EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0663
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Making the internal energy market work
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De interne energiemarkt doen werken
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De interne energiemarkt doen werken
/* COM/2012/0663 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De interne energiemarkt doen werken /* COM/2012/0663 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S De interne energiemarkt doen werken
1. INLEIDING De Europese Unie heeft een elektriciteitsmarkt
nodig die concurrerend, geïntegreerd en liquide is en die een stevige structuur
biedt om elektriciteit en gas te laten stromen naar waar daar behoefte aan is.
Om de energie- en klimaatuitdagingen van Europa te kunnen aanpakken en de
energievoorziening voor huishoudens en bedrijven te garanderen, moet de EU
ervoor zorgen dat de Europese interne energiemarkt efficiënt en flexibel werkt.
Ondanks grote vooruitgang tijdens de afgelopen jaren wat de manier betreft
waarop de energiemarkt functioneert, moet er nog heel wat gebeuren om de
markten te integreren, de concurrentie te verbeteren en een antwoord te bieden
op nieuwe uitdagingen. Zoals onderstreept in het Stappenplan Energie 2050 van
de Commissie[1]
is het essentieel om te komen tot een volledige integratie van de Europese
energienetwerken en –systemen en tot een verdere opening van de energiemarkten
om zo tegen minimale kosten de overgang te kunnen maken naar een koolstofarme
economie en de voorzieningszekerheid te kunnen handhaven. Als wij er niet in slagen de werking van de energiemarkt
ingrijpend te hervormen, zullen we het moeten stellen met een minder
betrouwbaar en duurder Europees energiesysteem, zullen het concurrentievermogen
en de welvaart van EU erop achteruitgaan en zal de economie slechts zeer traag
koolstofarm worden. Om deze trends te keren, moeten wij dringend investeren in
opwekkings‑, transmissie‑ en distributie-infrastructuur en in
opslagfaciliteiten. De bestaande energiesystemen moeten worden gemoderniseerd,
wat naar raming tot 1000 miljard euro zal kosten[2].
We moeten ook maatregelen met het oog op grotere efficiëntie bevorderen, een
eerlijke mededinging aanmoedigen en consumenten in staat te stellen een actieve
rol te spelen en hun rechten en keuzevrijheid volledig uit te oefenen. Daarom hebben de Europese staatshoofden en
regeringsleiders duidelijk gesteld dat de interne energiemarkt uiterlijk in
2014 moet zijn voltooid. De interne energiemarkt is geen doel op zich, maar is
een cruciaal instrument om aan de meest essentiële behoeften van de EU-burgers
te voldoen: economische groei, veiligstelling van hun basisbehoeften tegen
aanvaardbare en concurrerende tarieven en duurzaam gebruik van begrensde
hulpbronnen. Uiterlijk in 2014 moet de bestaande wetgeving
volledig ten uitvoer zijn gelegd, inclusief de invoering van de essentiële
technische regels op EU-niveau, alsook van de nodige instrumenten en middelen
voor de regulatoren met het oog op een daadwerkelijke toezicht op de toepassing
van de wetgeving. In alle delen van de EU moeten grensoverschrijdende markten voor
gas en elektriciteit actief zijn en de uitvoering van de plannen om de
EU-netten te vervolledigen, te moderniseren en slimmer te maken moet voldoende
gevorderd zijn. Alleen wanneer dat is bereikt, kunnen de burgers ten volle de
vruchten beginnen te plukken van de interne energiemarkt. Momenteel zit de EU niet op kruissnelheid om
deze deadline te halen. Niet alleen zijn de lidstaten traag bij de aanpassing
van hun nationale wetgeving en de totstandbrenging van volledig concurrerende
markten met grote betrokkenheid van de consument, maar zij moeten ook weerstand
bieden aan oproepen voor een beleid dat meer nationaal geïnspireerde
doelstellingen nastreeft. Deze tendensen belemmeren de goede werking van de
interne energiemarkt. Zij dreigen ook de reeds geboekte vooruitgang op het
gebied van de totstandbrenging van een interne energiemarkt teniet te doen.
Nochtans biedt het proces van harmonisering van het energiebeleid van de
lidstaten en totstandbrenging van efficiënte en bedrijfszekere energiesystemen
over de grenzen van de lidstaten heen een duidelijke toegevoegde waarde. In deze mededeling worden de baten van
geïntegreerde Europese energiemarkten opnieuw belicht en worden manieren
besproken om ervoor te zorgen dat de markten hun potentieel zo snel mogelijk
waarmaken en voldoen aan de behoeften en verwachtingen van de burgers en het
bedrijfsleven in de EU. Gezien het belang ervan voor het verdiepen van de
interne markt is dit initiatief aangewezen als één van de 12 prioritaire acties
in het kader van de mededeling "Akte voor de interne markt II - Samen voor
nieuwe groei"[3].
2. DE VOORDELEN VAN OPEN, GEÏNTEGREERDE EN
FLEXIBELE ENERGIEMARKTEN Zowel nationale regeringen als bedrijven en
particulieren moeten ervan overtuigd zijn dat een interne markt voor hen het
voordeligst is. Momenteel is dat niet het geval. De opwekkingsmarkt is nog
steeds uiterst geconcentreerd. In acht lidstaten is meer dan 80 % van de
elektriciteitsproductie nog steeds in handen van de historische gevestigde
marktpartij. In een goed functionerende energiemarkt, waarin idealiter ook de
externe kosten worden verrekend, moeten investeringen in opwekkingscapaciteit
worden gestuurd door marktafwegingen, veeleer dan door subsidies. In het
algemeen worden de energiemarkten niet gezien als voldoende transparant en open
voor nieuwkomers, inclusief vraagrespons-dienstenleveranciers. In economische
zin rationele investeringen in energie-efficiëntie worden niet of niet genoeg
uitgevoerd. De consumententevredenheid ligt laag, zelfs in lidstaten die momenteel
over goed concurrerende energiemarkten beschikken. Toch heeft de interne energiemarkt al
onmiskenbare positieve resultaten opgeleverd en blijven de potentiële baten
aantrekkelijker dan ooit. 2.1. Er is al veel bereikt Meer keuze en grotere flexibiliteit voor de
consument Momenteel zijn ten minste 14 Europese
elektriciteits- en/of gasmaatschappijen actief in meer dan één lidstaat en in
meer dan twintig lidstaten zijn er nu meer dan drie grote
elektriciteitsleveranciers[4].
In twee derde van de lidstaten kunnen ook huishoudens en kleine ondernemingen
voortaan kiezen tussen verschillende leveranciers. Prijsvergelijkingsinstrumenten hebben de
consumenten geholpen voordeliger contracten af te sluiten. En beter inzicht in
de eventuele voordelen van een verandering van leverancier hebben in een aantal
lidstaten, van Zweden tot het VK, Ierland, België of Tsjechië, geleid tot grote
overstappercentages[5]. Een meer
concurrerende tariefzetting De marktopening, toenemende
grensoverschrijdende handel en marktintegratie[6],
alsook sterkere mededinging, allemaal bevorderd door de EU-wetgeving en door
een krachtig handhavingsbeleid met het oog op de naleving van de mededingings‑
en staatssteunregels, hebben de energieprijzen in toom gehouden[7], wat ertoe bijdraagt banen in
de verwerkende industrie in de EU veilig te stellen en wat veel baat oplevert
voor alle consumenten. De door de consument betaalde energiefactuur
bestaat echter uit meer dan de energiecomponent, wat dit prijseffect minder
zichtbaar maakt. Aangerekende kosten voor het gebruik van de transmissie- en
distributienetten zijn een belangrijk onderdeel van de totale factuur, evenals
belastingen en diverse heffingen[8].
Deze belastingen en heffingen zijn niet altijd gelijk gespreid over alle
consumentengroepen en wegen vooral zwaar door in de factuur van huishoudens. Al
deze elementen worden op lidstaatniveau vastgelegd en maken het voorwerp uit
van nationale beleidslijnen[9].
In sommige lidstaten bestaat 50 % van de gefactureerde energieprijs uit
belastingen en heffingen[10].
In de EU-15 stegen de belastingen op de eindfactuur van huishoudens gemiddeld
van 22 % in 1998 tot 28 % in 2010[11]. Liquidere en transparantere
groothandelsmarkten Dankzij een grotere 'marktkoppeling' tussen de
lidstaten is de liquiditeit en transparantie van de markten waar elektriciteit
wordt verhandeld stilaan verbeterd[12].
Die marktkoppeling heeft zich gestaag verspreid vanuit het noordwesten van de
EU tot de andere regio's. Momenteel zijn 17 lidstaten 'gekoppeld'. Een
positieve bijdrage tot de opbouw van de interne elektriciteitsmarkt was ook de
invoering van de All-Island-markt in Ierland in 2007. Deze ontwikkelingen
hebben geresulteerd in meer grensoverschrijdende handel en grotere
tariefconvergentie[13].
De transparantie is toegenomen, ook dankzij de tenuitvoerlegging van de in 2011
vastgestelde verordening betreffende de integriteit en transparantie van de
groothandelsmarkt voor energie (REMIT)[14].
Ten gevolge van de steeds toenemende handel
tussen de gasmaatschappijen nam het op de platforms voor de gashandel (de
"gashubs") verhandelde gasvolume tussen 2003-2011 toe met een factor
tien, een indrukwekkende stijging. De EU-markten die beschikken over terminals
voor vloeibaar gas hebben veel meer kunnen profiteren van de openstelling van
hun markten voor concurrentie tussen gasleveranciers, onder meer op de mondiale
LNG-markten die beïnvloed zijn door ontwikkelingen buiten de EU, zoals de
zogenaamde 'schaliegas-revolutie' in de VS. Het sterke contrast tussen de
positieve effecten daarvan op de groothandelsprijs voor gas op de liquide en
concurrerende markten in de EU, vergeleken met de prijzen op de minder liquide
en concurrerende markten, is opvallend[15].
