebben op energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen ten belope van 45 miljoen EUR.

Op grond van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap zal de Westelijke Balkan zich uiterlijk eind 2022 moeten verbinden tot doelstellingen om brandstoffen koolstofvrij te maken tegen 2030. Op basis hiervan zullen zij strategieën ontwikkelen om deze te verwezenlijken door middel van individuele geïntegreerde energie- en klimaatplannen. De transitie van steenkool in de regio, waarvan het grootste deel afhankelijk is van fossiele brandstoffen, zal een grote sociaal-economische uitdaging zijn. De Commissie heeft daarom steun verleend voor de oprichting en exploitatie van een samenwerkingsplatform voor steenkoolregio’s in transitie in de Westelijke Balkan en Oekraïne, dat een afspiegeling is van een soortgelijk initiatief in de EU. Er heeft al een hele reeks bilaterale uitwisselingen met EU-regio’s plaatsgevonden, en andere worden gepland. Een plenaire conferentie van het platform staat gepland voor eind 2022.

Wat de financiële vastleggingen in het kader van de programmering van het IPA 2021 betreft, heeft de Commissie 114 miljoen EUR vastgelegd voor projecten op het gebied van schone energie op zowel regionaal als bilateraal niveau.

De digitale transitie ondersteunt de regio bij zijn digitale transformatie – door middel van technische bijstand en investeringen. Zij is gericht op de hervormingen van de regelgeving die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van een markt voor digitale diensten en op het bevorderen van investeringen in innovatieve digitale oplossingen en digitale infrastructuur. In dit laatste onderdeel wordt de prioriteit ondersteund door vlaggenschipproject 8 van het economisch en investeringsplan, digitale infrastructuur.

Wat de hervormingen van het rechtskader betreft, voert de Commissie jaarlijks een regelgevende dialoog over digitaal beleid met de regio en steunt zij de jaarlijkse digitale topontmoetingen op hoog niveau van de Westelijke Balkan. De zes economieën hebben de Verklaring voor de toekomst van het internet van 28 april 2022 ondertekend 7 . In de verklaring, ondertekend door meer dan 60 internationale partners, worden de visie en beginselen van een betrouwbaar internet beschreven. De regio is ook volledig betrokken bij de werkzaamheden van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie. De Commissie heeft samen met de Raad voor regionale samenwerking een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de regionale roamingovereenkomst, waarmee met ingang van 1 juli 2021 een roam-like-at-home-regeling in de regio tot stand is gebracht. Na de vaststelling van een stappenplan voor de geleidelijke verlaging van de roamingkosten tussen de regio en de EU in 2021, zijn momenteel onderhandelingen gaande met de Westelijke Balkan en de EU-telecomexploitanten over een vrijwillige verlaging van deze kosten, met een mogelijke eerste verlaging vanaf 2023.

Tegelijkertijd bevordert de EU de ontwikkeling van nieuwe digitale oplossingen in verschillende aspecten van de economie van de Westelijke Balkan, waaronder vervoer, energie, logistiek, overheid, handel enzovoort. Een belangrijk initiatief ter bevordering van dergelijke oplossingen is de jaarlijkse Balkathon, die innovatieve projecten voor de digitale transitie toekent. De EU ondersteunt ook de ontwikkeling van digitale vaardigheden in de maatschappijen van de regio. Momenteel wordt een beoordeling van de digitale vaardigheidskloof voor alle zes economieën voltooid.

Het investeringskader voor de Westelijke Balkan ondersteunt een aantal haalbaarheidsstudies en investeringen op digitaal gebied. In februari 2022 is in Montenegro een haalbaarheidsstudie voor breedbandontwikkeling afgerond, en zijn er twee nieuwe projecten opgestart: investeringssteun aan Servië voor de introductie van breedbandnetwerken op het platteland en een subsidie voor technische bijstand aan Albanië voor een haalbaarheidsstudie naar de vaststelling van high-performance computing voor gegevens van overheidsinstellingen.

Cyberbeveiliging blijft een belangrijk onderdeel van het economisch en investeringsplan. Voor de regio is een evaluatie van de behoeften op het gebied van cyberbeveiliging afgerond en een reeks evenementen voor technische bijstand vindt plaats via het Bureau voor de uitwisseling van informatie over technische bijstand, waarbij paraatheid voor cyberincidenten wordt opgebouwd. Voor dit doel worden verdere toewijzingen overwogen in het kader van verschillende instrumenten van de Commissie.

In het kader van de bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA 2021 heeft de Commissie in totaal meer dan 50 miljoen EUR vastgelegd voor projecten inzake digitale transitie, die naar verwachting aanzienlijke investeringen van internationale financiële instellingen en particuliere bronnen zullen aantrekken.

De prioriteiten van het economisch en investeringsplan op het gebied van vervoer, energie en digitale transitie worden ook ondersteund door de groene agenda voor de Westelijke Balkan 8 . Deze werd samen met het economisch en investeringsplan aangenomen en door de leiders van de Westelijke Balkan goedgekeurd via de Verklaring van Sofia over de groene agenda in november 2020. De agenda met vijf pijlers is gebaseerd op hervormingen van de regelgeving in de regio om deze af te stemmen op de ambities van de Europese Green Deal, evenals investeringen in verband met afval- en afvalwaterbeheer, energietransitie en duurzaam vervoer. De uitvoering van de agenda wordt ondersteund door de eerste zeven van de tien vlaggenschipprojecten van het economisch en investeringsplan, die betrekking hebben op vervoer, energietransitie en beheer van afval en afvalwater.

In de verslagperiode heeft de regio, met hulp van de Raad voor regionale samenwerking, een gedetailleerd actieplan opgesteld voor de uitvoering van de agenda, dat door de leiders van de Westelijke Balkan is goedgekeurd tijdens de top in Brdo in oktober 2021. Hoewel de Raad voor regionale samenwerking een sleutelrol blijft spelen bij de coördinatie van regionale initiatieven in het kader van de groene agenda, heeft de Commissie ook een regionaal programma EU4Green van 11 miljoen EUR afgesloten met het Oostenrijkse milieu-agentschap om elke partner in de regio te helpen werken aan zijn eigen strategieën en hervormingen. Het programma is begin 2022 van start gegaan.

