EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D1910

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1910 van de Commissie van 28 oktober 2016 betreffende de gelijkwaardigheid van de verslagleggingsvereisten van bepaalde derde landen over betalingen aan overheden met de vereisten van hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

C/2016/6861

OJ L 295, 29.10.2016, p. 82–83 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/1910/oj

29.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/82


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/1910 VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2016

betreffende de gelijkwaardigheid van de verslagleggingsvereisten van bepaalde derde landen over betalingen aan overheden met de vereisten van hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (1), en met name artikel 47,

Gezien Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (2), en met name artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het doel van de in artikel 46 van Richtlijn 2013/34/EU uiteengezette gelijkwaardigheidsbeoordeling is om regeldruk te verminderen en om problemen van dubbele verslaglegging te vermijden voor grote ondernemingen en alle organisaties van openbaar belang die actief zijn in de winningsindustrie of in de houtkap van oerbossen, en die verslagen opstellen en openbaar maken betreffende betalingen aan overheden als bedoeld in artikel 42 van Richtlijn 2013/34/EU. Overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2004/109/EG dienen uitgevende instellingen die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen, overeenkomstig hoofdstuk 10 van die richtlijn, jaarlijks een verslag op te stellen van hun betalingen aan overheden.

(2)

Bij artikel 46 van Richtlijn 2013/34/EU worden ondernemingen en alle organisaties van openbaar belang die actief zijn in de winningsindustrie of in de houtkap van oerbossen, vrijgesteld van het opstellen en openbaar maken van een verslag over hun betalingen aan overheden op grond van de vereisten van hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU, voor zover de betrokken betalingen door de ondernemingen openbaar worden gemaakt uit hoofde van een wettelijke verplichting op grond van gelijkwaardige verslagleggingsvereisten van een derde land. Dit soort wettelijke verplichting kan de facto rusten op een moederonderneming als gevolg van haar dochterondernemingen. In dat geval zouden de ondernemingen verslag doen over hun betalingen op grond van wettelijke verslagleggingsvereisten in bepaalde derde landen uit hoofde van gelijkwaardig geachte verslagleggingsvereisten van die derde landen. Voor alle overige resterende betalingen zouden de ondernemingen verslag doen uit hoofde van de desbetreffende vereisten die in het Unierecht zijn vastgesteld. De betrokken ondernemingen zouden nog steeds aan hun verplichting moeten voldoen om het verslag openbaar te maken op de wijze die in de wetgeving van elke lidstaat overeenkomstig hoofdstuk 2 van Richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) is vastgesteld, met inbegrip van door lidstaten bepaalde termijnen voor de publieke beschikbaarheid van documenten.

(3)

De gelijkwaardigheid van de verslaglegginsvereisten van derde landen dient te worden getoetst aan de in artikel 46, lid 3, van Richtlijn 2013/34/EU uiteengezette criteria. Bij die criteria gaat het met name om de doelondernemingen, de doelontvangers van betalingen, de betalingen waarmee rekening wordt gehouden, de toewijzing van de betalingen waarmee rekening wordt gehouden, de verdeling van de betalingen waarmee rekening wordt gehouden, de criteria voor verslaglegging op geconsolideerde basis, het verslagleggingsmedium, de frequentie van de verslaggeving en maatregelen om ontwijking tegen te gaan.

(4)

Canada heeft verslagleggingsvereisten voor betalingen aan overheden vastgelegd (Extractive Sector Transparency Measures Act (ESTMA) van 22 juni 2015 en de Technical Reporting Specifications ervan). Gezien de in artikel 46, lid 3, van Richtlijn 2013/34/EU opgesomde criteria leveren die verslagleggingsvereisten concrete resultaten op die gelijkwaardig zijn aan het bepaalde in hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU en in artikel 6 van Richtlijn 2004/109/EG. Die verslagleggingsvereisten zijn gericht tot ondernemingen en uitgevende instellingen die uitsluitend in de winningsindustrie actief zijn. Derhalve dient te worden geconcludeerd dat de verslagleggingsvereisten van Canada om verslag te doen over betalingen aan overheden door ondernemingen en uitgevende instellingen, als gelijkwaardig dient te worden beschouwd aan de vereisten van hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft uitsluitend hun activiteiten in de winningsindustrie.

(5)

De regelmatige beoordeling van de in derde landen geldende verslagleggingsvereisten voor betalingen aan overheden waarop dit besluit ziet, laat voor de Commissie de mogelijkheid onverlet om een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Dit soort herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden.

(6)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 50, lid 1, van Richtlijn 2013/34/EU ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 47 van Richtlijn 2013/34/EU en artikel 6 van Richtlijn 2004/109/EG worden de verslagleggingsvereisten van de in de bijlage bij dit besluit vermelde landen, die gelden voor in de winningsindustrie actieve ondernemingen en uitgevende instellingen, in de zin van artikel 41, punt 1, van Richtlijn 2013/34/EU als gelijkwaardig aan de vereisten van hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU beschouwd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19.

(2)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

(3)  Richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 258 van 1.10.2009, blz. 11).


BIJLAGE

LIJST VAN DERDE LANDEN VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 1 (IN DE WINNINGSINDUSTRIE ACTIEVE ONDERNEMINGEN EN UITGEVENDE INSTELLINGEN)

1)

Canada


Top