Grotere
voorzieningszekerheid De toegenomen liquiditeit van de
groothandelsmarkten heeft ook de voorzieningszekerheid in de EU verbeterd. Wat
aardgas betreft, is het aantal belangrijke aan Europa leverende gaslanden
tussen 2000 en 2010 gestegen van 14 tot 23. Het effect op de
voorzieningszekerheid is aangetoond door wat begin februari 2012 gebeurde toen
een uitzonderlijk hoge vraag naar gas ten gevolge van extreem koud weer
samenviel met een teruggeschroefde gasinvoer. Kortetermijnprijssignalen in de
verschillende gashubs en op de elektriciteitsbeurzen in het westelijke deel van
de EU trokken gas aan naar die plekken waar dat het meest nodig was en zorgden
ervoor dat alle beschikbare elektriciteitsproductiecapaciteit werd
ingeschakeld zodat de energievoorziening van de eindgebruikers intact bleef. Meer
coördinatie en transparantie in onze relaties met derde landen De EU en haar lidstaten hebben de noodzaak
ingezien van een grotere coördinatie van hun externe energierelaties[16], met name met producerende,
consumerende en transitlanden[17].
Dit geeft de EU meer gewicht in energiegerelateerde handelsrelaties. Op initiatief van de EU zijn de baten van de
toepassing van de EU-interne-energiemarktregels nu ook uitgebreid tot de
westelijke Balkan en de buurlanden, met name door de sluiting van het Verdrag
tot oprichting van de Energiegemeenschap[18].
De Energiegemeenschap kan en moet zich verder uitbreiden om zo een steeds
grotere energiemarkt tot stand te brengen over de grenzen van de EU heen.
Energiehandel op goed functionerende markten levert grote baten op voor de EU,
de landen van de Energiegemeenschap en andere buurlanden. Hierdoor ontstaat
waarde voor zowel importerende als exporterende landen en wordt het mogelijk de
elkaar onderling aanvullende natuurlijke rijkdommen van diverse regio's op
complementaire wijze te benutten. De EU ondersteunt de landen van de Energiegemeenschap
bij de aanpak van hun energieproblemen en past daarbij de regels van de interne
energiemarkt toe. Er zijn ook significante verbeteringen bereikt
bij de vaststelling van gemeenschappelijke beste regelgevingspraktijken en
technische normen, op basis van de beginselen van de interne energiemarkt, met
de landen van het zuidelijke Middellandse-Zeebekken, waardoor het weldra
mogelijk wordt grote hoeveelheden hernieuwbare energie in de interne
energiemarkt in te voeren en gezamenlijke grote infrastructuurprojecten in het
kader van het Europese nabuurschapsbeleid op te zetten. 2.2. De baten kunnen nog
groter zijn Afgezien van bovengenoemde baten zijn er nog
een aantal gebieden waar aan de gang zijnde werkzaamheden weldra vruchten
zullen afwerpen. Meer mogelijkheden
voor consumenten om hun energiekosten te beheersen Naar alle waarschijnlijkheid zullen de
energieprijzen in de toekomst omhoog blijven gaan, onder meer vanwege de sterke
mondiale vraag naar brandstoffen en de investeringen die vereist zijn om de verouderende
energiesystemen in de EU in goede staat te houden en te moderniseren[19]. De interne energiemarkt kan
er echter voor zorgen dat de investeringen op de meest kosteneffectieve wijze
gebeuren en dat de kosten vóór belastingen voor huishoudens en voor de
industrie beheersbaar blijven dankzij de concurrentiedruk op de leveranciers.
Ramingen geven aan dat de consumenten in de EU vandaag reeds tot
13 miljard EUR per jaar zouden kunnen besparen als zij zouden overstappen
naar het goedkoopste beschikbare elektriciteitstarief[20]. Deze potentiële baten blijven
momenteel grotendeels onbenut omdat velen er zich nog niet volledig van bewust
zijn of niet in staat zijn de kansen die op de markt worden geboden ten volle
aan te grijpen[21]. Betere
beheersing van het verbruik via slimme technologieën Nieuwe energiediensten, open voor nieuwe
spelers, en marktstimulansen kunnen de consumenten helpen om hun
energierekeningen te drukken door hen de gelegenheid te bieden energie op een
meer kosteneffectieve wijze te gebruiken en gemakkelijker hun eigen
elektriciteit te produceren. Verdere technologische ontwikkelingen zullen
die trend ondersteunen. Slimme-metersystemen maken microgeneratie van
elektriciteit door de consument gemakkelijker én kunnen de energiekosten van
huishoudens helpen terugdringen. Bovendien maken slimme-metersystemen het
mogelijk het elektriciteitsverbruik in realtime aan te passen aan
marktprijsschommelingen. Aangetoond is dat dit de energiekosten van huishoudens
met 13 % kan verminderen, maar het kan zelfs resulteren in nog grotere
besparingen door sturing van de huishoudtoestellen via domotica[22]. De nieuwe richtlijn betreffende
energie-efficiëntie, die bepalingen bevat inzake decentrale opwekking en
vraagrespons[23]
zal een ontwikkeling van de markt in die richting begeleiden. Samenwerking
tussen nutsbedrijven (voornamelijk in de energie‑ en de telecomsector) kan
ervoor zorgen dat de investeringen kosteneffectief zijn[24]. Meer
concurrentie door betere toegang tot de transmissienetten Het volstaat niet om eenvoudigweg de
transmissienetten ter beschikking te hebben, het is ook belangrijk alle
marktdeelnemers in staat te stellen die te gebruiken. Dat was de conclusie van
de Commissie in haar sectoronderzoek betreffende de werking van de
energiemarkten in 2007[25].
Doordat er geen open en niet-discriminerende
toegang tot de transmissie-infrastructuur was, konden nieuwe spelers niet echt
concurreren op de markt. Krachtens EU-regels moeten de lidstaten nu al hun
transmissie‑ en leveringsbelangen van elkaar scheiden (ontvlechting)[26]. In de sector is een nieuwe
industrietak ontstaan die zich uitsluitend op transmissie toelegt en die steeds
grensoverschrijdender tewerk gaat. De Europese netwerken van TSB's (ENTSO-E en
ENTSOG) en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)
spelen een belangrijke rol om ervoor te zorgen dat de bestaande infrastructuur
efficiënter wordt gebruikt en dat nieuwe infrastructuur optimaal wordt gepland
en ontwikkeld binnen een Europees veeleer dan ondernemingsgericht perspectief,
met gebruikmaking van de best beschikbare technologieën. Ontvlechtings‑ en
mededingingsregels moeten permanent worden gehandhaafd om een effectieve
toegang tot de transmissie-infrastructuur in de gehele EU te garanderen. Efficiënter gebruik en efficiëntere
ontwikkeling van netwerken Pan-Europese technische regels (bindende
richtsnoeren en codes) kunnen een verdere verbetering van de
netwerkefficiënties opleveren. Leveranciers en gebruikers moeten gemakkelijker
toegang krijgen tot de infrastructuur en moeten kunnen profiteren van lagere
transactiekosten voor grensoverschrijdende handel. In de gassector kunnen
nieuwe regels voor congestiebeheer en een transparante toewijzing van
pijpleidingscapaciteit de toegang tot het net gemakkelijker maken. In de elektriciteitssector
moeten nieuwe technische voorschriften, bijvoorbeeld inzake
grensoverschrijdende balanceringsmarkten en liquide intra-daymarkten[27], in combinatie met slimmere
netwerken, ertoe bijdragen de flexibiliteit van de systemen en de grootschalige
integratie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, alsook deelname van
vraagrespons-hulpbronnen samen met opwekking, te verbeteren. Dit zal de
producenten van hernieuwbare energie de gelegenheid geven volledig deel te
nemen aan een werkelijk concurrerende markt en geleidelijk dezelfde
verantwoordelijkheden op te nemen als conventionele producenten, inclusief wat
de balancering betreft. 3. MAXIMAAL PROFIJT HALEN UIT DE INTERNE
ENERGIEMARKT Hoewel de baten van een goed werkende interne
energiemarkt geleidelijk zichtbaar worden, zijn er uitdagingen die met grote
urgentie moeten worden aangepakt om de interne energiemarkt in 2014 te kunnen
voltooien. Zonder actie kan de overgang naar duurzame, innovatieve,
koolstofarme en energie-efficiënte systemen tegen 2020 en verder in het gedrang
komen en zullen de dringend vereiste investeringen niet op de meest
kosteneffectieve wijze kunnen gebeuren, als zij al gebeuren. 3.1. De
handhavingsuitdaging 3.1.1. Tenuitvoerlegging van het
derde energiepakket De architectuur voor de interne energiemarkt
is helder. Zij is beschreven in het derde energiepakket[28] en in de aanvullende wetgeving[29]. De bouwstenen liggen er, maar
om de interne energiemarkt goed te doen werken moeten zij daadwerkelijk worden
gebruikt[30].