In het investeringspakket van het investeringskader voor de Westelijke Balkan van februari 2022 heeft de Commissie de financiering goedgekeurd van twee projecten die rechtstreeks verband houden met de agenda voor de afvalwaterzuiveringsinstallaties van Podgorica en Skopje (naast vijf hieronder besproken projecten voor energietransitie). Met deze projecten wordt de uitvoering gestart van vlaggenschipproject 7 van het economisch en investeringsplan: Beheer van afval en afvalwater

Momenteel wordt er gewerkt aan het in kaart brengen van alle geplande en lopende maatregelen die relevant zijn voor de groene agenda in de regio, en aan de ontwikkeling van een monitoringinstrument voor de uitvoering ervan. Ook de voorbereiding van regionale instrumenten voor groene infrastructuur en het voorkomen van kunststofvervuiling en zwerfvuil op zee zit in de pijplijn. Tegen eind 2022 zullen de partners worden verzocht hun doelstellingen om brandstof koolstofvrij te maken binnen de Energiegemeenschap aan te geven en deze vervolgens in de nationale energie- en klimaatplannen weer te geven.

Wat de financiële vastleggingen in het kader van de programmering van het IPA III 2021 betreft, is in totaal 165 miljoen EUR vastgelegd ter ondersteuning van de uitvoering van de groene agenda in bilaterale en meerlandenprojecten.

De ondersteuning van de particuliere sector wordt uitgevoerd via vlaggenschipproject 9 van het economisch en investeringsplan, met de nadruk op gerichte financiering via een speciale garantiefaciliteit voor kmo’s om op te starten, te innoveren en concurrerend te worden. Soortgelijke steun wordt ook verleend aan de agro-industrie op het platteland via het Ipard.

De vaststelling van passende voorwaarden voor de ontwikkeling en groei van de particuliere sector, met name mkb’s, staat centraal in de economische beleidsdialoog die jaarlijks wordt gevoerd met de partners van de Westelijke Balkan via de economische hervormingsprogramma’s en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen voor het economisch beleid. Het proces is in de verslagperiode geactualiseerd om de prioriteiten van het economisch en investeringsplan en de uitdagingen na de COVID-19-crisis en de gevolgen van recente geopolitieke gebeurtenissen beter weer te geven. De beleidsdialoog wordt tevens gevoed via een beleidsindex voor kmo’s van de OESO, die in 2022 door de EU is gefinancierd.

De steun voor de particuliere sector, met name gericht op het bevorderen van innovatie en het versterken van de groene en digitale transitie, wordt geleverd door middel van specifieke garantieregelingen die in 2021/2022 zijn opgesteld als follow-up van de economische neergang als gevolg van COVID-19. De Growth4All en Agriculture Risk Sharing Facility zijn twee voorbeelden van dergelijke garanties. Voorts heeft de Commissie een pakket van 40 miljoen EUR goedgekeurd voor financiële harmonisatie van innovatieve projecten in de particuliere sector op gebieden als de groene transitie en sociale inclusie.

De Commissie ondersteunt ook de werking van het WB6 Chambers Investment Forum om de economische belangen van de regio binnen en buiten de Westelijke Balkan te behartigen. Zij financiert met name het nieuwe regionale programma voor de ontwikkeling van leveranciers, dat het makkelijker moet maken om verbindingen/mogelijkheden te creëren voor binnenlandse leveranciers.

Tot slot bereidt de Commissie zich voor op de opstart van de garantie voor de Westelijke Balkan als onderdeel van het bredere Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ (EFDO+). De garantie zal instellingen ondersteunen die leningen verstrekken aan de particuliere sector in de regio op het gebied van sociaal-economische ontwikkeling en klimaatverandering. Verwacht wordt dat dit instrument tot 20 miljard EUR aan investeringen in de Westelijke Balkan zal aantrekken om de economische ontwikkeling daar te stimuleren.

Wat de programmering van het IPA 2021 betreft, heeft de Commissie bijna 148 miljoen EUR vastgelegd om de ontwikkeling van de particuliere sector, met inbegrip van de agro-industrie in de Westelijke Balkan, te ondersteunen.

Het economisch en investeringsplan ondersteunt ook de ontwikkeling van menselijk kapitaal en innovatie in de regio, met inbegrip van jongeren, onderwijs en het omarmen van innovatie. Tijdens de ministeriële bijeenkomst van Brdo op 8 juli 2021 hebben de ministers en vertegenwoordigers voor werkgelegenheid en sociale zaken van de regio hun goedkeuring gehecht aan een verklaring waarin zij hun economieën verbinden tot de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten en de uitvoering van het vlaggenschipproject “Jongerengarantie” van het economisch en investeringsplan. Tijdens de top EU–Westelijke Balkan in oktober 2021 werd een alomvattende agenda voor de Westelijke Balkan opgestart inzake innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jeugd en sport, en de bijeenkomst van de leiders in juni 2022 was een gelegenheid om de balans op te maken van verschillende op jongeren gerichte acties.

De jongerengarantie wordt sinds 2014 in de EU uitgevoerd en sinds 2020 versterkt. Nu, als vlaggenschipproject van het economisch en investeringsplan, is de jongerengarantie in de Westelijke Balkan een regeling voor de activatie van jongeren om ervoor te zorgen dat zij in de Westelijke Balkan binnen een bepaalde periode nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage. Bij de regeling is een breed scala aan belanghebbenden betrokken, waaronder jongerenorganisaties en sociale partners. De Commissie heeft in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie en de Europese Stichting voor opleiding een faciliteit voor technische bijstand opgezet om de partners van de Westelijke Balkan hierbij te ondersteunen. De jongerengarantie heeft het potentieel om een hervorming van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening van de economieën van de Westelijke Balkan te stimuleren en de braindrain in de regio te verminderen. Dit vereist hervormingen en capaciteitsopbouw op een aantal gebieden, van onderwijs en beroepsopleiding tot werkgelegenheid, arbeidsdiensten en sociale bescherming. Alle partners van de Westelijke Balkan, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina (waar de werkzaamheden aan de gang zijn) hebben coördinatiemechanismen voor de jongerengarantie opgezet, zijn bezig met het ontwikkelen van gedetailleerde uitvoeringsplannen en sommige zijn al begonnen met de uitvoering ervan.

