Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0761

    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 van de Commissie van 17 december 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de Verordeningen (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het systeem voor het beheer van tariefcontingenten met certificaten

    C/2019/8957

    PB L 185 van 12.6.2020, p. 24–252 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/07/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/761/oj

    12.6.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 185/24


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/761 VAN DE COMMISSIE

    van 17 december 2019

    tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de Verordeningen (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het systeem voor het beheer van tariefcontingenten met certificaten

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 187 en artikel 223, lid 3,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 66, lid 4,

    Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (3), en met name artikel 9, onder a) tot en met d), en artikel 16, lid 1, onder a),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld voor het beheer van tariefcontingenten en de bijzondere behandeling van uit derde landen ingevoerde producten. Voorts verleent die verordening de Commissie de bevoegdheid om in dat verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een soepel beheer van de tariefcontingenten binnen het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Die handelingen moeten in de plaats komen van een aantal handelingen tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften of specifieke sectorale voorschriften die gebaseerd zijn op handelingen die op grond van artikel 43, lid 2, of artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) waren vastgesteld en worden ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van de Commissie (4).

    (2)

    De Unie heeft zich in internationale overeenkomsten en in krachtens artikel 43, lid 2, en artikel 207 VWEU vastgestelde handelingen verbonden tot het openen van tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en in sommige gevallen tot het beheer van die contingenten. In sommige gevallen zijn voor de invoer van producten in het kader van die tariefcontingenten invoercertificaten vereist. De verordeningen en uitvoeringsverordeningen van de Commissie op grond waarvan die contingenten zijn geopend en waarin specifieke voorschriften zijn vastgesteld, worden ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 Het is passend die voorschriften in de onderhavige verordening te handhaven.

    (3)

    Voor alle tariefcontingenten voor landbouwproducten en andere producten die onder deze verordening vallen, moet een jaarlijkse tariefcontingentperiode van twaalf opeenvolgende maanden worden vastgesteld. In sommige gevallen is het passend om binnen de jaarlijkse tariefcontingentperiode deelperioden voor de tariefcontingenten vast te stellen, met name wanneer daarin is voorzien in een internationale overeenkomst.

    (4)

    Met het oog op een goed beheer van de tariefcontingenten moeten de minimum- en maximumhoeveelheden waarvoor in het kader van de tariefcontingenten aanvragen kunnen worden ingediend, worden vastgesteld.

    (5)

    Met het oog op de vereenvoudiging en de verbetering van de doeltreffendheid en de efficiëntie van de beheers- en controlesystemen moeten gemeenschappelijke voorwaarden worden vastgesteld voor het beheer van invoertariefcontingenten waarvoor invoercertificaten vereist zijn. Die tariefcontingenten moeten worden beheerd door de certificaten toe te wijzen in verhouding tot de totale aangevraagde hoeveelheden (hierna de “methode van gelijktijdig onderzoek” genoemd). Ook voor de indiening van aanvragen en de afgifte van certificaten moeten voorschriften worden vastgesteld, die van toepassing moeten zijn naast die van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 van de Commissie (5) en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie (6).

    (6)

    Sommige internationale overeenkomsten vereisen dat tariefcontingenten worden beheerd volgens een methode die gebaseerd is op door derde landen afgegeven documenten. Die methode vereist dat de certificaten worden toegewezen in overeenstemming met de hoeveelheden die zijn vermeld in de door de derde landen afgegeven documenten. Daarom moeten voor die beheersmethode specifieke regels worden vastgesteld. De documenten moeten door een door het derde land erkende autoriteit worden afgegeven en aan bepaalde voorwaarden voldoen.

    (7)

    Met het oog op de transparantie bij het beheer van tariefcontingenten waarvoor invoercertificaten vereist zijn, moeten de bevoegde autoriteiten op verzoek relevante informatie verstrekken aan elke marktdeelnemer die belang heeft bij de handel in het betrokken product. Om de marktdeelnemers in staat te stellen een aanvraag voor de in het kader van een tariefcontingent beschikbare hoeveelheden in te dienen, moet de Commissie de totale voor aanvragen beschikbare tariefcontingenthoeveelheid en de begin- en einddatum voor het indienen van aanvragen bekendmaken. Eventuele afwijkingen van of wijzigingen in de regels betreffende de certificeringsprocedures of de lijst van producten waarvoor een invoercertificaat vereist is, moeten ook worden bekendgemaakt overeenkomstig de beginselen van de Overeenkomst inzake invoervergunningen van de Wereldhandelsorganisatie (7) en het ministerieel besluit van Bali (8).

    (8)

    Voor de in het kader van tariefcontingenten af te geven certificaten moet een passend zekerheidsbedrag worden vastgesteld om te garanderen dat de producten tijdens de geldigheidsduur van het certificaat in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht of uit de Unie worden uitgevoerd.

    (9)

    Met het oog op een gemakkelijker beheer van bepaalde gevoelige tariefcontingenten waarvoor een hoge vraag bestaat, en van bepaalde tariefcontingenten waarbij de regels in het verleden zijn omzeild, wordt bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 een specifiek elektronisch systeem vastgesteld. Er moeten regels worden vastgesteld met betrekking tot de procedures en termijnen voor de indiening van documenten en aangiften via dat elektronische systeem.

    (10)

    Er moeten voorschriften voor de afgifte van de certificaten worden vastgesteld. Met name moet worden bepaald dat een toewijzingscoëfficiënt wordt toegepast wanneer de hoeveelheden waarop de certificaataanvragen betrekking hebben, groter zijn dan de voor de betrokken invoertariefcontingentperiode beschikbare hoeveelheden.

    (11)

    De geldigheidsduur van de in het kader van de tariefcontingenten afgegeven certificaten moet worden vastgesteld om te kunnen bepalen wanneer aan de verplichting tot invoer of uitvoer is voldaan.

    (12)

    In het belang van de bestaande knoflookimporteurs, die doorgaans aanzienlijke hoeveelheden knoflook invoeren, en om ervoor te zorgen dat nieuwe importeurs de markt kunnen betreden, moet voor knoflook van oorsprong uit Argentinië een onderscheid worden gemaakt tussen traditionele en nieuwe importeurs van knoflook. Die twee categorieën importeurs moeten worden gedefinieerd en met betrekking tot de aanvragers en het gebruik van de invoercertificaten moeten bepaalde criteria worden vastgesteld. Als onderdeel van de vereenvoudiging van het beheer van de invoertariefcontingenten voor knoflook zijn de contingentvolgnummers voor de invoertariefcontingenten voor knoflook van oorsprong uit China en uit andere derde landen (behalve China en Argentinië) vervangen door nieuwe nummers. De wijziging van de volgnummers mag geen afbreuk doen aan de continuïteit van die tariefcontingenten, onder meer wat betreft de berekening van de referentiehoeveelheid, indien van toepassing, met name met het oog op de toepassing van de in artikel 26 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 bedoelde overgangsbepalingen. Hetzelfde geldt voor de invoertariefcontingenten voor paddenstoelen van oorsprong uit China en uit andere derde landen (behalve China) waaraan nieuwe volgnummers zijn toegekend.

    (13)

    De aan die categorieën importeurs toe te wijzen hoeveelheden moeten worden bepaald op basis van daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheden en niet op basis van afgegeven invoercertificaten. Voor invoercertificaataanvragen die importeurs van beide categorieën indienen om knoflook uit Argentinië in te voeren, moeten bepaalde beperkingen gelden, zoals een referentiehoeveelheid voor traditionele importeurs. Die beperkingen zijn nodig om ervoor te zorgen niet alleen dat importeurs met elkaar concurreren, maar ook dat importeurs die echt een commerciële activiteit ontplooien op de markt voor groenten en fruit, de kans krijgen om hun rechtmatige handelspositie ten opzichte van andere importeurs te verdedigen en dat geen enkele importeur de markt kan beheersen.

    (14)

    Om de controles te verbeteren en te voorkomen dat het handelsverkeer wordt verstoord door niet-correcte certificaten van oorsprong en andere documenten, moeten het bestaande stelsel van certificaten van oorsprong voor knoflook en de eis dat die knoflook rechtstreeks van het derde land van oorsprong naar de Unie wordt vervoerd, worden gehandhaafd. De lijst van derde landen moet in het licht van aanvullende informatie worden uitgebreid. Die certificaten van oorsprong moeten door de bevoegde nationale autoriteiten worden afgegeven overeenkomstig de artikelen 57, 58 en 59 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (9).

    (15)

    Om te verifiëren dat de voorwaarden van de tariefcontingenten worden nageleefd, moet voor de invoer in het kader van de tariefcontingenten voor “baby beef”, vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit, bevroren buffelvlees en bevroren omlopen van runderen een echtheidscertificaat worden overgelegd waarin wordt gecertificeerd dat de goederen van oorsprong zijn uit het land van afgifte en dat zij volledig in overeenstemming zijn met de in de internationale overeenkomst vastgestelde definitie. Er moet een model voor de echtheidscertificaten worden gemaakt en er moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld voor het gebruik van volgens dat model afgegeven echtheidscertificaten.

    (16)

    De Unie heeft de mogelijkheid om de importeurs aan te wijzen die in het kader van een specifiek contingent kaas van oorsprong uit de Europese Unie in de Verenigde Staten van Amerika mogen invoeren. Om de Unie in staat te stellen de waarde van het contingent te maximaliseren, moet bijgevolg een procedure worden vastgesteld voor de aanwijzing van importeurs op basis van de toewijzing van de uitvoercertificaten voor de betrokken producten.

    (17)

    Rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de voor Spanje en Portugal geldende rechtenvrije invoerperiode voor maïs en de bijzondere kenmerken van de voor Spanje geldende rechtenvrije invoerperiode voor sorghum, moeten voor de betrokken lidstaten specifieke bepalingen worden vastgesteld wat betreft de indieningsperiode voor de certificaataanvragen, de indiening van de certificaataanvragen en de certificaten voor maïs en sorghum.

    (18)

    Om voor een vlotte overgang naar de in deze verordening vastgestelde regels te zorgen, te voldoen aan de verplichting om de nieuwe regels vóór de toepassing ervan aan de Wereldhandelsorganisatie mee te delen, en de marktdeelnemers voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de verplichting om zich in een specifiek elektronisch systeem te registreren en om via dat elektronische systeem een onafhankelijkheidsverklaring voor bepaalde overvraagde tariefcontingenten in te dienen, is het passend om te voorzien in een uitgestelde toepassing van deze verordening.

    (19)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    TITEL I

    INLEIDENDE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Toepassingsgebied

    Bij deze verordening worden gemeenschappelijke regels vastgesteld voor het beheer van de in bijlage I vermelde tariefcontingenten voor landbouwproducten die worden beheerd door middel van een stelsel van invoer- en uitvoercertificaten, met name wat betreft:

    a)

    de tariefcontingentperioden;

    b)

    de maximumhoeveelheden waarvoor een aanvraag kan worden ingediend;

    c)

    de indiening van aanvragen voor invoer- en uitvoercertificaten;

    d)

    de gegevens die moeten worden vermeld in bepaalde vakken van de invoer- en uitvoercertificaataanvragen en van de invoer- en uitvoercertificaten;

    e)

    de niet-ontvankelijkheid van invoer- en uitvoercertificaataanvragen;

    f)

    de zekerheid die moet worden gesteld bij de indiening van een invoer- of uitvoercertificaataanvraag;

    g)

    de toewijzingscoëfficiënt en de schorsing van de indiening van certificaataanvragen;

    h)

    de afgifte van invoer- en uitvoercertificaten;

    i)

    de geldigheidsduur van de invoer- en uitvoercertificaten;

    j)

    het bewijs van het in het vrije verkeer brengen;

    k)

    het bewijs van oorsprong;

    l)

    de kennisgeving van de hoeveelheden aan de Commissie;

    m)

    de kennisgeving aan de Commissie van informatie met betrekking tot het elektronische LORI-systeem, de echtheidscertificaten en de IMA 1-certificaten (Inward Monitoring Arrangement).

    Bij deze verordening worden ook tariefcontingenten geopend voor de invoer en de uitvoer van specifieke landbouwproducten en worden specifieke voorschriften vastgesteld voor het beheer van die tariefcontingenten.

    Artikel 2

    Andere toepasselijke regels

    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10), Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie (11) en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/2447 en (EU) 2016/1239 zijn van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

    TITEL II

    GEMEENSCHAPPELIJKE VOORSCHRIFTEN

    Artikel 3

    In bijlage I vermelde tariefcontingenten

    1.   Elk invoertariefcontingent wordt geïdentificeerd met een volgnummer.

    2.   De tariefcontingenten voor invoer en uitvoer zijn vastgesteld in bijlage I, samen met de volgende gegevens:

    a)

    het volgnummer van het invoertariefcontingent en een omschrijving voor de uitvoertariefcontingenten;

    b)

    de productsector;

    c)

    het soort tariefcontingent: invoer of uitvoer;

    d)

    de beheersmethode;

    e)

    indien van toepassing, de verplichting voor de marktdeelnemers om een bewijs met betrekking tot de referentiehoeveelheid over te leggen overeenkomstig artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760;

    f)

    indien van toepassing, de verplichting voor de marktdeelnemers om het bewijs van handel over te leggen overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760;

    g)

    indien van toepassing, de vervaldatum van het certificaat;

    h)

    indien van toepassing, de verplichting voor de marktdeelnemers om zich vóór de indiening van een certificaataanvraag te registreren in het in artikel 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 bedoelde elektronische systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers die certificaten aanvragen (Licence Operator Registration and Identification — LORI).

    Artikel 4

    Tariefcontingentperiode

    1.   De tariefcontingenten worden geopend voor een periode van twaalf opeenvolgende maanden (hierna de “tariefcontingentperiode” genoemd). De tariefcontingentperioden kunnen in deelperioden worden onderverdeeld.

    2.   De tariefcontingentperioden en, indien van toepassing, de deelperioden en de voor de tariefcontingentperiode beschikbare totale hoeveelheid worden voor elk tariefcontingent vastgesteld in de bijlagen II tot en met XIII.

    Artikel 5

    Maximumhoeveelheden waarvoor een aanvraag kan worden ingediend

    1.   De aangevraagde hoeveelheid mag niet groter zijn dan de totale hoeveelheid die voor de betrokken tariefcontingentperiode of ‐deelperiode beschikbaar is.

    2.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de beschikbare hoeveelheid de totale niet-toegewezen hoeveelheid voor de resterende tariefcontingentperiode of ‐deelperiode.

    3.   De beschikbare hoeveelheid omvat de hoeveelheid die in de vorige deelperiode voor het tariefcontingent ongebruikt is gebleven.

    Artikel 6

    Indiening van aanvragen voor invoer- en uitvoercertificaten

    1.   De aanvragen voor invoer- en uitvoercertificaten worden ingediend in de eerste zeven kalenderdagen van de maand die aan het begin van de tariefcontingentperiode voorafgaat, en in de eerste zeven kalenderdagen van elke maand gedurende de tariefcontingentperiode, behalve in december, waarin geen aanvragen worden ingediend.

    2.   In afwijking van lid 1 worden aanvragen voor invoer- en uitvoercertificaten die geldig zijn vanaf 1 januari, ingediend tussen 23 en 30 november van het voorgaande jaar.

    3.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, dienen marktdeelnemers die een certificaat aanvragen, slechts één ontvankelijke aanvraag per maand en per tariefcontingent in. In de maand november mogen marktdeelnemers twee aanvragen per tariefcontingent indienen: één aanvraag voor certificaten die vanaf december geldig zijn, en één aanvraag voor certificaten die vanaf januari geldig zijn. Voor invoertariefcontingenten die met door de landen van uitvoer afgegeven documenten worden beheerd, en voor door derde landen beheerde uitvoertariefcontingenten zijn respectievelijk de artikelen 71 en 72 van toepassing.

    4.   Indien een aanvrager voor een tariefcontingent meer aanvragen indient dan het in lid 3 vastgestelde maximumaantal, is geen van de voor het tariefcontingent ingediende aanvragen ontvankelijk en wordt de zekerheid verbeurd.

    5.   In afwijking van lid 3 mogen de marktdeelnemers, wanneer een tariefcontingent betrekking heeft op verschillende GN-codes, landen van oorsprong of rechten, elke maand voor de verschillende GN-codes, landen van oorsprong of rechten een aanvraag indienen. Die aanvragen worden tegelijkertijd ingediend. De met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten beschouwen die als één enkele aanvraag.