Vertraging bij de tenuitvoerlegging heeft negatieve effecten op alle spelers en
is dus onaanvaardbaar, noch wat de wetgeving betreffende de marktopening
betreft, noch op die welke bedoeld is om de consument te beschermen en
daadwerkelijke keuzevrijheid te bieden. De Commissie zet, als prioriteit, haar werkzaamheden voort op het gebied van inbreukprocedures tegen lidstaten die de richtlijnen van het derde energiepakket nog niet volledig of niet correct hebben omgezet[31]. De Commissie is voornemens op gezette tijden een overzicht te publiceren van de stand van tenuitvoerlegging van de wetgeving betreffende de interne energiemarkt in de afzonderlijke lidstaten en de stand van de inbreukprocedures. Met steun van de CEER zal de Commissie de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten inzake cruciale consumentgerelateerde kwesties faciliteren, inclusief prijsvergelijkingsinstrumenten, transparante tariefzetting en facturering en maatregelen voor kwetsbare gebruikers. De nationale energieregulators moeten informatie verspreiden onder de consumenten. Vóór het einde van 2012 zal de Commissie webgebaseerde richtsnoeren vaststellen inzake consumentenrechten en bronnen van consumenteninformatie en bescherming van de consument op de energiemarkten van de afzonderlijke lidstaten. 3.1.2. Waarborgen van een gelijk
speelveld De energieregulators en mededingingsautoriteiten, op nationaal en EU-niveau, moeten doortastend handelen om te waarborgen dat alle ondernemingen op de markt een gelijke behandeling krijgen en dat een gelijk speelveld tot stand komt en wordt gehandhaafd[32]. De Commissie zal op actieve wijze toezien op de inachtneming van de mededingingsregels. Dit is belangrijk, in het bijzonder waar
historische voordelen van gevestigde marktspelers de toegang voor nieuwkomers
bemoeilijken. De Commissie zal blijven toezien op de naleving van de antitrust‑
en staatssteunregels in de energiesector om ervoor te zorgen dat dankzij
wetgeving opgeheven belemmeringen voor de mededinging niet opnieuw ontstaan
door de acties van ondernemingen of overheidsinstanties, wat zou kunnen leiden
tot verstoring van de marktwerking. De Commissie zal overheidsinstanties ertoe aanzetten concessies, bv. voor waterkrachtcentrales, opslagfaciliteiten of de exploitatie van distributienetten, te gunnen met inachtneming van de beginselen van het Verdrag en de afgeleide EU-wetgeving. De meest geschikte methode daarvoor is de verlening van dergelijke concessies te onderwerpen aan niet-discriminerende openbare aanbestedingen met gebruikmaking van open instrumenten, zoals veilingen. De Commissie is voornemens de toereikendheid van de bestaande regelgevingsmaatregelen voor het bereiken van dat doel te evalueren. Er moeten ook gelijke mededingingsvoorwaarden
bestaan tussen ondernemingen uit de EU en die uit derde landen. De regels van
de interne markt en de handel via liquide elektriciteitsbeurzen maken dat de
energiemarkten van de EU openstaan voor spelers uit derde landen. Zodra die
gevestigd zijn in de EU beschikken die over dezelfde rechten en verplichtingen
als de Europese marktpartijen. Doordat er op de Europese markt geen
invoerbeperkingen of invoerheffingen voor gas en elektriciteit bestaan, is die
markt één van de meest open energiemarkten ter wereld en is zij een model voor
een verdere facilitering van de wereldwijde handel in energie. Het
handelsbeleid van de EU heeft tot doel te waarborgen dat ondernemingen uit de
EU op gelijke voet kunnen concurreren buiten de EU, op de thuismarkt van hun
concurrenten. Een interne energiemarkt met 500 miljoen consumenten geeft de EU
en de ondernemingen daarvan gewicht in de internationale handel. 3.1.3. Overbruggen van de kloof
tussen de lidstaten Bij de totstandbrenging van een echte interne
markt voor gas en elektriciteit in de EU mag geen enkele regio of afzonderlijke
lidstaat achterop blijven. Het is echter een feit dat de ontwikkeling van de
energiemarkt in economische termen op zeer divergente wijze verloopt tussen de
lidstaten[33],
bijvoorbeeld wat de ontwikkeling van de gasmarkten in de noordwestelijke delen
van de EU in vergelijking met Oost-Europa betreft. De Commissie en ACER zullen regionale initiatieven bevorderen die een prominente rol spelen bij het overbruggen van die kloof. Regionale initiatieven moeten bijdragen tot het opzetten van extra regionale gashubs en elektriciteitsbeurzen en de zo spoedig mogelijke verwezenlijking van de beoogde volledige marktkoppeling voor elektriciteit in de hele EU[34]. In lidstaten echter waar er slechts één
leverancier is en er geen netwerkverbindingen met andere leveranciers
beschikbaar zijn, is het weinig nuttig regionale marktregelingen op te leggen.
De Commissie heeft zich ertoe verbonden dergelijke lidstaten te helpen hun
achterstand in te lopen, maar zonder fundamentele hervormingen in de
desbetreffende landen is vooruitgang niet mogelijk. De lidstaten moeten de mededinging bevorderen door de infrastructuur, voornamelijk ter ondersteuning van grensoverschrijdende activiteiten, te ontwikkelen en belemmeringen voor markttoegang weg te werken. 3.2. De
consumentenuitdaging: de consument helpen voordeel te halen uit nieuwe kansen Hoewel een strikte handhaving van de
consumentenbeschermingsregels cruciaal is, volstaat dit niet. Om maximaal
voordeel te halen uit de totstandgebrachte interne markt moeten consumenten,
met inbegrip van individuele burgers, in staat worden gesteld en worden
gestimuleerd om een actieve rol te spelen op de markt. Tot dusverre zijn kleine en middelgrote
ondernemingen (kmo's) en huishoudens veel minder actief op de markt dan grote
industriële afnemers en halen zij dus niet alle voordelen uit de interne markt
doordat zij bestaande tariefverschillen onbenut laten. Dit kan gedeeltelijk het
gevolg zijn van een gebrek aan transparantie of consumentenvriendelijke
informatie, wat allemaal resulteert in een lage tevredenheid[35] en een laag vertrouwen van de
consument. Zolang de consumenten weinig enthousiast zijn om actief deel te
nemen aan de markt, blijft de ontwikkeling van gediversifieerde diensten en
diensten met toegevoegde waarde echter beperkt[36].
3.2.1. De levering van diverse en
innovatieve diensten voor de consument mogelijk maken Om de best mogelijke deal te krijgen, kan het
nodig zijn van leverancier te veranderen teneinde een lagere factuur of een
betere dienstenkwaliteit te krijgen, in te gaan op tariefformules die efficiënt
energiegebruik belonen of microgeneratie vergemakkelijken, enz. Op
concurrerende markten beschikken consumenten over een gediversifieerde keuze
waarbij de leveranciers zich inspannen om aan de diverse behoeften en
voorkeuren van de consument te voldoen. Sommige leveranciers richten zich
vooral op de prijsbewuste consument door te concurreren op de kosten, anderen
beklemtonen in hun aanbod de kwaliteit van hun dienstverlening of het aanbod
van diensten met grote toegevoegde waarde, nog anderen bundelen hun
energiediensten met andere diensten (bv. telecom). Een snelle invoering van slimme-metersystemen,
als bedoeld in het EU-acquis, kan de aanzet geven tot meer vraagrespons en
andere innovatieve en slimme diensten. Consumenten kunnen bijvoorbeeld de
mogelijkheid krijgen in periodes van zwakke vraag te profiteren van een
verlaagd tarief en in piekperiodes hun verbruik te drukken. Dit zal leiden tot
grotere baten voor de consument, gepaard aan grotere keuzevrijheid. Een
dergelijke dienst hangt niet alleen af van het vermogen van de leveranciers om
de diversiteit van consumentenmotivaties in hun aanbod in te bouwen en dat
aanbod permanent af te stemmen op een wisselend verbruik, maar ook van de
beschikbaarheid van gediversifieerde, flexibele en/of dynamische tariefformules[37]. De tariefregulering van verscheidene lidstaten
belemmert de leveranciers momenteel echter om aantrekkelijke diensten[38] en op maat gesneden en
dynamische tariefformules aan te bieden. Zij ontmoedigt de intrede van nieuwe
marktdeelnemers die gevestigde spelers kunnen uitdagen. In sommige lidstaten
worden voor sommige of alle consumentengroepen de tarieven zelfs door de
overheid vastgelegd op een niveau dat lager ligt dan de marktkosten. Dit kan
leiden tot tariefverliezen die worden gedragen door de energiemaatschappijen of
door de overheidsfinanciën, wat een zware last kan leggen op toekomstige
energieverbruikers of belastingsbetalers. Daardoor worden afnemers ook
onvoldoende gestimuleerd tot efficiënt energieverbruik. Het is duidelijk dat
een dergelijke situatie niet bevorderlijk is voor de ontwikkeling van een
concurrerende markt en in economische zin niet duurzaam is. Zelfs wanneer gereguleerde tarieven
kostendekkend zijn, zenden zij niet de juiste prijssignalen uit die nodig zijn
om efficiënte investeringen mogelijk te maken. Door investeerders worden zij
gezien als een indicator van politieke interferentie wat het
investeringsklimaat verslechtert. Hoewel een aantal lidstaten[39] de elektriciteits‑ en
gastarieven al volledig hebben vrijgemaakt van overheidsinterventie, inclusief
voor kleine gebruikers, en de Commissie met verscheidene andere[40] een geleidelijke afschaffing
van de prijscontroles heeft afgesproken, komen de meeste lidstaten nog altijd
op een of andere manier tussen in de tariefzetting voor eindgebruikers. De Commissie heeft reeds een aantal
inbreukprocedures ingeleid tegen lidstaten die de tarieven voor industriële
gebruikers reguleren. In een recent arrest van het Europese Hof van Justitie is
gesteld dat prijsregulering uitsluitend verenigbaar is met de EU-wetgeving in
strikt omschreven omstandigheden[41].
