This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R0734
Regulation (EU) 2023/734 of the European Parliament and of the Council of 15 March 2023 amending Regulation (EU) No 549/2013 on the European system of national and regional accounts in the European Union and repealing 11 legal acts in the field of national accounts (Text with EEA relevance)
Verordening (EU) 2023/734 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2023/734 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen (Voor de EER relevante tekst)
PE/64/2022/REV/1
PB L 97 van 5.4.2023, p. 1–114
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repeal | 31998D0715 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32000R0264 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32002D0990 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32002R0359 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32002R1221 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32003R1267 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32004R0501 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32004R1222 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32005R1161 | 01/09/2024 | |||
Repeal | 32007R1392 | 01/09/2024 | |||
Implicit repeal | 32008R1137 | gedeeltelijke intrekking | bijlage punt 5.8 | 01/09/2024 | |
Repeal | 32009R0400 | 01/09/2024 | |||
Implicit repeal | 32013R0517 | gedeeltelijke intrekking | bijlage punt 10 punt 3 | 01/09/2024 | |
Implicit repeal | 32013R0517 | gedeeltelijke intrekking | bijlage punt 10 punt 7 | 01/09/2024 | |
Implicit repeal | 32013R0517 | gedeeltelijke intrekking | bijlage punt 10 punt 8 | 01/09/2024 | |
Implicit repeal | 32013R0517 | gedeeltelijke intrekking | bijlage punt 10 punt 9 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A hoofdstuk 23 tabel | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A hoofdstuk 23 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 1.118 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 1.51 punt (h) | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 10.27 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 10.56 FOOTNOTE 2 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 14.06 zin 2 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 15.31 tabel 15.4 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 15.35 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 16.67 tabel 16.1 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 17.148 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 18.26 FOOTNOTE | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 20.130 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 20.76 tabel | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 20.77 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 20.84 tabel 20.1 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 21.22 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 22.13 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 22.14 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 22.16 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 3.105 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 3.124 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 3.132 punt (c) | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 3.138 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 3.181 zin | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 3.98 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | Schrapping | bijlage A lid 4.40 zin 3 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 5.235 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 7.88 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage A lid 8.09 tabel 8.1 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage B | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage B tabel 27 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | artikel 6 lid 1 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | artikel 6 lid 3 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, DA, ET, EL, EN, LT, LV, HU, MT, NL, PL, SK) vervanging | bijlage A hoofdstuk 23 lid 23.05 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LT, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SK, FI, SL, SV) vervanging | bijlage A lid 9.61 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | vervanging | bijlage B lid 10 tekst | 01/09/2025 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, LT, LV, HU, MT, NL, RO, SK, SL, SV) vervanging | bijlage A lid 4.93 punt (a) | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, DE, EL, EN, FR, LT, LV, HU, MT, NL, PT, RO, SK, FI, SL) vervanging | bijlage A lid 5.236 punt (c) | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, DE, ET, EL, EN, FR, GA, LT, LV, HU, MT, PL, RO, SL) vervanging | bijlage A lid 4.82 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (DE, EL, EN, LT, LV, MT, SK) vervanging | bijlage A lid 20.90 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, CS, ET, EL, EN, GA, IT, LT, LV, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, SV) vervanging | bijlage A lid 4.50 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, DA, EL, EN, FR, GA, HR, LT, LV, MT, NL, PL, RO, SK, FI, SL) vervanging | bijlage A lid 20.57 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, DA, EL, EN, FR, GA, HR, LT, LV, MT, NL, PL, RO, SK, FI, SL) vervanging | bijlage A lid 20.65 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, LT, LV, MT, PL, RO, SL) vervanging | bijlage A lid 15.27 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LT, LV, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, FI, SL, SV) vervanging | bijlage A lid 15.32 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LT, LV, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, FI, SL, SV) vervanging | bijlage A lid 20.158 | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, DA, EL, EN, FR, GA, HR, LT, LV, MT, NL, PL, RO, SK, FI, SL) vervanging | bijlage A lid 20.63 tekst | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (BG, ES, CS, EN, FR, GA, HR, LT, LV, HU, MT, NL, PL, RO, SK, FI, SL, SV) vervanging | bijlage A lid 1.51 punt (b) | 01/09/2024 | |
Modifies | 32013R0549 | (DA, DE, EL, EN, LT, LV, MT, NL, PL, SK) vervanging | bijlage A lid 17.165 | 01/09/2024 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32023R0734R(01) | (EL) |
5.4.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 97/1 |
VERORDENING (EU) 2023/734 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 15 maart 2023
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) is een herzien Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010) ingesteld en is het referentiekader vastgesteld voor gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels voor de opstelling van de rekeningen van de lidstaten die voor de statistische behoeften van de Unie worden gebruikt, om ervoor te zorgen dat de resultaten van de lidstaten onderling vergelijkbaar zijn. |
(2) |
Bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 voorziet in de methode voor het opstellen van de rekeningen van de lidstaten. |
(3) |
Bij de toepassing van Verordening (EU) nr. 549/2013 zijn in bijlage A bij die verordening kleine inconsistenties in de tekst vastgesteld, en deze inconsistenties moeten worden gecorrigeerd. |
(4) |
Bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013 (het “indieningsprogramma”) bevat een reeks tabellen met gegevens van de nationale rekeningen, waaronder de daarmee samenhangende metagegevens, die de lidstaten binnen vastgestelde termijnen aan de Commissie (Eurostat) moeten toezenden ten behoeve van de doelstellingen van de Unie. |
(5) |
Het indieningsprogramma moet worden bijgewerkt om rekening te houden met de veranderende gebruikersbehoeften, met nieuwe beleidsprioriteiten en met de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in de Unie. |
(6) |
De in te dienen metagegevens over structurele informatie moeten in overeenstemming zijn met de beginselen die zijn beschreven in Aanbeveling (EU) 2023/397 van de Commissie (4). Nieuwe eisen betreffende de indiening van metagegevens mogen geen buitensporige extra kosten of buitensporige administratieve lasten voor de lidstaten met zich meebrengen. |
(7) |
Tijdens de 49e zitting van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties werd de herziene versie van de classificatie van individuele verbruiksfuncties per doel (COICOP 2018) als internationaal aanvaarde norm beschouwd en goedgekeurd. Verordening (EU) nr. 549/2013 verwijst naar de vorige versie (COICOP 1999) in bijlagen A en B, en die verwijzingen moeten daarom worden bijgewerkt. |
(8) |
Verordening (EU) nr. 549/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
Aangezien de uitvoering van deze verordening ingrijpende aanpassingen van de nationale statistische systemen zal vergen, moet de Commissie de lidstaten afwijkingen toestaan. Dergelijke afwijkingen moeten tijdelijk zijn en voor een maximumduur van drie jaar worden toegestaan. De Commissie moet de betrokken lidstaten steunen in hun inspanningen om de vereiste aanpassingen van hun statistische systemen aan te brengen, zodat de afwijkingen zo snel mogelijk kunnen worden beëindigd. |