    Artikel 7

    Gegevens die moeten worden vermeld in bepaalde vakken van de invoer- en uitvoercertificaataanvragen

    1.   De volgende vakken van de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 vastgestelde formulieren voor invoer- en uitvoercertificaataanvragen worden als volgt ingevuld:

    a)

    in vak 20 van het formulier voor de invoercertificaataanvraag wordt het volgende vermeld:

    i)

    het volgnummer van het invoertariefcontingent;

    ii)

    het ad-valoremrecht en het specifiek recht (hierna het “douanerecht binnen het contingent” genoemd), zoals van toepassing op het betrokken product;

    b)

    wanneer zulks in de bijlagen II tot en met XIII bij deze verordening wordt gespecificeerd, wordt in vak 7 van de uitvoercertificaataanvraag het land van bestemming vermeld en het vakje “ja” aangekruist;

    c)

    wanneer zulks in de bijlagen II tot en met XIII bij deze verordening wordt gespecificeerd, wordt in vak 8 van de invoercertificaataanvraag het land van oorsprong vermeld en het vakje “ja” aangekruist.

    2.   Lidstaten die over een elektronisch aanvraag- en registratiesysteem beschikken, registreren de in lid 1 bedoelde gegevens in dat systeem.

    Artikel 8

    Niet-ontvankelijkheid van invoer- en uitvoercertificaataanvragen

    1.   Certificaataanvragen die onvolledig zijn of niet voldoen aan de criteria van de onderhavige verordening, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 of van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 worden niet-ontvankelijk verklaard.

    2.   Indien de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit de certificaataanvraag niet-ontvankelijk verklaart, stelt zij de marktdeelnemer schriftelijk in kennis van haar besluit over de niet-ontvankelijkheid van de aanvraag, met vermelding van de redenen voor dat besluit. Met die kennisgeving wordt de marktdeelnemer geïnformeerd over het recht van beroep tegen het niet-ontvankelijkheidsbesluit, over de toepasselijke procedure en over de termijnen voor het instellen van beroep.

    3.   Geen enkele certificaataanvraag wordt niet-ontvankelijk verklaard voor kleine schrijffouten die de essentiële onderdelen van de aanvraag niet wijzigen.

    4.   Douane-expediteurs of douanevertegenwoordigers van de aanvrager zijn niet gerechtigd om certificaten aan te vragen in het kader van de tariefcontingenten die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Zij kunnen geen titularis zijn van op grond van deze verordening afgegeven certificaten.

    Artikel 9

    Bij de indiening van een invoer- of uitvoercertificaataanvraag te stellen zekerheid

    Indien voor de afgifte van een certificaat een zekerheid moet worden gesteld krachtens artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 , stelt de aanvrager vóór het einde van de aanvraagperiode bij de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit de zekerheid ten belope van het voor elk tariefcontingent in de bijlagen II tot en met XIII bij deze verordening vastgestelde bedrag.

    Artikel 10

    Toewijzingscoëfficiënt en schorsing van de indiening van certificaataanvragen

    1.   Met uitzondering van de invoertariefcontingenten die met door derde landen afgegeven documenten worden beheerd, en de door derde landen beheerde uitvoertariefcontingenten berekent de Commissie voor elk tariefcontingent een toewijzingscoëfficiënt. De lidstaten passen de coëfficiënt toe op de aan de Commissie meegedeelde hoeveelheden waarvoor certificaataanvragen zijn ingediend. De toewijzingscoëfficiënt wordt berekend op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie en volgens de in lid 3 beschreven methode.

    2.   De Commissie maakt de toewijzingscoëfficiënt voor elk tariefcontingent uiterlijk op de 22e dag van de maand waarin de lidstaten de aangevraagde hoeveelheden aan de Commissie hebben meegedeeld, bekend door middel van een passende webpublicatie. Indien de aanvraag tussen 23 en 30 november wordt ingediend, wordt de toewijzingscoëfficiënt uiterlijk op 14 december bekendgemaakt.

    3.   Tenzij in titel III anders is bepaald, bedraagt de toewijzingscoëfficiënt voor certificaten maximaal 100 % en wordt die coëfficiënt als volgt berekend: [(beschikbare hoeveelheid/aangevraagde hoeveelheid) × 100] %. De toewijzingscoëfficiënt wordt afgerond op zes decimalen. De Commissie past de toewijzingscoëfficiënt aan om ervoor te zorgen dat de hoeveelheden die voor de invoer- of uitvoertariefcontingentperiode of ‐deelperiode beschikbaar zijn, niet worden overschreden.

    4.   Als de contingenthoeveelheid voor een deelperiode of in het kader van het systeem van maandelijkse aanvragen is uitgeput, schorst de Commissie de indiening van verdere aanvragen tot het einde van de tariefcontingentperiode of ‐deelperiode. De schorsing wordt opgeheven wanneer binnen dezelfde tariefcontingentperiode hoeveelheden beschikbaar komen na kennisgeving van ongebruikte hoeveelheden. De Commissie stelt de met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten van de lidstaten door middel van een passende webpublicatie in kennis van de schorsing, de opheffing ervan en de binnen een tariefcontingent beschikbare hoeveelheid.

    5.   De invoer- en uitvoercertificaten worden afgegeven voor hoeveelheden die worden berekend door de op de invoer- of uitvoercertificaataanvragen vermelde hoeveelheden te vermenigvuldigen met de toewijzingscoëfficiënt. De uit de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt resulterende hoeveelheid wordt naar beneden afgerond.

    6.   Aan de hand van de door de lidstaten aan de Commissie meegedeelde informatie worden de hoeveelheden vastgesteld die tijdens een deelperiode niet zijn toegewezen of niet zijn gebruikt. Die hoeveelheden worden toegevoegd aan de hoeveelheden die binnen dezelfde invoer- of uitvoertariefcontingentperiode voor herverdeling beschikbaar zijn.

    7.   Voordat de Commissie de toewijzingscoëfficiënt berekent voor tariefcontingenten waarvoor voorafgaande registratie van marktdeelnemers op grond van artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 vereist is, kan zij de voor de afgifte van certificaten bevoegde autoriteit verzoeken het LORI-register van de aanvragers te verifiëren. Een dergelijk verzoek wordt ingediend uiterlijk op de 15e dag, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), van de maand waarin de lidstaten de aangevraagde hoeveelheden hebben meegedeeld. Voor de hoeveelheden die uiterlijk op 6 december worden meegedeeld, wordt een dergelijk verzoek evenwel uiterlijk op 8 december, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), ingediend. De met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten delen de Commissie een e‐mailadres mee waarnaar de verzoeken moeten worden gestuurd.

    8.   De met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten beantwoorden de in lid 7 bedoelde verzoeken van de Commissie vóór de 21e dag, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), van de maand die volgt op het verzoek.

    9.   Voor verzoeken die uiterlijk op 8 december worden ingediend, antwoordt de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit vóór 7 januari, 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

    10.   Indien de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit de Commissie niet binnen de in de leden 8 en 9 vastgestelde termijnen antwoordt, aanvaardt de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit geen verdere certificaataanvragen van de betrokken marktdeelnemer.

    Artikel 11

    Afgifte van invoer- en uitvoercertificaten

    1.   Dit artikel is niet van toepassing op certificaten die worden afgegeven voor invoertariefcontingenten die met door derde landen afgegeven documenten worden beheerd, of voor door derde landen beheerde uitvoertariefcontingenten.

    2.   De certificaten worden slechts afgegeven voor aanvragen die aan de Commissie zijn meegedeeld.

    3.   De certificaten worden afgegeven nadat de Commissie de toewijzingscoëfficiënt heeft bekendgemaakt, en vóór het einde van de maand.

    Als de Commissie wegens onvoorziene omstandigheden de toewijzingscoëfficiënt niet binnen de in artikel 10, lid 2, bedoelde termijn heeft bekendgemaakt, worden de certificaten afgegeven uiterlijk op de zevende kalenderdag na de dag waarop de Commissie de toewijzingscoëfficiënt heeft bekendgemaakt.

    4.   Certificaten die geldig zijn vanaf 1 januari, worden afgegeven in de periode van 15 tot en met 31 december van het voorgaande jaar.

    Als de Commissie wegens onvoorziene omstandigheden de toewijzingscoëfficiënt niet binnen de in artikel 10, lid 2, bedoelde termijn heeft bekendgemaakt, worden de certificaten afgegeven uiterlijk op de 14e kalenderdag na de dag waarop de Commissie de toewijzingscoëfficiënt heeft bekendgemaakt. Als de certificaten na 1 januari worden afgegeven, zijn de certificaten geldig vanaf de datum van afgifte, zonder dat de laatste dag van de geldigheidsduur wordt gewijzigd.

    Artikel 12

    Gegevens die moeten worden vermeld in bepaalde vakken van de invoer- en uitvoercertificaten

    1.   De volgende vakken van de in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 vastgestelde formulieren voor invoer- of uitvoercertificaten worden als volgt ingevuld:

    a)

    in vak 20 van het invoercertificaat wordt het volgnummer van het invoertariefcontingent vermeld;

    b)

    in vak 24 van het invoercertificaat worden het ad-valoremrecht en het specifiek recht (hierna het “douanerecht binnen het contingent” genoemd) vermeld die van toepassing zijn op het betrokken product;

    c)

    wanneer zulks in de bijlagen II tot en met XIII bij deze verordening wordt gespecificeerd, wordt in vak 8 van het invoercertificaat het land van oorsprong vermeld en het vakje “ja” aangekruist;

    d)

    in vak 19 van het invoer- en uitvoercertificaat wordt 0 ingevuld als tolerantie, behalve voor de in deel I van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 vermelde producten met certificaatverplichting bij invoer, waarvoor de tolerantie 5 % bedraagt, en waarvoor in vak 24 van het certificaat het volgende wordt vermeld: “Het contingentrecht geldt voor de in de vakken 17 en 18 vermelde hoeveelheid.” (12);

    e)

    in vak 24 van het invoercertificaat of vak 22 van het uitvoercertificaat wordt, wanneer de geldigheidsduur van dat certificaat eindigt op de laatste dag van de tariefcontingentperiode, het volgende vermeld: “Artikel 3, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1182/71 is niet van toepassing” (13).

    2.   Lidstaten die over een elektronisch aanvraag- en registratiesysteem beschikken, registreren die gegevens in dat systeem.

    Artikel 13

    Geldigheidsduur van de invoer- en uitvoercertificaten

    1.   Artikel 3, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (14) is niet van toepassing op de vaststelling van de geldigheidsduur van invoer- en uitvoercertificaten voor invoer- en uitvoertariefcontingenten.

    2.   Certificaten die worden afgegeven voor de invoer- en uitvoertariefcontingenten die door middel van de in artikel 184, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde methode van gelijktijdig onderzoek worden beheerd, als vastgesteld in bijlage I, zijn geldig:

    a)

    in het geval van aanvragen die vóór de tariefcontingentperiode worden ingediend, vanaf de eerste kalenderdag van de tariefcontingentperiode tot het einde van de tariefcontingentperiode;

    b)

    voor aanvragen die tijdens de tariefcontingentperiode worden ingediend, vanaf de eerste kalenderdag van de maand volgende op de indiening van de aanvraag tot het einde van de tariefcontingentperiode;

    c)

    voor aanvragen die tussen 23 en 30 november worden ingediend, met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar tot het einde van de tariefcontingentperiode.

    3.   Als de tariefcontingentperiode in deelperioden is onderverdeeld, verstrijken de certificaten die voor een deelperiode zijn afgegeven, op de laatste kalenderdag van de maand die volgt op het einde van de betrokken deelperiode, maar uiterlijk aan het einde van de tariefcontingentperiode, tenzij in titel III of in bijlage I anders is bepaald.

    4.   Tenzij in titel III anders is bepaald, zijn certificaten die worden afgegeven voor invoertariefcontingenten die met door derde landen afgegeven documenten worden beheerd, geldig vanaf de datum van afgifte ervan tot 23.59 uur (plaatselijke tijd Brussel) van de 30e kalenderdag na de laatste dag van geldigheid van het IMA 1-certificaat of het echtheidscertificaat waarvoor die certificaten zijn afgegeven. Die geldigheidsduur mag het einde van de tariefcontingentperiode niet overschrijden.

    5.   Certificaten voor door derde landen beheerde uitvoertariefcontingenten zijn geldig vanaf de datum van afgifte ervan tot en met 31 december van het jaar van de afgifte ervan, behalve certificaten die van 20 tot en met 31 december worden afgegeven, welke geldig zijn van 1 januari tot en met 31 december van het daaropvolgende jaar.

    6.   Als de geldigheidsduur van een invoer- of uitvoercertificaat voor een tariefcontingent wordt verlengd als gevolg van overmacht als bedoeld in artikel 16 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239, mag de verlenging de tariefcontingentperiode niet overschrijden.

    Artikel 14

    Bewijs van het in het vrije verkeer brengen en van uitvoer

    1.   Hoeveelheden die aan het einde van de geldigheidsduur van het certificaat niet in het vrije verkeer zijn gebracht of niet zijn uitgevoerd, worden als ongebruikte hoeveelheden beschouwd.

    2.   Het bewijs van het in het vrije verkeer brengen en het bewijs van uitvoer en van het verlaten van het douanegebied van de Unie worden verstrekt overeenkomstig artikel 14, lid 6, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239.

    Artikel 15

    Bewijs van oorsprong

    1.   Wanneer zulks in de bijlagen II tot en met XIII wordt vereist, wordt een geldig bewijs van oorsprong, samen met een douaneaangifte voor het vrije verkeer voor de betrokken producten aan de douaneautoriteiten van de Unie voorgelegd. De voor het bewijs van oorsprong vereiste documenten zijn voor elk tariefcontingent in die bijlagen vermeld.

    2.   In de specifieke gevallen die in de bijlagen II tot en met XIII zijn vastgesteld, wordt het bewijs van oorsprong bij de aanvraag van een invoercertificaat overgelegd.

    3.   Indien nodig kunnen de douaneautoriteiten bovendien eisen dat de aangever of de importeur de oorsprong van de producten aantoont overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

    Artikel 16

    Kennisgeving van de hoeveelheden aan de Commissie

    1.   Tenzij in titel III anders is bepaald, zijn de voorschriften van de leden 2 tot en met 5 van toepassing.

    2.   De lidstaten delen de Commissie voor elk tariefcontingent de totale hoeveelheden mee waarvoor invoer- of uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend:

    a)

    vóór de 14e van de maand als de certificaataanvragen in de eerste zeven kalenderdagen van de maand zijn ingediend;

    b)

    vóór 6 december als de certificaataanvragen van 23 tot en met 30 november zijn ingediend.

    3.   De lidstaten delen de Commissie voor elk tariefcontingent de hoeveelheden mee waarvoor zij invoer- en uitvoercertificaten hebben afgegeven:

    a)

    vóór de laatste dag van de maand als de certificaataanvragen voor een tariefcontingent in de eerste zeven kalenderdagen van de maand zijn ingediend;

    b)

    vóór 31 december als de certificaataanvragen voor een tariefcontingent van 23 tot en met 30 november zijn ingediend;

    c)

    vóór de 10e van de maand volgende op de afgifte als het gaat om invoercertificaten die zijn afgegeven op basis van door derde landen afgegeven documenten.

    In de in artikel 11, lid 3, tweede alinea, bedoelde omstandigheden wordt de kennisgeving ingediend binnen 7 dagen na de dag waarop de Commissie de toewijzingscoëfficiënt heeft bekendgemaakt. In de in artikel 11, lid 4, tweede alinea, bedoelde omstandigheden wordt de kennisgeving ingediend binnen 14 dagen na de dag waarop de Commissie de toewijzingscoëfficiënt heeft bekendgemaakt.

    4.   De lidstaten delen de Commissie op haar verzoek de ongebruikte hoeveelheden mee waarvoor invoer- en uitvoercertificaten zijn afgegeven. Ongebruikte hoeveelheden komen overeen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoer- of uitvoercertificaten vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die certificaten waren afgegeven.