De lidstaten moeten ernaar streven de regulering van de elektriciteits‑ en gastarieven op te heffen voor alle consumenten, met inbegrip van huishoudens en kmo's, zonder daarbij afbreuk te doen aan universele-dienstverplichtingen en aan de bescherming van kwetsbare consumenten. In hun facturen voor de eindgebruikers moeten de leveranciers de verschillende kostenelementen duidelijk specificeren om zo goedgeïnformeerde besluitvorming mogelijk te maken. De Commissie zal erop blijven aandringen dat tijdschema's voor de geleidelijke uitbanning van tariefcontroles een onderdeel blijven van de plannen voor structurele hervorming van de lidstaten. De Commissie zal marktgebaseerde tariefzetting op de kleinhandelsmarkten blijven bevorderen, onder meer via inbreukprocedures tegen lidstaten die tariefregulering handhaven zonder daarbij de in de EU-wetgeving neergelegde voorwaarden in acht te nemen. 3.2.2. Gerichte bijstand om kwetsbare
consumenten meer bescherming te bieden De energietarieven voor de eindgebruikers
zullen de komende jaren wellicht blijven stijgen, wat een negatief effect heeft
voornamelijk op consumenten die zich in een zwakke economische situatie
bevinden. Die laatsten moeten dus op afdoende wijze worden beschermd. Subsidies
of regulering gericht op een algemene verlaging van de energietarieven
verzwakken echter de prikkels voor energie-efficiënt gedrag, zijn niet
specifiek gericht op de meest behoeftigen en kunnen de mededinging vervalsen.
Hoewel bijstand aan kwetsbare consumenten via financiële maatregelen een
onderdeel kan zijn van een sociaal beleid, is bijstand ter bevordering van de
energie-efficiëntie kosteneffectiever[42]. De aan de gang zijnde veranderingen in de energiesector
kunnen nieuwe uitdagingen opleveren voor bepaalde consumenten die niet over de
instrumenten of competenties beschikken (geletterdheid, toegang tot informatie
on- en offline, enz.) om actief deel te nemen aan de nieuwe zich ontwikkelende
markt en de desbetreffende baten te plukken. Dergelijke consumenten hebben
wellicht behoefte aan meer bijstand van niet-financiële aard, waarbij zij
bijvoorbeeld worden geholpen hun rechten en verantwoordelijkheden beter te
begrijpen. Dat er kwetsbare gebruikers bestaan, is geen
argument tegen een verdere liberalisering. Het herinnert er echter aan dat de
zorg voor een adequate bescherming van de consument, met name consumenten in
kwetsbare posities, één van de belangrijkste elementen is om de interne
energiemarkt van de EU met succes te voltooien. De lidstaten moeten gericht bijstand verlenen aan kwetsbare consumenten teneinde een antwoord te bieden op hun financiële kwetsbaarheid en hen te helpen geïnformeerde keuzes te maken binnen steeds complexere kleinhandelsmarkten. De Commissie zal de lidstaten bijstaan bij de omschrijving van wat verstaan wordt onder kwetsbare consumenten en wat de desbetreffende oorzaken zijn, meer bepaald door richtsnoeren uit te werken en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen. Wanneer zij het probleem van kwetsbare consumenten en energiearmoede aanpakken, moeten de lidstaten het belang van verbetering van de energie-efficiëntie beklemtonen. 3.3. De
overgangsuitdaging: Europa's energiesystemen klaarmaken voor de toekomst Onze energiesystemen staan op de drempel van
een grote transformatie. Er zijn zeer grote investeringen vereist om de
verouderende systemen in de EU te vervangen, ze koolstofarmer en
energie-efficiënter te maken en de voorzieningszekerheid te vergroten. De EU ondersteunt
deze investeringen met behulp van diverse instrumenten zoals het Europees
energieprogramma voor herstel, de toekomstige 'Connecting Europe'-faciliteit,
het cohesiebeleid van de EU[43]
en Horizon 2020[44].
Er worden nu al investeringen gedaan[45],
maar om onze doelstellingen te bereiken moet het tempo worden opgedreven. De interne energiemarkt kan de EU helpen deze
overgang te maken: goed-functionerende markten bevorderen en ondersteunen
systeemverandering immers op een veel efficiëntere en goedkopere wijze dan
centrale planning en zuiver subsidiegedreven hervormingen. De
systeemverandering kan echter niet plaatsvinden zonder een goed geïntegreerde
moderne infrastructuur. 3.3.1. De markt laten werken om de
meest geschikte investeringen te bevorderen Voordat een begin werd gemaakt met de
liberalisering controleerden verticaal geïntegreerde nationale
energiemaatschappijen het hele systeem, van productie tot consumptie. Met de
ontwikkeling van een concurrerende markt met talrijke producenten en aan ontvlechtingseisen
onderworpen netwerkexploitanten kan geen enkele entiteit op zich nog de
betrouwbaarheid van het elektriciteitssysteem garanderen. De marktdeelnemers
zijn onafhankelijk. Wanneer meer wind‑ en zonne-energie wordt geïntegreerd[46] gaan vraag en aanbod meer
fluctueren en wordt het moeilijker vraag en aanbod te allen tijde in evenwicht
te houden, tenminste totdat de mogelijkheden van vraagrespons en
opslagfaciliteiten erop vooruitgaan. Deze problemen voor het elektriciteitssysteem
zijn echter op te lossen op voorwaarde dat in het regelgevingskader duidelijk
de rol wordt omschreven van de verschillende spelers die betrokken zijn bij de
levering van elektriciteit aan de consument, zoals producenten,
netwerkexploitanten, leveranciers van vraagrespons, dienstenleveranciers en
consumenten. Flexibiliteit aan de vraag‑ en aanbodzijde kan en moet worden
beloond via marktgebaseerde prijssignalen (op korte, middellange en lange
termijn) om een energie-efficiënte productie en consumptie van elektriciteit te
bevorderen. De desbetreffende regulering moet worden aangevuld met maatregelen
ter handhaving van de antitrustwetgeving. Overheidsinterventie die particuliere
investeringen ontmoedigt en de interne markt ondermijnt, moet worden vermeden. Flexibiliteit Op voorwaarde dat de markt goed kan
functioneren, zal hij op elk tijdstip steeds de economische waarde van
elektriciteit weergeven. De tarieven zullen laag zijn wanneer het aanbod ineens
groot is (bv. wanneer er veel wind‑ en/of zonne-energie is) en hoog wanneer er
een tekort is. Dergelijke dynamische prijssignalen zijn
essentieel om consumenten en dienstenleveranciers aan de vraagzijde ertoe aan
te sporen hun verbruik tijdens piekuren terug te schroeven. In de
elektriciteitssector hebben tariefwijzigingen traditioneel weinig effect gehad
op het volume van de vraag. Maar naarmate slimme netwerken en meters worden
ingevoerd, kan het potentieel van vraagflexibiliteit door afzonderlijke
gebruikers of aggregatoren daadwerkelijk worden benut. Tariefsignalen zijn ook cruciaal voor het
bevorderen van de flexibiliteit aan de aanbodzijde, gaande van opslagcapaciteit
tot opwekkingscapaciteit die snel kunnen worden ingezet of afgeschakeld. Samen
met een sterker EU-emissiehandelssysteem[47]
kan de markt in de toekomst zorgen voor een optimalisering van de investeringen
en een grote kwaliteit van onze elektriciteitssystemen. Beleidsmakers en consumenten maken zich
wellicht zorgen over prijsfluctuaties. Door de markten over de grenzen heen met
elkaar te verbinden, worden de risico's beperkt aangezien het minder
waarschijnlijk is dat pieken en dalen zich in alle landen tegelijk voordoen.