(10) |
Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 549/2013 en Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad (5) zijn elf rechtshandelingen op basis van het vorige Europees systeem van nationale en regionale rekeningen, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad (6) (ESR 1995), niet langer relevant. De in de onderhavige verordening uiteengezette maatregelen vervangen de maatregelen van Verordeningen (EG) nr. 359/2002 (7), (EG) nr. 1221/2002 (8), (EG) nr. 1267/2003 (9), (EG) nr. 501/2004 (10), (EG) nr. 1161/2005 (11), (EG) nr. 1392/2007 (12) en (EG) nr. 400/2009 (13) van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 1222/2004 van de Raad (14), Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie (15) en Beschikkingen 98/715/EG (16) en 2002/990/EG (17) van de Commissie. Die handelingen moeten daarom worden ingetrokken. |
(11) |
Deze verordening moet van toepassing zijn vanaf 1 september 2024 om samen te vallen met het overeengekomen tijdschema voor de geharmoniseerde-benchmarksherziening van de nationale rekeningen in de lidstaten. Dit belet de lidstaten niet hun statistieken vóór die algemene toepassingsdatum overeenkomstig de gewijzigde bijlagen samen te stellen. Om te zorgen voor voldoende tijd voor de aanpassing aan nieuwe indieningsvereisten, dient een nieuwe verplichting voor de indiening van metagegevens over structurele informatie vanaf 1 september 2025 van toepassing te zijn, ook al kunnen die metagegevens reeds vóór die datum vrijwillig worden ingediend. |
(12) |
Om de sociale en economische gevolgen van de COVID-19-crisis te verzachten en de veerkracht van de economieën en maatschappelijke structuren van de lidstaten te versterken, heeft de Unie belangrijke initiatieven genomen, met name NextGenerationEU en de bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (18) ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit. Tegen die achtergrond moeten de statistieken van de Unie de statistische rekeningen van de instellingen en organen van de Unie naar behoren weerspiegelen. Daartoe moeten de technische werkzaamheden worden voortgezet, zodat een robuuste methode wordt ontwikkeld met het oog op de opstelling en verspreiding van statistische rekeningen door de Commissie (Eurostat), met inbegrip van het vorderingenoverschot/-tekort zoals gedefinieerd in het ESR 2010 en de uitstaande Maastrichtschulden. De Commissie (Eurostat) moet uiterlijk op 31 maart 2024 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de in dat verband geboekte vooruitgang. |
(13) |
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de invoering van gemeenschappelijke statistische maatstaven om geharmoniseerde gegevens van de nationale rekeningen te verkrijgen met het oog op algemene vergelijkbaarheid op Unieniveau, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(14) |
Gegevens over apparatuur op het gebied van informatie- en communicatietechnologie zijn van essentieel belang ter ondersteuning van de analyse en de beleidsvorming in het kader van prioritaire beleidsmaatregelen in verband met digitalisering en de Europese Green Deal, die tot doel heeft het concurrentievermogen te versterken en de verdere ontwikkeling van nieuwe technologieën te ondersteunen. Evenzo zijn gegevens over bebouwde grond belangrijk voor de analyse van investeringen en welvaart op Unieniveau. De Commissie (Eurostat) en de nationale bureaus voor de statistiek moeten de methodologische werkzaamheden die de afgelopen jaren op dit gebied zijn verricht, voortzetten om over meer gedetailleerde gegevens te beschikken in het kader van de toekomstige herziening van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen. |
(15) |
Periodieke bijwerking is nodig om rekening te houden met de interactie tussen globalisering, de groene en de digitale transitie en de nationale rekeningen, zodat besluitvormers beschikken over de nodige gegevens en kennis om te kunnen zorgen voor concurrentievermogen, financiële stabiliteit, budgettaire veerkracht, gezonde overheidsfinanciën en een eerlijk fiscaal beleid. Voorts is tijdens de 51e zitting van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties de gemeenschappelijke werkgroep van secretariaten inzake nationale rekeningen reeds verzocht een routekaart op te stellen voor de herziening van het systeem van nationale rekeningen van 2008. Het is de bedoeling dat de Statistische Commissie van de Verenigde Naties het herziene systeem van nationale rekeningen in 2025 goedkeurt. |
(16) |
De actualisering van internationale handleidingen over nationale rekeningen is, met name wat betreft welzijn en duurzaamheid, noodzakelijk, aangezien zeer veel activiteiten die gevolgen hebben voor het economisch welzijn van de bevolking, buiten de eigenlijke productie plaatsvinden. |
(17) |
De herziening van het systeem van nationale rekeningen van 2008 in 2025 zal de gelegenheid bieden om de internationaal overeengekomen concepten, definities, classificaties en registratieregels bij te werken teneinde mondiale uitdagingen in verband met klimaatverandering, veiligheid, ongelijkheid, duurzaamheid en welzijn aan te pakken, en zal cruciaal zijn om beleidsmakers te helpen gefundeerde besluiten te nemen teneinde de economische, sociale en territoriale cohesie te bevorderen, sociale en genderongelijkheid te verminderen en de groene en de digitale transitie te stimuleren. De Commissie moet daarom op geregelde tijdstippen de vereiste informatie verstrekken en met het Europees Parlement en de Raad overleggen over de herziening van het systeem van nationale rekeningen van 2008 voordat de in 2025 geplande afronding ervan plaatsvindt. |
(18) |
Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 549/2013
Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage A wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
3) |
Bijlage B wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 2
Intrekking
De in bijlage III opgenomen rechtshandelingen worden ingetrokken.
Artikel 3
Evaluatie
Uiterlijk op 31 maart 2024 dient de Commissie (Eurostat) bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in met een evaluatie van de geboekte vooruitgang met betrekking tot de statistische rekeningen van de instellingen en organen van de Unie, met inbegrip van het vorderingenoverschot/-tekort zoals gedefinieerd in het ESR 2010 en de uitstaande Maastrichtschulden. Op basis van dat verslag kan de Commissie, indien passend, een wetgevingsvoorstel indienen.
Artikel 4
Inwerkingtreding en toepassing
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 september 2024.
3. In afwijking van lid 2 van dit artikel is artikel 1, punt 3), van deze verordening van toepassing met ingang van 1 september 2025 wat betreft de verplichting om metagegevens over structurele informatie als bedoeld in punt 10 van bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013 in te dienen.
4. In afwijking van lid 3 van dit artikel is de verplichting om metagegevens over structurele informatie als bedoeld in punt 10 van bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013 in te dienen, van toepassing met ingang van 1 september 2024 wat tabel 27 van die bijlage betreft.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 15 maart 2023.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
J. ROSWALL
(1) PB C 218 van 2.6.2022, blz. 2.
(2) Standpunt van het Europees Parlement 2 februari 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 februari 2023.
(3) Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).
(4) Aanbeveling (EU) 2023/397 van de Commissie van 17 februari 2023 betreffende referentiemetagegevens en kwaliteitsverslagen voor het Europees statistisch systeem, ter vervanging van Aanbeveling 2009/498/EG betreffende referentiemetagegevens voor het Europees statistisch systeem (PB L 53 van 21.2.2023, blz. 104).
(5) Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening) (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 19).
(6) Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1).
(7) Verordening (EG) nr. 359/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat het gebruik van het ESR 1995 bij de vaststelling van de betalingen van de lidstaten aan de eigen middelen uit de BTW betreft (PB L 58 van 28.2.2002, blz. 1).
(8) Verordening (EG) nr. 1221/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 179 van 9.7.2002, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen volgens de parameter "gewerkte uren" (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).
(10) Verordening (EG) nr. 501/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 81 van 19.3.2004, blz. 1).
(11) Verordening (EG) nr. 1161/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de opstelling van niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 22).
(12) Verordening (EG) nr. 1392/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 1).
(13) Verordening (EG) nr. 400/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 11).
(14) Verordening (EG) nr. 1222/2004 van de Raad van 28 juni 2004 betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld (PB L 233 van 2.7.2004, blz. 1).