    5.   Ongebruikte hoeveelheden waarvoor invoer- of uitvoercertificaten zijn afgegeven, worden aan de Commissie meegedeeld binnen vier maanden, respectievelijk 210 kalenderdagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van de betrokken certificaten.

    6.   Als de tariefcontingentperiode in deelperioden is verdeeld, wordt van de ongebruikte hoeveelheden kennisgegeven samen met de in lid 2, onder a), bedoelde kennisgeving voor de laatste deelperiode.

    7.   De hoeveelheden worden uitgedrukt in kilogram productgewicht en worden, indien van toepassing, uitgesplitst naar volgnummer en oorsprong.

    8.   Voor de in deze verordening bedoelde kennisgevingen aan de Commissie in verband met de tariefcontingenten voor rundvlees met de volgnummers 09.4450, 09.4451, 09.4452, 09.4453, 09.4454, 09.4002, 09.4455, 09.4001 en 09.4004 worden de hoeveelheden uitgedrukt in kilogram productgewicht, per land van oorsprong en per productcategorie zoals aangegeven in deel B van bijlage XV bij deze verordening.

    9.   Artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 is van toepassing op de in dit artikel vastgestelde perioden en termijnen.

    Artikel 17

    Kennisgeving aan de Commissie van informatie met betrekking tot het elektronische LORI-systeem, de echtheidscertificaten en de IMA 1-certificaten

    1.   Van de 8e tot en met de 16e dag van de maand die volgt op het verstrijken van de tariefcontingentperiode, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de naam, het EORI-nummer (registratie- en identificatienummer van de marktdeelnemer) en het adres van de houders van invoercertificaten voor tariefcontingenten waarvoor registratie van de marktdeelnemers verplicht is en, in voorkomend geval, van de cessionaris.

    2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke validering, afwijzing of intrekking van een aanvraag tot registratie in het elektronische LORI-systeem.

    3.   Wanneer de lidstaten kennis geven van de validering van een aanvraag tot registratie in het elektronische LORI-systeem, verstrekken zij de in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 vereiste gegevens.

    4.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen die de marktdeelnemers in hun LORI-register aanbrengen.

    5.   De lidstaten stellen de Commissie voor elke in het elektronische LORI-systeem geregistreerde marktdeelnemer in kennis van elke invoercertificaataanvraag, met vermelding van het betrokken tariefcontingent, de GN-codes, de aangevraagde hoeveelheden en de datum van de aanvraag:

    a)

    vóór de 14e van de maand als de certificaataanvragen in de eerste zeven kalenderdagen van de maand zijn ingediend;

    b)

    vóór 6 december als de certificaataanvragen van 23 tot en met 30 november zijn ingediend.

    6.   De lidstaten stellen de Commissie voor elk echtheidscertificaat of IMA 1-certificaat dat door een marktdeelnemer wordt ingediend voor tariefcontingenten die met door derde landen afgegeven documenten worden beheerd, in kennis van het nummer van het overeenkomstige certificaat dat zij hebben afgegeven, en van de hoeveelheid waarop dat certificaat betrekking heeft. De kennisgeving wordt gedaan voordat het afgegeven certificaat aan de marktdeelnemer ter beschikking wordt gesteld.

    7.   In afwijking van artikel 3, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 verstrijken de in het onderhavige artikel vastgestelde perioden en termijnen bij het verstrijken van het laatste uur van de laatste dag, ongeacht of die dag een zaterdag, zondag of feestdag is als omschreven in die verordening.

    8.   De in deze verordening bedoelde kennisgevingen aan de Commissie worden gedaan overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie (15) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (16).

    TITEL III

    SPECIFIEKE SECTORALE VOORSCHRIFTEN

    HOOFDSTUK 1

    Granen

    Afdeling 1

    Andere granen dan maïs en sorghum als bedoeld in artikel 185 van Verordening (EU) nr. 1308/2013

    Artikel 18

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie verleende concessies, die bij Besluit 94/800/EG van de Raad (17) zijn goedgekeurd, en de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, die bij Besluit 2006/333/EG van de Raad (18) is goedgekeurd, staan tariefcontingenten voor de invoer van maïs in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, die bij Besluit 2006/333/EG van de Raad is goedgekeurd, en de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada betreffende de sluiting van de onderhandelingen uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, van de GATT, die bij Besluit 2007/444/EG van de Raad (19) is goedgekeurd, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De omvang van elk tariefcontingent, de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden waarvoor dat contingent geldt, en het volgnummer ervan zijn vermeld in bijlage II bij deze verordening.

    Artikel 19

    Kwaliteitsnormen

    De kwaliteitsnormen en toleranties voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit van GN-code 1001 99 00 zijn die welke zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 642/2010 van de Commissie (20). De in deel II van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie (21) vastgestelde analysemethoden zijn van toepassing.

    Artikel 20

    Specifieke regels voor de tariefcontingenten in het kader van de Brede Economische en Handelsovereenkomst met Canada

    Zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit van oorsprong uit Canada mag in de Unie slechts in het vrije verkeer worden gebracht mits een oorsprongsverklaring wordt overgelegd. De oorsprongsverklaring wordt verstrekt op een factuur of ander handelsdocument waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren. De tekst van de oorsprongsverklaring is die van bijlage 2 bij het Protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures dat is gehecht aan de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (22).

    Afdeling 2

    Maïs en sorghum als bedoeld in artikel 185 van Verordening (EU) nr. 1308/2013

    Artikel 21

    Periode voor de indiening van certificaataanvragen

    Met ingang van de datum waarop het in artikel 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 bedoelde nulrecht van toepassing wordt, worden de invoercertificaataanvragen voor de in artikel 185 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde tariefcontingenten voor maïs en sorghum bij de bevoegde Spaanse en Portugese autoriteiten ingediend tussen de 7e en de 11e van elke maand, uiterlijk om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

    Artikel 22

    Inhoud van certificaataanvraag en certificaat

    De invoercertificaataanvraag en het certificaat bevatten in elk geval de volgende gegevens:

    a)

    in vak 8 wordt het land van oorsprong vermeld en het vakje “ja” aangekruist;

    b)

    in vak 24 wordt een van de in bijlage XIV opgenomen vermeldingen aangebracht.

    Artikel 23

    Kennisgevingen aan Commissie

    Met ingang van de datum waarop het in artikel 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 bedoelde nulrecht van toepassing wordt, stellen de bevoegde Spaanse en Portugese autoriteiten de Commissie langs elektronische weg in kennis:

    a)

    uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de 15e dag van elke maand, van de totale hoeveelheden waarvoor certificaataanvragen zijn ingediend, per volgnummer;

    b)

    vóór het einde van de maand, van de totale hoeveelheden, per GN-code, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.

    Artikel 24

    Toewijzingscoëfficiënt

    Uiterlijk op de 22e dag van de maand waarin de lidstaten overeenkomstig artikel 23 kennis hebben gegeven van de aangevraagde hoeveelheden, deelt de Commissie de toewijzingscoëfficiënt mee aan de met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten.

    Artikel 25

    Afgifte van invoercertificaten

    De bevoegde Spaanse en Portugese autoriteiten geven de invoercertificaten af tussen de 23e en de laatste dag van elke maand.

    Artikel 26

    Geldigheid van de certificaten

    In afwijking van artikel 13 zijn de certificaten geldig vanaf de dag van afgifte ervan tot het einde van de tweede maand volgende op die dag.

    HOOFDSTUK 2

    Rijst

    Artikel 27

    Tariefcontingenten en toewijzing van de hoeveelheden

    Overeenkomstig de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie verleende concessies, die bij Besluit 94/800/EG en Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad (23) zijn goedgekeurd, en overeenkomstig de resultaten van het overleg met Thailand, die bij Besluit 96/317/EG van de Raad (24) zijn goedgekeurd, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van rijst, gedopte rijst en breukrijst open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden. De omvang van elk tariefcontingent, de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden waarvoor dat contingent geldt, en het volgnummer ervan zijn vermeld in bijlage III bij deze verordening.

    De beschikbare hoeveelheden worden vastgesteld per deelperiode, zoals gespecificeerd in bijlage III bij deze verordening.

    In afwijking van artikel 13 zijn certificaten die zijn afgegeven in de laatste deelperiode voor de invoertariefcontingenten met de volgnummers 09.4127, 09.4128, 09.4129 en 09.4130, geldig tot het einde van de tariefcontingentperiode.

    Alle hoeveelheden in het kader van de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4112, 09.4116, 09.4117, 09.4118, 09.4119, 09.4127, 09.4128, 09.4129, 09.4130, 09.4148, 09.4166 en 09.4168 die niet zijn gebruikt in een bepaalde deelperiode, worden overgedragen naar de daaropvolgende deelperioden die in bijlage III zijn gespecificeerd. Er worden geen hoeveelheden naar de volgende contingentperiode overgedragen.

    Hoeveelheden in het kader van de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4127, 09.4128, 09.4129 en 09.4130 die in de voorgaande deelperioden niet zijn gebruikt of toegewezen, worden op 1 oktober van elk jaar overgedragen naar het tariefcontingent met volgnummer 09.4138.

    Artikel 28

    Uitvoerdocumenten

    De invoercertificaataanvragen die voor rijst en breukrijst in het kader van de tariefcontingenten 09.4127, 09.4128, 09.4129 en 09.4149 worden ingediend, gaan vergezeld van het origineel van het uitvoercertificaat, waarvan het model in bijlage XIV.2 is vastgesteld. De uitvoercertificaten worden afgegeven door de daarop vermelde bevoegde autoriteit van de derde landen. De op de invoercertificaataanvraag vermelde hoeveelheid mag niet groter zijn dan de hoeveelheid die op het uitvoercertificaat is vermeld.

    Artikel 29

    Inhoud van het certificaat

    Op het invoercertificaat voor alle in bijlage III vastgestelde volgnummers, behalve voor de volgnummers 09.4138, 09.4148, 09.4166 en 09.4168, wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld en het vakje “ja” aangekruist.

    HOOFDSTUK 3

    Suiker

    Artikel 30

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie verleende concessies, die bij Besluit 94/800/EG en Verordening (EG) nr. 1095/96 zijn goedgekeurd, staan tariefcontingenten voor de invoer van suiker in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, die is goedgekeurd bij Besluit 2004/239/EG, Euratom van de Raad en de Commissie (25), staan tariefcontingenten voor de invoer van suiker in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig het Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en de Republiek Albanië om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, dat is goedgekeurd bij Besluit 2009/330/EG van de Raad (26), staan tariefcontingenten voor de invoer van suiker in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en de Republiek Servië, die is goedgekeurd bij Besluit 2013/490/EU, Euratom van de Raad en de Commissie (27), staan tariefcontingenten voor de invoer van suiker in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig het Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en Bosnië en Herzegovina om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, dat is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/75 van de Raad (28), staan tariefcontingenten voor de invoer van suiker in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De tariefcontingenten voor suiker en de specifieke voorwaarden daarvoor zijn vastgesteld in bijlage IV bij deze verordening.

    Artikel 31

    Definities

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    1.

    “gewicht tel quel”: het gewicht van de suiker in ongewijzigde staat;

    2.

    “raffinage”: de verwerking van ruwe suiker tot witte suiker, zoals gedefinieerd in bijlage II, deel II, afdeling A, punten 1 en 2, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsmede alle gelijkwaardige technische bewerkingen die op witte, onverpakte suiker worden toegepast.

    Artikel 32

    Geldigheid van het certificaat

    In afwijking van artikel 13 is het invoercertificaat geldig tot het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het is afgegeven. Het verstrijkt in elk geval uiterlijk op 30 september.

    Artikel 33

    Kennisgevingen

    Vóór 1 mei van elk jaar stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de totale hoeveelheid daadwerkelijk ingevoerde suiker, uitgesplitst naar volgnummer, land van oorsprong en achtcijferige GN-code, uitgedrukt in kilogram gewicht tel quel.

    Artikel 34

    Verplichtingen met betrekking tot de WTO-tariefcontingenten voor suiker

    1.   Met betrekking tot de tariefcontingenten voor suiker met de volgnummers 09.4317, 09.4318, 09.4319, 09.4320, 09.4329 en 09.4330 gelden alle volgende voorschriften:

    a)

    voor het in het vrije verkeer brengen in de Unie geldt de in artikel 210 van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde regeling bijzondere bestemming, namelijk raffinage;

    b)

    in afwijking van artikel 239 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (29) wordt de verplichting tot raffinage niet overgedragen aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon;

    c)

    de raffinage vindt plaats binnen 180 dagen nadat de suiker in de Unie in het vrije verkeer is gebracht;

    d)

    indien de polarisatiegraad van de ingevoerde ruwe suiker afwijkt van 96 graden, wordt het overeenkomstige invoerrecht naargelang van het geval verhoogd of verlaagd met 0,14 % per tiende van een graad verschil;

    e)

    in vak 20 van het aanvraagformulier en van het certificaat wordt “voor raffinage bestemde suiker” vermeld.

    2.   Voor de suikertariefcontingenten met de volgnummers 09.4317, 09.4318, 09.4319, 09.4320, 9.4321, 09.4329 en 09.4330 wordt in vak 20 van het aanvraagformulier en van het certificaat een van de in deel A van bijlage XIV.3 bij deze verordening opgenomen vermeldingen aangebracht.

    Artikel 35

    Tariefcontingenten voor suiker met de volgnummers 09.4324, 09.4325, 09.4326 en 09.4327

    Met betrekking tot de tariefcontingenten voor suiker met de volgnummers 09.4324, 09.4325, 09.4326 en 09.4327 geldt het volgende:

    1.

    de invoercertificaataanvragen gaan vergezeld van het origineel van het uitvoercertificaat, overeenkomstig het model in deel C van bijlage XIV.3, dat is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land. De op de invoercertificaataanvragen vermelde hoeveelheid mag niet groter zijn dan de hoeveelheid die op het uitvoercertificaat is vermeld;

    2.

    in vak 20 van het aanvraagformulier en van het certificaat wordt een van de in deel B van bijlage XIV.3 opgenomen vermeldingen aangebracht.

    HOOFDSTUK 4

    Olijfolie

    Artikel 36

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 98/238/EG, EGKS van de Raad en de Commissie (30), staan tariefcontingenten voor de invoer van olijfolie van de eerste persing in de Unie open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De omvang van elk tariefcontingent, de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden waarvoor dat contingent geldt, en het volgnummer ervan zijn vermeld in bijlage V bij deze verordening.

    HOOFDSTUK 5

    Groenten en fruit

    Afdeling 1

    Knoflook

    Artikel 37

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Argentinië krachtens artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994, met het oog op de wijziging, wat knoflook betreft, van de concessies die zijn opgenomen in lijst CXL, gehecht aan de GATT-overeenkomst, die is goedgekeurd bij Besluit 2001/404/EG van de Raad (31), de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, die is goedgekeurd bij Besluit 2006/398/EG van de Raad (32) en de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Volksrepubliek China uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994, die is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2016/1885 van de Raad (33), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van verse of gekoelde knoflook open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De omvang van elk tariefcontingent, de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden waarvoor dat contingent geldt, en het volgnummer ervan zijn vermeld in bijlage VI bij deze verordening.

    Artikel 38

    Traditionele importeurs en nieuwe importeurs van knoflook van oorsprong uit Argentinië

    1.   Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4099 en 09.4104 voor knoflook van oorsprong uit Argentinië.

    2.   Onder “traditionele importeur” wordt verstaan een importeur die aantoont:

    a)

    dat hij in elk van de drie voorgaande tariefcontingentperioden certificaten voor tariefcontingenten voor verse knoflook van GN-code 0703 20 00 uit hoofde van Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie (34) of de onderhavige verordening heeft verkregen en gebruikt;

    b)

    dat hij gedurende de tariefcontingentperiode die aan de indiening van de aanvraag voorafging, ten minste 50 ton groenten en fruit in de zin van artikel 1, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 in de Unie in het vrije verkeer heeft gebracht, of ten minste 50 ton knoflook uit de Unie heeft uitgevoerd.

    3.   Onder “nieuwe importeur” wordt verstaan een andere dan de in lid 2 bedoelde marktdeelnemer, die een van de volgende twee elementen aantoont:

    a)

    dat hij in elk van de twee voorgaande tariefcontingentperioden of in elk van de twee kalenderjaren vóór de indiening van de aanvraag ten minste 50 ton groenten en fruit in de zin van artikel 1, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 in de Unie heeft ingevoerd;

    b)

    dat hij in elk van de twee voorgaande tariefcontingentperioden of in elk van de twee kalenderjaren vóór de indiening van de aanvraag ten minste 50 ton knoflook naar derde landen heeft uitgevoerd.