Een grotere vraagbeheersing en flexibele opwekkings‑ en opslagcapaciteit zullen
ertoe bijdragen de pieken af te vlakken. Er zijn geen aanwijzingen dat meer
volatiele kortetermijnmarkten leiden tot hogere gemiddelde tarieven, met name
wanneer er permanente backup-productiecapaciteit beschikbaar is. De leveranciers zullen zich op termijnmarkten
kunnen indekken tegen het risico van kortetermijnprijsfluctuaties. Retailers
zullen in staat zijn innovatieve prijsplannen aan te bieden aan consumenten die
belang stellen in flexibele leveringscontracten waarmee zij hun energiekosten
kunnen optimaliseren door gebruik te maken van slimme-metersystemen en slimme
apparaten zodat zij hun verbruik kunnen afstemmen op periodes met lage
tarieven. Samengevat: goed werkende langetermijn‑ en
kortetermijngroothandelsmarkten (met name day-ahead-, intraday- en
balanceringsmarkten en markten voor systeemdiensten), die de economische waarde
van elektriciteit op elk tijdstip weerspiegelen, kunnen de investeringen sturen
naar waar zij het meest efficiënt zijn. Op prioritaire wijze zal de Commissie: - de verdere ontwikkeling van goed werkende grensoverschrijdende groothandelsmarkten (op korte zowel als langere termijn) bevorderen door netwerkcodes te ontwikkelen[48]. De Commissie rekent op ACER, de ENTSO's, het Europees Parlement en de lidstaten om er mede voor te zorgen dat die netwerkcodes overeenkomstig de planning ten uitvoer worden gelegd[49]. Bij deze codes worden gemeenschappelijke regels vastgelegd op basis waarvan netwerkbeheerders, elektriciteitsproducenten, leveranciers en consumenten op een doeltreffender wijze kunnen optreden binnen de markt. - de snellere integratie van opslag en flexibele opwekking bevorderen, bv. door de resterende regelgevingskwesties aan te pakken in de context van de Europese netwerkcode voor de balanceringsmarkt. De Commissie beraadt zich over het opstarten van een coördinatie-initiatief om nieuwe technische en regelgevingskwesties aan te pakken. In haar weldra te publiceren mededeling betreffende energietechnologieën en innovatie zal worden geanalyseerd hoe technologische ontwikkeling, onder meer met betrekking tot opslagtechnologieën en microgeneratie, kunnen sporen met marktontwikkelingen op Europees niveau om zo de klimaat‑ en energiedoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Optimalisering van de overheidsinterventie:
de energiemix in de richting van een koolstofarme economie sturen Om op een zo goedkoop mogelijke wijze de
overeengekomen streefcijfers inzake broeikasgasemissies te bereiken, is het
EU-emissiehandelssysteem opgezet — een marktgebaseerd instrument dat één enkele
koolstofprijs voor Europa oplevert. Vanaf 2013 is ook het opzet van de koolstofmarkt
zelf volledig 'geëuropeaniseerd' wat het op de interne energiemarkt mogelijk
maakt de overgang naar duurzame, koolstofarme en efficiënte energiesystemen te
vergemakkelijken via investeringen in koolstofarme technieken[50] en koolstofarme brandstoffen
te belonen boven investeringen in koolstofintensieve technieken en
brandstoffen. Bovendien zal de hierboven bedoelde
overgangsuitdaging een optimalisering vergen van de staatssteun om erover te
waken dat de nodige investeringen blijven plaatsvinden. Momenteel gebruiken de lidstaten diverse
vormen van directe of indirecte staatssteun en/of bijkomende heffingen op de
facturen van de consument voor een reeks energiebronnen. In de veronderstelling
van een verdere vooruitgang bij de voltooiing van de interne energiemarkt zoals
hierboven beschreven, verminderende productiekosten en verdere ontwikkeling van
de koolstofmarkt, moeten dergelijke regels alsmede alle vormen van
ondersteuningsmechanismen op gezette tijden worden geëvalueerd. In het verleden werden er bijvoorbeeld
steunregelingen voor hernieuwbare energie, alsook een aantal bindende regels
betreffende prioritaire toegang tot het net[51],
ingevoerd op grond van onvolledige marktopenstelling, onvolledige
internalisering van de externe kosten van conventionele opwekking en de prille
ontwikkeling van de meeste technologieën voor hernieuwbare energie. Sindsdien
hebben de markten en de desbetreffende technologieën zich echter verder
ontwikkeld. De Commissie zal richtsnoeren uitwerken inzake beste praktijken en opgedane ervaring bij steunregelingen voor hernieuwbare energie en hervorming van die regelingen[52]. Het doel is een grotere samenhang te bereiken
bij de nationale benaderingen, met behoud van de beginselen van
kosteneffectiviteit en gestage degressiviteit, en een versnippering van de
interne markt te vermijden. Hoe efficiënter de regelingen zijn, hoe goedkoper
hernieuwbare energie wordt. En hoe samenhangender de regelingen zijn, hoe
gemakkelijker het is hernieuwbare energie te integreren over de grenzen van de
lidstaten en zelfs van de EU heen. De
Commissie is bezig met een herziening van de richtsnoeren inzake staatssteun
voor milieubescherming om ervoor te zorgen dat zij beter de veranderingen in
het technologische landschap en de EU-beleidsdoelstellingen in de energiesector
weerspiegelen en zo weinig mogelijk de mededinging op de interne markt
verstoren. Met name heeft deze herziening tot doel ervoor
te zorgen dat het toezicht op de staatssteun het verlenen van subsidies
vergemakkelijkt op voorwaarde dat die goed is opgezet, gericht is en de markt
weinig verstoort en op voorwaarde dat er geen betere alternatieven zijn
(regelgeving, marktgebaseerde instrumenten). De Commissie zal in het bijzonder
kostenefficiënte oplossingen stimuleren en grensoverschrijdende integratie
bevorderen. De Commissie is voornemens actief bij te dragen aan de G20-doelstelling om alle subsidies met negatieve effecten op het milieu stop te zetten, inclusief alle resterende directe en indirecte steun voor fossiele brandstoffen[53]. Optimalisering
van de overheidsinterventie: continuïteit van de elektriciteitsvoorziening Sommige lidstaten hebben een systeem van
afzonderlijke betalingen voor de marktbeschikbaarheid van opwekkingscapaciteit
ingevoerd, of zijn dat van plan. Zij maken zich immers zorgen over de vraag of
de zuivere energiemarkt alleen afdoende investeringen in opwekkingscapaciteit
zal opleveren om de voorzieningszekerheid op lange termijn te waarborgen.
Dergelijke capaciteitsmechanismen zijn langetermijninstrumenten die tot doel
hebben een inkomstenstroom voor (geselecteerde) producenten te genereren en de
gebruikers ertoe te verplichten te betalen voor de geleverde capaciteit[54]. De Commissie is echter van oordeel dat
capaciteitsmechanismen, wanneer zij niet goed zijn opgezet en/of voortijdig of
zonder afdoende coördinatie op EU-niveau worden ingevoerd, contraproductief
kunnen zijn. Als capaciteitsmechanismen het aspect van vraagvermindering niet
integreren, kunnen zij op opwekkingscapaciteit gebaseerde oplossingen fixeren
in plaats van oplossingen op het gebied van energie-efficiëntie of vraagrespons
te bevorderen. Als bij dergelijke mechanismen geen onderscheid wordt gemaakt
tussen basis‑ en piekbelasting, trekken zij wellicht onvoldoende flexibele
opwekkingscapaciteit aan. Capaciteitsmechanismen verstoren de EU-brede
prijssignalen en leiden waarschijnlijk ook tot een voorkeursbehandeling voor op
fossiele brandstoffen gebaseerde productiemiddelen in plaats van de meer
variabele hernieuwbare energiebronnen (boven de niveaus die noodzakelijk zijn
om de elektriciteitssystemen in balans te houden). In die zin kunnen zij
indruisen tegen het EU-beleid voor een koolstofarme en hulpmiddelenefficiënte
economie. In goed functionerende energiemarkten hangen
stimulansen voor investeringen in opwekkingscapaciteit en
voorzieningszekerheid ook af van ontwikkelingen op de koolstofmarkt. De
Commissie schuift opties naar voren voor structurele maatregelen om het huidige
door de economische crisis ontstane overaanbod van emissierechten in het EU-emissiehandelssysteem
op te slorpen[55].
Dit zou grotere zekerheid bieden voor investeerders en zou de behoefte aan
nationale maatregelen verminderen. Slecht ontworpen capaciteitsmechanismen
verstoren vaak investeringssignalen in plaats van een echte oplossing te bieden
voor de problemen op het gebied van productiecapaciteit en
voorzieningszekerheid. Als zodanig kunnen dergelijke overheidsinterventies
interfereren met grensoverschrijdende handel en mededinging omdat nationale
markten hierdoor worden afgesloten van opwekkingscapaciteit elders in de EU en
de geografische spreiding van de opwekkingscapaciteit in de interne markt wordt
verstoord. Nationaalgebaseerde capaciteitsmechanismen kunnen de kosten voor
alle lidstaten doen stijgen door het beste gebruik van bestaande
opwekkingscapaciteit en flexibiliteit over de grenzen heen te verhinderen. De Commissie is van oordeel dat
capaciteitsmechanismen wellicht moeten worden onderworpen aan de
internemarktregels van de EU, inclusief het toezicht op staatssteun en Richtlijn 2009/72/EG.
De lidstaten moeten aantonen dat dergelijke
mechanismen nodig zijn boven alternatieve benaderingen, zoals
peak-shavingsmaatregelen, toegenomen invoer via passende interconnecties en
vergemakkelijking van vraagrespons voor zowel industriële als kleine afnemers.
Zelfs in periodes dat de opwekkingscapaciteit beperkt is, moet de
grensoverschrijdende handel worden gehandhaafd. De toewijzingsprocedures moeten
transparant en niet-discriminerend zijn. De lidstaten moeten een volledige analyse uitvoeren in verband met de vraag of er een gebrek is aan investeringen in productiecapaciteit en waarom. Zij moeten kijken naar grensoverschrijdende oplossingen voor alle aangetroffen problemen voordat zij overheidsinterventie plannen. Elk capaciteitsmechanisme moet rekening houden met het effect dat dergelijk ingrijpen heeft op naburige lidstaten en op de interne energiemarkt. Versnippering van de interne energiemarkt moet worden vermeden. De Commissie start een publieke raadpleging over de elektriciteitsvoorzieningszekerheid, de toereikendheid van de opwekkingscapaciteit en de interne energiemarkt. Afhankelijk van de resultaten van deze raadpleging en verdere verbintenissen van lidstaten en belanghebbenden kan de Commissie follow-upmaatregelen voorstellen. De voorzieningszekerheid vergt coördinatie
tussen lidstaten die een snelle eerste crisisrespons kunnen geven, alsook
langetermijnoplossingen voor problemen bij de voorzieningszekerheid. Naarmate
onze energiesystemen geïntegreerder worden, hebben wij meer coördinatie en
samenwerking over de grenzen heen nodig om crisissituaties te identificeren en
aan te pakken en een goede crisisrespons te waarborgen. De Commissie zet formeel een elektriciteitscoördinatiegroep op met het mandaat de samenwerking inzake de elektriciteitsvoorzieningszekerheid te vergemakkelijken, inclusief de toereikendheid van de productiecapaciteit en de stabiliteit van het grensoverschrijdende netwerk. 3.3.2. Meer integratie, snellere
modernisering en betere benutting van de netten Meer netten
met het oog op de integratie van de energiemarkten van de EU Energie moet
kunnen stromen naar waar dat nodig is, zonder fysieke barrières aan nationale
grenzen. Dat houdt onder meer in dat de effecten van ongeplande
elektriciteitsstromen ("loop flows") op de
grensoverschrijdende marktintegratie worden aangepakt. Er
zijn grote investeringen in energienetten vereist om het voor bepaalde regio's
in de EU mogelijk te maken het isolement te doorbreken[56] en om onze Europe
2020-streefcijfers te kunnen behalen. Zoals beklemtoond in de voorgestelde
verordening tot vaststelling van de Connecting Europe Facility[57] moet de manier waarop
investeringen plaatsvinden dringend worden verbeterd. Er zijn al werkzaamheden
om de energienetwerken van de toekomst te definiëren overeenkomstig het
milieu-acquis. In oktober 2011 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor
een verordening betreffende "Richtsnoeren voor de trans-Europese
energie-infrastructuur"[58].