(15) Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4).
(16) Beschikking 98/715/EG van de Commissie van 30 november 1998 ter verduidelijking van bijlage A van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap met betrekking tot de beginselen voor prijs- en volumemetingen (PB L 340 van 16.12.1998, blz. 33).
(17) Beschikking 2002/990/EG van de Commissie van 17 december 2002 tot verdere verduidelijking van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot de beginselen voor prijs- en volumemetingen in de nationale rekeningen (PB L 347 van 20.12.2002, blz. 42).
(18) Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).
BIJLAGE I
Bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1.51 wordt punt b) vervangen door:
|
2) |
In punt 1.51 wordt punt h) vervangen door:
|
3) |
In punt 1.118 wordt de titel van het schema vervangen door: “Schema 1.1 — Schema van het rekeningenstelsel”. |
4) |
In punt 3.98 wordt de inleidende zin vervangen door: “De consumptieve bestedingen (P.3) van de overheid omvatten twee categorieën , te vergelijken met die welke geboekt zijn voor de izw's t.b.v. huishoudens:”. |
5) |
Punt 3.105 wordt vervangen door:
|
6) |
Punt 3.124 wordt vervangen door:
|
7) |
In punt 3.132 wordt punt c) vervangen door:
|
8) |
Punt 3.138 wordt vervangen door:
|
9) |
In punt 3.181 wordt de laatste zin vervangen door: “De overdracht van bestaande goederen wordt geregistreerd als een negatieve uitgave (verkoop) voor de verkoper en een positieve uitgave (aankoop) voor de koper.”. |
10) |
In punt 4.40 wordt de derde zin geschrapt. |
11) |
Punt 4.50 wordt vervangen door:
|
12) |
(heeft geen betrekking op het Nederlands) |
13) |
In punt 4.93 wordt punt a) vervangen door:
|
14) |
Punt 5.235 wordt vervangen door:
|
15) |
In punt 5.236 wordt punt c) vervangen door:
|
16) |
Punt 7.88 wordt vervangen door:
|
17) |
In punt 8.09 wordt tabel 8.1 vervangen door: “Tabel 8.1 Synoptische presentatie van de rekeningen, de saldi en de belangrijkste aggregaten
|
18) |
Punt 9.61 wordt vervangen door:
|
19) |
Punt 10.27 wordt vervangen door:
(*1) Eurostat, Handbook on prices and volume measures in national accounts, 2016.”." |
20) |
In punt 10.56 wordt de tweede voetnoot vervangen door: “Eurostat-OECD, Eurostat-OECD Methodological Manual on Purchasing Power Parities, 2012.”. |
21) |
In punt 14.06 wordt de tweede zin vervangen door: “Bij de IGDFI-berekeningen gaat het vooral om de subsectoren S.122 en S.125; volgens afspraak worden voor de centrale bank geen IGDFI berekend (zie punt 14.16).”. |
22) |
(heeft geen betrekking op het Nederlands) |
23) |
In punt 15.31 wordt tabel 15.4 vervangen door: “Tabel 15.4 Registratie van het gebruik en de aankoop van niet-financiële activa naar soort transactie en stroom
|
24) |
Punt 15.32 wordt vervangen door:
|
25) |
Punt 15.35 wordt vervangen door:
|
26) |
In punt 16.67 wordt tabel 16.1 vervangen door: “Tabel 16.1 Schadeverzekering
|
27) |
Punt 17.148 wordt vervangen door:
|
28) |
Punt 17.165 wordt vervangen door:
|
29) |
In punt 18.26 wordt de voetnoot vervangen door: “Verenigde Naties, International Merchandise Trade Statistics: Concepts and definitions, 2010.”. |
30) |
In de punten 20.57, 20.63 en 20.65 worden de woorden “(m.u.v. sociale zekerheid)” vervangen door de woorden “(m.u.v. socialezekerheidsfondsen)”. |
31) |
In punt 20.76 wordt de tabel vervangen door:
|
32) |
Punt 20.77 wordt vervangen door:
|
33) |
In punt 20.84 wordt kader 20.1 vervangen door: “Kader 20.1 — Van het centrale kader van het ESR tot GFS-transacties en -aggregaten
|
34) |
(heeft geen betrekking op het Nederlands) |
35) |
Punt 20.130 wordt vervangen door:
|
36) |
Punt 20.158 wordt vervangen door:
|
37) |
Punt 21.22 wordt vervangen door:
|
38) |
Punt 22.13 wordt vervangen door:
|
39) |
Punt 22.14 wordt vervangen door:
|
40) |
Punt 22.16 wordt vervangen door:
|
41) |
Hoofdstuk 23 wordt gewijzigd als volgt:
|
(*1) Eurostat, Handbook on prices and volume measures in national accounts, 2016.”.”
BIJLAGE II
“BIJLAGE B
PROGRAMMA VOOR DE INDIENING VAN GEGEVENS EN METAGEGEVENS
I. Algemene voorschriften
Gegevens
1. |
De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) de rekeningen in die worden beschreven in de gegevenstabellen in deze bijlage. Elke afzonderlijke gegevenstabel vermeldt de verplichte en vrijwillige variabelen die moeten worden ingediend, de vereiste referentieperioden en de termijnen voor de indiening.
Overzicht van de gegevenstabellen (1)
|
2. |
De lidstaten dienen alle verplichte gegevens in voor bekendmaking door de Commissie (Eurostat) op de geplande bekendmakingsdatums van de Europese aggregaten. Indien de ingediende gegevens niet kunnen worden verspreid om redenen van statistische geheimhouding, wordt de werkelijke waarde ingestuurd met de markeringen die zijn overeengekomen voor de primaire of secundaire statistische geheimhouding. Met uitzondering van embargodatums moet de toepassing van andere markeringen die de bekendmaking beperken, worden gemotiveerd en aan de hand van metagegevens worden uitgelegd. |
3. |
De lidstaten dienen alle gegevens in overeenkomstig de in bijlage A bij deze verordening vastgestelde begrippen en definities. Wanneer de ingediende gegevens afwijken van de begrippen en definities, worden de desbetreffende waarnemingen verzonden met een markering die aangeeft dat de definitie verschilt. |
4. |
De lidstaten dienen alle gegevens in overeenkomstig de kwaliteitscriteria van artikel 4, lid 1, van deze verordening. |
5. |
De lidstaten en de Commissie (Eurostat) coördineren de bekendmakingsdatums van de rekeningen. Wanneer de nationale publicatiedata na de uiterste data voor indiening van de gegevens aan de Commissie (Eurostat) liggen, worden de gegevens ingediend met een markering die het tijdelijke embargo op bekendmaking en de embargodatum en het tijdstip voor bekendmaking aangeeft. |
6. |
De vaststelling van embargodatums na de publicatiedatum voor Europese aggregaten wordt zoveel mogelijk vermeden. |
Referentieperioden
7. |
De lidstaten dienen de volledige verplichte tijdreeksen in bij de Commissie (Eurostat) bij afloop van elke termijn, met inbegrip van gegevens die niet zijn herzien, tenzij anders vermeld in specifieke afzonderlijke tabellen. Wanneer de ingediende gegevens onderbrekingen in de tijdreeksen vertonen, wordt de waarde van de betrokken referentieperiode verzonden met een markering die deze onderbreking aangeeft. |
8. |
Indien de lidstaten over tijdreeksen beschikken die langer zijn dan de in de gegevenstabellen vermelde verplichte referentieperioden, mogen zij op vrijwillige basis de volledige reeks indienen. |
Metagegevens
9. |
Metagegevens bestaan uit structurele informatie als bedoeld in punt 10 en uit specifieke informatie over de overeenkomstig punt 11 ingediende gegevens. De lidstaten dienen de metagegevens in bij de Commissie (Eurostat) om de Commissie (Eurostat) in staat te stellen de kwaliteit van de ingediende gegevens te beoordelen. Bij de indiening van metagegevens — in het kader van het indieningsprogramma — wordt voorkomen dat verzoeken om dezelfde informatie die in andere processen en tabellen worden verzameld, worden herhaald.
