EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62007CN0510
Case C-510/07: Action brought on 21 November 2007 — Commission of the European Communities v Kingdom of Belgium
Zaak C-510/07: Beroep ingesteld op 21 november 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk België
Zaak C-510/07: Beroep ingesteld op 21 november 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk België
OJ C 22, 26.1.2008, p. 32–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 22/32 |
Beroep ingesteld op 21 november 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk België
(Zaak C-510/07)
(2008/C 22/58)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: G. Rozet en B. Schima, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk België
Conclusies
— |
vaststellen dat het Koninkrijk België, door niet alle geschikte wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om op het grondgebied van de Gemeenschap permanent de voorraden van de tweede categorie van de in artikel 2 genoemde aardolieproducten te handhaven, de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 1, lid 1, van richtlijn 68/414/EEG van de Raad van 20 december 1968 houdende verplichting voor de lidstaten van de EEG om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (1); |
— |
het Koninkrijk België te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Met haar beroep verwijt de Commissie verweerder de voorraadverplichting voor aardolieproducten van richtlijn 68/414/EEG, zoals gewijzigd en vervolgens gecodificeerd bij richtlijn 2006/67/EG van de Raad van 24 juli 2006 (2), vaak niet na te leven voor de producten van de tweede categorie van deze richtlijn, namelijk gasoliën, dieseloliën, lampolie en brandstoffen voor straalvliegtuigen van het kerosinetype. Dienaangaande wijst de Commissie met name op een soms grote wanverhouding tussen de door de verweerder in zijn maandelijkse overzichten verstrekte cijfers betreffende de interne consumptie van de betrokken producten en de gegevens waarover de Commissie beschikt via Eurostat.
(1) PB L 308, blz. 14.
(2) PB L 217, blz. 8.