    4.   De totale hoeveelheid waarvoor een nieuwe importeur certificaataanvragen indient, bedraagt voor elke deelperiode niet meer dan 10 % van de totale hoeveelheid die overeenkomstig bijlage VI voor die deelperiode en die oorsprong beschikbaar is voor zowel traditionele als nieuwe importeurs. Aanvragen die niet aan deze bepaling voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.

    5.   In vak 20 van de certificaataanvraag wordt naargelang van het geval aangegeven of de aanvraag wordt ingediend door een “traditionele importeur” of door een “nieuwe importeur”.

    6.   De voor knoflook van oorsprong uit Argentinië beschikbare hoeveelheid wordt als volgt verdeeld:

    a)

    70 % van de hoeveelheid wordt over traditionele importeurs verdeeld;

    b)

    30 % van de hoeveelheid wordt over nieuwe importeurs verdeeld.

    7.   Indien de Commissie op basis van de op grond van deze verordening ontvangen kennisgevingen concludeert dat de hoeveelheden voor de in lid 6 bedoelde gedeelten niet volledig door aanvragen worden gedekt, wordt de hoeveelheid waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de hoeveelheid die voor de volgende deelperiode voor datzelfde gedeelte beschikbaar is.

    Artikel 39

    Specifieke voorschriften voor uit bepaalde landen ingevoerde knoflook

    1.   Knoflook van oorsprong uit Iran, Libanon, Maleisië, Taiwan, de Verenigde Arabische Emiraten of Vietnam mag alleen in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)

    er wordt een overeenkomstig de artikelen 57, 58 en 59 van Verordening (EU) 2015/2447 door de bevoegde nationale autoriteiten van dat land afgegeven certificaat van oorsprong overgelegd;

    b)

    het product werd rechtstreeks van het land van oorsprong naar de Unie vervoerd.

    2.   Voor de toepassing van dit artikel wordt een product geacht rechtstreeks naar de Unie te zijn vervoerd indien:

    a)

    het vanuit een derde land naar de Unie is vervoerd zonder over het grondgebied van een ander derde land te reizen;

    b)

    het over het grondgebied van een of meer andere derde landen dan het land van oorsprong is vervoerd, al dan niet met overlading of tijdelijke opslag in die landen, mits het vervoer door die landen om geografische of vervoerstechnische redenen is gebeurd en het product:

    i)

    in het land of de landen van doorvoer of opslag onder toezicht van de douaneautoriteiten is gebleven;

    ii)

    in het land of de landen van doorvoer of opslag niet in het vrije verkeer is gebracht of tot verbruik is uitgeslagen;

    iii)

    in het land of de landen van doorvoer of opslag geen andere behandelingen heeft ondergaan dan lossen en opnieuw laden of enige andere behandeling om het in goede staat te houden.

    3.   Aan de douaneautoriteiten van de lidstaten wordt het bewijs geleverd dat aan de in lid 2, onder b), gestelde voorwaarden is voldaan. Daartoe wordt het volgende overgelegd:

    a)

    een enkel in het land van oorsprong afgegeven vervoersdocument onder dekking waarvan het vervoer door het land of de landen van doorvoer heeft plaatsgevonden, of

    b)

    een door de douaneautoriteiten van het land of de landen van doorvoer afgegeven certificaat waarin:

    i)

    een nauwkeurige omschrijving van de goederen wordt gegeven;

    ii)

    de data zijn aangegeven waarop de goederen zijn gelost en opnieuw zijn geladen, met gegevens ter identificatie van de gebruikte vervoermiddelen;

    iii)

    een verklaring is opgenomen over de omstandigheden waaronder de goederen werden bewaard;

    c)

    enig ander bewijsstuk indien het onder a) of b) bedoelde bewijs niet kan worden geleverd.

    Artikel 40

    Kennisgevingen

    De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

    a)

    de lijst van traditionele en nieuwe importeurs die certificaten aanvragen voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4099 en 09.4104. De mededeling geschiedt uiterlijk op de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de tariefcontingentperiode of ‐deelperiode waarvoor de certificaataanvragen zijn ingediend;

    b)

    in voorkomend geval, de lijst van overeenkomstig het nationale recht opgerichte groepen marktdeelnemers. De mededeling geschiedt uiterlijk op de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de tariefcontingentperiode of ‐deelperiode waarvoor de certificaataanvragen zijn ingediend.

    Afdeling 2

    Paddenstoelen

    Artikel 41

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/800/EG, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van conserven van paddenstoelen van het geslacht Agaricus open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden. De omvang van elk tariefcontingent, de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden waarvoor dat contingent geldt, en het volgnummer ervan zijn vermeld in bijlage VII bij deze verordening.

    HOOFDSTUK 6

    Rundvlees

    Artikel 42

    Tariefcontingenten en hoeveelheden

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/800/EG, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van bevroren rundvlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 1095/96, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van bevroren omlopen van runderen open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 1095/96, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit en voor bevroren buffelvlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en de Commissie (35), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van gedroogd rundvlees zonder been en levende runderen open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2004/239/EG, Euratom, de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2008/474/EG van de Raad (36), de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2010/36/EG van de Raad (37), de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2010/224/EU, Euratom van de Raad en de Commissie (38), en de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo (39), anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2016/342 van de Raad (40), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van “baby beef” open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 2005/269/EG van de Raad (41), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van vers, gekoeld of bevroren rundvlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Australië uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie, die is goedgekeurd bij Besluit 2006/106/EG van de Raad (42), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van voor verwerking bestemd bevroren rundvlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, waarvan de voorlopige toepassing is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/38 van de Raad (43), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van rund- en varkensvlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/1247 van de Raad (44), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van vers en bevroren rundvlees, vers en bevroren varkensvlees, eieren, eierproducten en albumine open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De tariefcontingenten voor rundvlees en de desbetreffende specifieke voorwaarden zijn vastgesteld in bijlage VIII.

    Artikel 43

    Specifieke voorschriften voor invoertariefcontingenten die worden beheerd met door derde landen afgegeven documenten, en voor tariefcontingent 09.4002

    1.   Dit artikel is van toepassing op tariefcontingenten die worden beheerd met door derde landen afgegeven documenten, en op het tariefcontingent met volgnummer 09.4002.

    2.   Bij het in het vrije verkeer brengen van de hoeveelheden die in het kader van de in lid 1 bedoelde tariefcontingenten zijn ingevoerd, legt de importeur een invoercertificaat en een echtheidscertificaat of een kopie daarvan over aan de douaneautoriteit.

    3.   De echtheidscertificaten worden opgesteld volgens het model in bijlage XIV.

    4.   De echtheidscertificaten worden ingevuld in een van de officiële talen van de Unie of van het land van uitvoer.

    5.   De echtheidscertificaten zijn voorzien van een door de autoriteiten van afgifte toegekend individueel volgnummer.

    6.   De echtheidscertificaten zijn slechts geldig indien zij naar behoren zijn ingevuld en geviseerd door de voor het betrokken invoertariefcontingent in de bijlage vermelde autoriteit van afgifte in het derde land van oorsprong.

    7.   Een echtheidscertificaat wordt geacht naar behoren geviseerd te zijn wanneer de plaats en datum van afgifte op het certificaat zijn vermeld en het is voorzien van een zegel of het stempel van de autoriteit van afgifte en is ondertekend door de daartoe gemachtigde persoon of personen.

    8.   De op het invoercertificaat vermelde hoeveelheden worden uitgesplitst naar GN-code.

    9.   De voor tariefcontingent 09.4002 afgegeven invoercertificaten zijn geldig gedurende drie maanden vanaf de datum van afgifte.

    10.   Aanvragen voor tariefcontingent 09.4002 mogen, voor hetzelfde contingentvolgnummer, betrekking hebben op een of meer producten van de GN-codes of groepen GN-codes die voor dit tariefcontingent in deel A van bijlage XV zijn vermeld. Wanneer aanvragen betrekking hebben op verschillende GN-codes, worden de respectieve aangevraagde hoeveelheden per GN-code of groep GN-codes gespecificeerd. In de certificaataanvragen en certificaten worden in vak 16 alle GN-codes aangebracht, en in vak 15 de beschrijving ervan.

    Artikel 44

    Aanvragen en afgifte van invoercertificaten voor tariefcontingenten die worden beheerd met door derde landen afgegeven documenten

    1.   In vak 8 van de invoercertificaataanvragen en van het invoercertificaat wordt de informatie vermeld die voor het desbetreffende tariefcontingent is gespecificeerd in het vak “specifieke informatie die op het certificaat moet worden vermeld” van bijlage VIII.

    2.   Bij de aanvraag van het invoercertificaat dienen de aanvragers bij de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit het echtheidscertificaat en een kopie daarvan in. De bevoegde autoriteiten geven pas een invoercertificaat af nadat zij zich ervan hebben vergewist dat alle informatie op het echtheidscertificaat overeenstemt met de informatie die zij wekelijks van de Commissie ontvangen.

    Indien alleen een kopie van het echtheidscertificaat wordt overgelegd, of het origineel van het echtheidscertificaat wordt overgelegd maar de informatie in dat document niet in overeenstemming is met de door de Commissie verstrekte informatie, verzoeken de bevoegde autoriteiten de certificaataanvrager om overeenkomstig artikel 45 een aanvullende zekerheid te stellen.

    Artikel 45

    Aanvullende zekerheden voor tariefcontingenten die worden beheerd met door derde landen afgegeven documenten

    1.   In de in artikel 44, lid 2, tweede alinea, bedoelde omstandigheden stelt de certificaataanvrager een aanvullende zekerheid ter hoogte van het bedrag dat voor de betrokken producten overeenstemt met het meestbegunstigingsrecht op grond van het gemeenschappelijk douanetarief dat van toepassing is op de dag waarop de invoercertificaataanvraag wordt ingediend.

    Er is echter geen aanvullende zekerheid vereist wanneer de autoriteit van het land van uitvoer een kopie van het echtheidscertificaat heeft verstrekt door middel van het in artikel 72, lid 8, bedoelde informatiesysteem.

    2.   De lidstaten geven de aanvullende zekerheid vrij zodra zij het origineel van het echtheidscertificaat hebben ontvangen en zij zich ervan hebben vergewist dat de inhoud ervan overeenstemt met de van de Commissie ontvangen informatie.

    3.   Het niet vrijgegeven bedrag van de aanvullende zekerheid wordt verbeurdverklaard en geldt als betaling van douanerechten.

    Artikel 46

    Tariefcontingenten voor vers en bevroren rundvlees van oorsprong uit Canada

    1.   Vers en bevroren rundvlees van oorsprong uit Canada kan in de Unie slechts in het vrije verkeer worden gebracht na verstrekking van een oorsprongsverklaring. De oorsprongsverklaring wordt verstrekt op een factuur of ander handelsdocument waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren. De tekst van de oorsprongsverklaring is die van bijlage 2 bij het Protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures, dat is gehecht aan de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds.

    2.   Voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4280 en 09.4281 worden voor de omrekening van productgewicht naar equivalent geslacht gewicht de in deel B van bijlage XVI vastgelegde omrekeningsfactoren gebruikt.

    3.   Voor de berekening van het bewijs van handel en, in voorkomend geval, de referentiehoeveelheid wordt het gewicht gecorrigeerd aan de hand van de in deel B van bijlage XVI vastgelegde omrekeningsfactoren.

    4.   Invoercertificaataanvragen worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de tweede maand vóór elk van de in bijlage VIII vermelde deelperioden.

    5.   Als na de eerste aanvraagperiode in een bepaalde deelperiode hoeveelheden beschikbaar blijven, kunnen in aanmerking komende aanvragers tijdens de twee volgende aanvraagperioden nieuwe invoercertificaataanvragen indienen overeenkomstig artikel 6 van deze verordening. In dergelijke gevallen kunnen exploitanten van levensmiddelenbedrijven waarvan de inrichtingen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (45) zijn erkend, een aanvraag indienen zonder dat zij een bewijs van handel hoeven over te leggen.

    6.   De invoercertificaten worden afgegeven van de 23e dag tot het einde van de maand waarin de aanvragen werden ingediend.

    7.   De invoercertificaten zijn geldig gedurende vijf maanden te rekenen vanaf hetzij de datum van afgifte in de zin van artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239, hetzij de datum van het begin van de deelperiode waarvoor het invoercertificaat is afgegeven, indien die later valt. De invoercertificaten verstrijken evenwel uiterlijk op 31 december.

    8.   De certificaathouders kunnen ongebruikte certificaathoeveelheden teruggeven voordat het certificaat verstreken is, en uiterlijk tot vier maanden vóór het einde van de tariefcontingentperiode. Elke certificaathouder kan tot 30 % van zijn individuele certificaathoeveelheid teruggeven.

    9.   Als een deel van de certificaathoeveelheid overeenkomstig lid 8 wordt teruggegeven, wordt 60 % van de overeenkomstige zekerheid vrijgegeven.

    Artikel 47

    Gemeenschappelijke bepalingen

    1.   De echtheidscertificaten zijn geldig gedurende drie maanden vanaf de datum van afgifte en in geen geval na de laatste dag van de tariefcontingentperiode.

    2.   De gemelde hoeveelheden worden uitgedrukt in kilogram productgewicht en worden, indien van toepassing, omgerekend in equivalent productgewicht zonder been.

    3.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt als “bevroren vlees” aangemerkt: vlees dat in het douanegebied van de Unie wordt binnengebracht met een inwendige temperatuur van ten hoogste – 12 °C.

    HOOFDSTUK 7

    Melk en zuivelproducten

    Afdeling 1

    Invoercontingenten

    Artikel 48

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/800 EG, Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten (46), de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking met de Republiek Zuid-Afrika, waarvan de voorlopige toepassing is goedgekeurd bij Besluit 1999/753/EG van de Raad (47), de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom, de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen inzake bepaalde landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit 2011/818/EU van de Raad (48), en de economische partnerschapsovereenkomst met de Cariforum-staten, die is goedgekeurd bij Besluit 2008/805/EG van de Raad (49), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van zuivelproducten open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden. Overeenkomstig de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/1247, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van zuivelproducten open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/1913 van de Raad (50), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van zuivelproducten open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De tariefcontingenten voor melk en zuivelproducten en de desbetreffende specifieke voorwaarden zijn vastgesteld in bijlage IX.

    Artikel 49

    Tariefcontingent voor Nieuw-Zeelandse kaas

    1.   Dit artikel is van toepassing op de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4514 en 09.4515.

    2.   De douaneautoriteiten vermelden het volgnummer van het IMA 1-certificaat in vak 31 van het invoercertificaat.

    3.   De IMA 1-certificaten worden opgesteld volgens het model in bijlage XIV.

    Artikel 50

    Tariefcontingenten voor Nieuw-Zeelandse boter

    1.   Dit artikel is van toepassing op de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4195 en 09.4182.

    2.   De douaneautoriteiten vermelden het volgnummer van het IMA 1-certificaat in vak 31 van het invoercertificaat.

    3.   Onder “ten minste zes weken oud” in de beschrijving van de tariefcontingenten voor Nieuw-Zeelandse boter wordt verstaan ten minste zes weken oud op de datum waarop bij de douaneautoriteiten een aangifte voor het in het vrije verkeer brengen in de Unie wordt ingediend.

    4.   Voor boter van oorsprong uit Nieuw-Zeeland die in de Unie wordt ingevoerd, wordt in alle handelsstadia op de verpakking ervan en op de desbetreffende factuur vermeld dat de oorsprong Nieuw-Zeeland is. Indien boter van oorsprong uit Nieuw-Zeeland met boter van oorsprong uit de Unie wordt vermengd en het botermengsel voor rechtstreeks verbruik is bestemd en in verpakkingen van niet meer dan 500 gram in de handel wordt gebracht, wordt voor het botermengsel alleen op de desbetreffende factuur vermeld dat de oorsprong Nieuw-Zeeland is.