Op het gebied van onderwijs en cultuur worden gedetailleerde diagnostiek in de onderwijssector gevoerd en worden twee landen (Servië en Noord-Macedonië) betrokken bij Erasmus+, terwijl het proces om de resterende partners te betrekken aan de gang is. De regio is nu ook volledig betrokken bij het programma Creatief Europa, hoewel inspanningen nodig zijn om zich aan te passen aan de AVS-richtlijn. 2022 is aangekondigd als het Europees Jaar voor de Jeugd, waarin de Westelijke Balkan wordt opgenomen in verschillende evenementen en initiatieven van de EU, waarbij Tirana centraal staat als de Europese hoofdstad van de jeugd 2022.

Wat de sociale agenda betreft, is een grondige situatieanalyse van de sociale bescherming in de regio voltooid, waarbij conclusies zijn opgenomen in de beleidsrichtsnoeren voor economische en hervormingsprogramma’s. Het EU-actieplan voor de sociale economie van 2021 wordt aangepast als een gelijklopend initiatief dat ook in de Westelijke Balkan moet worden gelanceerd. Vijf van de partners in de regio (alle behalve Kosovo) hebben ook nieuwe strategieën en actieplannen voor de Roma goedgekeurd om zich aan te passen aan het EU-kader voor 2020–2030. Vanaf 2022 zal SOCIEUX+, een faciliteit voor technische bijstand die gespecialiseerd is in werkgelegenheid en sociale bescherming, beschikbaar zijn voor de Westelijke Balkan. Deze faciliteit zal overheidsinstellingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau ondersteunen en de institutionele en individuele capaciteiten versterken door uitwisselingen met collega’s uit de EU-lidstaten.

De EU-bijstand op dit gebied omvat ook nauwe samenwerking met de Westelijke Balkan op het gebied van gezondheid, met name in de context van de COVID-pandemie en de donatie van vaccins (ongeveer 6,5 miljoen doses die door de EU-lidstaten aan de regio worden gedoneerd of doorverkocht) en meer steun van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC). De regio blijft nauw betrokken bij de werkzaamheden van het Gezondheidsbeveiligingscomité en het ECDC, en heeft toegang tot gezamenlijke aankoop van medische benodigdheden. De EU financiert met de hulp van de Wereldgezondheidsorganisatie een project gericht op veerkracht bij gezondheidscrises in de Westelijke Balkan, en binnen het investeringskader voor de Westelijke Balkan is een nieuw investeringsproject goedgekeurd voor de uitbreiding van het Universitair Kinderziekenhuis in Belgrado.

Het belangrijkste uitvoeringsinstrument van de innovatieagenda is het programma Horizon Europa, waarbij alle zes partners van de Westelijke Balkan nu zijn aangesloten. De regio heeft ook toegang tot de OTO-beleidsfaciliteit en wordt actief aangemoedigd deel te nemen aan EU-onderzoeksinitiatieven zoals COST en EUREKA. Servië en Montenegro hebben nu strategieën voor slimme specialisatie vastgesteld, terwijl de andere partners technische bijstand van de EU ontvangen om dergelijke strategieën af te ronden (Noord-Macedonië) of te ontwikkelen (Albanië, Kosovo en Bosnië en Herzegovina). Het fonds voor economische ontwikkeling en innovatie van de Westelijke Balkan heeft tot dusver technische bijstand verleend voor maximaal 50 projecten in het kader van de proof of concept-regeling, en momenteel wordt een nieuwe oproep tot het indienen van blijken van belangstelling geëvalueerd.

Tot slot is de EU voornemens de Westelijke Balkan volledig te betrekken bij het Nieuw Europees Bauhaus-initiatief, door innovatie, duurzaamheid, inclusie en esthetiek in infrastructuur- en andere projecten te bevorderen, met name in verband met de uitvoering van de groene agenda. Het is de bedoeling de jaarlijkse Bauhausprijs die in het kader van het initiatief wordt gepland, met ingang van 2023 uit te breiden naar de Westelijke Balkan.

De IPA-verbintenissen voor 2021 in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s op het gebied van de ontwikkeling en innovatie van menselijk kapitaal bedragen 62 miljoen EUR.

Deze zes prioriteiten worden geschraagd — en het effect ervan versterkt — door de toezegging van de regio (en de steun van de EU) om een gemeenschappelijke regionale markt in de Westelijke Balkan 9 tot stand te brengen, op basis van de vier vrijheden van verkeer. Alle partijen moeten een constructieve rol spelen bij het bevorderen van het initiatief voor de regionale markt. Het welslagen van het economisch en investeringsplan is ook afhankelijk van de vooruitgang van alle partners bij de invoering van beste praktijken op het gebied van de rechtsstaat, de overheidsfinanciën en het beheer van investeringen en het bevorderen van een professioneel en efficiënt openbaar bestuur. De vorderingen met betrekking tot beide aspecten worden behandeld in de respectieve delen van deze mededeling.

