EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R2063

Verordening (EU) 2017/2063 van de Raad van 13 november 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela

OJ L 295, 14.11.2017, p. 21–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 29/11/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/2063/oj

14.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/21


VERORDENING (EU) 2017/2063 VAN DE RAAD

van 13 november 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad van 13 november 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela (1),

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het licht van de voortdurende verslechtering van de toestand inzake democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten in Venezuela heeft de Unie bij herhaling uiting gegeven aan haar bezorgdheid en alle politieke actoren en instellingen in Venezuela opgeroepen om constructief samen te werken voor een oplossing van de crisis in het land, de volledige eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten, de democratische instellingen en de scheiding der machten.

(2)

Op 13 november 2017 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan Besluit (GBVB) 2017/2074, waarin onder meer wordt voorzien in een verbod op de uitvoer van wapens en uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, in een verbod op de uitvoer van bewakingsapparatuur, en in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten of de onderdrukking van maatschappelijke organisaties en de democratische oppositie en van personen, entiteiten en lichamen waarvan de acties, beleidsmaatregelen of activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Venezuela anderszins bedreigen, alsook personen, entiteiten en lichamen die met hen zijn geassocieerd.

(3)

Bepaalde maatregelen waarin Besluit (GBVB) 2017/2074 voorziet, vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en voor de tenuitvoerlegging ervan is derhalve regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk, in het bijzonder om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(4)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een doeltreffende voorziening in rechte, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten.

(5)

Om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlage I en II bij Besluit (GBVB) 2017/2074, moet de bevoegdheid om de lijsten in de bijlage IV en V bij deze verordening te wijzigen door de Raad worden uitgeoefend..

(6)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. De verwerking van de persoonsgegevens dient te gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

(7)

De lidstaten en de Commissie dienen elkaar in kennis te stellen van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, alsmede van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken.

(8)

De lidstaten dienen de sancties vast te stellen die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening. De sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.

(9)

Om de doeltreffendheid van de in deze verordening vastgestelde maatregelen te garanderen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening zijn de volgende definities van toepassing:

a)   „vordering”: een vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)   „contract of transactie”: een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)   „bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage III vermelde bevoegde autoriteiten;

d)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)   „bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)   „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)   „tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)   „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

i)   „tussenhandeldiensten”:

i)

het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologieën of financiële en technische diensten van een derde land aan een ander derde land, of

ii)

de verkoop of aankoop van goederen en technologieën of financiële en technische diensten die zich bevinden in een derde land, voor hun overbrenging naar een ander derde land;

j)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vermelde goederen en technologieën en in verband met de verstrekking, de fabricage, het onderhoud en het gebruik van in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vermelde goederen en technologieën, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Venezuela;

b)

het direct of indirect verstrekken van financiering of financiële steun in verband met de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vermelde goederen en technologieën, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsmede verzekering en herverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van dergelijke goederen, of het verlenen van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Venezuela.

2.   De verbodsbepaling van lid 1 geldt niet voor de uitvoering van overeenkomsten die vóór 13 november 2017 zijn gesloten of van aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van dergelijke overeenkomsten, op voorwaarde dat zij voldoen aan Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (4), met name aan de criteria in artikel 2 daarvan en dat de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die de overeenkomst willen uitvoeren de overeenkomst hebben aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij zijn gevestigd binnen 5 werkdagen na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 3

Er geldt een verbod op:

a)

de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Venezuela van de in bijlage I vermelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie;

b)

het direct of indirect verlenen aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Venezuela van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten die verband houden met de onder a) bedoelde uitrusting;

c)

het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Venezuela van financiering of financiële bijstand, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsmede verzekering en herverzekering, die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting.

Artikel 4

1.   In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen de in bijlage III vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor:

a)

het verstrekken van financiering, financiële bijstand en technische bijstand in verband met:

i)

niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties (VN) en de Unie of haar lidstaten of van regionale en subregionale organisaties;

ii)

materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de VN en de Unie of van regionale en subregionale organisaties;

b)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt en daaraan gerelateerde financiering en financiële en technische bijstand, die uitsluitend bedoeld is voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de VN of de Unie, of voor crisisbeheersings-operaties van de VN en de Unie of van regionale en subregionale organisaties;

c)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties en daaraan gerelateerde financiering en financiële en technische bijstand.

2.   De in lid 1 bedoelde toestemmingen worden uitsluitend verleend voorafgaandelijk aan de activiteit waarvoor zij worden gevraagd.

Artikel 5

De artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing op beschermende kleding, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, personeel van de Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, en medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Venezuela wordt uitgevoerd.

Artikel 6

1.   Het is verboden de in bijlage II vermelde apparatuur, technologie of software, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar personen, entiteiten of lichamen in Venezuela of voor gebruik in Venezuela, tenzij de op de websites in bijlage III vermelde bevoegde autoriteit van de relevante lidstaat daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

2.   De op de websites in bijlage III vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlenen geen toestemming als bedoeld in lid 1, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de bedoelde apparatuur, technologie of software door de regering van Venezuela, door overheidsorganen, -bedrijven of -agentschappen, of door personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, zou worden gebruikt voor binnenlandse repressie.

