EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XC0724(05)

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op sulfanilzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China en India

OJ C 171, 24.7.2007, p. 18–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/18


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op sulfanilzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China en India

(2007/C 171/12)

Na de bekendmaking van het bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van sulfanilzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China en India („de betrokken landen”) op korte termijn zouden vervallen (1), heeft de Commissie op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (2) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Dit verzoek werd op 24 april 2007 ingediend door twee communautaire producenten: Sorochimie Chimie Fine en CUF, Quimicos Industriais, S.A. („de indieners van het verzoek”) die tezamen de totale communautaire productie van sulfanilzuur vertegenwoordigen.

2.   Product

Het verzoek heeft betrekking op sulfanilzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China en India („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2921 42 10 (TARIC 2921421060). Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1339/2002 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 123/2006 van de Raad (4).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot voortzetting en/of herhaling van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

Op grond van de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening is de normale waarde voor de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de prijs in een geschikt land met een markteconomie, dat in punt 5.1, onder d), wordt vermeld. De waarschijnlijkheid dat het betrokken product nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, als bedoeld in de vorige zin, met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Gemeenschap.

De aldus vastgestelde dumpingmarge is aanzienlijk.

De indieners van het verzoek wijzen er voorts op dat de producenten/exporteurs van het betrokken product in de Volksrepubliek China in de periode dat de antidumpingmaatregelen van kracht waren, hebben gepoogd de bestaande maatregelen te ondermijnen door absorptiepraktijken. Deze pogingen zijn verijdeld door Verordening (EG) nr. 236/2004 van de Raad (5).

Met betrekking tot de waarschijnlijkheid van de herhaling van dumping door de Volksrepubliek China wordt ook aangevoerd dat de uitvoer naar andere derde landen, namelijk Japan en Brazilië, tegen dumpingprijzen plaatsvindt en dat antidumpingmaatregelen in andere relevante derde landen (namelijk de VS) van kracht zijn.

De bewering dat het waarschijnlijk is dat de dumping door India zal worden herhaald, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, vastgesteld op grond van de binnenlandse prijzen en de door berekening vastgestelde kosten, met de waarschijnlijke uitvoerprijzen van het betrokken product bij verkoop voor uitvoer naar de Gemeenschap, mochten de maatregelen vervallen.

Er wordt beweerd dat de uitvoerprijzen naar alle waarschijnlijkheid zouden zakken naar niveaus waar significante dumping zou bestaan. Dit wordt gestaafd met de bewering dat de verbintenis voor het grootse gedeelte van de Indiase export als bodemprijs voor de uitvoerprijzen heeft gefungeerd. Bovendien wordt ook aangevoerd dat de uitvoer naar andere derde landen, namelijk Thailand en Mexico, tegen dumpingprijzen plaatsvindt en dat antidumpingmaatregelen gelden in andere relevante derde landen (namelijk de VS).

De indieners van het verzoek hebben bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat het betrokken product uit de Volksrepubliek China en India nog steeds in grote hoeveelheden wordt ingevoerd en dat deze hoeveelheden waarschijnlijk op het huidige niveau zullen blijven, zoniet zullen toenemen, onder meer als gevolg van de geldende maatregelen voor de invoer van het product van oorsprong uit de betrokken landen op andere traditionele markten dan de EU (namelijk de VS).

Volgens de indieners van het verzoek is het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen dat de bedrijfstak van de Gemeenschap geen schade meer lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit de betrokken landen wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Gemeenschap waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

5.1.   Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het waarschijnlijk is dat de invoer met dumping bij het vervallen van de maatregelen zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en dat hierdoor schade zal ontstaan.

a)   Steekproeven

Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie gebruikmaken van steekproeven overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening.

i)   Steekproef van producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), genoemde termijn contact met de Commissie op te nemen en haar op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer, faxnummer en contactpersoon;

de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007 naar de Gemeenschap is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta;

de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta;

de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007 naar andere derde landen is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming in verband met de productie van het betrokken product, de geproduceerde hoeveelheid (in ton) van het betrokken product, de productiecapaciteit en de investeringen in productiecapaciteit in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (6) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de landen van uitvoer en met alle bekende verenigingen van producenten/exporteurs.

ii)   Steekproef van importeurs

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), genoemde termijn contact met de Commissie op te nemen en haar op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer, faxnummer en contactpersoon;

de totale omzet van de onderneming in euro's in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007;

het totaal aantal werknemers;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming in verband met het betrokken product;

de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China en India die in de periode van 1 april 2006 tot en met 31 maart 2007 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde van deze invoer en verkoop in euro's;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (7) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met alle bekende verenigingen van importeurs.

iii)   Definitieve samenstelling van de steekproeven

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproeven van nut kan zijn, moet binnen de in punt 6, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.

De Commissie zal de steekproeven pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproeven te worden opgenomen.

De in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking bij het onderzoek verlenen.

Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn (zie punt 8).

b)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Gemeenschap, aan verenigingen van producenten in de Gemeenschap, aan de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, aan de producenten/exporteurs in India, aan verenigingen van producenten/exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan verenigingen van importeurs die in het verzoek zijn genoemd of die medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid, en aan de autoriteiten van de betrokken landen van uitvoer.

c)   Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn worden ingediend.

d)   Selectie van een geschikt land met een markteconomie

In het vorige onderzoek is India als geschikt land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie is voornemens India opnieuw hiervoor te gebruiken. Opmerkingen over de selectie van dit land moeten binnen de in punt 6, onder c), vermelde bijzondere termijn worden toegezonden.

5.2.   Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de invoer met dumping zal worden voortgezet of herhaald en dat hierdoor schade zal ontstaan, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is de antidumpingmaatregelen te handhaven of in te trekken. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve verenigingen van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en consumenten die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn om een mondeling onderhoud verzoeken onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6.   Termijnen

a)   Algemene termijnen

(i)   Om een vragenlijst of andere formulieren aan te vragen

Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid, moeten zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie een vragenlijst of andere formulieren aanvragen.

(ii)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

Ondernemingen die in een steekproef zijn opgenomen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn ingevuld terugsturen.

(iii)   Mondeling onderhoud

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b)   Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef

(i)

De Commissie moet de in punt 5.1, onder a) i) en ii), bedoelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de ondernemingen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.

(ii)

Alle andere informatie die voor het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn, als bedoeld in punt 5.1, onder a) iii), moet uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

(iii)

De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

c)   Bijzondere termijn voor de selectie van het land met een markteconomie

De belanghebbenden kunnen opmerkingen maken over de selectie van India als geschikt land met een markteconomie om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen (zie punt 5,1, onder d)). Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit zijn van de Commissie.

7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited (8) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat B

Kamer: J-79 4/23

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 295 65 05

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

10.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van een maatregel wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening. Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening kunnen de bestaande maatregelen naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de maatregelen opnieuw moet worden onderzocht zodat het kan worden gewijzigd (dat wil zeggen verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

11.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  PB C 272 van 9.11.2006, blz. 18.

(2)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

(3)  PB L 196 van 25.7.2002, blz. 11.

(4)  PB L 22 van 26.1.2006, blz. 5.

(5)  PB L 40 van 12.2.2004, blz. 17.

(6)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(7)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93

(8)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top