   



Bijlage 3

STATISTISCHE GEGEVENS (op 1.9.2022)

Bevolking

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Totaal bevolking (x 1 000)

622 s

622 s

2 077 s

2 076 s

2 862 s

2 846 s

6 964 s

6 927 s

82 004 bs

83 155 s

3 492 ps

:

1 796 s

1 782 s

446 559 bs

447 485 s

Aandeel 15–64 jaar in totale bevolking (%)

66,9 s

66,5 s

69,6 s

69,3 s

68,7 s

68,4 s

65,3 s

64,8 s

67,8 s

67,8 s

:

:

67,1 s

67,1 s

64,6 beps

64,3 eps

Ruw cijfer nationale bevolkingsontwikkeling (per 1 000 inwoners)

1,0

– 0,3

– 0,3

– 3,2

2,3

0,2

– 5,3

– 8,0

9,1 be

:

:

:

6,9

:

– 1,1 bep

– 2,5 ep

Levensverwachting bij geboorte, mannen (jaren)

74,0

73,2

74,7

72,2

77,6

75,2

73,4

71,6

76,4

:

:

:

:

:

78,5 bep

77,5 ep

Levensverwachting bij geboorte, vrouwen (jaren)

79,5

78,8

78,6

76,7

80,7

79,6

78,6

77,5

81,8

:

:

:

:

:

84,0 bep

83,2 ep

Arbeidsmarkt

Voetnoot

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Economische activiteit, personen 20–64 jaar: deel van de bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

Totaal

1)

71,8

67,2

71,5

70,5

75,9 ew

75,3 ew

72,9

72,5

62,2

58,7

59,0 w

62,3 bw

45,2 w

42,9 w

78,2

77,6

Mannen

1)

79,2

74,6

83,4

82,5

84,4 ew

83,9 ew

80,1

79,9

83,3

79,8

71,3 w

75,4 bw

67,3 w

63,0 w

84,2

83,6

Vrouwen

1)

64,4

59,9

59,3

58,2

67,6 ew

66,9 ew

65,6

65,2

41,1

37,5

46,9 w

49,1 bw

23,2 w

23,1 w

72,2

71,7

Arbeidsparticipatie personen 20–64 jaar (% van bevolking)

Totaal

1)

60,8

55,2

59,2

59,1

67,1 ew

66,3 ew

65,2

65,9

53,8

51,0

49,7 w

52,5 bw

34,2 w

32,3 w

73,1

72,2

Mannen

1)

67,5

61,7

69,7

68,9

74,7 ew

74,0 ew

72,1

72,9

73,2

70,1

61,6 w

64,9 bw

53,0 w

48,8 w

78,9

78,0

Vrouwen

1)

54,2

48,8

48,4

49,0

59,7 ew

58,8 ew

58,2

58,9

34,4

32,0

38,0 w

40,0 bw

15,6 w

16,0 w

67,2

66,5

Personen tussen 15-24 jaar die niet werken en geen opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

1)

17,3

21,1

18,1

19,6

25,5 w

26,6 w

15,3

15,9

26,0

28,3

21,0 w

21,6 w

32,7 w

33,6 w

10,1

11,1



Arbeidsmarkt (vervolg)

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Personen tussen 15-29 jaar die niet werken en geen opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

1)

21,3

26,6

24,5

26,2

26,6 w

27,9 w

19,0

20,0

29,5

32,0

25,0 w

25,9 w

39,9 w

40,4 w

12,6

13,8

Werkgelegenheid belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

1)

7,1 s

7,5 s

13,9 s

12,0 s

36,4 ew

36,1 ew

15,6 s

14,6 s

18,1 s

17,6 s

18,0 w

12,0 bw

5,2 w

4,8 w

4,3 s

4,3 s

Industrie (%)

1)

9,5 s

10,1 s

24,1 s

23,9 s

13,1 ew

13,4 ew

22,6 s

22,6 s

19,8 s

20,5 s

23,8 w

33,4 bw

15,1 w

16,3 w

18,1 s

18,2 s

Bouw (%)

1)

9,9 s

8,3 s

7,0 s

6,9 s

7,0 ew

7,0 ew

4,8 s

5,4 s

5,5 s

5,7 s

7,9 w

9,4 bw

12,6 w

11,1 w

6,7 s

6,6 s

Diensten (%)

1)

73,1 s

73,5 s

55,0 s

57,1 s

43,5 ew

43,5 ew

56,9 s

57,5 s

56,6 s

56,2 s

50,3 w

45,3 bw

67,1 w

67,9 w

70,1 s

70,1 s

Aantal mensen dat werkzaam is in de publieke sector als % van totale werkgelegenheid, 20–64 jaar (%)

2) 3) 4) 1)

29,3 w

30,5 w

23,2 w

24,4 w

15,3 ew

15,5 ew

26,6 w

26,4 w

16,8 w

17,7 w

17,2 w

19,1 bw

27,6 w

28,7 w

:

:

Aantal mensen dat werkzaam is in de particuliere sector als % van totale werkgelegenheid, 20–64 jaar (%)

5) 4) 1)

66,5 w

65,6 w

76,8 w

75,6 w

84,7 ew

84,5 ew

73,4 w

73,6 w

83,2 w

82,3 w

82,8 w

80,9 bw

72,4 w

71,3 w

:

:

Werkloosheid (% totale beroepsbevolking)

Totaal

1)

15,2

17,9

17,3

16,4

11,5 ew

11,8 ew

10,5

9,1

13,7

13,2

15,9 w

15,9 bw

25,5 w

25,8 w

6,7

7,1

Mannen

1)

14,7

17,5

16,5

16,7

11,6 ew

11,6 ew

10,0

8,8

12,4

12,4

13,8 w

14,2 bw

22,4 w

23,4 w

6,4

6,8

Vrouwen

1)

15,7

18,4

18,4

15,9

11,4 ew

12,0 ew

11,2

9,5

16,5

14,9

19,0 w

18,6 bw

34,4 w

32,2 w

7,1

7,4

Jongeren, 15–24 jaar

1)

25,2

36,0

35,6

35,7

27,2 ew

26,5 ew

27,5

26,6

25,2

25,1

33,8 w

36,6 bw

49,4 w

49,1 w

15,1

16,8

Langdurig (>12 maanden)

1)

12,0

13,4

12,4

12,4

7,3 ew

7,0 ew

5,5

4,5

3,2

3,3

12,1 w

11,9 bw

16,2 w

18,4 w

2,7

2,5

Gemiddelde nominale maandlonen en -salarissen (EUR)

6) 7) 8) 9)

