EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61997TO0207

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 12 maart 1998.
Georges Berthu tegen Raad van de Europese Unie.
Economisch en monetair beleid - Verordening van de Raad over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro - Vervanging van naam 'ecu', genoemd in artikel 109 G EG-Verdrag, door naam 'euro' - Beroep tot nietigverklaring - Kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Zaak T-207/97.

European Court Reports 1998 II-00509

ECLI identifier: ECLI:EU:T:1998:53

61997B0207

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 12 maart 1998. - Georges Berthu tegen Raad van de Europese Unie. - Economisch en monetair beleid - Verordening van de Raad over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro - Vervanging van naam 'ecu', genoemd in artikel 109 G EG-Verdrag, door naam 'euro' - Beroep tot nietigverklaring - Kennelijke niet-ontvankelijkheid. - Zaak T-207/97.

Jurisprudentie 1998 bladzijde II-00509


Samenvatting

Trefwoorden


Beroep tot nietigverklaring - Natuurlijke of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken - Verordening houdende bepalingen betreffende invoering van euro - Beroep van eigenaar van in ecu luidende geldswaardige papieren - Niet-ontvankelijkheid

(EG-Verdrag, art. 173, vierde alinea; verordening nr. 1103/97 van de Raad)

Samenvatting


Het door een particulier ingestelde beroep tot nietigverklaring van verordening nr. 1103/97 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro, waarin met name wordt bepaald dat iedere verwijzing naar de ecu als bedoeld in artikel 109 G van het Verdrag, wordt vervangen door een verwijzing naar de euro, is niet-ontvankelijk.

De omstandigheid dat verzoeker eigenaar is van een in ecu luidende Franse staatsobligatie, volstaat niet om hem bevoegd te maken tot het instellen van beroep krachtens artikel 173, vierde alinea, van het Verdrag. Weliswaar wordt verzoeker door de naamswijziging van de Europese munteenheid geraakt, doch uitsluitend in zijn objectieve hoedanigheid van burger van een lidstaat en gebruiker van de Europese munteenheid en dus op dezelfde wijze als iedere andere burger of onderneming in een lidstaat. Hij kan derhalve niet stellen door de bestreden handeling individueel te worden geraakt.

Top