    5.   De IMA 1-certificaten worden opgesteld volgens het model in bijlage XIV.

    6.   In afwijking van artikel 5, lid 1, hebben de invoercertificaataanvragen voor het tariefcontingent voor Nieuw-Zeelandse boter met volgnummer 09.4195 per aanvrager betrekking op ten hoogste 125 % van de hoeveelheden die de aanvrager in de periode van 24 maanden vóór de maand november die aan de tariefcontingentperiode voorafgaat, in het kader van de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4195 en 09.4182 in het vrije verkeer heeft gebracht.

    7.   In afwijking van artikel 5, lid 1, hebben de invoercertificaataanvragen voor het tariefcontingent voor Nieuw-Zeelandse boter met volgnummer 09.4182 per aanvrager betrekking op ten minste 20 ton en op ten hoogste 10 % van de hoeveelheid die voor de betrokken deelperiode van het tariefcontingent beschikbaar is.

    8.   De door de bevoegde autoriteiten aan de Commissie gemelde hoeveelheden voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4195 en 09.4182 worden uitgesplitst naar GN-code.

    Artikel 51

    Monitoring van het gewicht en het vetgehalte van boter van oorsprong uit Nieuw-Zeeland

    1.   De voorschriften voor de monitoring van het gewicht en het vetgehalte en de aan die monitoring te verbinden gevolgen zijn opgenomen in deel A.3 van bijlage XIV.5. De controle van de aangiften voor het vrije verkeer in de Unie omvat de in bijlage XIV vastgestelde controles. Indien de boter niet aan de eisen inzake samenstelling voldoet, wordt de hele hoeveelheid waarop de betrokken douaneaangifte betrekking heeft, uitgesloten van het preferentieel tarief. Zodra is vastgesteld dat niet aan die eisen is voldaan en de aangifte voor het vrije verkeer is aanvaard, int de douaneautoriteit het in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (51) vastgestelde invoerrecht. De marktdeelnemer mag het certificaat voor de niet-conforme hoeveelheid teruggeven, waarna de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit deze hoeveelheid als niet gebruikt meldt en de overeenkomstige zekerheid wordt vrijgegeven.

    2.   De lidstaten delen voor elk kwartaal de resultaten van de overeenkomstig deel A.3 van bijlage XIV.5 uitgevoerde monitoring uiterlijk op de tiende dag van de eerste maand van het daaropvolgende kwartaal mee aan de Commissie. Die kennisgeving bevat de volgende informatie:

    a)

    algemene informatie:

    i)

    naam van de boterfabrikant,

    ii)

    identificatiecode van de partij,

    iii)

    omvang van de partij in kg,

    iv)

    datum van de controles (dag/maand/jaar);

    b)

    gewichtscontrole: de omvang van de aselecte steekproef (aantal dozen);

    c)

    gegevens betreffende de gemiddelde waarde:

    i)

    rekenkundig gemiddelde van het nettogewicht per doos in kg (zoals vermeld in vak 9 van het IMA 1-certificaat);

    ii)

    rekenkundig gemiddelde van het nettogewicht voor de dozen in de steekproef in kg;

    iii)

    of het in de Unie bepaalde rekenkundig gemiddelde van het nettogewicht significant afwijkt van de aangegeven waarde (N = neen, J = ja);

    d)

    gegevens betreffende de standaardafwijking:

    i)

    standaardafwijking van het nettogewicht per doos in kg (zoals vermeld in vak 9 van het IMA 1-certificaat);

    ii)

    standaardafwijking van het nettogewicht voor de dozen in de steekproef (in kg);

    iii)

    of de in de Unie bepaalde standaardafwijking van het nettogewicht significant afwijkt van de aangegeven waarde (N = neen, J = ja);

    e)

    controle van het vetgehalte;

    f)

    omvang van de aselecte steekproef (aantal dozen);

    g)

    gegevens betreffende de gemiddelde waarde:

    i)

    rekenkundig gemiddelde van het vetgehalte voor de dozen in de steekproef, uitgedrukt in procenten;

    ii)

    of het in de Unie bepaalde rekenkundig gemiddelde van het vetgehalte meer bedraagt dan 84,4 % (N = neen, J = ja).

    Artikel 52

    Tariefcontingenten voor zuivelproducten die worden beheerd met door derde landen afgegeven documenten

    1.   De tariefcontingenten die worden beheerd met door derde landen afgegeven documenten, zijn vermeld in bijlage I.

    2.   De invoercertificaten voor die tariefcontingenten hebben betrekking op de totale op het IMA 1-certificaat vermelde nettohoeveelheid.

    Artikel 53

    IMA 1-certificaat voor zuivelproducten

    1.   De IMA 1-certificaten worden opgesteld volgens het model in bijlage XIV. Het op de koper betrekking hebbende vak 3 en het op het land van bestemming betrekking hebbende vak 6 worden evenwel niet ingevuld.

    Elk IMA 1-certificaat is voorzien van een door de instantie van afgifte toegekend volgnummer. Voor elke in bijlage IX bedoelde soort producten moet een afzonderlijk IMA 1-certificaat worden opgesteld.

    2.   Het certificaat heeft betrekking op de totale hoeveelheid producten die bestemd zijn om het grondgebied van het land van afgifte te verlaten.

    3.   De IMA 1-certificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte tot het einde van de achtste maand die volgt op de afgifte. Zij zijn echter niet meer geldig na 31 december van het jaar van afgifte.

    4.   In afwijking van lid 3 mag een IMA 1-certificaat dat geldig is vanaf 1 januari, worden afgegeven vanaf 1 november van het voorgaande jaar. De desbetreffende invoercertificaataanvragen mogen echter pas worden ingediend vanaf de eerste dag van de tariefcontingentperiode.

    5.   De omstandigheden waaronder een IMA 1-certificaat kan worden geannuleerd, gewijzigd, vervangen of gecorrigeerd, zijn aangegeven in bijlage XIV.

    6.   Een naar behoren geviseerd afschrift van het IMA 1-certificaat wordt, samen met het overeenkomstige invoercertificaat en de producten waarop deze certificaten betrekking hebben, aan de douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer overgelegd bij de indiening van de aangifte voor het vrije verkeer in de Unie. Behalve in geval van overmacht moet het IMA 1-certificaat worden overgelegd binnen de geldigheidsperiode ervan.

    Artikel 54

    Instanties van afgifte van het IMA 1-certificaat

    1.   Een IMA 1-certificaat is slechts geldig indien het door een in bijlage XIV vermelde instantie van afgifte naar behoren is ingevuld en geviseerd. Een IMA 1-certificaat is naar behoren geviseerd als de plaats en datum van afgifte erop zijn vermeld en het is voorzien van het stempel van de instantie van afgifte en is ondertekend door de daartoe bevoegde persoon.

    2.   Instanties van afgifte worden slechts in bijlage XIV opgenomen indien zij:

    a)

    als zodanig door het land van uitvoer zijn erkend;

    b)

    zich ertoe verbinden om, op verzoek, de Commissie en de lidstaten alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn om de op de certificaten vermelde informatie te kunnen beoordelen;

    c)

    zich ertoe verbinden om, op de datum van afgifte, of uiterlijk binnen zeven dagen na die datum, de Commissie een kopie van elk geviseerd IMA 1-certificaat te zenden, onder vermelding van het bijbehorende identificatienummer en de totale hoeveelheid waarop het certificaat betrekking heeft, en om in voorkomend geval annuleringen, correcties of wijzigingen te melden. Daartoe moet worden gebruikgemaakt van het in artikel 72, lid 8, bedoelde informatiesysteem;

    d)

    wat de producten van GN-code 0406 betreft, zich ertoe verbinden om, wanneer het land van uitvoer dat de IMA 1-certificaten afgeeft, geen toegang heeft tot het in artikel 72, lid 8, bedoelde informatiesysteem, uiterlijk op 15 januari voor elk contingent afzonderlijk de Commissie in kennis te stellen van:

    i)

    het totale aantal voor het voorgaande contingentjaar afgegeven IMA 1-certificaten, het identificatienummer van elk IMA 1-certificaat en de hoeveelheid waarop elk van die certificaten betrekking heeft;

    ii)

    het totale aantal voor het betrokken contingentjaar afgegeven IMA 1-certificaten en de totale hoeveelheid waarop die certificaten betrekking hebben, en

    iii)

    annuleringen, correcties of wijzigingen van die IMA 1-certificaten of de afgifte van kopieën van IMA 1-certificaten, overeenkomstig het bepaalde in bijlage XIV, en alle relevante desbetreffende gegevens.

    3.   Een instantie van afgifte die niet langer aan de eisen van dit artikel voldoet, wordt uit bijlage XIV geschrapt.

    Afdeling 2

    Uitvoercontingenten

    Artikel 55

    Door de Dominicaanse Republiek geopend uitvoercontingent voor melkpoeder

    1.   Overeenkomstig de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, staat een tariefcontingent voor de uitvoer naar de Dominicaanse Republiek van melkpoeder van oorsprong uit de EU open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    2.   Een uitvoercontingent van 22 400 ton van alle producten van de GN-codes 0402 10, 0402 21 en 0402 29 wordt toegewezen aan exporteurs in de Unie.

    3.   De contingentperiode loopt van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar.

    4.   Exporteurs in de Unie zijn marktdeelnemers van wie de naam en het EORI-nummer op de desbetreffende uitvoeraangifte staan. Voor elke zending verstrekken zij aan de bevoegde autoriteiten van de Dominicaanse Republiek een gewaarmerkte kopie van het uitvoercertificaat en een naar behoren geviseerde kopie van de uitvoeraangifte.

    5.   Aanvragen voor uitvoercertificaten kunnen worden ingediend voor alle producten van de GN-codes 0402 10, 0402 21 en 0402 29 die volledig in de Unie zijn geproduceerd op basis van volledig in de Unie verkregen melk. De aanvragers verklaren schriftelijk dat aan deze voorwaarden is voldaan. Tevens verbinden zij zich er schriftelijk toe dat zij op verzoek van de bevoegde autoriteiten het bewijs zullen leveren dat aan deze voorwaarden is voldaan. De bevoegde autoriteiten kunnen dat bewijs door middel van controles ter plaatse verifiëren.

    Artikel 56

    Aanvullende voorschriften voor uitvoercertificaten voor melkpoeder in het kader van het door de Dominicaanse Republiek geopende contingent

    1.   De certificaten die worden afgegeven in het kader van het door de Dominicaanse Republiek geopende contingent, verplichten tot uitvoer naar de Dominicaanse Republiek.

    2.   De zekerheid voor een certificaat wordt vrijgegeven op vertoon van het in artikel 14, leden 4 en 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 bedoelde bewijs en van het volgende:

    a)

    een kopie van de elektronische of papieren versie van het cognossement of de internationale vrachtbrief of luchtvrachtbrief, naargelang het geval, met betrekking tot de producten waarvoor de douaneaangifte ten uitvoer was ingediend, en waarop de Dominicaanse Republiek is vermeld als eindbestemming, of

    b)

    een afdruk van de door de exporteur onafhankelijk gegenereerde elektronische tracking- en tracinginformatie van het vervoer, voor zover die aan de douaneaangifte ten uitvoer kan worden gekoppeld, waarop de Dominicaanse Republiek is vermeld als eindbestemming.

    3.   De uitvoercertificaataanvraag en het uitvoercertificaat bevatten de volgende informatie:

    a)

    in vak 7 wordt de “Dominicaanse Republiek” als land van bestemming vermeld; in dat vak wordt het vakje “ja” aangekruist;

    b)

    in vak 20 wordt het volgende vermeld:

    “Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761

    Tariefcontingent voor de periode van 1 juli 20… tot en met 30 juni 20… voor melkpoeder overeenkomstig aanhangsel 2 van bijlage III bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, waarvan de ondertekening en de voorlopige toepassing is goedgekeurd bij Besluit 2008/805/EG van de Raad”.

    Artikel 57

    Toewijzingscoëfficiënt die wordt toegepast op het door de Dominicaanse Republiek geopende uitvoercontingent voor melkpoeder

    1.   Wanneer certificaataanvragen worden ingediend voor hoeveelheden die groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, berekent de Commissie een toewijzingscoëfficiënt. De hoeveelheid die voortvloeit uit de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt, wordt op de naastgelegen kilogram naar beneden afgerond.

    2.   Als de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt tot een hoeveelheid van minder dan 20 ton per aanvrager leidt, kunnen de aanvragers hun certificaataanvraag intrekken. In dergelijke gevallen stelt de aanvrager de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit daarvan in kennis binnen drie werkdagen na de bekendmaking door de Commissie van de toewijzingscoëfficiënt. De zekerheid wordt onmiddellijk na ontvangst van die kennisgeving vrijgegeven.

    3.   De met de afgifte van certificaten belaste autoriteit stelt de Commissie binnen tien dagen na de bekendmaking van de toewijzingscoëfficiënt in kennis van de hoeveelheden waarvoor certificaataanvragen zijn ingetrokken, uitgesplitst naar GN-code.

    Artikel 58

    Door de Verenigde Staten van Amerika geopende uitvoercontingenten voor kaas

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie staan tariefcontingenten voor de uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika van zuivelproducten van oorsprong uit de EU die onder GN-code 0406 vallen, open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    De omvang van elk tariefcontingent en de uitvoertariefcontingentperiode voor dat contingent zijn vermeld in bijlage XIII bij deze verordening.

    Artikel 59

    Uitvoercertificaten in het kader van de door de Verenigde Staten van Amerika geopende uitvoercontingenten voor kaas

    1.   Voor de in bijlage XIII vermelde producten van GN-code 0406 wordt een uitvoercertificaat overgelegd wanneer zij worden uitgevoerd naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van:

    a)

    het extra contingent op grond van de WTO-landbouwovereenkomst;

    b)

    de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Tokioronde voortvloeiden en door de Verenigde Staten van Amerika in lijst XX van de Uruguayronde aan Oostenrijk, Finland en Zweden zijn toegekend;

    c)

    de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Uruguayronde voortvloeiden en door de Verenigde Staten van Amerika in lijst XX van de Uruguayronde aan Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije zijn toegekend.

    2.   In afwijking van artikel 6 worden aanvragen voor uitvoercertificaten bij de bevoegde autoriteiten ingediend van 1 tot en met 10 september van het jaar dat voorafgaat aan het contingentjaar waarvoor de uitvoercertificaten worden toegewezen. Alle aanvragen worden gelijktijdig ingediend bij de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit van een lidstaat.

    3.   In vak 16 van de certificaataanvragen en van de certificaten wordt de achtcijferige GN-code vermeld. De certificaten zijn echter ook geldig voor alle andere onder GN-post 0406 vallende codes.

    4.   De aanvrager van een uitvoercertificaat toont aan dat zijn aangewezen importeur een dochterbedrijf van de aanvrager is.

    5.   De aanvrager van een uitvoercertificaat vermeldt in zijn aanvraag de volgende gegevens:

    a)

    de omschrijving van de groep onder het contingent van de Verenigde Staten van Amerika vallende producten volgens de aanvullende aantekeningen 16 tot en met 23 en 25 bij hoofdstuk 4 van het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America;

    b)

    de productnamen volgens het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America;

    c)

    de naam en het adres van de door de aanvrager aangewezen importeur in de Verenigde Staten van Amerika.

    6.   De uitvoercertificaataanvraag en het uitvoercertificaat bevatten de volgende informatie:

    a)

    in vak 7 wordt de “Verenigde Staten van Amerika” als land van bestemming vermeld; in dat vak wordt het vakje “ja” aangekruist;

    b)

    in vak 20 wordt het volgende vermeld:

    i)

    “Uit te voeren naar de Verenigde Staten van Amerika;

    ii)

    contingent voor het kalenderjaar xxxx — Artikelen 58 tot en met 63 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761;

    iii)

    benaming van het contingent: …;

    iv)

    geldig van 1 januari tot en met 31 december xxxx”;

    c)

    in vak 22 wordt het volgende vermeld: “Het certificaat geldt voor alle producten die onder GN-post 0406 vallen.”.

    7.   Elke aanvrager mag voor elk in bijlage XIV.5 — B1, kolom 3, bedoeld contingent een of meer certificaataanvragen indienen voor zover de totale aangevraagde hoeveelheid per contingent de in de volgende alinea’s vastgestelde maxima niet overschrijdt.