515 sw

524 sw

410 sw

441 sw

430 sew

434 sew

645 sw

706 sw

427 sw

384 sw

471 sw

489 sw

477 sw

466 sw

:

:



Onderwijs

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Schooluitval: percentage van de bevolking 18–24 jaar met ten hoogste lager middelbaar onderwijs dat geen verder onderwijs/opleiding volgt (%)

1)

5,0

3,6

7,1

5,7

16,3 w

15,6 w

6,6

5,6

28,7

26,7

3,8 w

4,7 w

8,2 w

7,8 w

10,2

9,9

Overheidsuitgaven voor onderwijs in verhouding tot het bbp (%)

:

:

:

:

3,3 psw

3,3 sw

3,6 sw

3,5 sw

4,4

4,0 sw

4,0 sw

:

4,6 sw

4,6 sw

4,7 d

:

Percentage van de bevolking tussen 20–24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, totaal

1)

4,8

:

8,1

6,1

:

:

7,5

6,4

38,0

34,4

:

5,8 bw

8,6 w

10,2 w

16,5

15,7

Percentage van de bevolking van 20–24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, mannen

1)

:

:

6,4

5,9

:

:

7,3

6,0

39,5

36,7

:

5,8 bw

7,7 w

9,1 w

19,0

18,5

Percentage van de bevolking van 20–24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1)

:

:

9,9

6,2

:

:

7,6

6,8

36,6

32,2

:

5,9 bw

9,6 w

11,5 w

13,8

12,9

Percentage van de bevolking van 20–24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, totaal

1)

82,4

83,3

83,7

85,2

:

:

85,9

85,4

39,8

43,1

87,3 w

84,2 bw

78,9 w

78,8 w

66,6

66,8

Percentage van de bevolking van 20–24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, mannen

1)

85,3

85,7

87,6

89,0

:

:

88,1

87,5

41,7

45,3

89,9 w

86,1 bw

83,3 w

83,1 w

67,3

67,5

Percentage van de bevolking van 20–24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1)

79,3

80,6

79,4

81,1

:

:

83,7

83,2

37,9

40,8

84,1 w

82,3 bw

73,9 w

73,8 w

65,8

66,0

Percentage van de bevolking 30–34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, totaal

1)

36,8

38,4

35,7

39,7

31,3 ew

33,2 ew

33,5

33,0

31,4

33,1

22,5 w

28,4 bw

24,5 w

29,1 w

40,3

41,1

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, mannen

1)

35,4

35,1

32,1

34,3

27,1 ew

26,7 ew

26,9

27,1

32,7

33,9

17,3 w

23,2 bw

22,5 w

28,1 w

35,1

36,0

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1)

38,1

41,7

39,4

45,3

36,6 ew

40,0 ew

40,4

39,1

30,0

32,2

28,6 w

34,0 bw

26,8 w

30,3 w

45,6

46,2



Nationale rekeningen

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Bruto binnenlands product

In lopende prijzen (miljoen EUR)

4 951

4 186

11 262

10 635 p

13 754

13 283 p

46 005

46 796

679 132

626 576

18 046

17 514

7 056

6 772

14 016 454

13 411 849

Per hoofd van de bevolking (EUR)

7 960

6 740

5 422 sw

5 122 psw

4 820

4 680 p

6 620

6 780

8 220

7 510

5 168 ps

:

3 930 s

3 800 s

31 300

29 920

In koopkrachtstandaard (KKS) per hoofd van de bevolking

15 696

13 356

:

:

9 524

9 109 p

12 805

12 758

18 466

18 406

10 400

10 100

:

:

31 302

29 921

In KKS per hoofd van de bevolking in vergelijking met EU-gemiddelde (EU-27 = 100)

50,1

44,6

38,1

:

30,4

30,4

40,9

42,6

59,0

61,5

32,5 s

33,0 s

:

:

100

100

Jaarlijkse reële procentuele wijziging (volume) t.o.v. het jaar ervoor (%)

4,1

– 15,3

3,9

– 6,1 p

2,1

– 3,5 p

4,3

– 0,9

0,9

1,8

2,8

– 3,1

4,8

– 5,3

1,8

– 5,9

Bruto toegevoegde waarde belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

7,9

9,1

9,4

9,8 p

21,0

22,0 p

7,2

7,6

7,1

7,5

6,6

7,0

9,0

8,9

1,8

1,8

Industrie (%)

11,9

13,5

20,8

19,7 p

13,8

12,6 p

24,0

23,4

24,2

25,6

23,1

23,0

23,4

24,1

19,9

19,5

Bouw (%)

7,9

7,3

6,5

6,2 p

9,8

10,3 p

6,9

6,5

6,0

5,9

5,0

5,4

10,1

9,3

5,4

5,6

Diensten (%)

72,2 s

70,0 s

63,4 s

64,1 ps

55,4 s

55,2 ps

61,9 s

62,4 s

62,8 s

60,9 s

65,3 s

64,5 s

57,5 s

57,7 s

72,9 s

73,0 s

Betalingsbalans

Voetnoot

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (miljoen EUR)

27)

345,0 s

467,5 w

363,3 w

154,7 w

1 037,1 s

893,6 w

3 551,1 w

2 938,5 w

5 639,8 s

4 009,8 s

277,8 w

296,8 w

188,4 w

286,6 w

– 51 947,3 s

77 731,3 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (% van bbp)

27)

6,97 s

11,17 sw

3,23 s

1,44 sw

7,54 s

6,84 sw

7,72 s

6,28 sw

0,83 s

0,64 s

1,54 sw

1,70 sw

2,67 s

4,23 sw

– 0,37 s

0,58 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vergelijking met EU-27 (in miljoen EUR)

15) 28) 29)

40,0 s

92,9 w

193,0 s

11,0 w

610,3 s

507,0 w

2 186,0 s

1 932,4 w

– 289,2 s

– 12,3 w

135,4 w

207,7 w

152,5 s

135,6 w

22 301,9 s

– 117 798,9 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vergelijking met EU-27 (% bbp)

30) 29)