Wanneer de metagegevens vertrouwelijke informatie bevatten, delen de lidstaten de Commissie (Eurostat) mee dat de desbetreffende tekst in de metagegevens niet kan worden verspreid. |
10. |
Metagegevens over structurele informatie die de lidstaten bij de Commissie (Eurostat) moeten indienen, omvatten informatie over het productieproces, alsmede over gebruikte bronnen en methoden, indien deze niet uit andere bronnen beschikbaar zijn, en, in voorkomend geval, belangrijke methodologische of andere veranderingen die gevolgen hebben voor de ingediende gegevens, zodat de Commissie (Eurostat) de wijzigingen kan beoordelen en de gebruikers over dergelijke wijzigingen kan informeren.
Dergelijke metagegevens over structurele informatie geven, wanneer de in bijlage A gespecificeerde begrippen en definities niet worden toegepast, een korte toelichting over de begrippen en definities die daadwerkelijk in de ingediende gegevens worden toegepast en de redenen waarom de in bijlage A vermelde begrippen en definities niet worden toegepast of niet van toepassing zijn. Na de eerste indiening ervan worden de metagegevens over structurele informatie ingediend telkens wanneer een belangrijke wijziging in het productieproces is doorgevoerd. |
11. |
Metagegevens over specifieke informatie over de door de lidstaten ingediende gegevens stellen de Commissie (Eurostat) in kennis van belangrijke gebeurtenissen, zoals belangrijke gegevensherzieningen, inconsistenties in de gegevens van significante omvang, uitschieters, onderbrekingen in tijdreeksen, actualiseringen van seizoenscorrecties, evenals ongebruikelijke nulwaarden en negatieve waarden. Voor gegevens die jaarlijks worden ingediend, wordt deze informatie uiterlijk op t+3 dagen toegezonden, behalve wat betreft de tabellen 1, 6 en 7, waarvoor de metagegevens samen met de gegevens moeten worden ingediend. Voor kwartaalgegevens worden de metagegevens samen met de gegevens ingediend. Deze informatie wordt alleen verzonden wanneer dergelijke gebeurtenissen worden weergegeven in de ingediende gegevens, en omvat een korte uitleg over de redenen waarom het voorval in de ingediende gegevens wordt waargenomen en om welke variabelen en referentieperioden het gaat.
De lidstaten verstrekken specifieke informatie over herzieningen die niet voortvloeien uit routineactiviteiten. |
Indieningstermijnen
12. |
De met metagegevens gepaard gaande gegevenstabellen worden ingediend binnen de specifieke termijnen voor elke tabel. |
13. |
De gegevens worden bij de Commissie (Eurostat) ingediend telkens wanneer zij door de nationale instantie worden bekendgemaakt, en wel uiterlijk op de dag waarop zij worden bekendgemaakt. |
14. |
Indien de lidstaten fouten in de ingediende gegevens vaststellen, stellen zij de Commissie (Eurostat) daarvan onmiddellijk in kennis en zenden zij de gecorrigeerde gegevens toe zodra de fout kan worden gecorrigeerd. |
15. |
Indien een lidstaat vóór het verstrijken van de termijn volledige gegevensverzamelingen in overeenstemming met de in artikel 4, lid 1, van deze verordening bedoelde kwaliteitscriteria indient, is de doorgifte van gegevens op de uiterste datum niet vereist, tenzij in specifieke afzonderlijke tabellen anders is bepaald. |
Consistentie
16. |
De in een tabel verstrekte gegevens moeten intern consistent zijn. De waarden die voor dezelfde variabele in verschillende gegevenstabellen worden ingediend, moeten numeriek consistent zijn wanneer zij dezelfde termijn hebben of wanneer zij op dezelfde datum moeten worden doorgegeven als andere tabellen. |
17. |
De som van de kwartaalwaarden van een variabele die niet gecorrigeerd is voor seizoens- en kalendereffecten in een tabel met kwartaalgegevens moet numeriek consistent zijn voor elk referentiejaar met dezelfde variabele in een overeenkomstige tabel met jaargegevens, wanneer de overeenkomstige tabellen dezelfde termijn hebben. |
Tabellen 1Q en 1A
Belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen (Q) en jaarrekeningen (A)
De jaargegevens (tabel 1A) worden gerapporteerd op t+2 maanden en t+9 maanden, en de kwartaalgegevens (tabel 1Q) op t+2 maanden na de referentieperiode. Indien een lidstaat op t+2 maanden een volledige gegevensset indient, is het niet nodig gegevens op t+3 maanden in te dienen. Tabel 1Q moet consistent zijn met tabel 1A op t+9 maanden.
Gegevens in lopende prijzen vanaf 1995, in prijzen van het voorgaande jaar vanaf 1996 en kettingindexcijfers volume vanaf 1995 voor jaargegevens en 1996Q1 voor kwartaalgegevens zijn verplicht (x) zoals hieronder gespecificeerd. Sommige uitsplitsingen zijn facultatief (o).
Kwartaalgegevens worden ingediend in een niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerde vorm alsook in een voor seizoensinvloeden gecorrigeerde vorm (met inbegrip van, waar passend, aanpassingen voor het aantal werkdagen), behalve voor prijzen van het voorgaande jaar. Het indienen van kwartaalgegevens die alleen voor het aantal werkdagen of voor het seizoen zijn gecorrigeerd, geschiedt vrijwillig.
Voor specifiek administratief gebruik moet het jaarlijkse B.1*g worden ingediend met de hoogste beschikbare nauwkeurigheid, maar beperkt tot betekenisvolle waarden, bv. maximaal acht decimalen wanneer uitgedrukt in miljoenen nationale valuta en drie decimalen voor gegevens uitgedrukt in duizend personen.