3.   Bijlage II omvat apparatuur, technologie of software die voornamelijk bestemd is voor gebruik in toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken.

4.   De betrokken lidstaat zal de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 7

1.   Tenzij de op de websites in bijlage III vermelde bevoegde autoriteit van de relevante lidstaat daartoe voorafgaandelijk toestemming heeft verleend overeenkomstig artikel 6, lid 2, geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage II vermelde apparatuur, technologie en software, of in verband met het installeren, leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in bijlage II vermelde apparatuur en technologie, of in verband met het leveren, installeren, in werking stellen of actualiseren van in bijlage II vermelde software aan personen, entiteiten of lichamen in Venezuela of voor gebruik in Venezuela;

b)

het direct of indirect verstrekken van financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage II vermelde uitrusting, technologie en software aan personen, entiteiten of lichamen in Venezuela of bestemd voor gebruik in Venezuela;

c)

het verlenen van diensten van enige aard voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet aan, of direct of indirect ten behoeve van de regering van Venezuela, overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen of personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen.

2.   Voor de toepassing van lid 1, onder c), worden onder „diensten voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet” diensten verstaan die, in het bijzonder met gebruikmaking van apparatuur, technologie of software vermeld in bijlage II, toegang verschaffen tot en voorzien in de verstrekking van de inkomende en uitgaande telecommunicatie en de oproepgegevens van een persoon met als doel deze te extraheren, te decoderen, te registreren, te verwerken, te analyseren of op te slaan of andere daarmee samenhangende handelingen te verrichten.

Artikel 8

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam die in de bijlagen IV en V is vermeld, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van een in de bijlagen IV en V vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

3.   Bijlage IV omvat:

a)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten of de onderdrukking van maatschappelijke organisaties en de democratische oppositie in Venezuela;

b)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de acties, beleidsmaatregelen of activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Venezuela anderszins bedreigen.

4.   Bijlage V bevat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die geassocieerd zijn met de in lid 3 bedoelde personen en entiteiten.

5.   In de bijlagen IV en V worden de redenen vermeld waarom personen, entiteiten en lichamen op de lijst zijn geplaatst.

6.   De bijlagen IV en V bevatten tevens, wanneer beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van inschrijving en/of registratie, het inschrijvings- en/of registratienummer en de plaats van vestiging.

Artikel 9

1.   In afwijking van artikel 8 kunnen de op de websites van bijlage III vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage IV of V vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming dient te worden verleend, of

e)

gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 10

1.   In afwijking van artikel 8 kunnen de op de websites van bijlage III vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen toestaan indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 8 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het in artikel 8 bedoelde lichaam werd opgenomen in bijlage IV of V, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in de Unie is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor, op of na die datum dateert;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

de beslissing komt niet ten goede aan een in bijlage IV of V vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam; alsmede

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 11

1.   In afwijking van artikel 8 en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage IV of V vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst, gesloten door of op grond van een een verplichting ontstaan voor de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage IV of V werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage IV of V;

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 8, lid 2.

2.   De betrokken lidstaat zal de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

3.   Artikel 8, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in de lijst opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

4.   Mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 8 worden bevroren, is artikel 8, lid 2, niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 8 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in bijlage IV of V, of

c)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn.

Artikel 12

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 8 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; alsmede

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de informatie als bedoeld onder a).

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 13

1.   De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

Artikel 14

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in deze verordening vastgelegde maatregelen worden omzeild.

Artikel 15

1.   Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

de in de bijlagen IV en V opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.   In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 16

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a)

de bevroren tegoeden uit hoofde van artikel 8 en de vergunningen die krachtens de artikelen 9 tot en met 11 zijn verleend;

b)

inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 17

1.   Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 8 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage IV of V dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokkene daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in de bijlagen IV en V wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien.

5.   De Commissie wordt gemachtigd om bijlage III te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 18

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. De vastgestelde sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 19

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage III vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage III vermelde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en delen haar alle latere wijzigingen mede.

3.   Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage III.

Artikel 20

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich binnen of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 november 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Zie bladzijde 60 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(4)  Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).


BIJLAGE I

Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, bedoeld in artikel 3

1.

De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:

1.1.

Vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen

1.2.

Munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

1.3.

Vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

2.

Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen

3.

De volgende voertuigen:

3.1.

voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing;

3.2.

voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;

3.3.

voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;

3.4.

voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;

3.5.

voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;

3.6.

Voor de in de punten 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen voor oproerbeheersing.

Opmerking 1:

Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding.

Opmerking 2:

Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.

4.

De volgende explosieven en aanverwante stoffen:

4.1.

Uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; met uitzondering van: met uitzondering van: apparatuur en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere apparatuur of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);

4.2.

Ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen;

4.3.

De volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen, en aanverwante stoffen:

a)

amatol;

b)

nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %);

c)

nitroglycol;

d)

penta-erythritoltetranitraat (PETN);

e)

picrylchloride;

f)

2,4,6-trinitrotolueen (TNT).

5.

De volgende beschermende apparatuur die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen:

5.1.

lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;

5.2.

Kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.

Opmerking:

Hieronder valt niet:

uitrusting speciaal ontworpen voor sportactiviteiten,

uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.

6.

Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen software.

7.

Nachtzicht- en thermische beeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen.

8.

Scheermesprikkeldraad.

9.

Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.

10.

Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.

11.

Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.


BIJLAGE II

Apparatuur, technologie en software als bedoeld in de artikelen 6 en 7

Algemeen

Niettegenstaande de inhoud van deze bijlage is zij niet van toepassing op:

a)

apparatuur, technologie of software die is vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (1) of in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of

b)

software die is ontworpen voor installatie door de gebruiker zonder wezenlijke ondersteuning van de leverancier en die algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat zij via de detailhandel zonder beperkingen uit voorraad wordt verkocht via

i)

winkelverkoop,

ii)

postorderverkoop,

iii)

elektronische transacties, of

iv)

telefonische verkoop, of

c)

software die tot het publieke domein behoort.

De categorieen A, B, C, D en E verwijzen naar de categorieen in Verordening (EG) nr. 428/2009.

De apparatuur, technologie en software als bedoeld in de artikelen 6 en 7 bestaat uit:

A.

Lijst van apparatuur

Systemen voor deep packet inspection

Systemen voor interceptie op netwerken, waaronder systemen voor interceptiebeheer (IMS) en systemen voor informatie over bewaring van gegevens

Monitoringsystemen voor radiofrequenties

Stoorsystemen voor netwerken en satellietverbindingen

Systemen voor infectie op afstand

Spraakherkennings en -verwerkingssystemen

Systemen voor interceptie en monitoring van IMSI (2), MSISDN (3), IMEI (4), TMSI (5)

Systemen voor tactische interceptie en monitoring van SMS (6)/GSM (7)/GPS (8)/GPRS (9)/UMTS (10)/CDMA (11)/PSTN (12)

Systemen voor interceptie van informatie en monitoring van DHCP (13)/SMTP (14), GTP (15)

Systemen voor patroonherkenning en -profilering

Op afstand werkende forensische systemen

Systemen voor semantische verwerking

Systemen voor het breken van de codes van WEP- en WPA-verbindingen

Interceptiesystemen voor merkgebonden en standaard VoIP-protocollen

B.

Niet gebruikt

C.

Niet gebruikt

D.

„Software” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van de onder A bedoelde apparatuur.

E.

„Technologie” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van de onder A bedoelde apparatuur.

Apparatuur, technologie of software die binnen deze categorieën valt, wordt uitsluitend door deze bijlage bestreken voor zover zij past binnen de algemene beschrijving „systemen voor interceptie en monitoring van internet-, telefoon- en satellietcommunicatie”.

In deze bijlage wordt onder monitoring verstaan het vastleggen, extraheren, decoderen, opslaan, verwerken, analyseren en archiveren van de inhoud van gesprekken en van netwerkdata.


(1)  Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).

(2)  „IMSI”: International Mobile Subscriber Identity. Dit is een unieke identificatiecode voor elk mobiel telefoontoestel, die op de SIM-kaart staat en aan de hand waarvan deze SIM via GSM en UMTS-netwerken kan worden opgespoord.

(3)  „MSISDN”: Mobile Subscriber Integrated Services Digital Network Number. Dit is het unieke nummer dat aan elk abonnement op een GSM- of UMTS-netwerk wordt toegekend. Eenvoudig gesteld is het het telefoonnummer van de SIM-kaart in een mobiele telefoon en daarom wordt hierdoor de mobiele abonnee net zo goed geïdentificeerd als door het IMSI-nummer, zulks echter in verband met het doorzenden van gesprekken.

(4)  „IMEI”: International Mobile Equipment Identity. Het is een, gewoonlijk uniek, nummer voor het identificeren van mobiele telefoons van de types GSM, WCDMA en IDEN, alsook van sommige satelliettelefoons. Meestal is het afgedrukt in het batterijvak van de telefoon. Onderschepping (aftappen) kan gericht plaatsvinden via het IMEI-, IMSI- of MSISDN-nummer.

(5)  „TMSI”: Temporary Mobile Subscriber Identity. Dit nummer is het meest gebruikelijk voor de communicatie tussen de telefoon en het netwerk.

(6)  „SMS”: Short Message System.

(7)  „GSM”: Global System for Mobile Communications.

(8)  „GPS”: Global Positioning System.

(9)  „GPRS”: General Package Radio Service.

(10)  „UMTS”: Universal Mobile Telecommunication System.

(11)  „CDMA”: Code Division Multiple Access.

(12)  „PSTN”: Public Switch Telephone Networks.

(13)  „DHCP”: Dynamic Host Configuration Protocol.

(14)  „SMTP”: Simple Mail Transfer Protocol.

(15)  „GTP”: GPRS Tunneling Protocol.


BIJLAGE III

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties

https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf

MALTA

https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Ministries%20and%20Entities/Officially%20Appointed%20Bodies/Pages/Boards/Sanctions-Monitoring-Board-.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 07/99

1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu.


BIJLAGE IV

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 8, lid 3


BIJLAGE V

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 8, lid 4


Top