0,81 s

2,22 sw

1,71 s

0,10 sw

4,44 s

3,88 sw

4,75 s

4,13 sw

– 0,04 s

0,00 sw

0,75 sw

1,19 sw

2,16 s

2,00 sw

0,16 s

– 0,88 s

Overmakingen (% van bbp)

4,83 s

6,26 s

1,74 s

2,66 ps

5,11 s

5,07 ps

5,83 s

4,81 s

0,02 s

0,02 s

8,54 s

7,36 s

12,07 s

14,47 s

0,15 s

0,14 s



Externe handel in goederen

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Aandeel uitvoer naar de EU-27 in de totale uitvoer (%)

37,0 s

37,7 s

78,5 s

77,5 s

76,4 s

74,7 s

66,3 s

66,2 s

42,2 s

41,1 s

72,3 s

72,4 s

33,2 s

34,5 s

:

:

Aandeel invoer uit EU-27 in totale invoer (%)

47,0 s

44,2 s

50,8 s

46,3 s

57,7 s

57,9 s

54,7 s

55,7 s

31,6 s

33,1 s

61,1 s

60,8 s

49,1 s

45,8 s

:

:

Handelsbalans (in miljoen EUR)

– 2 185

– 1 739

– 2 040

– 1 818

– 2 843

– 2 670

– 5 356

– 4 981

– 27 836

– 42 293

– 4 093

– 3 254

– 3 114

– 2 822

191 129

215 751

Internationale handel in goederen en diensten t.o.v. bbp

Invoer (% bbp)

65,0

61,0

76,2

71,9 p

45,0

37,2 p

60,9

56,5

30,0

32,5

55,2

48,5

56,4

53,9

45,9

42,9

Uitvoer (% bbp)

43,8

26,0

62,4

58,9 p

31,3

22,7 p

51,0

48,2

32,6

28,7

40,6

34,5

29,3

21,7

49,3

46,6

Overheidsfinanciën

Voetnoot

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Overheidsoverschot (+) / -tekort (-) (%)

– 2,0 w

– 10,7 ew

– 2,0 w

– 8,1 w

– 1,9 w

– 6,8 w

– 0,2 ew

– 8,0 w

– 4,4 w

– 4,7 w

1,9 w

– 5,3 w

– 0,5 w

– 5,2 w

– 0,6

– 6,8

Overheidsschuld (%)

10)

76,5 w

103,1 w

40,7 w

51,2 w

63,3 w

72,7 w

52,9 ew

57,7 w

32,7 w

39,8 w

32,7 w

36,6 w

17,5 w

21,8 w

77,5

90,0

Financiële indicatoren

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Jaarlijkse verandering consumentenprijzen (%)

11)

0,5 w

– 0,8 w

0,7 d

1,2 d

1,7 w

2,2 w

1,9 d

1,8 d

15,2 d

12,3 d

0,6 w

– 1,1 w

2,7 w

0,2 w

1,4

0,7

Particuliere schuld, geconsolideerd, t.o.v. bbp (%)

12) 13)

:

:

:

:

:

:

:

:

3,3 w

10,3 w

3,8 w

– 1,2 w

:

:

:

:

Totale buitenlandse schuld t.o.v. bbp (%)

14) 15) 16)

169,0 sw

224,1 sw

72,4 s

80,3 ps

59,9 s

64,3 ps

61,4 sw

65,8 sw

54,8 sw

60,5 sw

63,6 sw

64,9 sw

31,2 sw

37,2 sw

:

:

Totale schuld in vreemde valuta, t.o.v. bbp (%)

17)

15 w

17 w

:

:

60 w

66 w

:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

Rente op leningen (1 jaar), per jaar (%)

18) 19) 20) 21) 22)

6,01 w

5,84 w

2,75 w

2,00 w

6,27 w

6,10 w

3,50 w

1,90 w

15,84 w

16,46 w

3,29 w

3,05 w

6,51 w

6,21 w

:

:

Depositorente (1 jaar), per jaar (%)

18) 19) 23) 24) 25) 26)

0,40 w

0,40 w

0,15 w

0,15 w

0,49 w

0,40 w

1,00 w

0,10 w

14,56 w

13,51 w

0,06 w

0,07 w

1,46 w

1,49 w

:

:

Waarde van reserves (inclusief goud) (miljoen EUR)

19) 15) 16)

1 366,8 w

1 738,5 w

3 262,6 w

3 359,9 w

3 359,6 w

3 942,4 w

13 378,5 w

13 491,7 w

94 413,6 w

81 664,3 w

6 441,1 w

7 091,0 w

863,7 w

900,8 w

:

:

Internationale reserves (uitgedrukt in maanden invoer)

19) 15) 16)

5,1 sw

8,2 sw

4,6 sw

5,3 sw

6,5 sw

9,6 sw

5,7 sw

6,1 sw

5,6 sw

4,9 sw

7,8 sw

10,0 sw

2,6 sw

3,0 sw

:

:



Bedrijfsleven

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Index industriële productie (2015 = 100)

31)

106,7

105,6

113,2

102,4

95,5 w

89,5 w

111,3

111,0

113,6

115,4

103,5

96,7

:

:

106,2

98,5

Infrastructuur

Voetnoot

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Dichtheid spoorwegnetwerk (aantal operationele lijnen per duizend km²)

32) 33)

18,0 s

:

26,9 s

26,9 s

5,9 sw

7,8 sw

48,5 sw

43,2 sw

13,3 s

13,3 s

19,9 sw

19,9 sw

30,5 sw

30,5 sw

:

:

Aantal kilometer autosnelweg

z

z

335

335

z

22

928 w

928

3 060

3 523

208

218

137 w

137 w

:

:

Energie

Voetnoot

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Netto invoer van energie t.o.v. bbp

4 s

3 s

7 s

5 ps

2 s

2 ps

5 s

3 s

1 s

1 s

5 s

3 s

6 s

4 s

2,6 s

1,6 s

Bron: Eurostat en de statistische instanties in de Westelijke Balkan en Turkije

: = niet beschikbaar

b = onderbreking van serie

d = verschillende definitie

e = schatting

p = voorlopig

s = schatting van Eurostat

w = gegevens die door en onder de verantwoordelijkheid van de nationale statistische instantie worden verstrekt en worden vermeld “zoals deze zijn”, zonder enige garantie wat betreft de kwaliteit of de conformiteit met statistische methoden van de EU

z = niet van toepassing en dus gelijk aan 0

* = Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

Voetnoten:

1)

Bosnië en Herzegovina: sinds januari 2020 wordt de arbeidskrachtenenquête in Bosnië en Herzegovina continu uitgevoerd, gedurende het hele jaar, en worden gegevens elk kwartaal bekendgemaakt. Vanaf 2020 wordt ook de procedure voor gewogen kalibratie volgens bevolkingsschattingen van leeftijdsgroepen per vijf jaar en geslacht uitgevoerd.