Code |
Variabelen |
Kwartaalgegevens t+2/(3) maanden |
Jaargegevens t+2/(3)/9 maanden |
Uit-splitsing |
Eenheid |
||
B.1*g |
Bruto binnenlands product tegen marktprijzen |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
Belangrijkste aggregaten van de output |
|||||||
B.1g |
Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen |
x |
x |
A*10 |
CUP, PYP, CLV |
||
D.21 – D.31 |
Saldo van productgebonden belastingen en subsidies |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
D.21 |
Productgebonden belastingen |
o |
t+9 |
|
CUP, PYP, CLV |
||
D.31 |
Productgebonden subsidies |
o |
t+9 |
|
CUP, PYP, CLV |
||
Belangrijkste aggregaten van de bestedingen |
|||||||
B.1*g |
Bruto binnenlands product tegen marktprijzen |
x |
x |
|
CUP, PYP,CLV |
||
P.3_S1 |
Totaal consumptieve bestedingen |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.3_S14 |
Consumptieve bestedingen van huishoudens (binnenlands begrip) |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
waarvan |
Indeling volgens duurzaamheid (DUR) |
|
|
|
|
||
|
|
x |
x |
DUR |
CUP, PYP, CLV |
||
|
|
x |
x |
DUR |
CUP, PYP, CLV |
||
|
|
x |
x |
DUR |
CUP, PYP, CLV |
||
|
|
x |
x |
DUR |
CUP, PYP, CLV |
||
|
|
x |
x |
DUR |
CUP, PYP, CLV |
||
P.3_S.1M |
Consumptieve bestedingen van huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens (nationaal begrip) |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.3_S.14 |
Consumptieve bestedingen van huishoudens (nationaal begrip) |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.3_S.15 |
Consumptieve bestedingen van izw’s t. b.v. huishoudens |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.3_S.13 |
Consumptieve bestedingen van de overheid |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.31_S.13 |
Individuele consumptieve bestedingen van de overheid |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.32_S.13 |
Collectieve consumptieve bestedingen van de overheid |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.41 |
Werkelijke individuele consumptie |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.5 |
Bruto-investeringen |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
P.51g |
Bruto-investeringen in vaste activa |
x |
x |
|
CUP, PYP, CLV |
||
waarvan |
Uitsplitsingen naar type activa (AN_F6) |
|
|
|
|
||
AN.111 |
Woningen |
x |
x |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.112 |
Overige bouwwerken |
x |
x |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.113 + AN.114 |
Machines en apparatuur + wapensystemen |
x |
x |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.1131 |
Vervoermiddelen |
x |
x |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.1132 |
ICT-apparatuur |
o |
t+9 |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.1139 + AN.114 |
Overige machines en apparatuur + wapensystemen |
o |
o |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.115 |
In cultuur gebrachte biologische hulpbronnen |
x |
x |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
AN.117 |
Intellectuele eigendommen |
x |
x |
AN_F6 |
CUP, PYP, CLV |
||
P.52 |
Veranderingen in voorraden |
x |
x |
|
CUP, PYP |
||
P.53 |
Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden |
x |
x |
|
CUP, PYP |
||
P.6 |
Uitvoer van goederen (fob) en diensten |
x |
x |
GEO |
CUP, PYP, CLV |
||
P.61 |
Uitvoer van goederen |
o |
o |
GEO |
CUP, PYP, CLV |
||
P.62 |
Uitvoer van diensten |
o |
o |
GEO |
CUP, PYP, CLV |
||
P.7 |
Invoer van goederen (fob) en diensten |
x |
x |
GEO |
CUP, PYP, CLV |
||
P.71 |
Invoer van goederen |
o |
o |
GEO |
CUP, PYP, CLV |
||
P.72 |
Invoer van diensten |
o |
o |
GEO |
CUP, PYP, CLV |
||
B.11 |
Saldo goederen- en dienstentransacties van het buitenland |
x |
x |
|
CUP, PYP |
||
B.111 |
Saldo goederentransacties van het buitenland |
o |
o |
|
CUP, PYP |
||
B.112 |
Saldo dienstentransacties van het buitenland |
o |
o |
|
CUP,PYP |
||
Belangrijkste aggregaten van het inkomen |
|||||||
B.2g + B.3g |
Exploitatieoverschot (bruto) en gemengd inkomen (bruto) |
x |
x |
|
CUP |
||
D.2 – D.3 |
Belastingen op productie en invoer minus subsidies |
x |
x |
|
CUP |
||
D.2 |
Belastingen op productie en invoer |
x |
x |
|
CUP |
||
D.3 |
Subsidies |
x |
x |
|
CUP |
||
D.1 |
Beloning van werknemers in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip) |
x |
x |
A*10 |
CUP |
||
D.11 |
Lonen |
x |
x |
A*10 |
CUP |
||
D.12 |
Sociale premies t.l.v. werkgevers |
x |
x |
A*10 |
CUP |
Bevolking en werkgelegenheid
Verplichte eenheden (x): personen (PS) voor bevolking en alle werkgelegenheidsvariabelen en gewerkte uren (HW) voor werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden.
Banen (JB) en voltijdequivalenten (FTE) facultatief (o) voor werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden.
POP |
Totale bevolking (1 000 ) |
x |
x |
|
PS |
EMP_NC |
Ingezeten werkzame personen (nationaal begrip) |
x |
x |
|
PS |
EEM_NC |
Ingezeten werknemers (nationaal begrip) |
x |
x |
|
PS |
ESE_NC |
Ingezeten zelfstandigen (nationaal begrip) |
x |
x |
|
PS |
EMP |
Werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip) |
x |
x |
A*10 |
PS, HW |
o |
o |
A*10 |
JB, FTE |
||
EEM |
Werknemers in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip) |
x |
x |
A*10 |
PS, HW |
o |
o |
A*10 |
JB, FTE |
||
ESE |
Zelfstandigen in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip) |
x |
x |
A*10 |
PS, HW |
o |
o |
A*10 |
JB, FTE |
Geografische uitsplitsingen van uitvoer en invoer — volgens de werkelijke samenstelling aan het einde van de laatste referentieperiode (“vaste samenstelling”)
GEO |
Verplicht voor totale uitvoer en invoer; Vrijwillig voor goederen en diensten |
Eenheid met verplicht beginjaar/kwartaal |
||
Code |
Uitsplitsingen naar tegenpartijgebied |
CUP |
PYP |
CLV |
S.21 |
Lidstaten, met inbegrip van de instellingen en organen van de EuropeseUnie |
2008/Q1 |
2012/Q1 |
2012/Q1 |
S.2I |
Eurozone (lidstaten en instellingen van de eurozone) |
2008/Q1 |
2012/Q1 |
2012/Q1 |
S.21 – S.2I |
Intra-EU extra eurozone (lidstaten en instellingen die geen deel uitmaken van de eurozone) |
2008/Q1 |
2012/Q1 |
2012/Q1 |
S.212 |
Instellingen en organen van de Europese Unie |
o |
o |
o |
S.22 |
Buiten de EU |
2008/Q1 |
2012/Q1 |
2012/Q1 |
Tabel 1F
Flash-ramingen van bbp en werkgelegenheid – driemaandelijkse vrijwillige indiening
Vrijwillige indiening van flash-ramingen van de groei van het bbp en de werkgelegenheid wordt overeengekomen tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten met het oog op een regelmatige gecoördineerde bekendmaking van ramingen van de desbetreffende Europese aggregaten ongeveer 30 of 45 dagen na de referentieperiode. De lidstaten die dergelijke ramingen bij de Commissie (Eurostat) indienen, doen dit elk kwartaal ten minste één werkdag vóór de overeengekomen publicatiedatum, met duidelijke vermelding of de ramingen mogen worden gepubliceerd (voorkeursoptie).