    Als de beschikbare hoeveelheid in kolom 4 voor een in bijlage XIV.5 — B1, kolom 2, vermelde productgroep uit een contingent van de Uruguayronde en een contingent van de Tokioronde bestaat, worden beide contingenten als twee afzonderlijke contingenten beschouwd.

    Voor de contingenten die in bijlage XIV.5 — B1, kolom 3, “22‐Tokio”, “22‐Uruguay”, “25‐Tokio” en “25‐Uruguay” worden genoemd, bedraagt de totale aangevraagde hoeveelheid per aanvrager per contingent ten minste 10 ton en ten hoogste de in het kader van het betrokken contingent beschikbare hoeveelheid zoals vermeld in kolom 4 van die bijlage.

    Voor de overige in bijlage XIV.5 — B1, kolom 3, bedoelde contingenten bedraagt de totale aangevraagde hoeveelheid per aanvrager per contingent ten minste 10 ton en ten hoogste 40 % van de in het kader van het betrokken contingent beschikbare hoeveelheid zoals vermeld in kolom 4 van die bijlage.

    8.   Aanvragen voor uitvoercertificaten gaan vergezeld van een verklaring van de aangewezen importeur in de Verenigde Staten dat hij het recht heeft om in te voeren op grond van de in titel 7, subtitel A, deel 6, van de Code of Federal Regulations vastgestelde voorschriften van de Verenigde Staten inzake invoercertificaten voor tariefcontingenten voor zuivelproducten.

    9.   Informatie over de door de Verenigde Staten van Amerika geopende contingenten wordt samen met de aanvraag voor een uitvoercertificaat ingediend volgens het model in bijlage XIV.

    10.   In afwijking van artikel 11 van deze verordening worden de uitvoercertificaten afgegeven uiterlijk op 15 december van het jaar dat voorafgaat aan het contingentjaar voor de hoeveelheden waarvoor de certificaten zijn toegekend.

    Artikel 60

    Vrijgave van zekerheden in het kader van de door de Verenigde Staten van Amerika geopende uitvoercontingenten voor kaas

    De zekerheid voor een certificaat wordt vrijgegeven op vertoon van het in artikel 14, leden 4 en 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 bedoelde bewijs en van het volgende:

    a)

    een kopie van de elektronische of papieren versie van het cognossement of de internationale vrachtbrief of luchtvrachtbrief, naargelang het geval, met betrekking tot de producten waarvoor de douaneaangifte ten uitvoer was ingediend, en waarop de Verenigde Staten van Amerika zijn vermeld als eindbestemming, of

    b)

    een afdruk van de door de exporteur onafhankelijk gegenereerde elektronische tracking- en tracinginformatie van het vervoer, voor zover die aan de douaneaangifte ten uitvoer kan worden gekoppeld, waarop de Verenigde Staten van Amerika zijn vermeld als eindbestemming.

    Artikel 61

    Kennisgevingen in verband met de door de Verenigde Staten van Amerika geopende uitvoercontingenten voor kaas

    1.   Uiterlijk op 18 september van elk jaar stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de aanvragen die zijn ingediend voor elk van de door de Verenigde Staten van Amerika geopende contingenten voor kaas. Ook als er geen aanvragen zijn ingediend, wordt daarvan kennisgegeven.

    2.   De kennisgeving omvat voor elk contingent:

    a)

    de lijst van de aanvragers, met hun naam, adres en EORI-nummer;

    b)

    de door elke aanvrager aangevraagde hoeveelheden, uitgesplitst naar GN-code en naar code van het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America;

    c)

    naam, adres en referentienummer van de door de aanvrager aangewezen importeur.

    3.   Vóór 15 januari van elk jaar stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de hoeveelheden waarvoor zij certificaten hebben afgegeven, uitgesplitst naar GN-code.

    Artikel 62

    Toewijzingscoëfficiënt die wordt toegepast op de door de Verenigde Staten van Amerika geopende uitvoercontingenten voor kaas

    1.   In afwijking van artikel 10 stelt de Commissie, wanneer de aanvragen voor uitvoercertificaten voor een contingent de voor het betrokken jaar beschikbare hoeveelheid overschrijden, uiterlijk op 31 oktober een toewijzingscoëfficiënt vast en maakt zij die bekend. Indien nodig kan een toewijzingscoëfficiënt van meer dan 100 % worden toegepast.

    2.   Als de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat de toegewezen hoeveelheden minder dan 10 ton per contingent per aanvrager zouden bedragen, kunnen de aanvragers hun certificaataanvraag intrekken. In dergelijke gevallen stelt de aanvrager de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit daarvan in kennis binnen drie werkdagen na de bekendmaking door de Commissie van de toewijzingscoëfficiënt.

    3.   De bevoegde autoriteit stelt de Commissie binnen tien kalenderdagen na de bekendmaking van de toewijzingscoëfficiënt in kennis van de hoeveelheden waarvoor certificaataanvragen zijn ingetrokken, uitgesplitst naar GN-code.

    4.   Wanneer de aanvragen voor uitvoercertificaten de beschikbare hoeveelheid voor het betrokken jaar niet overschrijden, wijst de Commissie de resterende hoeveelheden aan de aanvragers toe in verhouding tot de aangevraagde hoeveelheden, door een toewijzingscoëfficiënt vast te stellen. De uit de toepassing van de coëfficiënt resulterende hoeveelheid wordt naar beneden afgerond op de naastgelegen kilogram. In dat geval stellen de marktdeelnemers de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit van de betrokken lidstaten binnen een week na de bekendmaking van de toewijzingscoëfficiënt in kennis van de extra hoeveelheid die zij aanvaarden. De te stellen zekerheid wordt dienovereenkomstig verhoogd.

    5.   De bevoegde autoriteit stelt de Commissie binnen twee weken na de bekendmaking van de toewijzingscoëfficiënt in kennis van de aanvullende hoeveelheden die door de marktdeelnemers zijn aanvaard, uitgesplitst naar GN-code.

    Artikel 63

    Aangewezen importeurs voor de door de Verenigde Staten van Amerika geopende uitvoercontingenten voor kaas

    1.   De Commissie deelt de namen van de aangewezen importeurs en de toegewezen hoeveelheden mee aan de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika.

    2.   Wanneer de aangewezen importeur geen invoercertificaat voor de betrokken hoeveelheden krijgt toegewezen onder omstandigheden die geen reden geven tot twijfel over de goede trouw waarmee de marktdeelnemer een verklaring heeft ingediend dat hij in aanmerking komt op grond van de voorschriften van het Ministerie van Landbouw van de Verenigde Staten (USDA) inzake invoercertificaten voor tariefcontingenten voor zuivelproducten, die zijn vastgesteld in titel 7, subtitel A, deel 6, van de Code of Federal Regulations (CFR), kan de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit de marktdeelnemer toestemming geven om een andere importeur aan te wijzen die voorkomt op de USDA-lijst van erkende importeurs en van wie de naam overeenkomstig lid 1 is meegedeeld.

    3.   De met de afgifte van certificaten belaste autoriteit stelt de Commissie zo spoedig mogelijk van de wijziging van de aangewezen importeur in kennis, waarna de Commissie de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika van deze wijziging in kennis stelt.

    Artikel 64

    Uitvoer in het kader van het door Canada geopende contingent voor kaas

    1.   Overeenkomstig de Overeenkomst inzake de voltooiing van de onderhandelingen tussen de Europese Gemeenschap en Canada betreffende artikel XXIV, lid 6, en de daarbij horende briefwisseling, die zijn goedgekeurd bij Besluit 95/591/EG van de Raad (52) staat een tariefcontingent voor de uitvoer naar Canada van kaas open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Het volume van de producten en de tariefcontingentperiode voor dat contingent zijn vermeld in bijlage XIII bij deze verordening.

    2.   Voor de uitvoer van kaas naar Canada in het kader van dat contingent is een uitvoercertificaat vereist overeenkomstig bijlage XIII.

    3.   Een certificaataanvraag is slechts ontvankelijk indien de aanvrager schriftelijk verklaart dat alle onder hoofdstuk 4 van de gecombineerde nomenclatuur vallende grondstoffen die bij de vervaardiging van de onder zijn aanvraag vallende producten zijn gebruikt, volledig in de Unie zijn geproduceerd op basis van volledig in de Unie verkregen melk. De aanvragers verbinden zich er tevens schriftelijk toe dat zij op verzoek van de bevoegde autoriteiten het bewijs zullen leveren dat aan die voorwaarden is voldaan. De bevoegde autoriteiten kunnen dat bewijs door middel van controles ter plaatse verifiëren.

    4.   De uitvoercertificaataanvraag en het uitvoercertificaat bevatten de volgende informatie:

    a)

    in vak 7 wordt “Canada” als land van bestemming vermeld; in dat vak wordt het vakje “ja” aangekruist;

    b)

    in vak 15 staat de omschrijving volgens de gecombineerde nomenclatuur op het niveau van zes cijfers voor de producten van de GN-codes 0406 10, 0406 20, 0406 30 en 0406 40 en op het niveau van acht cijfers voor de producten van GN-code 0406 90. In vak 15 mogen niet meer dan zes aldus omschreven producten worden vermeld;

    c)

    in vak 16 wordt de GN-code van acht cijfers vermeld, alsmede het in kg uitgedrukte gewicht voor elk in vak 15 vermeld product. Het certificaat is slechts voor de aldus aangegeven producten en hoeveelheden geldig;

    d)

    in de vakken 17 en 18 wordt de totale hoeveelheid van de in vak 16 bedoelde producten vermeld;

    e)

    in vak 20 wordt, naargelang van het geval, een van de volgende vermeldingen aangebracht:

    i)

    “Kaas bestemd om rechtstreeks naar Canada te worden uitgevoerd. Artikel 64 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 — Contingent voor het kalenderjaar xxxx”;

    ii)

    “Kaas bestemd om rechtstreeks/via New York naar Canada te worden uitgevoerd. Artikel 64 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 – Contingent voor het kalenderjaar xxxx”.

    Wordt de kaas naar Canada vervoerd via derde landen, dan moeten deze landen in plaats van of samen met New York worden vermeld;

    f)

    in vak 22 wordt het volgende vermeld: “Zonder uitvoerrestitutie”.

    5.   Bij de aanvraag van een invoercertificaat legt de titularis van het uitvoercertificaat het originele uitvoercertificaat of een gewaarmerkte kopie van het uitvoercertificaat over aan de bevoegde Canadese autoriteit.

    HOOFDSTUK 8

    Varkensvlees

    Artikel 65

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, die is goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van varkensvlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Voor elk tariefcontingent zijn het volume van de producten, het volgnummer en de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden vermeld in bijlage X bij deze verordening.

    Artikel 66

    Tariefcontingenten voor producten van oorsprong uit Canada

    1.   Varkensvlees van oorsprong uit Canada kan in de Unie slechts in het vrije verkeer worden gebracht na verstrekking van een oorsprongsverklaring. De oorsprongsverklaring wordt verstrekt op een factuur of ander handelsdocument waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren. De tekst van de oorsprongsverklaring is die van bijlage 2 bij het Protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures, dat is gehecht aan de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds.

    2.   Voor het tariefcontingent met volgnummer 09.4282 worden voor de omrekening van productgewicht naar equivalent geslacht gewicht de in deel B van bijlage XVI vastgelegde omrekeningsfactoren gebruikt.

    3.   Invoercertificaataanvragen worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de tweede maand vóór elk van de in bijlage X bij deze verordening vermelde deelperioden.

    4.   Als na de eerste aanvraagperiode in een bepaalde deelperiode hoeveelheden beschikbaar blijven, kunnen in aanmerking komende aanvragers tijdens de twee volgende aanvraagperioden nieuwe invoercertificaataanvragen indienen overeenkomstig artikel 6 van deze verordening. In dergelijke gevallen kunnen exploitanten van levensmiddelenbedrijven waarvan de inrichtingen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn erkend, een aanvraag indienen zonder dat zij een bewijs van handel hoeven over te leggen.

    5.   De invoercertificaten worden afgegeven van de 23e dag tot het einde van de maand waarin de aanvragen werden ingediend.

    6.   De invoercertificaten zijn geldig gedurende vijf maanden te rekenen vanaf hetzij de datum van afgifte in de zin van artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239, hetzij de datum van het begin van de deelperiode waarvoor het invoercertificaat is afgegeven, indien die later valt. De invoercertificaten verstrijken evenwel uiterlijk op 31 december.

    7.   De certificaathouders kunnen ongebruikte certificaathoeveelheden teruggeven voordat het certificaat verstreken is, en uiterlijk tot vier maanden vóór het einde van de tariefcontingentperiode. Elke certificaathouder kan tot 30 % van zijn individuele certificaathoeveelheid teruggeven.

    8.   Als een deel van de certificaathoeveelheid overeenkomstig lid 7 wordt teruggegeven, wordt 60 % van de overeenkomstige zekerheid vrijgegeven.

    HOOFDSTUK 9

    Eieren

    Artikel 67

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/800/EG, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie in de eiersector en voor ovalbumine open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Voor elk tariefcontingent zijn het volume van de producten, het volgnummer en de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden vermeld in bijlage XI bij deze verordening.

    Artikel 68

    Omrekening van het gewicht

    1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt het gewicht omgerekend in equivalent eieren in de schaal overeenkomstig de in deel A van bijlage XVI bij deze verordening vastgestelde forfaitaire opbrengstpercentages. De forfaitaire opbrengstpercentages zijn uitsluitend van toepassing op invoergoederen van goede handelskwaliteit die, in voorkomend geval, aan de normen van de Uniewetgeving voldoen en op voorwaarde dat de veredelingsproducten niet met behulp van bijzondere veredelingsmethoden werden verkregen om aan bijzondere kwaliteitseisen te voldoen.

    2.   De referentiehoeveelheid wordt gecorrigeerd aan de hand van de in deel A van bijlage XVI bij deze verordening vastgelegde omrekeningsfactoren.

    3.   Voor de toepassing van deze verordening wordt het gewicht van de lactoalbumine volgens de in deel A van bijlage XVI bij deze verordening vastgestelde omrekeningsbeginselen omgerekend in equivalent eieren in de schaal overeenkomstig het forfaitaire opbrengstpercentage 7,00 voor gedroogde lactoalbumine (GN-code 3502 20 91) en 53,00 voor andere lactoalbumine (GN-code 3502 20 99).

    4.   Voor de certificaataanvragen voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.4275, 09.4401 en 09.4402 wordt de totale hoeveelheid omgerekend in equivalent eieren in de schaal.

    5.   De op grond van deze verordening aan de Commissie gemelde hoeveelheden worden uitgedrukt in:

    a)

    kilogram equivalent eieren in de schaal voor de volgnummers 09.4275, 09.4401 en 09.4402;

    b)

    kilogram productgewicht voor volgnummer 09.4276.

    HOOFDSTUK 10

    Pluimveevlees

    Artikel 69

    Tariefcontingenten

    Overeenkomstig de Overeenkomsten in de vorm van een proces-verbaal van overeenkomst betreffende bepaalde oliehoudende zaden tussen de Europese Gemeenschap en respectievelijk Argentinië, Brazilië, Canada, Polen, Zweden en Uruguay op grond van artikel XXVIII van de GATT, die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/87/EG van de Raad (53), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van pluimveevlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/800/EG, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van pluimveevleesproducten open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van Protocol nr. 1 en Protocol nr. 2 bij de associatieovereenkomst tussen de EG en Israël, die is goedgekeurd bij Besluit 2003/917/EG van de Raad (54), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van pluimveevleesproducten open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, die is goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG, staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van pluimveevlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Overeenkomsten in de vorm van een proces-verbaal van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië en tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Thailand uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994 (GATT 1994) met betrekking tot de wijziging van concessies voor pluimvee, die zijn goedgekeurd bij Besluit 2007/360/EG van de Raad (55), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van pluimveevlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Overeenkomstig de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft, die is goedgekeurd bij Besluit 2014/668/EU van de Raad (56), staan tariefcontingenten voor de invoer in de Unie van pluimveevlees open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Voor elk tariefcontingent zijn het volume van de producten, het volgnummer en de invoertariefcontingentperiode en de deelperioden vermeld in bijlage XII bij deze verordening.