2)

Montenegro: gegevens hebben betrekking op het aantal werknemers in de openbare sector als percentage van het totale aantal werkende personen.

3)

Noord-Macedonië: in de publieke sector zijn gegevens opgenomen: overige (gemengd, collectief, staat, ongedefinieerd)

4)

Bosnië en Herzegovina: de openbare sector omvat secties O, P en Q van de NACE rev 2, de particuliere sector omvat de andere NACE-secties.

5)

Montenegro: onderbreking in de tijdreeks omdat voorheen alleen werknemers deze vraag beantwoordden. Sinds 2018 wordt deze vraag door alle werknemers beantwoord.

6)

Albanië: Informatiebron: algemeen directoraat belastingen, bijdragers van sociale verzekeringen; berekening van INSTAT

7)

Turkije: Bron: enquêtes met betrekking tot inkomen en levensomstandigheden.

8)

Bosnië en Herzegovina: nettoloon.

9)

Kosovo: de loongegevens van 2012–2019 zijn herzien.

10)

Bosnië en Herzegovina: eind van het jaar (31 december).

11)

Bosnië en Herzegovina: consumentenprijsinflatie

12)

Turkije: gegevens hebben betrekking op schuldbewijzen en leningen.

13)

Bosnië en Herzegovina: gegevens voor monetaire financiële instellingen.

14)

Servië: buitenlandse schuld van de Republiek Servië.

15)

Turkije: jaargemiddelde van de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening naar euro.

16)

Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, zesde editie.

17)

Albanië: externe schuld (met inbegrip van buitenlandse directe investeringen).

18)

Montenegro: gewogen gemiddelde effectieve rente, uitstaande bedragen, per jaar.

19)

Noord-Macedonië: eind van het jaar (31 december).

20)

Albanië: gewogen gemiddelde rentepercentage dat gedurende die maand wordt toegepast op nieuwe leningen met looptijd van twaalf maanden.

21)

Bosnië en Herzegovina: kortetermijnkredietrente voor niet-financiële ondernemingen in nationale valuta (gewogen gemiddelde).

22)

Bosnië en Herzegovina: de gegevens worden herzien als gevolg van correctie bij enkele banken.

23)

Albanië: depositorente vertegenwoordigt gewogen gemiddelde van rente gedurende die maand voor nieuwe deposito’s met looptijd van twaalf maanden.

24)

Turkije: gemiddelde maandelijkse gegevens. Kortlopende depositofaciliteit.

25)

Bosnië en Herzegovina: termijndeposito’s voor huishoudens in nationale valuta (gewogen gemiddelde).

26)

Bosnië en Herzegovina: gegevens voor december 2018.

27)

Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, benadering activa-passiva

28)

Turkije: Op basis van betalingsbalanshandboek 6.

29)

Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, zesde editie, en de Benchmark Definition of Foreign Direct Investment (referentiedefinitie voor buitenlandse directe investeringen) van de OESO — 4e editie

30)

Turkije: jaargemiddelde van de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening naar euro.

Op basis van betalingsbalanshandboek 6.

31)

Albanië: activiteit B_D

32)

Servië: gegevens voor 31 december van dit jaar, uitgezonderd 2021, waar de gegevens betrekking hebben op 1.1.2021.

De gegevens zijn afkomstig van de Republic Geodetic Authority.

33)

Bosnië en Herzegovina: binnenwateren geschat op 210 km².

Indices 10

Indicatoren van derde partijen met betrekking tot de status van democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten 11

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kosovo

Noord-Macedonië

Montenegro

Servië

Turkije

Nations in Transit 2022 — Democracy Scores (Democratie-index), Freedom House

https://freedomhouse.org/countries/nations-transit/scores

Totaalscore: 46/100

(2021: 46/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2021: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 38/100

(2021: 39/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2021: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 38/100

(2021: 36/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2021: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 47/100

(2021: 47/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2021: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 47/100

(2021: 47/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2021: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 46/100

(2021: 48/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2021: regime in transitie of hybride regime)

n.v.t.

Freedom in the World 2022 — Global Freedom Score (Vrijheidsindex), Freedom House

https://freedomhouse.org/countries/freedom-world/scores

Totaalscore: 67/100

(2021: 66/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2021: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 53/100

(2021: 53/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2021: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 56/100

(2021: 54/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2021: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 67/100

(2021: 66/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2021: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 67/100

(2021: 63/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2021: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 62/100

(2021: 64/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2021: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 32/100

(2021: 32/100)

Status: onvrij

(2021: onvrij)

Democracy Index 2021 (Democratie-index) — The Economist Intelligence Unit

https://www.eiu.com/n/campaigns/democracy-index-2021/

 

Totaalscore: 6,11/10

(2020: 6,08/10)

Plaats: 68/167

(2020: 71/167)

Regeringsstelsel: Gebrekkige democratie

(2020: Gebrekkige democratie)

Totaalscore: 5,04/10

(2020: 4,84/10)

Plaats: 95/167

(2020: 101/167)

Regeringsstelsel: Hybride regime

(2020: Hybride regime)

n.v.t.