Code |
Flash-ramingen |
Periodiciteit |
Op basis van |
B.1*g |
Bruto binnenlands product tegen marktprijzen |
Q |
Volume |
EMP |
Totale werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden |
Q |
Personen |
Tabel 2
Belangrijkste aggregaten van de overheid en haar subsectoren — jaarlijks
De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen van de nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig), met de hieronder vermelde uitzonderingen, vanaf 1995 op t+3 en t+9 maanden na de referentieperiode. Sectoren en subsectoren: De indeling van de overheid en de subsectoren daarvan moet verplicht worden gerapporteerd (uitzonderingen hieronder):
Alle niet-verplichte gegevens voor de overheid en haar subsectoren worden in de toelichting hieronder vermeld. In de andere gevallen zijn gegevens verplicht vanaf het referentiejaar 1995. Sommige posten die verband houden met transacties met instellingen en organen van de Europese Unie moeten verplicht worden ingediend zoals hieronder aangegeven voor:
Subsectorgegevens worden gerapporteerd als geconsolideerd in de posten inkomen uit vermogen (D.4), overige inkomensoverdrachten (D.7) en kapitaaloverdrachten (D.9) (en de subposten en aggregaten daarvan) binnen elke subsector, maar niet tussen subsectoren. De gegevens voor sector S.13 zijn gelijk aan de som van de gegevens voor de subsectoren, met uitzondering van de posten D.4, D.7 en D.9 (en de subposten en aggregaten daarvan), die tussen de subsectoren moeten worden geconsolideerd (met informatie over transactiepartners van de uitgavenzijde). Wanneer aanzienlijke betalingen voor andere posten dan inkomen uit vermogen (D.4), overige inkomensoverdrachten (D.7) of kapitaaloverdrachten (D.9) en subposten binnen of tussen subsectoren plaatsvinden, vermelden de lidstaten deze betalingen in de voetnoten van de afzender. De gerapporteerde gegevens moeten overeenstemmen met de krachtens Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (4) gerapporteerde gegevens. |
Code |
Transactie |
Toelichting |
P.1 |
Output |
|
P.11 + P.12 |
Marktoutput en output voor eigen finaal gebruik |
|
P.11 |
Marktoutput |
vrijwillig |
P.12 |
Output voor eigen finaal gebruik |
vrijwillig |
P.12_GFSM_D.1 |
Output voor eigen finaal gebruik, kosten toe te rekenen aan beloning van werknemers (GFSM-doelstelling) |
vrijwillig; voor de rapportage volgens de methode van het Handboek voor de statistiek van de overheidsfinanciën (Government Finance Statistics Manual - GFSM) van het Internationaal Monetair Fonds |
P.12_GFSM_P.2 |
Output voor eigen finaal gebruik, kosten toe te rekenen aan intermediair verbruik (GFSM-doelstelling) |
vrijwillig; zie P.12_GFSM_D.1 |
P.12_GFSM_P.51c |
Output voor eigen finaal gebruik, kosten toe te rekenen aan verbruik van vaste activa (GFSM-doelstelling) |
vrijwillig; zie P.12_GFSM_D.1 |
P.13 |
Niet-marktoutput |
|
P.131 |
Betalingen voor niet-marktoutput |
|
|
Pro memorie: inningskosten van eigen middelen |
verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004, vrijwillig voor subsectoren |
P.132 |
Overige niet-marktoutput |
|
P.11 + P.12 + P.131 |
Marktoutput, output voor eigen finaal gebruik en betalingen voor niet-marktoutput |
|
P.2 |
Intermediair verbruik |
|
B.1g |
Toegevoegde waarde (bruto) |
|
P.51c |
Verbruik van vaste activa |
|
B.1n |
Toegevoegde waarde (netto) |
|
D.1 |
Beloning van werknemers, betaald |
|
D.11 |
Lonen, betaald |
vrijwillig |
D.12 |
Sociale premies t.l.v. werkgevers, betaald |
vrijwillig |
D.29p |
Niet-productgebonden subsidies op productie, betaald |
|
D.39r |
Niet-productgebonden subsidies op productie, ontvangen |
te rapporteren met een plusteken |
D.3r_S.212 |
Subsidies, ontvangen van de instellingen en organen van de Europese Unie |
alleen verplicht voor S.1 met ingang van referentiejaar 2004, vrijwillig voor S.13 en subsectoren |
B.2n |
Exploitatieoverschot (netto) |
|
D.2r |
Belastingen op productie en invoer, ontvangen |
ook in te dienen voor S.212 (verplicht met ingang van referentiejaar 2004) |
D.21r |
Productgebonden belastingen, ontvangen |
ook in te dienen voor S.212 (verplicht met ingang van referentiejaar 2004) |
D.211r |
Belasting over de toegevoegde waarde (btw), ontvangen |
|
D.29r |
Niet-productgebonden belastingen op productie, ontvangen |
ook in te dienen voor S.212 (verplicht met ingang van referentiejaar 2004) |
D.4r |
Inkomen uit vermogen, ontvangen |
|
D.41r |
Rente, ontvangen |
|
D.41Gr |
Totaal rente vóór toerekening van IGDFI, ontvangen |
vrijwillig |
D.42r + D.43r + D.44r + D.45r |
Overig inkomen uit vermogen, betaald |
|
D.42r |
Winstuitkeringen, ontvangen |
vrijwillig |
D.43r |
Herbelegde winsten op DBI, ontvangen |
vrijwillig |
D.44r |
Overig inkomen uit beleggingen, ontvangen |
vrijwillig |
D.45r |
Huur, ontvangen |
vrijwillig |
D.3p |
Subsidies, betaald |
te rapporteren met een plusteken |
D.31p |
Productgebonden subsidies, betaald |
te rapporteren met een plusteken |
D.39p |
Andere subsidies op productie, betaald |
te rapporteren met een plusteken |
D.4p |
Inkomen uit vermogen, betaald |
|
D.4p_S.1311 waarvan: |
aan de subsector centrale overheid (S.1311) |
|
D.4p_S.1312 waarvan: |
aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312) |
|
D.4p_S.1313 waarvan: |
aan de subsector lagere overheid (S.1313) |
|
D.4p_S.1314 waarvan: |
aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314) |
|
D.41p |
Rente, betaald |
|
D.41Gp |
Totaal rente vóór toerekening van IGDFI, betaald |
vrijwillig |
D.42p + D.43p + D.44p + D.45p |
Overig inkomen uit vermogen, betaald |
|
D.42p |
Winstuitkeringen, betaald |
vrijwillig |
D.43p |
Herbelegde winsten op DBI, betaald |
vrijwillig |
D.44p |
Overig inkomen uit beleggingen, betaald |
vrijwillig |
D.45p |
Huur, betaald |
vrijwillig |
B.5n |
Saldo primaire inkomens (netto) |
|
D.5r |
Belastingen op inkomen, vermogen enz., ontvangen |
|
D.51r |
Belastingen op inkomen, ontvangen |
vrijwillig |
D.51a + D.51c1 |
Belastingen op het inkomen van individuen of huishoudens, inclusief waarderingsverschillen, ontvangen |
vrijwillig |
D.51b + D.51c2 |
Belastingen op het inkomen of de winsten van vennootschappen, inclusief waarderingsverschillen, ontvangen |
vrijwillig |
D.59r |
Overige belastingen op vermogen, ontvangen |
vrijwillig |
D.61r |
Sociale premies (netto), ontvangen |
|
D.611r |
Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers, ontvangen |
|
D.613r |
Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens, ontvangen |
|
D.7r |
Overige inkomensoverdrachten, ontvangen |
|
D.7r_S.212 |
Overige inkomensoverdrachten, ontvangen, van de instellingen en organen van de Europese Unie |
verplicht voor S.13 en S.1 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13 |
D.71r |
Premies schadeverzekering, ontvangen |