    HOOFDSTUK 11

    Honden- en kattenvoer

    Artikel 70

    Uitvoercertificaten voor honden- en kattenvoer van GN-code 2309 10 90 waarvoor een speciale behandeling geldt bij invoer in Zwitserland

    1.   Overeenkomstig de concessies in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (Uruguayronde) (57) staat een tariefcontingent voor de uitvoer naar Zwitserland van honden- en kattenvoer van oorsprong uit de EU open onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

    Het volume van de producten en de uitvoertariefcontingentperiode voor dat tariefcontingent zijn vermeld in bijlage XIII bij deze verordening.

    2.   De certificaataanvragen zijn slechts ontvankelijk indien de aanvrager schriftelijk verklaart dat alle grondstoffen die bij de vervaardiging van de onder zijn aanvraag vallende producten zijn gebruikt, volledig in de Unie zijn geproduceerd. De aanvragers verbinden zich er tevens schriftelijk toe dat zij op verzoek van de bevoegde autoriteiten zullen aantonen dat aan die voorwaarden is voldaan, en dat zij in voorkomend geval zullen instemmen met elke controle door die autoriteiten van de rekeningen en van de omstandigheden waaronder de betrokken producten zijn vervaardigd. Indien de aanvrager niet de fabrikant van de producten is, verstrekt hij ter staving van zijn aanvraag een soortgelijke verklaring en toezegging van de fabrikant.

    3.   In afwijking van artikel 71, lid 1, mag het uitvoercertificaat AGREX worden vervangen door een factuur of enig ander handelsdocument waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren

    HOOFDSTUK 12

    Gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde tariefcontingenten die zijn vermeld in de hoofdstukken 6, 7 en 11

    Artikel 71

    Voorschriften voor uitvoertariefcontingenten die worden beheerd door derde landen en die zijn onderworpen aan specifieke EU-regels

    1.   Voor de uitvoer van producten die onder door derde landen beheerde uitvoertariefcontingenten vallen, dient het in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 bedoelde uitvoercertificaat AGREX te worden overgelegd.

    2.   Certificaataanvragen voor die tariefcontingenten zijn slechts ontvankelijk indien aan de in artikel 64, lid 3, en in artikel 70, lid 2, bedoelde voorwaarden is voldaan.

    3.   In afwijking van artikel 6, leden 1 en 2, kunnen marktdeelnemers meer dan één certificaataanvraag per maand indienen, en kunnen de certificaataanvragen op om het even welke dag worden ingediend, met inachtneming van artikel 3 van Verordening (EU) 2016/1239.

    4.   De certificaten worden zo snel mogelijk na de indiening van een ontvankelijke aanvraag afgegeven.

    5.   Op verzoek van de belanghebbende wordt een voor eensluidend gewaarmerkte kopie afgegeven van het certificaat waarop is afgeschreven.

    6.   Uitvoercertificaten kunnen slechts voor één aangifte ten uitvoer worden gebruikt. Zodra de uitvoeraangifte is aanvaard, is het certificaat volledig gebruikt.

    7.   Artikel 16 is niet van toepassing op door derde landen beheerde uitvoertariefcontingenten.

    Artikel 72

    Specifieke voorschriften voor invoertariefcontingenten die worden beheerd op basis van door de landen van uitvoer afgegeven documenten

    1.   Wanneer een invoertariefcontingent wordt beheerd overeenkomstig artikel 187, onder b), iii), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, is het door een land van uitvoer afgegeven document:

    a)

    een echtheidscertificaat voor de sector rundvlees;

    b)

    een formulier “Inward Monitoring Arrangement” (IMA 1) voor de sector melk en zuivelproducten.

    2.   In afwijking van artikel 6, leden 1 en 2, kunnen marktdeelnemers meer dan één certificaataanvraag per maand indienen, en kunnen de certificaataanvragen op om het even welke dag worden ingediend, met inachtneming van artikel 3 van Verordening (EU) 2016/1239.

    3.   Behalve voor de in de artikelen 49 en 50 bedoelde tariefcontingenten verstrekken de marktdeelnemers aan de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit van de lidstaat van invoer het originele echtheidscertificaat of IMA 1-certificaat samen met hun aanvraag voor een invoercertificaat. De marktdeelnemer verstrekt tevens een kopie van het echtheidscertificaat of IMA 1-certificaat indien de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit dat vereist. De aanvraag wordt ingediend binnen de geldigheidstermijn van het echtheidscertificaat of van het IMA 1-certificaat en uiterlijk op de laatste dag van de betrokken tariefcontingentperiode.

    4.   De met de afgifte van certificaten belaste autoriteit verifieert of de informatie op het echtheidscertificaat overeenstemt met de informatie die zij van de Commissie heeft ontvangen. Indien dit het geval is en de Commissie geen andere instructies heeft gegeven, geeft de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit onverwijld en uiterlijk zes kalenderdagen na ontvangst van de samen met een echtheidscertificaat of een IMA 1-certificaat ingediende aanvraag, invoercertificaten af.

    5.   Een echtheidscertificaat of IMA 1-certificaat wordt slechts voor de afgifte van één invoercertificaat gebruikt.

    6.   De met de afgifte van certificaten belaste autoriteit noteert op het echtheidscertificaat of het IMA 1-certificaat en op de kopie daarvan het nummer van de afgifte van het certificaat en de hoeveelheid waarvoor dat document is gebruikt. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in hele, naar boven afgeronde eenheden. Het echtheidscertificaat of het IMA 1-certificaat wordt bewaard door de met de afgifte van certificaten belaste autoriteit. De kopie wordt aan de aanvrager teruggezonden om te worden gebruikt voor de douaneprocedures, wanneer daarin is voorzien in titel III van deze verordening.

    7.   De Commissie kan een derde land verzoeken vertegenwoordigers van de Commissie toestemming te geven om, indien nodig, in dat derde land controles ter plaatse te verrichten. Die controles worden samen met de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land uitgevoerd.

    8.   Zodra het land van uitvoer een of meer echtheidscertificaten of IMA 1-certificaten heeft afgegeven, stelt het de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. De uitwisseling van documenten en informatie tussen de Commissie en een land van uitvoer vindt plaats door middel van een informatiesysteem dat door de Commissie is opgezet overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185. Indien een derde land dat vereist, kunnen documenten verder worden uitgewisseld met behulp van conventionele middelen, in welk geval het invoercertificaat uitsluitend ter beschikking van de titularis wordt gesteld wanneer het originele document van het land van uitvoer wordt overgelegd.

    9.   De Commissie stelt de specimens van de afdrukken van de stempels die in het land van uitvoer door de autoriteit van afgifte worden gebruikt voor de afgifte van het echtheidscertificaat, ter beschikking van de met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten en de douaneautoriteiten van de lidstaten. De door de autoriteiten van de landen van uitvoer aan de Commissie meegedeelde namen en handtekeningen van de personen die gemachtigd zijn om de echtheidscertificaten te ondertekenen, worden eveneens ter beschikking gesteld van de met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten en de douaneautoriteiten van de lidstaten. De toegang tot de gegevensbank voor het specimenbeheersysteem (SMS) die deze informatie bevat, wordt beperkt tot de bevoegde personen en wordt aan de lidstaten verleend door middel van een informatiesysteem dat is opgezet overeenkomstig de artikelen 57 en 58 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

    TITEL IV

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 73

    Inwerkingtreding en toepassing

    1.   Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2.   Deze verordening is van toepassing op de tariefcontingentperioden die ingaan op of na 1 januari 2021.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 december 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

    (2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

    (3)  PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorschriften voor het beheer van tariefcontingenten voor invoer en uitvoer waarvoor een certificaat verplicht is, en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stellen van zekerheden bij het beheer van tariefcontingenten (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

    (5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorschriften inzake de vrijgave en de verbeurdverklaring van voor dergelijke certificaten gestelde zekerheden, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2535/2001, (EG) nr. 1342/2003, (EG) nr. 2336/2003, (EG) nr. 951/2006, (EG) nr. 341/2007 en (EG) nr. 382/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2390/98, (EG) nr. 1345/2005, (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 507/2008 van de Commissie (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 1).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie van 18 mei 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 44).

    (7)  Multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) — Bijlage 1 — Bijlage 1A — Overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen (WTO-GATT 1994) (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 151).

    (8)  Ministerieel besluit van Bali betreffende het beheer van tariefcontingenten WT/MIN (13)/39 — WT/L/914 van 11 december 2013.

    (9)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

    (10)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

    (11)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).

    (12)  

    In het Bulgaars: Мито в рамките на квотата, което се прилага спрямо количеството, посочено в раздели 17 и 18

    In het Spaans: Derecho contingentario aplicable a la cantidad indicada en las secciones 17 y 18

    In het Tsjechisch: Clo v rámci kvóty uplatňované na množství uvedené v kolonkách 17 a 18

    In het Deens: Toldsats inden for kontingentet gældende for den mængde, der er angivet i afdeling 17 og 18

    In het Duits: Kontingentszollsatz für die in den Felden 17 und 18 angegebene Menge

    In het Ests: Punktides 17 ja 18 nimetatud koguse suhtes kohaldatav kvoodijärgne tollimaksumäär

    In het Grieks: Εντός ποσόστωσης δασμός που εφαρμόζεται στην ποσότητα η οποία αναγράφεται στις θέσεις 17 και 18

    In het Engels: In-quota duty applicable to the quantity specified in Sections 17 and 18

    In het Frans: Droit contingentaire applicable à la quantité spécifiée aux Sections 17 et 18

    In het Kroatisch: stopa carine unutar kvote koja se primjenjuje na količinu navedenu u odjeljcIMA 17. i 18

    In het Italiaans: Dazio contingentale applicabile al quantitativo specificato nelle sezioni 17 e 18

    In het Lets: Kvotas maksājuma likme, kas piemērojama 17. un 18. ailē norādītajam daudzumam

    In het Litouws: muitas, taikomas 17 ir 18 skyriuose nurodytiems kvotos neviršijantiems kiekiams

    In het Hongaars: A 17. és 18. szakaszban meghatározott mennyiségre alkalmazandó vámkontingensen belüli vámtétel

    In het Maltees: Dazju fil-kwota applikabbli għall-kwantità speċifikata fit-Taqsimiet 17 u 18

    In het Nederlands: Het contingentrecht geldt voor de in de vakken 17 en 18 vermelde hoeveelheid

    In het Pools: stawka celna w ramach kontyngentu mająca zastosowanie do ilości określonej w sekcjach 17 i 18

    In het Portugees: Direito dentro do contingente aplicável à quantidade especificada nas casas 17 e 18

    In het Roemeens: Taxă vamală contingentară aplicabilă cantității specificate în secțiunile 17 și 18

    In het Slowaaks: Clo v rámci kvóty uplatniteľné na množstvo uvedené v oddieloch 17 a 18

    In het Sloveens: Dajatev v okviru kvote, ki se uporablja za količino iz oddelkov 17 in 18

    In het Fins: 17 ja 18 kohdassa tarkoitettuun määrään sovellettava kiintiötulli

    In het Zweeds: Tillämplig tullsats inom kvoten för den kvantitet som anges i fälten 17 och 18

    (13)  

    In het Bulgaars: Член 3, параграф 4 от Регламент (ЕИО) № 1182/71 не се прилага

    In het Spaans: No es de aplicación el artículo 3, apartado 4, del Reglamento (CEE) n o 1182/71

    In het Tsjechisch: Ustanovení čl. 3 odst. 4 nařízení (EHS) č. 1182/71 se nepoužije

    In het Deens: Artikel 3, stk. 4, i forordning (EØF) nr. 1182/71 finder ikke anvendelse

    In het Duits: Artikel 3 Absatz 4 der Verordnung (EWG) Nr. 1182/71 kommt nicht zur Anwendung

    In het Ests: Määruse (EMÜ) nr 1182/71 artikli 3 lõiget 4 ei kohaldata

    In het Grieks: Το άρθρο 3 παράγραφος 4 του κανονισμού (ΕΟΚ) αριθ. 1182/71 δεν εφαρμόζεται

    In het Engels: Article 3(4) of Regulation (EEC) No 1182/71 shall not apply In het Frans: L’article 3, paragraphe 4, du règlement (CEE) n° 1182/71 ne s’applique pas

    In het Kroatisch: Članak 3. stavak 4. Uredbe (EEZ) br. 1182/71 se ne primjenjuje

    In het Italiaans: L’articolo 3, paragrafo 4, del regolamento (CEE) n. 1182/71 non si applica

    In het Lets: Regulas (EEK) Nr. 1182/71 3. panta 4. punktu nepiemēro

    In het Litouws: Reglamento (EEB) Nr. 1182/71 3 straipsnio 4 dalis netaikoma

    In het Hongaars: Az 1182/71/EGK rendelet 3. cikkének (4) bekezdését nem kell alkalmazni

    In het Maltees: L-Artikolu 3(4) tar-Regolament (KEE) Nru 1182/71 ma għandux japplika

    In het Nederlands: Artikel 3, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1182/71 is niet van toepassing

    In het Pools: Artykuł 3 ust. 4 rozporządzenia (EWG) nr 1182/71 nie ma zastosowania

    In het Portugees: O artigo 3.o, n.o 4, do Regulamento (CEE) n.o 1182/71 não é aplicável

    In het Roemeens: Articolul 3 alineatul 4 din Regulamentul (CEE) nr. 1182/71 nu se aplică

    In het Slowaaks: Článok 3 ods. 4 nariadenia (EHS) č. 1182/71 sa neuplatňuje

    In het Sloveens: Člen 3(4) Uredbe (EGS) št. 1182/71 se ne uporablja

    In het Fins: Asetuksen (ETY) N:o 1182/71 3 artiklan 4 kohtaa ei sovelleta

    In het Zweeds: Artikel 3.4 i förordning (EEG) nr 1182/71 skall inte tillämpas.

    (14)  Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1).

    (15)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 100).

    (16)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).

    (17)  Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).

    (18)  Besluit 2006/333/EG van de Raad van 20 maart 2006 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie (PB L 124 van 11.5.2006, blz. 13).

    (19)  Besluit 2007/444/EG van de Raad van 22 februari 2007 betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada betreffende de sluiting van de onderhandelingen uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 53).

    (20)  Verordening (EU) nr. 642/2010 van de Commissie van 20 juli 2010 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (PB L 187 van 21.7.2010, blz. 5).

    (21)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1240 van de Commissie van 18 mei 2016 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft openbare interventie en steun voor particuliere opslag (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 71).

    (22)  PB L 11 van 14.1.2017, blz. 23.

    (23)  Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1).

    (24)  Besluit 96/317/EG van de Raad van 13 mei 1996 betreffende de aanvaarding van de resultaten van het overleg met Thailand in het kader van artikel XXIII van de GATT (PB L 122 van 22.5.1996, blz. 15).

    (25)  Besluit 2004/239/EG, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 februari 2004 inzake de sluiting van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (PB L 84 van 20.3.2004, blz. 1).

    (26)  Besluit 2009/330/EG van de Raad van 15 september 2008 betreffende de ondertekening van een Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (PB L 107 van 28.4.2009, blz. 1).

    (27)  Besluit 2013/490/EU, Euratom van de Raad en de Commissie van 22 juli 2013 betreffende de sluiting van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds (PB L 278 van 18.10.2013, blz. 14).

    (28)  Besluit (EU) 2017/75 van de Raad van 21 november 2016 betreffende de ondertekening, namens de Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van het protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 12 van 17.1.2017, blz. 1).

    (29)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (30)  Besluit 98/238/EG, EGKS van de Raad en de Commissie van 26 januari 1998 inzake de sluiting van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (PB L 97 van 30.3.1998, blz. 1).

    (31)  Besluit 2001/404/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Argentinië in het kader van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994, met het oog op de wijziging, wat knoflook betreft, van de concessies die zijn opgenomen in lijst CXL, gehecht aan de GATT-overeenkomst (PB L 142 van 29.5.2001, blz. 7).

    (32)  Besluit 2006/398/EG van de Raad van 20 maart 2006 houdende sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie (PB L 154 van 8.6.2006, blz. 22).

    (33)  Besluit (EU) 2016/1885 van de Raad van 18 oktober 2016 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Volksrepubliek China uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Republiek Kroatië, in verband met haar toetreding tot de Europese Unie (PB L 291 van 26.10.2016, blz. 7).

    (34)  Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie van 29 maart 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 12).

    (35)  Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1).