Daarin zijn twaalf prioritaire corridors en gebieden omschreven die betrekking
hebben op elektriciteit, gastransmissie en –opslag en transportnetwerken voor
olie en kooldioxide, en is een dynamische identificatie opgenomen van projecten
van gemeenschappelijk belang. De Commissie heeft zich voorstander getoond van
snellere vergunningverleningsprocedures, verbeterde kostentoewijzing voor
grensoverschrijdende infrastructuur en financieringssteun. De snelle vaststelling en tenuitvoerlegging van het energie-infrastructuurpakket is, zoals bevestigd op de Europese Raad van 9 december 2011, cruciaal. Snellere
modernisering op weg naar slimme netwerken Gezien de toenemende behoefte aan
flexibiliteit en energie-efficiëntie en teneinde de decentrale opwekking en
actieve vraagrespons te kunnen integreren, is gecoördineerde actie vereist met
het oog op de uitrol van slimme netwerken op Europees, regionaal en
gemeentelijk niveau. De Commissie heeft een voorstel ingediend voor een
verordening betreffende "Richtsnoeren voor trans-Europese
telecommunicatienetwerken"[59]
waarin infrastructuur voor digitale diensten als één van de prioriteiten is
aangemerkt. Om tot een efficiënte uitrol
te kunnen komen, moeten de synergieën tussen de exploitanten van
telecommunicatie‑ en energienetten op infrastructuur‑ en dienstverleningsniveau
worden benut. Bedoelde exploitanten moeten samenwerken in een
concurrentievriendelijk klimaat waarbij de markt open staat voor nieuwe
spelers. De Commissie zal een concurrentievriendelijke samenwerking tussen de energie‑ en de ICT-sector blijven bevorderen, inclusief innovatieve dienstenleveranciers, om de modernisering van netwerken te bevorderen en de innovatie in de energiesector te versnellen. De lidstaten wordt verzocht deze ontwikkeling op nationaal niveau te ondersteunen. De Europese normalisatie-instellingen (CEN/CENELEC/ETSI) hebben de urgente taak om tegen eind 2012 een eerste reeks normen voor slimme netwerken uit te werken. De Commissie zal het gebruik van deze normen bevorderen. De Commissie heeft reeds eerder een mededeling
over slimme netwerken gepubliceerd[60]
waarin is opgeroepen de nodige kadervoorwaarden voor de sector vast te leggen
om de desbetreffende technologieën en productiecapaciteit te ontwikkelen en de
nodige investeringen te doen, en waarin de visie van een geïntegreerd
infrastructuurbeheer is uiteengezet[61].
Op basis van de beste praktijken en projecten in de lidstaten[62] ontwikkelt de Commissie
momenteel richtsnoeren en nieuwe instrumenten om de uitrol van
slimme-metersystemen in het huidige decennium verder te stimuleren[63], de voortgang van de lopende
slimme-meterprojecten in de EU te monitoren en veelbelovende O&O en
proefprojecten te ondersteunen[64]. De Commissie zal O&O en innovatie blijven ondersteunen teneinde de uitrol van slimme-metersystemen te vergemakkelijken. De Commissie zal het standaardiseringsmandaat van de Europese normalisatie-instellingen vernieuwen teneinde een tweede reeks normen te ontwikkelen en richtsnoeren vast te stellen en potentiële projecten van gemeenschappelijk belang te identificeren tegen eind 2012. Sterkere vraagrespons in de
distributienetten Met de komst van slimme-metersystemen,
microgeneratietechnologieën, slimme huishoudtoestellen en domotica zijn
consumenten steeds meer in staat hun energievraag te moduleren naargelang van
de feitelijke situatie op de energiemarkt. Met een dergelijke vraagrespons kan
de consument geld besparen en kunnen tegelijk de efficiëntie en de stabiliteit
van de energiesystemen worden verbeterd. Een voorwaarde is echter dat de
lidstaten, regulators, transmissiesysteembeheerders (TSB's),
distributiesysteembeheerders (DSB's) en kleinhandelaars met elkaar en met
andere spelers (vraagrespons-dienstenleveranciers, ICT-ondernemingen of
systeemontwikkelaars) samenwerken. De doelstelling is om transparante en
gemakkelijk begrijpelijke regels en normen voor vraagrespons en databeheer te
ontwikkelen. Het voorgaande vergt ook een herformulering
van de rol van de DSB's. Met name moet worden gewaarborgd dat hun gereguleerde
activiteiten beperkt worden tot taken die het best worden uitgevoerd door een
natuurlijk monopolie en dat de door de nieuwe technologieën mogelijk gemaakte
nieuwe diensten in concurrerende markten worden ontwikkeld. In deze context
lijkt het ook passend na te denken over de rol van derde partijen (zoals
aggregators, energiediensten en marktpartijen uit andere netwerksectoren, zoals
ICT, telecom, elektro-engineering) bij de toekomstige ontwikkeling van lokale
distributienetten of energiediensten. De Commissie heeft de aanzet gegeven tot het
debat onder de auspiciën van het Energieforum voor de burger (Londen) en zal de
discussie voortzetten op basis van de plannen van de lidstaten voor de uitrol
van slimme-metersystemen. In haar volgende mededeling over
energietechnologieën zal de Commissie de technologische aspecten van de verdere
ontwikkelingen op het gebied van energiedistributienetten behandelen. De Commissie nodigt de lidstaten ertoe uit ambitieuze strategieën vast te stellen voor de uitrol van slimme-metersystemen en erover te waken dat daarbij wordt voldaan aan de belangen van zowel de energieleveranciers als de distributeurs en consumenten. De Commissie verzoekt de lidstaten actieplannen op te stellen waarin wordt aangegeven hoe zij hun netten willen moderniseren, inclusief regels en verplichtingen voor DSB's, synergieën met de ICT-sector en bevordering van vraagrespons en dynamische tarieven, overeenkomstig de richtlijn inzake energie-efficiëntie. 4. CONCLUSIE De openstelling van de markt geeft de
consument een echte keuzevrijheid. De behoefte aan overheidsinterventie wordt erdoor
beperkt en ongepast ingrijpen van de overheid wordt erdoor voorkomen. Er zijn
verscheidene problemen die met grote urgentie moeten worden aangepakt teneinde
de interne markt uiterlijk in 2014 te voltooien, het isolement van
verschillende EU-lidstaten die gescheiden zijn van EU-netwerken te beëindigen,
de Europa 2020-agenda te verwezenlijken en geleidelijk en tegen zo laag
mogelijke kosten voor allen over te gaan naar een nieuw energiesysteem tegen
2050. Deze problemen maken ook dat de consument niet ten volle de baten van de
interne markt kan benutten, werpen barrières op voor mededinging en innovatie
en ondermijnen de continuïteit en duurzaamheid van het Europese energiesysteem. De Commissie heeft zich ertoe verbonden om,
binnen haar bevoegdheidssfeer, de uitdaging aan te gaan van de opbouw en
modernisering van een Europees netwerk, met integratie van hernieuwbare
energie, microgeneratie en slimme netwerken, door middel van een stabiel
regelgevingskader waarin de rol van de verschillende spelers (netwerkbeheerders,
energieproducenten, leveranciers, vraagresponsleveranciers, consumenten en
regulators) duidelijk is omschreven. Op basis van deze mededeling stelt de
Commissie een actieplan voor (zie bijlage 1) waarmee het succes van de
interne energiemarkt moet worden verzekerd. De Commissie roept alle
instellingen, lidstaten en belanghebbenden ertoe op samen te werken om de
voorgestelde acties binnen de vastgestelde termijnen te verwezenlijken. In 2014
zal de Commissie de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het actieplan
evalueren. De Commissie is vastbesloten ervoor te zorgen dat de follow-up van
het actieplan op lidstaatniveau en op EU-niveau goed verankerd is in het
Europees semester, met name via de jaarlijkse groeianalyse, het
integratierapport betreffende de interne markt en de landspecifieke
aanbevelingen. Bijlage