vrijwillig |
D.72r |
Uitkeringen schadeverzekering, ontvangen |
vrijwillig |
D.73r |
Inkomensoverdrachten binnen de overheid, ontvangen |
vrijwillig |
D.74r |
Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, ontvangen |
vrijwillig |
D.74r_S.212 |
Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, ontvangen, van de instellingen en organen van de Europese Unie |
verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13 |
D.75r |
Overige inkomensoverdrachten, n.e.g., ontvangen |
vrijwillig |
D.76r |
Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni, inkomsten |
wanneer gebruikt, verplicht op S.13-niveau met ingang van referentiejaar 2004 |
D.5p |
Belastingen op inkomen, vermogen enz., betaald |
|
D.62p |
Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), betaald |
|
D.621p |
Uitkeringen sociale zekerheid in geld, betaald |
vrijwillig |
D.622p |
Uitkeringen overige sociale verzekering, betaald |
vrijwillig |
D.623p |
Uitkeringen sociale voorziening in geld, betaald |
vrijwillig |
D.62p COFOG 10.2 |
Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), waaronder COFOG 10.2 |
vrijwillig |
D.62p COFOG 10.3 |
Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), waaronder COFOG 10.3 |
vrijwillig |
D.62p COFOG 10.5 |
Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), waaronder COFOG 10.5 |
vrijwillig |
D.632p |
Sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten, betaald |
|
D.62p + D.632p |
Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), en sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten, betaald |
|
D.7p |
Overige inkomensoverdrachten, betaald |
|
D.7p_S.1311 |
aan de subsector centrale overheid (S.1311) |
|
D.7p_S.1312 |
aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312) |
|
D.7p_S.1313 |
aan de subsector lagere overheid (S.1313) |
|
D.7p_S.1314 |
aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314) |
|
D.71p |
Premies schadeverzekering (netto), betaald |
vrijwillig |
D.72p |
Uitkeringen schadeverzekering, betaald |
vrijwillig |
D.73p |
Inkomensoverdrachten binnen de overheid, betaald |
vrijwillig |
D.74p |
Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, betaald |
vrijwillig |
D.74p_S.212 |
Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, betaald, aan de instellingen en organen van de Europese Unie |
verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13 |
D.75p |
Overige inkomensoverdrachten, n.e.g., betaald |
vrijwillig |
D.76p |
Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni, betaald |
verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13 |
B.6n |
Beschikbaar inkomen (netto) |
|
P.3 |
Consumptieve bestedingen |
|
P.31 |
Individuele consumptieve bestedingen |
|
P.32 |
Collectieve consumptieve bestedingen |
|
D.8 |
Correctie voor mutaties in pensioenrechten |
|
B.8g |
Besparingen (bruto) |
|
B.8n |
Besparingen (netto) |
|
D.9r |
Ontvangen kapitaaloverdrachten |
|
D.9r_S.2 |
Kapitaaloverdrachten, ontvangen uit het buitenland |
vrijwillig |
D.9r_S.212 |
Kapitaalsoverdrachten, ontvangen, van de instellingen en organen van de Europese Unie |
verplicht voor S.13 en S.1 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13 |
D.91r |
Vermogensheffingen, ontvangen |
|
D.92r + D.99r |
Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten, ontvangen |
|
D.92r |
Investeringsbijdragen, ontvangen |
vrijwillig |
D.99r |
Overige kapitaaloverdrachten, ontvangen |
vrijwillig |
D.9p |
Kapitaaloverdrachten, betaald |
|
D.9p_S.1311 |
aan de subsector centrale overheid (S.1311) |
|
D.9p_S.1312 |
aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312) |
|
D.9p_S.1313 |
aan de subsector lagere overheid (S.1313) |
|
D.9p_S.1314 |
aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314) |
|
D.9p_S.2 |
Kapitaaloverdrachten, betaald aan het buitenland |
vrijwillig |
D.9p_S.212 |
Kapitaalsoverdrachten, betaald, aan de instellingen en organen van de Europese Unie |
verplicht voor S.13 en S.1 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13 |
D.92p |
Investeringsbijdragen, betaald |
|
D.99p |
Overige kapitaaloverdrachten, betaald |
vrijwillig |
P.5 |
Bruto-investeringen |
|
P.51g |
Bruto investeringen in vaste activa |
|
P.52 + P.53 |
Veranderingen in voorraden en saldo aan- en verkopen van kostbaarheden |
|
NP |
Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa |
|
P.5 + NP |
Bruto-investeringen en saldo aan- en verkopen van niet-financiële niet-geproduceerde activa |
|
B.9 |
Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (-) |
|
TE |
Totaal uitgaven |
|
TR |
Totaal ontvangsten |
|
D.995 |
Kapitaaloverdrachten van de overheid aan de desbetreffende sectoren voor belastingen en sociale premies die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd |
D.995 moet worden afgetrokken van D.99r. In D.9p mogen geen bedragen voor D.995 worden opgenomen. D.995r te rapporteren met een plusteken. |
PTC |
Totaal betaalde belastingkorting |
In te dienen op vrijwillige basis voor subsectoren en voor referentiejaren tot 2011. Het volledige bedrag van een de betaalde belastingkorting moet worden geregistreerd als overheidsuitgaven (“totaal betaalde belastingkorting”, PTC), met vermelding van het bedrag van de “overdrachtscomponent” (TC). |
TC |
Betaalde belastingkorting waarmee de verplichting van de belastingbetaler wordt overschreden |
Zie PTC. De “overdrachtscomponent” (TC) komt overeen met betaalde belastingkorting die hoger zijn dan de verplichting van de belastingplichtige en die aan de belastingplichtige worden uitbetaald. |
EMP (PS) |
Werkgelegenheid in personen |
vrijwillig (1 000 ) |
AN.1 |
Geproduceerde niet-financiële activa |
vrijwillig |
AN.11 |
Vaste activa |
vrijwillig |
AN.12 + AN.13 |
Voorraden en kostbaarheden |
vrijwillig |
AN.2 |
Niet-geproduceerde niet-financiële activa |
vrijwillig |
AN.21 |
Natuurlijke hulpbronnen |
vrijwillig |
AN.22 |
Contracten, leases en vergunningen |
vrijwillig |
Tabel 3
Gedetailleerde uitsplitsingen van belangrijkste aggregaten en werkgelegenheid per bedrijfstak — jaarlijks
De gegevens worden gerapporteerd op t+9 maanden na de referentieperiode voor de NACE-uitsplitsingen tot A*21 (met inbegrip van de totale economie en A*10) en op t+21 maanden voor A*64 (inclusief A*38). Deze uitsplitsingen zijn verplicht (x); uitsplitsingen van A*88 zijn facultatief (o).
Belangrijkste aggregaten van output en inkomen:
Gegevens in lopende prijzen (CUP) worden gerapporteerd vanaf 1995; prijzen van het voorgaande jaar (PYP) vanaf 1996 en kettingindexcijfers volume (CLV) vanaf 1995; PYP en CLV zijn facultatief voor P1 en P2, maar verplicht voor B.1g en P.51c; toegerekende huur van door de eigenaar bewoonde woningen (post 44 — “Exploitatie van en handel in onroerend goed”) alleen verplicht voor P.1, P.2, B.1g.
