EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R2125

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2125 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de uitvoering van specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal, de kennisgeving van bepaalde zendingen en de te nemen maatregelen in geval van niet-naleving

C/2019/7251

OJ L 321, 12.12.2019, p. 99–103 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/2125/oj

12.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/99


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/2125 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2019

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de uitvoering van specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal, de kennisgeving van bepaalde zendingen en de te nemen maatregelen in geval van niet-naleving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 45, lid 4, en artikel 77, lid 1, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad is onder meer het kader vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten betreffende dieren en goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen, om na te gaan of de wetgeving van de Unie wordt nageleefd met het oog op de bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten en het dierenwelzijn en, in verband met ggo’s en gewasbeschermingsmiddelen, ook het milieu.

(2)

Bekend is dat houten verpakkingsmateriaal, dat allerhande voorwerpen en materiaal kan vergezellen, een bron is van insleep en verspreiding van schadelijke organismen bij planten. Tot de vormen van houten verpakkingsmateriaal die als insleeproute kunnen worden gebruikt door schadelijke organismen waarvan het risico bestaat dat zij zich bij planten in de Unie verspreiden, behoren onder meer, zonder beperkt te zijn tot, pakkisten, kratten, kabelhaspels en -spoelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden en stuwmateriaal, al dan niet daadwerkelijk gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen en materiaal. De hoeveelheden houten verpakkingsmateriaal die met vervoermiddelen het grondgebied van de Unie binnenkomen door middel van vervoer, zijn aanzienlijk.

(3)

De artikelen 43 en 96 van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (2) bevatten specifieke invoervoorwaarden voor het binnenbrengen van houten verpakkingsmateriaal op het grondgebied van de Unie. Krachtens artikel 77, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2017/625 is de Commissie bevoegd om regels vast te stellen voor de uitvoering van specifieke officiële controles om op de in artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde plaatsen na te gaan of het houten verpakkingsmateriaal voldoet aan die voorschriften, en om maatregelen vast te stellen in geval van niet-naleving.

(4)

Om de doeltreffendheid van de controles van houten verpakkingsmateriaal dat het grondgebied van de Unie binnenkomt, te waarborgen, en om het risico op het binnenbrengen of de verspreiding van schadelijke organismen bij planten te voorkomen, moeten — ter aanvulling van de in Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde regels — regels worden vastgesteld betreffende de uitvoering van specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal en de te nemen maatregelen in geval van niet-naleving.

(5)

De in artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde specifieke invoervoorwaarden voor houten verpakkingsmateriaal zijn niet van toepassing op materiaal waarvoor de vrijstellingen gelden waarin is voorzien in de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 15 “Regulation of Wood Packaging Material in International Trade” (reglementering inzake houten verpakkingsmateriaal in het internationale handelsverkeer) (ISPM15). Daarom moet dat materiaal van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.

(6)

Met het oog op de identificatie van zendingen waarin het houten verpakkingsmateriaal dat het grootste fytosanitaire risico voor het grondgebied van de Unie kan vormen, aanwezig is, en dat derhalve aan specifieke officiële controles moet worden onderworpen, moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een op risico’s gebaseerd monitoringplan opstellen.

(7)

Op basis van dat monitoringplan moeten de bevoegde autoriteiten zendingen houten verpakkingsmateriaal selecteren voor de uitvoering van de specifieke officiële controles. Met het oog op de uitvoering van de specifieke officiële controles door de bevoegde autoriteiten, moeten zij bovendien de mogelijkheid hebben om, indien nodig, van de douaneautoriteiten te eisen dat zij geselecteerde zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is, in bewaring nemen tot de specifieke officiële controles zijn voltooid.

(8)

Houten verpakkingsmateriaal is niet opgenomen in de in artikel 47, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten van goederen die aan officiële controles aan de grenscontroleposten onderworpen zijn.

(9)

Krachtens artikel 45, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 is de Commissie bevoegd om gevallen te specificeren waarin en de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten exploitanten kunnen verzoeken de aankomst te melden van bepaalde goederen die niet aan controles aan de grenscontroleposten onderworpen zijn.

(10)

Om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal op doeltreffende wijze te plannen en uit te voeren, moeten zij de exploitanten kunnen verzoeken hen een redelijke tijd van tevoren in kennis te stellen van de aankomst van zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is.

(11)

Naast de regels inzake specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal moet in deze verordening daarom ook de mogelijkheid worden opgenomen voor de bevoegde autoriteiten om exploitanten te verzoeken hen van tevoren in kennis te stellen van de aankomst van dergelijke zendingen. Voor dergelijke kennisgevingen kan het door de Commissie overeenkomstig artikel 131, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 opgerichte en beheerde informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) worden gebruikt. De bevoegde autoriteiten kunnen de voor de zending verantwoordelijke exploitanten verzoeken om de aankomst binnen een door de bevoegde autoriteiten vooraf bepaalde redelijke termijn aan te kondigen via het Imsoc, via bestaande nationale informatiesystemen of op een andere wijze die met de bevoegde autoriteit is overeengekomen.