Totaalscore: 6,03/10

(2020: 5,89/10)

Plaats: 73/167

(2020: 78/167)

Regeringsstelsel: Gebrekkige democratie

(2020: Hybride regime)

Totaalscore: 6,02/10

(2020: 5,77/10)

Plaats: 74/167

(2020: 81/167)

Regeringsstelsel: Gebrekkige democratie

(2020: Hybride regime)

Totaalscore: 6,36/10

(2020: 6,22/10)

Plaats: 63/167

(2020: 66/167)

Regeringsstelsel: Gebrekkige democratie

(2020: Gebrekkige democratie)

Totaalscore: 4,35/10

(2020: 4,48/10)

Plaats: 103/167

(2020: 104/167)

Regeringsstelsel: Hybride regime

(2020: Hybride regime)

World Press Freedom Index 2022 (Wereldpersvrijheidindex) — Verslaggevers zonder grenzen

https://rsf.org/en/index

Globale score: 56,41/100

(2021: 69,41/100)

Plaats: 103/180

(2021: 83/180)

Globale score: 65,64/100

(2021: 71,66/100)

Plaats: 67/180

(2021: 58/180)

Globale score: 67,00/100

(2021: 69,68/100)

Plaats: 61/180

(2021: 78/180)

Globale score: 68,44/100

(2021: 68,33/100)

Plaats: 57/180

(2021: 90/180)

Globale score: 66,54/100

(2021: 65,67/100)

Plaats: 63/180

(2021: 104/180)

Globale score: 61,51/100

(2021: 67,97/100)

Plaats: 79/180

(2021: 93/180)

Globale score: 41,25/100

(2021: 50,21/100)

Plaats: 149/180

(2021: 153/180)

Rule of Law Index (Rechtsstaatindex) 2021 — World Justice Project

https://worldjusticeproject.org/rule-of-law-index/global/2021  

Totaalscore: 0,49/1

(2020: 0,50/1)

Globale plaats: 83/139

(2020: 78/128)

Totaalscore: 0,52/1

(2020: 0,52/1)

Globale plaats: 72/139

(2020: 64/128)

Totaalscore: 0,55/1

(2020: 0,54/1)

Globale plaats: 60/139

(2020: 54/128)

Totaalscore: 0,53/1

(2020: 0,53/1)

Globale plaats: 64/139

(2020: 58/128)

n.v.t.

Totaalscore: 0,49/1

(2020: 0,50/1)

Globale plaats: 81/139

(2020: 75/128)

Totaalscore: 0,42/1

(2020: 0,43/1)

Globale plaats: 117/139

(2020: 107/128)

Worldwide Governance Indicators 2021 — Rule of Law (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2021 — Rechtsstaat) — Wereldbankgroep

http://info.worldbank.org/governance/wgi/  

Percentielscore: 43,75/100

(2020: 40,87/100)

Percentielscore: 42,79/100

(2020: 42,79/100)

Percentielscore: 43,27/100

(2020: 39,42/100)

Percentielscore: 52,40/100

(2020: 51,92/100)

Percentielscore: 52,88/100

(2020: 54,33/100)

Percentielscore: 50,96/100

(2020: 51,44/100

Percentielscore: 36,54/100

(2020: 38,46/100)

Worldwide Governance Indicators 2021 — Government Effectiveness (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2021 — Doeltreffendheid van de overheid) — Wereldbankgroep

http://info.worldbank.org/governance/wgi/  

Percentielscore: 53,37/100

(2020: 48,08/100

Percentielscore: 13,46/100

(2020: 12,98/100)

Percentielscore: 42,79/100

(2020: 39,90/100)

Percentielscore: 50,00/100

(2020: 55,29/100)

Percentielscore: 53,85/100

(2020: 50,96/100)

Percentielscore: 55,77/100

(2020: 52,88/100)

Percentielscore:

49,52/100

(2020: 47,60/100)

Worldwide Governance Indicators 2021 — Control of Corruption (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2021 — Strijd tegen corruptie) — Wereldbankgroep

http://info.worldbank.org/governance/wgi/

Percentielscore: 31,73/100

(2020: 31,73/100)

Percentielscore: 28,85/100

(2020: 28,37/100)

Percentielscore: 44,71/100

(2020: 37,02/100)

Percentielscore: 43,27/100

(2020: 34,62/100)

Percentielscore: 54,33/100

(2020: 55,77/100)

Percentielscore: 36,06/100

(2020: 38,46/100)

Percentielscore: 40,38/100

(2020: 43,27/100)

Corruptieperceptie-index 2021 — Transparency International

https://www.transparency.org/en/cpi/2021

 

Score: 35/100

(2020: 36/100)

Plaats: 110/180

(2020: 104/180)

Score: 35/100

(2020: 35/100)

Plaats: 110/180

(2020: 111/180)

Score: 39/100

(2020: 36/100)

Plaats: 87/180

(2020: 104/180)

Score: 39/100

(2020: 35/100)

Plaats: 87/180

(2020: 111/180)

Score: 46/100

(2020: 45/100)

Plaats: 64/180

(2020: 67/180)

Score: 38/100

(2020: 38/100)

Plaats: 96/180

(2020: 94/180)

Score: 38/100

(2020: 40/100)

Plaats: 96/180

(2020: 86/180)

(1)

SWD(2020) 223 final.

(2)

COM(2020) 641 final.

(3)

COM(2020) 641 final.

(4)

SWD(2020) 223 final.

(5)

 Al deze groepen vallen onder de bredere term “Roma” binnen het EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma.

(6)

  https://www.wbif.eu/wbif-investments

(7)

  Declaration for the Future of Internet | Shaping Europe’s digital future (europa.eu)

(8)

  SWD(2020) 223 final

(9)

Verklaring van Sofia van 6 november 2020.

(10)

 Niet alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten komen aan de orde in de rangschikkingen en indices van derde partijen die in de tabel zijn opgenomen.

(11)

 De tabel geeft de meest recente plaats en/of scores van derden weer. Aanvullende verwijzingen naar gegevens van de vorige beoordeling worden tussen haakjes weergegeven, indien beschikbaar.

Top