Code |
Variabelen |
t+9 maanden |
t+21 maanden |
CUP 1995 |
PYP 1996 |
CLV 1995 |
P.1 |
Output tegen basisprijzen per bedrijfstak |
A*21 |
A*64 |
x |
o |
o |
P.2 |
Intermediair verbruik tegen aankoopprijzen per bedrijfstak |
A*21 |
A*64 |
x |
o |
o |
B.1g |
Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen per bedrijfstak |
A*21 |
A*64 |
x |
x |
x |
P.51c |
Verbruik van vaste activa per bedrijfstak |
A*21 |
A*64 |
x |
x |
x |
B.2n + B.3n |
Exploitatieoverschot (netto) en gemengd inkomen (netto) |
A*21 |
A*64 |
x |
|
|
D.29 – D.39 |
Saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie |
A*21 |
A*64 |
x |
|
|
D.1 |
Beloning van werknemers per bedrijfstak |
A*21 |
A*64 |
x |
|
|
D.11 |
Lonen |
A*21 |
A*64 |
x |
|
|
Werkgelegenheid in binnenlandse productie (binnenlands begrip DC):
Gegevens worden gerapporteerd in personen (PS) en gewerkte uren (HW) vanaf 1995. Op t+9 maanden zijn gegevens verplicht (x) voor de NACE-uitsplitsingen tot A*21 (met inbegrip van de totale economie en A*10) en op t+21 maanden voor A*64 voor PS en A*38 voor HW; A*88-uitsplitsingen en gegevens voor banen (JB) en voltijdsequivalenten (VTE) zijn facultatief (o).
Code |
Variabelen |
t+9 maanden A*21 PS/HW 1995 |
t+21 maanden A*64 PS 1995 |
t+21 maanden A*38 HW 1995 |
JB |
FTE |
EMP |
Totale werkgelegenheid (DC) |
x |
x |
x |
o |
o |
EEM |
Werknemers (DC) |
x |
x |
x |
o |
o |
ESE |
Ingezeten zelfstandigen (DC) |
x |
x |
x |
o |
o |
Tabel 5
Consumptieve bestedingen van de huishoudens naar functie — jaarlijks
De gegevens worden gerapporteerd op t+9 maanden na de referentieperiode in lopende prijzen (CUP) vanaf 1995, in prijzen van het voorgaande jaar (PYP) vanaf 1996, en in kettingindexcijfers volume (CLV) vanaf 1995. Voor consumptieve bestedingen van huishoudens op basis van de indeling van het binnenlands begrip (DC) worden uitsplitsingen naar uitgavensoort gevraagd volgens de COICOP 2018-classificatie, met uitsplitsingen naar hoofdafdeling (2-cijferig) en naar groep (3-cijferig) zoals toegepast voor de samenstelling van de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (HICP).
Code |
Variabelen |
Begrip |
Eenheid |
P.31_S.14 |
Consumptieve bestedingen van ingezeten en niet-ingezeten huishoudens op het economisch gebied |
Binnenlands – DC |
CUP, PYP, CLV |
waarvan |
COICOP-uitsplitsingen |
Binnenlands – DC |
CUP, PYP, CLV |
P.33 |
Consumptieve bestedingen van ingezeten huishoudens in het buitenland |
|
CUP, PYP, CLV |
P.34 |
Consumptieve bestedingen van niet-ingezeten huishoudens in het economisch gebied |
|
CUP, PYP, CLV |
P.31_S.14 |
Consumptieve bestedingen van ingezeten huishoudens in het economisch gebied en in het buitenland |
Nationaal – NC |
CUP, PYP, CLV |
Tabel 6
Financiële rekeningen per sector — jaarlijks
De gegevens worden ingediend in lopende prijzen op t+4 en/of t+9 maanden na de referentieperiode vanaf 1995.
De volgende subsectoren van sector S.11 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.11DO Niet-financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.11001 Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.110011 waarvan: Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11002 Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.110021 waarvan: Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11003 Niet-financiële vennootschappen in buitenlandse handen.
De volgende subsectoren van sector S.12 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.12DO Financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.12001 Financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.120011 waarvan: Financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12002 Nationale, financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.120021 waarvan: Nationale financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12003 Financiële vennootschappen in buitenlandse handen; S.122 Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank; S.123 Geldmarktfondsen (MMF's); S.125 Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen; S.126 Financiële hulpbedrijven; S.127 Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband; S.128 Verzekeringsinstellingen; S.129 Pensioenfondsen.
De volgende subsectoren van sector S.2 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.21 Lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie; S.2I Lidstaten van de eurozone, de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone; S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die geen ingezetenen in de Europese Unie zijn.
De uitsplitsingen naar EMU en EU moeten de samenstelling zoals die er aan het einde van de laatste referentieperiode uitziet weergeven (“vaste samenstelling”).
|
Tabel 6 |
Geconsolideerd |
Niet-geconsolideerd |
|
|||||||||||||||||||||||||||
Transacties |
verplicht |
verplicht |
|||||||||||||||||||||||||||||
Overige volumemutaties |
vrijwillig |
verplicht |
|||||||||||||||||||||||||||||
Herwaarderingsrekeningen |
vrijwillig |
verplicht |
|||||||||||||||||||||||||||||
Informatie over transactiepartners* |
|
vrijwillig |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
(Transacties, rekening voor overige volumemutaties en herwaarderingsrekening — geconsolideerd en niet-geconsolideerd — en informatie over transactiepartners) |
|||||||||||||||||||||||||||||||
ESR-code (financieel instrument) |
Transacties/overige volumemutaties/nominale herwaardering van financiële instrumenten |
S.1 |
S.11 |
S.12 |
S.121 + S.122 + S.123 |
S.121 |
S.122 + S.123 |
S.124 |
S.125 + S.126 + S.127 |
S.128 + S.129 |
S.13 |
S.1311 |
S.1312 |
S.1313 |
S.1314 |
S.14 + S.15 |
S.14 |
S.15 |
S.2 |
||||||||||||
|
Activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
F.A |
Totaal financiële activa |
xra_ocv |
xra_ocv |
xra_ocv |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xra_ocv |
x |
x |
x |
x |
xra_ocv |
xnc |
xnc |
xra_ocv |
||||||||||||
F.1 |
Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's) |
xra_ocv |
|
xra_ocv |
xt+4 |
x |
|
|
|
|
xra_ocv |
x |
x |
x |
x |
|
|
|
xra_ocv |
||||||||||||
F.11 |
Monetair goud |
xt+4 |
|
xt+4 |
xt+4 |
x |
|
|
|
|
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
|
|
|
xt+4 |
||||||||||||
F.12 |
Bijzondere trekkingsrechten (SDR's) |
xt+4 |
|
xt+4 |
xt+4 |
x |
|
|
|
|
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
|
|
|
xt+4 |
||||||||||||
F.2 |
Chartaal geld en deposito's |
xra_ocv |
xra_ocv |
xra_ocv |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xra_ocv |
x |
x |
x |
x |
xra_ocv |
xnc |
xnc |
xra_ocv |
||||||||||||
F.21 |
Chartaal geld |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
xt+4 |
xnc |
xnc |
xt+4 |
||||||||||||
F.22 |
Girale deposito's |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
xt+4 |
xnc |
xnc |
xt+4 |
||||||||||||
F.221 |
Interbancaire posities |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||||||||
F.229 |
Overige girale deposito's |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
o |
||||||||||||
F.29 |
Overige deposito's |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
xt+4 |
xnc |
xnc |
xt+4 |
||||||||||||
F.3 |
Schuldtitels |
xra_ocv |
xra_ocv |
xra_ocv |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xra_ocv |
x |
x |
x |
x |
xra_ocv |
xnc |
xnc |
xra_ocv |
||||||||||||
F.31 |
Kortlopende leningen |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
xt+4 |
xnc |
xnc |
xt+4 |
||||||||||||
F.32 |
Langlopende leningen |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
xt+4 |
xt+4 |
xt+4 |
x |
x |
x |
x |
xt+4 |
xnc |
xnc |
xt+4 |
||||||||||||
F.4 |
Leningen |
xra_ocv |
xra_ocv |
xra_ocv |