1: Actieplan voor Europa Actie/Maatregel || Betrokken partijen || Timing Handhaving 1. Tijdige en volledige omzetting van de richtlijnen betreffende het derde energiepakket en tenuitvoerlegging van de verordeningen betreffende het derde energiepakket || Lidstaten / nationale energieregulators / Commissie || Maart 2011 2. Richtsnoeren inzake de definitie van het begrip "kwetsbare consument" || Commissie || 2013 3. Strikte toepassing van de regels betreffende de interne energiemarkt en de mededinging || Commissie / lidstaten / nationale energieregulators / nationale mededingingsautoriteiten || Continu 4. Verhoging van de doeltreffendheid van regionale initiatieven en hun bijdrage tot de integratie van de interne energiemarkt || Commissie / lidstaten / nationale energieregulators / ACER || Continu 5. Modernisering van de richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming || Commissie || Eind 2013 / begin 2014 Verbetering van betrokkenheid van consumenten en ondersteuning 6. Verdere inspanning om consumenten te betrekken, informeren en motiveren, onder meer door tenuitvoerlegging van de energie-efficiëntierichtlijn en door web-gebaseerde inhoud voor gebruikers die verwijst naar relevante consumentenbeschermingsprogramma's || Commissie / lidstaten / nationale energieregulators/ consumentenorganisaties || 2013 / 2014 7. Ondersteuning van de lidstaten, via het Citizens' Energy Forum, bij de vaststelling van de werkingssfeer voor onderzoek, gegevensverzameling en rapportering inzake de kleinhandelsmarkten voor energie. || Commissie / lidstaten / nationale energieregulators/ consumentenorganisaties || 2013 8. Richtsnoeren en beste praktijken vaststellen inzake prijsvergelijkingsinstrumenten, duidelijke en transparante facturering en steun aan kwetsbare consumenten || Commissie / lidstaten / nationale energieregulators / consumentenorganisaties || 2013 9. Gerichte bijstand aan kwetsbare consumenten om geïnformeerde keuzes te kunnen maken en hen de nodige steun te geven om in concurrerende kleinhandelsmarkten in hun behoeften te kunnen voorzien || Commissie / lidstaten || 2013 De energiesystemen van de EU klaarmaken voor de toekomst 10. Vaststellen en toepassen van netwerkcodes - voor de elektriciteitssector: Regels voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer Regels voor capaciteitstoewijzing op de langere termijn Regels voor verbinding met het net Systeemexploitatie - voor de gassector: Capaciteitstoewijzing Balanceringsregels, inclusief netwerkgerelateerde regels inzake voordrachtsprocedures, regels voor onbalanskosten en regels voor operationele balancering tussen de systemen van de transmissiesysteembeheerders Regels voor interoperabiliteit en gegevensuitwisseling Regels betreffende geharmoniseerde transmissietariefstructuren || ACER / ENTSO's / Commissie / lidstaten / nationale energieregulators || 2013/2014 11. Snelle vaststelling en tenuitvoerlegging van het energie-infrastructuurpakket || Raad / Europees Parlement / lidstaten / nationale energieregulators || December 2012 12. Vaststelling van de eerste lijst van projecten van gemeenschappelijk belang voor de Unie || Commissie / lidstaten || 2013 13. Invoering van een kader en een markt voor een brede verspreiding van slimme toestellen (bv. via standaardisering, ecologisch ontwerp en energie-etikettering) || Commissie / belanghebbenden (met name Europese normalisatie-instellingen) || 2014 14. Opstelling van nationale actieplannen voor een snelle uitrol van slimme netten || Lidstaten / Commissie || 2013 15. Nadenken over de toekomstige rol en verantwoordelijkheid van DSB's, vraagrespons, slimme huishoudtoestellen en domotica, decentrale opwekking en regelingen voor verplichte energiebesparing || Commissie / lidstaten || 2013 16. Analyseren hoe de interne energiemarkt kan bijdragen tot een verbetering van de energie-efficiëntie || Commissie || 2013 17. Analyseren hoe technologische ontwikkeling, inclusief inzake opslagtechnologie en microgeneratie, kan gekoppeld worden aan ontwikkelingen op de energiemarkten || Commissie || 2013 Een passende overheidsinterventie waarborgen 18. Geleidelijke uitbanning van gereguleerde gas- en elektriciteitstarieven, rekening houdend met universele-dienstverplichtingen en effectieve bescherming van kwetsbare consumenten || Commissie / lidstaten || 2009 en verder 19. – Analyseren van investeringsstimulansen en toereikendheid van de productiecapaciteit in de elektriciteitssector binnen het bestaande Europese kader - Ontwikkeling van criteria voor beoordeling van en waken over de overeenstemming van nationale capaciteitsgerelateerde initiatieven met de interne markt || Lidstaten Commissie || 2013 en verder 20. Vaststelling van een leidraad inzake steunregelingen voor hernieuwbare energie || Commissie || 2e/3e kwartaal 2013 21. Formalisering van de Coördinatiegroep voor elektriciteit || Commissie || Oktober 2012 22. Geleidelijke uitbanning van milieuschadelijke subsidies, onder meer directe en indirecte subsidies voor fossiele brandstoffen || Commissie / lidstaten || Uiterlijk in 2020 [1] COM(2011) 885. [2] COM(2011) 658 definitief. [3] COM(2012) 573 final. [4] Zie tabel 12 in het werkdocument van de
Commissiediensten "Energy Markets in the European Union in 2011", ook
wel "SWD 1" genoemd. [5] Scorebord
consumentenmarkten, Europese Commissie, DG SANCO, http://EG.europa.eu/consumers/consumer_research/editions/cms7_en.htm,
"The functioning of retail electricity markets for consumers in the
European Union", Studie namens de Europese Commissie, DG SANCO, 2010
("Study on retail electricity markets"). http://EG.europa.eu/consumers/consumer_research/market_studies/docs/retail_electricity_full_study_en.pdf [6] Zie SWD 1, blz. 47. [7] Terwijl de prijzen voor primaire energiegrondstoffen in
de afgelopen jaren jaarlijks met 14 % zijn gestegen voor aardolie, met
bijna 10 % voor aardgas en met 8 % voor steenkool, zijn de
groothandels-elektriciteitstarieven in de EU veel minder gestegen, namelijk met
3,4 %. Zie figuur 29 in SWD 1. [8] Zij worden onder meer gebruikt ter internalisering van
de externe milieukosten ten gevolge van het gebruik van energie, zoals
aanbevolen in de jaarlijkse groeianalyses van de Commissie van 2011 en 2012
(COM(2011) 11 definitief, COM(2011) 815 definitief) en in de conclusies van de
Europese Raad (EUCO 10/1/11 REV1), waarbij het de bedoeling is belastingen op
arbeid gedeeltelijk te vervangen door belastingen op consumptie en
milieuverontreiniging, met inachtneming van het concurrentievermogen van de
EU-industrie en de consumentenprijzen. Zij kunnen echter ook worden gebruikt om
de inkomsten te verhogen. [9] Voor meer gegevens over deze elementen in afzonderlijke
lidstaten, zie SWD 1, deel 3. [10] Zie SWD 1, deel 2, figuur 33. [11] Zie de studie "Price developments on the EU retail
markets for electricity and gas 1998 – 2011", blz. 2 http://EG.europa.eu/energy/observatory/electricity/doc/analysis_retail.pdf.
Het gemiddelde aandeel van milieubelastingen in de totale belastingsinkomsten
van de EU-lidstaten loopt echter terug. Zie "Taxation trends in the
European Union", Europese Unie 2011:
http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS-DU-11-001/EN/KS-DU-11-001-EN.PDF [12] Marktkoppeling optimaliseert de interconnectiecapaciteit
en zorgt ervoor dat elektriciteit stroomt van gebieden met lage prijzen naar
gebieden met hogere prijzen, namelijk door kopers en verkopers aan beide zijden
van een grens automatisch aan elkaar te koppelen. [13] De Commissie blijft er met grote waakzaamheid op toezien
dat elektriciteitsbeurzen naast de vereiste samenwerking in
marktkoppelingsprojecten geen concurrentieverstorende praktijken ontwikkelen. [14] PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1. [15] Zie map 1, blz. 31 van SWD 1. [16] Besluit 994/2012/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 25 oktober 2012 tot instelling van een mechanisme voor
informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten
tussen lidstaten en derde landen op energiegebied, PB L 299 van
27.10.2012, blz. 13. Zie ook COM(2012) 218 final. [17] De nationale regulerende instanties in Europa coördineren
hun werkzaamheden met betrekking tot internationale kwesties binnen de Raad van
Europese energieregulators (CEER). [18] Ondertekend in 2005. Leden zijn: de landen van de
westelijke Balkan, Oekraïne en Moldavië, terwijl Noorwegen, Turkije, Armenië en
Georgië het statuut van waarnemer hebben. [19] Zie de mededeling van de Commissie "Stappenplan
Energie 2050", blz. 2, 5, 6 en 7. Het koolstofarm maken van het
energiesysteem is niet noodzakelijk duurder dan het ongewijzigd voortzetten van
het huidige beleid, zoals aangetoond in het Stappenplan Energie 2050. [20] "Study on the functioning of retail electricity
markets for consumers in the EU", november 2010, ook "Study on retail
electricity markets" genoemd. [21] In het geheel van de EU is het bewustzijn van de consument
laag; slechts één op drie consumenten vergelijkt het aanbod van leveranciers,
zie de Study on retail electricity markets. [22] VaasaETT-studie, "Empower Demand",
http://www.esmig.eu/press/filestor/empower-demand-report.pdf
[23] COM(2011)
370. [24] Openbare raadpleging van DG CNECT:
http://EG.europa.eu/information_society/policy/doc/library/public_consult/cost_reduction_hsi?cost_reduction.pdf. [25] COM(2006) 851 definitief. [26] Tot dusverre heeft de Commissie
ontwerp-certificatiebesluiten ontvangen met betrekking tot meer dan 40
transmissiesysteembeheerders in dertien lidstaten, onder de 99 TSB's waarvoor
certificatie vereist is. Achttien van die TSB's moeten worden gecertificeerd
als zijnde in overeenstemming met de ontvlechtingseisen. [27] Intraday‑ en balanceringsmarkten maken het voor
marktdeelnemers (inclusief consumenten) mogelijk hun productie en verbruik aan
te passen aan gewijzigde marktomstandigheden, met name aan prijsschommelingen.