(12)

Om de resultaten van de specifieke officiële controles in het Imsoc te registreren, moet het in artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) worden gebruikt. De geregistreerde resultaten van officiële controles zullen een overzicht bieden van de situatie met betrekking tot de specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal in de lidstaten, en vormen de basis voor verdere acties om het grondgebied van de Unie te beschermen tegen de verspreiding van schadelijke organismen bij planten.

(13)

De bepalingen van deze verordening laten de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) onverlet.

(14)

Wanneer de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 66, lid 3, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 besluit om houten verpakkingsmateriaal dat niet aan de voorschriften voldoet, door te zenden naar een bestemming buiten de Unie, moet het niet-conforme houten verpakkingsmateriaal onder officieel douanetoezicht blijven tot dat materiaal het grondgebied van de Unie heeft verlaten, om elk risico op insleep van schadelijke organismen in de Unie of de verspreiding van schadelijke organismen te vermijden.

(15)

Wanneer tijdens materiële controles op het punt van vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie of op de plaats van bestemming houten verpakkingsmateriaal wordt aangetroffen dat niet aan de voorschriften voldoet, moet dat materiaal onmiddellijk worden vernietigd vanwege het grotere risico op de verspreiding van EU-quarantaineorganismen, die niet met minder doeltreffende middelen kan worden voorkomen.

(16)

Verordening (EU) 2017/625 is van toepassing met ingang van 14 december 2019. Bijgevolg moeten de in deze verordening vastgestelde voorschriften ook vanaf die datum van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden regels vastgesteld voor de uitvoering van specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal of houtproducten (met uitzondering van papierproducten) bedoeld voor de ondersteuning, de bescherming of het dragen van waren die het grondgebied van de Unie binnenkomen, al dan niet daadwerkelijk gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen en materiaal (“houten verpakkingsmateriaal”), en maatregelen in geval van niet-naleving.

2.   Bij deze verordening zijn ook gevallen vastgesteld waarin en voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten exploitanten kunnen verzoeken om kennisgeving te doen van de aankomst en binnenkomst in het grondgebied van de Unie van bepaalde zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op het houten verpakkingsmateriaal waarvoor in het kader van de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen nr. 15 “Regulation of Wood Packaging Material in International Trade” (reglementering inzake houten verpakkingsmateriaal in het internationale handelsverkeer) (ISPM15) vrijstellingen zijn verleend, als bedoeld in artikel 43, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/2031.

Artikel 2

Monitoringplan

De bevoegde autoriteiten stellen op basis van een risicoanalyse een monitoringplan inzake houten verpakkingsmateriaal op, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met het volgende:

a)

het aantal en de resultaten van de in de voorgaande jaren door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde specifieke officiële controles op houten verpakkingsmateriaal, op basis van informatie uit het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc);

b)

de voorgeschiedenis van de naleving, door het derde land, de exporteur of de voor de zendingen verantwoordelijke exploitant, van Verordening (EU) 2016/2031, en met name artikel 43, lid 1, en artikel 96, lid 1, eerste alinea, onder a);

c)

indien beschikbaar, informatie van douaneautoriteiten en van andere bronnen over de aantallen en landen van oorsprong van de zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is en die de Unie binnenkomen.

Artikel 3

Kennisgeving van zendingen

De bevoegde autoriteiten kunnen de voor de zending verantwoordelijke exploitanten verzoeken om de aankomst van zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is en die de Unie binnenkomen, binnen een door de bevoegde autoriteiten vooraf bepaalde redelijke termijn aan te kondigen via het Imsoc, via bestaande nationale informatiesystemen of op een andere wijze die met de bevoegde autoriteit is overeengekomen.

Artikel 4

Specifieke officiële controles van houten verpakkingsmateriaal

1.   Met het oog op de materiële controles selecteren de bevoegde autoriteiten zendingen waarin materiaal van houten verpakkingsmateriaal aanwezig is op basis van de volgende elementen:

a)

het in artikel 2 bedoelde monitoringplan;

b)

in voorkomend geval, de informatie die in de in artikel 3 bedoelde kennisgevingen is verstrekt, en

c)

alle andere relevante informatie waarover zij beschikken.

2.   De bevoegde autoriteiten voeren materiële controles uit van de overeenkomstig lid 1 geselecteerde zendingen om na te gaan of zij voldoen aan de invoervoorschriften zoals vastgesteld in artikel 43, lid 1, en artikel 96, lid 1, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) 2016/2031.