    (36)  Besluit 2008/474/EG van de Raad van 16 juni 2008 inzake de ondertekening en sluiting van een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (PB L 169 van 30.6.2008, blz. 10).

    (37)  Besluit 2010/36/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds (PB L 28 van 30.1.2010, blz. 1).

    (38)  Besluit 2010/224/EU, Euratom van de Raad en de Commissie van 29 maart 2010 betreffende de sluiting van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 1).

    (39)  Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

    (40)  Besluit (EU) 2016/342 van de Raad van 12 februari 2016 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo, anderzijds (PB L 71 van 16.3.2016, blz. 1).

    (41)  Besluit 2005/269/EG van de Raad van 28 februari 2005 betreffende de sluiting van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds (PB L 84 van 2.4.2005, blz. 19).

    (42)  Besluit 2006/106/EG van de Raad van 30 januari 2006 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Australië uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie (PB L 47 van 17.2.2006, blz. 52).

    (43)  Besluit (EU) 2017/38 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 1080).

    (44)  Besluit (EU) 2017/1247 van de Raad van 11 juli 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij (PB L 181 van 12.7.2017, blz. 1).

    (45)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

    (46)  Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten — Protocol nr. 1 betreffende de preferentiële regeling voor invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Turkije — Protocol nr. 2 betreffende de preferentiële regeling voor invoer in Turkije van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap — Protocol nr. 3 Oorsprongsregels — Gemeenschappelijke verklaring inzake de Republiek San Marino — Gemeenschappelijke verklaring (PB L 86 van 20.3.1998, blz. 1).

    (47)  Besluit 1999/753/EG van de Raad van 29 juli 1999 betreffende de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (PB L 311 van 4.12.1999, blz. 1).

    (48)  Besluit 2011/818/EU van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 327 van 9.12.2011, blz. 1).

    (49)  Besluit 2008/805/EG van de Raad van 15 juli 2008 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (PB L 289 van 30.10.2008, blz. 1).

    (50)  Besluit (EU) 2017/1913 van de Raad van 9 oktober 2017 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten (PB L 274 van 24.10.2017, blz. 57).

    (51)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

    (52)  Besluit 95/591/EG van de Raad van 22 december 1995 houdende goedkeuring van de resultaten van de onderhandelingen met bepaalde derde landen betreffende artikel XXIV, lid 6, van de GATT en aanverwante zaken (Verenigde Staten en Canada) (PB L 334 van 30.12.1995, blz. 25).

    (53)  Besluit 94/87/EG van de Raad van 20 december 1993 inzake het sluiten van Overeenkomsten in de vorm van een proces-verbaal van overeenkomst betreffende bepaalde oliehoudende zaden tussen de Europese Gemeenschap en respectievelijk Argentinië, Brazilië, Canada, Polen, Zweden en Uruguay op grond van artikel XXVIII van de GATT (PB L 47 van 18.2.1994, blz. 1).

    (54)  Besluit 2003/917/EG van de Raad van 22 december 2003 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst EG-Israël (PB L 346 van 31.12.2003, blz. 65).

    (55)  Besluit 2007/360/EG van de Raad van 29 mei 2007 inzake de sluiting van overeenkomsten in de vorm van een proces-verbaal van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië en tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Thailand uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994 (GATT 1994) met betrekking tot de wijziging van concessies voor pluimvee (PB L 138 van 30.5.2007, blz. 10).

    (56)  Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).

    (57)  Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Lijst van geopende tariefcontingenten en vereisten waaraan moet worden voldaan

    Tariefcontingentnummer/omschrijving

    Sector

    Soort contingent

    Beheersmethode

    Vereiste inzake de referentiehoeveelheid als vastgesteld in artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760

    Vereiste van een bewijs van handel als vastgesteld in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760

    Vervaldatum certificaat

    Verplichte voorafgaande registratie van marktdeelnemers in het elektronische systeem als bedoeld in artikel 13 van Gedelegeerde Verordening 2020/760

    09.4123

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4124

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4125

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4131

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4133

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4306

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4307

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4308

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4120

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

    Overeenkomstig artikel 26 van deze verordening

    Neen

    09.4121

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

    Overeenkomstig artikel 26 van deze verordening

    Neen

    09.4122

    Granen

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

    Overeenkomstig artikel 26 van deze verordening

    Neen

    09.4112

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4116

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4117

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4118

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4119

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4127

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4128

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4129

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4130

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4138

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4148

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4149

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4150

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4153

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4154

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4166

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4168

    Rijst

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4317

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4318

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4319

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4320

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4321

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4324

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4325

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4326

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4327

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4329

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4330

    Suiker

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4032

    Olijfolie

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4099

    Groenten en fruit

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4104

    Groenten en fruit

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

     

    Neen

    09.4285

    Groenten en fruit

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4287

    Groenten en fruit

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4284

    Groenten en fruit

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4286

    Groenten en fruit

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4001

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4202

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4003

    Rundvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4004

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4181

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4198

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4199

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4200

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4002

    Rundvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4270

    Rundvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4280

    Rundvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4281

    Rundvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4450

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4451

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4452

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4453

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4454

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4455

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4504

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4505

    Rundvlees

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4155

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4179

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4182

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4195

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4225

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4226

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4227

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4228

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4229

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4514

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4515

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4521

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4522

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: documenten afgegeven door het land van uitvoer

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4595

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4600

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4601

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4602

    Melk en zuivelproducten

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    Door de Verenigde Staten van Amerika geopend contingent voor kaas

    Melk en zuivelproducten

    Uitvoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    Door de Dominicaanse Republiek geopend contingent voor melkpoeder

    Melk en zuivelproducten

    Uitvoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    Door Canada geopend contingent voor kaas

    Melk en zuivelproducten

    Uitvoer

    Derde land

    Neen

    Neen

    31 december

    Neen

    09.4038

    Varkensvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4170

    Varkensvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4271

    Varkensvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4272

    Varkensvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4282

    Varkensvlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4275

    Eieren

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4276

    Eieren

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4401

    Eieren

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4402

    Eieren

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4067

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4068

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4069

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4070

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4092

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4169

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4211

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4212

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4213

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4214

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4215

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4216

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4217

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4218

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4251

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4252

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4253

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4254

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4255

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4256

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4257

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4258

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4259

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4260

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4263

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4264

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4265

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4266

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4267

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Neen

     

    Neen

    09.4268

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4269

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4273

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4274

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Neen

    09.4283

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Neen

    Ja

     

    Neen

    09.4410

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4411

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4412

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4420

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    09.4422

    Pluimveevlees

    Invoer

    EU: gelijktijdig onderzoek

    Ja

    Alleen wanneer artikel 9, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/760 van toepassing is

    Tot het einde van de tariefcontingentperiode

    Ja

    Honden- en kattenvoer voor Zwitserland

    Honden- en kattenvoer

    Uitvoer

    Derde land

    Neen

    Neen

    31 december

    Neen


    BIJLAGE II

    Tariefcontingenten in de sector granen

    Volgnummer

    09.4123

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie, gesloten bij Besluit 2006/333/EG van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit als gedefinieerd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010

    Oorsprong

    Verenigde Staten van Amerika

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    572 000 000 kg

    GN-codes

    ex 1001 99 00

    Douanerecht binnen het contingent

    12 EUR per 1 000 kg

    Bewijs van handel

    Neen

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4124

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, voorlopig toegepast in de EU op grond van Besluit (EU) 2017/38 van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Tariefcontingenten geopend van 2017 tot en met 2023

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit als gedefinieerd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010

    Oorsprong

    Canada

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 20 van deze verordening

    Hoeveelheid in kg

    Van 2017 tot en met 2023: 100 000 000 kg

    GN-codes

    ex 1001 99 00

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Neen

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4125

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie, gesloten bij Besluit 2006/333/EG van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit als gedefinieerd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010

    Oorsprong

    Andere derde landen dan de Verenigde Staten van Amerika en Canada

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    2 371 600 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    1 185 800 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    1 185 800 000 kg voor deelperiode 1 juli tot en met 31 december

    GN-codes

    ex 1001 99 00

    Douanerecht binnen het contingent

    12 EUR per 1 000 kg

    Bewijs van handel

    Neen

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4131

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie, gesloten bij Besluit 2006/333/EG van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Maïs

    Oorsprong

    Erga omnes

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Neen

    Hoeveelheid in kg

    277 988 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    138 994 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    138 994 000 kg voor deelperiode 1 juli tot en met 31 december

    GN-codes

    1005 10 90 en 1005 90 00

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    Neen

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4133

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie, gesloten bij Besluit 2006/333/EG van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit als gedefinieerd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010

    Oorsprong

    Erga omnes

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Neen

    Hoeveelheid in kg

    129 577 000 kg

    GN-codes

    ex 1001 99 00

    Douanerecht binnen het contingent

    12 EUR per 1 000 kg

    Bewijs van handel

    Neen

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    Neen

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4306

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds; ondertekend en voorlopig toegepast op grond van Besluit 2014/668/EU van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Spelt, zachte tarwe en mengkoren, andere dan zaaigoed

    Meel van zachte tarwe en spelt, meel van mengkoren

    Meel van granen andere dan tarwe, mengkoren, rogge, maïs, gerst, haver, rijst

    Gries en griesmeel van zachte tarwe en spelt

    Pellets van tarwe

    Oorsprong

    Oekraïne

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. EUR.1-certificaat

    Hoeveelheid in kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) 2019: 980 000 000 kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) 2020: 990 000 000 kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) vanaf 2021: 1 000 000 000 kg

    GN-codes

    1001 99 (00), 1101 00 (15‐90), 1102 90 (90), 1103 11 (90), 1103 20 (60)

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4307

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds; ondertekend en voorlopig toegepast op grond van Besluit 2014/668/EU van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Gerst, andere dan zaaigoed

    Meel van gerst

    Pellets van gerst

    Oorsprong

    Oekraïne

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. EUR.1-certificaat

    Hoeveelheid in kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) 2019: 310 000 000 kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) 2020: 330 000 000 kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) vanaf 2021: 350 000 000 kg

    GN-codes

    1003 90 (00), 1102 90 (10), ex 1103 20 (25)

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4308

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds; ondertekend en voorlopig toegepast op grond van Besluit 2014/668/EU van de Raad

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Maïs, andere dan zaaigoed

    Meel van maïs

    Gries en griesmeel van maïs

    Pellets van maïs

    Bewerkte maïskorrels

    Oorsprong

    Oekraïne

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. EUR.1-certificaat

    Hoeveelheid in kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) 2019: 550 000 000 kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) 2020: 600 000 000 kg

    Tariefcontingentperiode (kalenderjaar) vanaf 2021: 650 000 000 kg

    GN-codes

    1005 90 (00), 1102 20 (10‐90), 1103 13 (10‐90), 1103 20 (40), 1104 23 (40‐98)

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    30 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4120

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van deze verordening

    Productomschrijving

    Maïs ingevoerd in Spanje

    Oorsprong

    Erga omnes

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Neen

    Hoeveelheid in kg

    2 000 000 000 kg

    GN-codes

    1005 90 00

    Douanerecht binnen het contingent

    Meestbegunstigingsrecht van 1 januari tot en met 31 maart en 0 EUR van 1 april tot en met 31 december

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    20 EUR per 1 000 kg

    Prestatiezekerheid voor het invoercertificaat

    Invoerrecht vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 642/2010 op de dag van de certificaataanvraag

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    In vak 24 van de certificaataanvraag moet een van de vermeldingen in bijlage XIV.1 bij deze verordening worden ingevuld

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 26 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Neen

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4121

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van deze verordening

    Productomschrijving

    Maïs ingevoerd in Portugal

    Oorsprong

    Erga omnes

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Neen

    Hoeveelheid in kg

    500 000 000 kg

    GN-codes

    1005 90 00

    Douanerecht binnen het contingent

    Meestbegunstigingsrecht van 1 januari tot en met 31 maart en 0 EUR van 1 april tot en met 31 december

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    20 EUR per 1 000 kg

    Prestatiezekerheid voor het invoercertificaat

    Invoerrecht vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 642/2010 op de datum van de certificaataanvraag

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    In vak 24 van de certificaataanvraag moet een van de vermeldingen in bijlage XIV.1 bij deze verordening worden ingevuld

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 26 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Neen

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4122

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    Neen

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van deze verordening

    Productomschrijving

    Sorghum ingevoerd in Spanje

    Oorsprong

    Erga omnes

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Neen

    Hoeveelheid in kg

    300 000 000 kg

    GN-codes

    1007 90 00

    Douanerecht binnen het contingent

    Meestbegunstigingsrecht van 1 januari tot en met 31 maart en 0 EUR van 1 april tot en met 31 december

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    20 EUR per 1 000 kg

    Prestatiezekerheid voor het invoercertificaat

    Invoerrecht vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 642/2010 op de datum van de certificaataanvraag

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    In vak 24 van de certificaataanvraag moet een van de vermeldingen in bijlage XIV.1 bij deze verordening worden ingevuld

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 26 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Neen

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    BIJLAGE III

    Tariefcontingenten in de sector rijst

    Volgnummer

    09.4112

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 2005/953/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Thailand overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de wijziging van concessies voor rijst die zijn opgenomen in de aan de GATT 1994 gehechte EG-lijst CXL (voor Thailand)

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 augustus

    1 september tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Volwitte of halfwitte rijst

    Oorsprong

    Thailand

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    5 513 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    5 513 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    Overdracht voor deelperiode 1 juli tot en met 31 augustus

     

    Overdracht voor deelperiode 1 september tot en met 31 december

    GN-codes

    1006 30

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    46 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4116

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 augustus

    1 september tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Volwitte of halfwitte rijst

    Oorsprong

    Verenigde Staten van Amerika

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    2 388 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    2 388 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    Overdracht voor deelperiode 1 juli tot en met 31 augustus

     

    Overdracht voor deelperiode 1 september tot en met 31 december

    GN-codes

    1006 30

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    46 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4117

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 augustus

    1 september tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Volwitte of halfwitte rijst

    Oorsprong

    India

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    1 769 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    1 769 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    Overdracht voor deelperiode 1 juli tot en met 31 augustus

     

    Overdracht voor deelperiode 1 september tot en met 31 december

    GN-codes

    1006 30

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    46 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4118

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 augustus

    1 september tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Volwitte of halfwitte rijst

    Oorsprong

    Pakistan

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    1 595 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    1 595 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    Overdracht voor deelperiode 1 juli tot en met 31 augustus

     

    Overdracht voor deelperiode 1 september tot en met 31 december

    GN-codes

    1006 30

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    46 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer

    09.4119

    Internationale overeenkomst of andere handeling

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten

    Tariefcontingentperiode

    1 januari tot en met 31 december

    Deelperioden voor het tariefcontingent

    1 januari tot en met 30 juni

    1 juli tot en met 31 augustus

    1 september tot en met 31 december

    Certificaataanvraag

    Overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening

    Productomschrijving

    Volwitte of halfwitte rijst

    Oorsprong

    Andere oorsprong (met uitzondering van India, Pakistan, Thailand, Verenigde Staten van Amerika)

    Bewijs van oorsprong bij de certificaataanvraag. Zo ja, instantie die bevoegd is voor de afgifte ervan

    Neen

    Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

    Ja. Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013

    Hoeveelheid in kg

    3 435 000 kg, als volgt verdeeld:

     

    3 435 000 kg voor deelperiode 1 januari tot en met 30 juni

     

    Overdracht voor deelperiode 1 juli tot en met 31 augustus

     

    Overdracht voor deelperiode 1 september tot en met 31 december

    GN-codes

    1006 30

    Douanerecht binnen het contingent

    0 EUR

    Bewijs van handel

    Ja. 25 ton

    Zekerheid voor het invoercertificaat

    46 EUR per 1 000 kg

    Specifieke informatie die op de certificaataanvraag en op het certificaat moet worden vermeld

    In vak 8 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat moet het land van oorsprong worden vermeld; in dat vak moet het vakje “ja” worden aangekruist

    Geldigheidsduur van het certificaat

    Overeenkomstig artikel 13 van deze verordening

    Is het certificaat overdraagbaar?

    Ja

    Referentiehoeveelheid

    Neen

    Moet de marktdeelnemer in de LORI-databank zijn geregistreerd?

    Neen

    Specifieke voorwaarden

    Neen


    Volgnummer