Er zijn liquide intraday-markten nodig om de vraag‑ en aanbodschema's op
uurbasis te kunnen aanpassen, wat momenteel nog niet overal in Europa mogelijk
is. Grensoverschrijdende balanceringsmarkten dragen ertoe bij onnodige kosten,
ten gevolge van zuiver op nationale basis verlopende inkoop van
balanceringsdiensten, te vermijden. Dankzij dergelijke regelingen kunnen vraag
en aanbod op grensoverschrijdende schaal en in alle tijdsframes met elkaar in
evenwicht worden gebracht. [28] Richtlijnen 2009/72/EG en 2009/73/EG, Verordeningen
(EG) nr. 713/2009, 714/2009 en 715/2009. [29] Met name Verordening (EU) nr. 994/2010 betreffende maatregelen
tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn
2004/67/EG van de Raad (REMIT) en de voorgestelde verordening inzake
richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur. [30] Nadere gegevens betreffende het beleid van de Commissie
voor de tenuitvoerlegging van het derde energiepakket zijn verstrekt in de
mededeling "Betere governance van de interne markt", COM(2012) 259 final.
Verwijzend naar deze mededeling heeft de Europese Raad van oktober 2012 de
lidstaten opgeroepen met spoed de nodige actie te ondernemen. De follow-up van
dit beleid zal onder meer verlopen in de context van het Europees semester. [31] Zie SWD 1, deel 4. Sinds september 2011 heeft de Commissie 19
inbreukprocedures ingeleid voor niet-omzetting van Richtlijn 2009/72/EG en
19 voor niet-omzetting van Richtlijn 2009/73/EG. Op 24 oktober 2012
waren slechts 12 zaken afgesloten en was de procedure voor de rest nog lopende.
Dit laat het recht van de Commissie onverlet om in een later stadium een procedure
in te leiden wanneer sommige bepalingen niet zijn omgezet of tekortkomingen
worden gedetecteerd, bv. in de context van de verificatie van de
overeenstemming (alle ontvangen kennisgevingen met betrekking tot nationale
omzettingsmaatregelen worden bestudeerd en de conformiteit van die maatregelen
met de EU-wetgeving wordt getoetst). [32] Handhaving van de mededingingswetgeving blijkt zeer nuttig
te zijn geweest voor het nivelleren van het speelveld in de sector van de
elektriciteitsproductie, bv. de antitrustzaak tegen E.On (2008), de zaak van de
fusie van GDF Suez/International Power (2011), en in de sector van de
gasvoorziening, bv. de zaken RWE (2009) en ENI (2010). [33] Zie SWD 1, deel 2 en 3. [34] Mededeling van de Commissie "De toekomstige rol van
regionale initiatieven", COM(2010) 721 definitief. [35] Consumenten geven een lage beoordeling aan de
elektriciteits‑ en gasmarkten. In 2012 kreeg de elektriciteitsmarkt slechts de
26e plaats in de beoordeling van 30 dienstenmarkten, met bijzonder
lage scores in de Zuid-Europese landen (hoogste score voor Luxemburg, laagste
voor Bulgarije). De gasmarkt kreeg de 21e plaats onder de 30
dienstenmarkten (het land met de beste score was Slovenië, de slechtste score
was voor België). Zowel de elektriciteits‑ als de gasmarkt heeft slechte scores
op het gebied van keuzevrijheid, vergelijkbaarheid en overstapmogelijkheden
tussen leveranciers en tariefformules, wat erop lijkt te wijzen dat de afnemers
niet volledig gebruik maken van de besparingsmogelijkheden die door de
marktliberalisering zijn gecreëerd. Nadere gegevens over de prestaties per land
zijn te vinden in SWD 1, deel 3.
Zie http://EG.europa.eu/consumers/consumer_research/cms_en.htm. [36] Dit is erkend door het Europees Economisch en Sociaal
Comité (EESC). Op basis van zijn werkzaamheden samen met organisaties van het
maatschappelijk middenveld steunt het EESC een geïnformeerd en gestructureerd
debat over energiekwesties binnen het maatschappelijk middenveld en tussen dat
georganiseerde middenveld en de besluitvormers. [37] BEUC: "Empowering Consumers
through Smart Meters", blz. 23-26, http://bit.ly/JKn9R7
[38] Dit kan gedeeltelijk verklaren waarom in verschillende
landen zeer weinig van leverancier wordt veranderd. Voor nadere gegevens over
overstappercentages, zie SWD 1, deel 3. [39] Met inbegrip van Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Finland,
Luxemburg, Nederland, Zweden, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk. [40] Roemenië, Griekenland, Portugal. [41] Zaak C-265/08, Federutility en anderen v Autorità per
l’energia elettrica e il gas. [42] Op 22 juni 2011 heeft de Commissie een nieuwe richtlijn
voorgesteld om de inspanningen van de lidstaten te versterken om energie
efficiënter te gebruiken in alle stadia van de energieketen, van de
transformatie van energie en de distributie ervan tot het eindverbruik. Op 4
oktober 2012 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het politiek akkoord
over de energie-efficiëntierichtlijn. Het Europees Parlement heeft dit akkoord
op 11 september 2012 met meerderheid van stemmen goedgekeurd. [43] Met geplande toewijzingen van ten minste 11 miljard
EUR voor de periode 2007-2013. Voor het tijdvak 2014-2020 heeft de Commissie
een grote concentratie voorgesteld van de inspanningen in het kader van het EU-cohesiebeleid
op hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, met inbegrip van slimme
netwerken, alsook een sterke focus op onderzoek, technologische ontwikkeling en
innovatie. De lidstaten en de regio's moeten erop toezien dat deze financiering
de particuliere investeringen aanvult en ondersteunt, niet ze verdringt. [44] Toegespitst op goed gerichte steun voor O&O. [45] Zie het werkdocument van de Commissiediensten
"Investment projects in Energy Infrastructure", ook "SWD 2"
genoemd. [46] In het Stappenplan Energie wordt aangetoond dat
hernieuwbare energie tegen 2050 de kern zal uitmaken van het energiesysteem van
de EU en reeds in 2030 goed zal zijn voor een zeer groot aandeel in de totale
elektriciteitsproductie. [47] Richtlijn 2003/87/EG als gewijzigd bij Richtlijnen 2008/101/EG
en 2009/29/EG. [48] Zie onder punt 2.2: Een efficiënter gebruik en
efficiëntere ontwikkeling van netwerken. [49] Besluit 2012/413/EU van de Commissie van 19 juli
2012 inzake de opstelling van de jaarlijkse prioriteitenlijsten voor de
ontwikkeling van netcodes en richtsnoeren voor 2013. [50] Met inbegrip van koolstofafvang en –opslag. [51] Richtlijn 2009/28/EG. [52] COM(2012) 271 final. [53] Het stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in
Europa, COM(2011) 571 definitief, omvat een mijlpaal "Tegen 2020
zullen milieuonvriendelijke subsidies zijn afgebouwd". Ook in de
jaarlijkse groeianalyses voor 2011 en 2012 (COM(2011) 11 definitief,
COM(2011) 815 definitief) wordt opgeroepen om milieuonvriendelijke
subsidies uit te bannen. Ook op mondiaal niveau, onder meer in de context van
de G20 en op de Rio+20-conferentie, zijn er verbintenissen aangegaan om
subsidieschema's voor fossiele brandstoffen te hervormen. [54] In bepaalde lidstaten neemt de geplande
overheidinterventie de vorm aan van langetermijncontracten voor de
voorzieningszekerheid, met de staat of een door de staat als tegenpartij
aangewezen entiteit. Capaciteitsmechanismen moeten worden onderscheiden van
kortetermijnmechanismen die erop gericht zijn vraag en aanbod in realtime in
evenwicht te houden, ook wanneer er een plotselinge variatie is in vraag of
aanbod. [55] Zie mededeling "The state of the European carbon
market in 2012", COM(2012) 652. [56] Zie de conclusies van de Europese Raad van februari 2011.
Met name moeten de Oostzeelanden die werken binnen de Russische en
Belarussische elektriciteitssystemen gesynchroniseerd worden met de EU. [57] COM(2011) 665. [58] COM(2011) 658 definitief. [59] COM(2011) 657 definitief. [60] COM(2011) 202. [61] De elektriciteitsrichtlijn en de
energie-efficiëntierichtlijn bieden een onderling aanvullende mix van
verplichtingen en stimulansen voor lidstaten om een dergelijk kader in te
stellen. [62] In lijn met de mededeling van de Commissie over het
industriebeleid, COM(2012) 582. [63] Het aantal slimme meters in de EU zal moeten toenemen van
ongeveer 45 miljoen vandaag tot minimaal 240 miljoen in 2020, wat het nodig
maakt de desbetreffende jaarlijkse investeringen van iets meer dan 1 miljard
EUR vandaag op te trekken tot 4-5 miljard EUR tegen 2015, naargelang van de
kosten-batenanalyse. [64] Bijvoorbeeld via de Europese industriële initiatieven voor
elektriciteitsnetten en het Europees innovatiepartnerschap voor slimme steden
en gemeenschappen.