3.   Indien zulks ten behoeve van de in lid 2 bedoelde materiële controles noodzakelijk wordt geacht, kunnen de bevoegde autoriteiten van de douaneautoriteiten verlangen dat zij geselecteerde zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is, voor de duur van die controles in bewaring nemen.

4.   Bij de uitvoering van specifieke officiële controles hebben de bevoegde autoriteiten toegang tot de volledige zending, op zodanige wijze dat de in lid 2 bedoelde materiële controles kunnen worden uitgevoerd op het volledige in de zending aanwezige houten verpakkingsmateriaal.

5.   De bevoegde autoriteit dient de resultaten van de controles van de in bewaring genomen zending binnen drie werkdagen bij de douaneautoriteiten in, te rekenen vanaf het begin van de inbewaringneming van de zending waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is.

6.   Wanneer de materiële controles niet kunnen worden voltooid binnen drie werkdagen te rekenen vanaf het begin van de inbewaringneming van de zending waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is, kunnen de bevoegde autoriteiten de douaneautoriteiten verzoeken de inbewaringneming van de zending met drie werkdagen te verlengen om de controles te voltooien.

In dat geval kan de douaneautoriteit de zending vrijgeven als de voor de zending verantwoordelijke exploitant het houten verpakkingsmateriaal van de zending scheidt, op voorwaarde dat dit technisch mogelijk is.

7.   Een zending die overeenkomstig lid 3 door de douaneautoriteiten in bewaring is genomen, wordt vrijgegeven als de bevoegde autoriteiten de resultaten van de controles niet binnen drie werkdagen te rekenen vanaf het begin van de inbewaringneming overeenkomstig lid 5 hebben ingediend of de douaneautoriteiten niet hebben verzocht om verlenging van de inbewaringneming met drie werkdagen overeenkomstig lid 6.

Artikel 5

Rapportage van de resultaten van de officiële controles

1.   Na voltooiing van de specifieke officiële controles overeenkomstig artikel 4 moeten de bevoegde autoriteiten:

a)

het gemeenschappelijk gezondheidsdocument (GGB) invullen met de uitkomst van de specifieke officiële controles als bedoeld in artikel 56, lid 3, onder b), i), van Verordening (EU) 2017/625;

b)

de resultaten van de specifieke officiële controles van het houten verpakkingsmateriaal rechtstreeks of via de bestaande nationale systemen in het Imsoc invoeren, en

c)

de douaneautoriteiten en de exploitant die verantwoordelijk is voor de zendingen waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is op de hoogte brengen van de resultaten van de specifieke officiële controles.

2.   Indien de exploitant die verantwoordelijk is voor de zending waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is, door de bevoegde autoriteiten via een GGB op de hoogte is gebracht van de resultaten van de specifieke officiële controles, vermeldt hij het referentienummer van het GGB als bewijsstuk in de zin van artikel 163 van Verordening (EU) nr. 952/2013 op de douaneaangifte die voor die zending bij de douaneautoriteiten wordt ingediend.

Artikel 6

Maatregelen in geval van niet-naleving

1.   De bevoegde autoriteiten gelasten overeenkomstig artikel 66 van Verordening (EU) 2017/625 de vernietiging, doorzending of speciale behandeling van houten verpakkingsmateriaal dat niet voldoet aan de eisen van artikel 43, lid 1, en artikel 96, lid 1, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) 2016/2031.

Wanneer tijdens materiële controles overeenkomstig artikel 4 houten verpakkingsmateriaal dat niet aan de voorschriften voldoet, wordt aangetroffen op het punt van vrijgave van de zending voor het vrije verkeer in de Unie, of op de plaats van bestemming van de zending, zoals bedoeld in artikel 44, lid 3, onder c) en e), van Verordening (EU) 2017/625, gelasten de bevoegde autoriteiten de betrokken exploitant het houten verpakkingsmateriaal onverwijld te vernietigen. Vóór en tijdens de vernietiging wordt het houten verpakkingsmateriaal zodanig behandeld dat de verspreiding van de in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde EU-quarantaineorganismen wordt voorkomen.

2.   Indien de bevoegde autoriteiten besluiten de voor de zending verantwoordelijke exploitant overeenkomstig artikel 66, lid 3, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 te gelasten het houten verpakkingsmateriaal dat niet aan de voorschriften voldoet door te zenden naar een plaats buiten de Unie, blijft de zending waarin houten verpakkingsmateriaal aanwezig is dat niet aan de voorschriften voldoet, onder officieel douanetoezicht overeenkomstig de toepasselijke douaneregeling, tot het niet-conforme houten verpakkingsmateriaal het grondgebied van de Unie verlaat.

Artikel 7

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).

(3)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).


Top