EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0312

2013/312/EU: Besluit van de Europese Raad van 28 juni 2013 inzake de samenstelling van het Europees Parlement

OJ L 181, 29.6.2013, p. 57–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 01 Volume 016 P. 314 - 315

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/312/oj

29.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 181/57


BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

van 28 juni 2013

inzake de samenstelling van het Europees Parlement

(2013/312/EU)

DE EUROPESE RAAD,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 14, lid 2,

Gezien artikel 2, lid 3, van Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen,

Gezien het initiatief van het Europees Parlement (1),

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 2, leden 1 en 2, van Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen verliezen aan het einde van de zittingsperiode 2009-2014 hun geldigheid.

(2)

Artikel 19, lid 1, van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie verliest aan het einde van de zittingsperiode 2009-2014 zijn geldigheid.

(3)

Het is noodzakelijk onverwijld aan het bepaalde in artikel 2, lid 3, van Protocol nr. 36 te voldoen en derhalve het in artikel 14, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde besluit vast te stellen, teneinde de lidstaten in staat te stellen tijdig de nodige nationale maatregelen uit te vaardigen met het oog op de organisatie van de verkiezingen voor het Europees Parlement voor de zittingsperiode 2014-2019.

(4)

De eerste alinea van artikel 14, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie stelt de criteria voor de samenstelling van het Europees Parlement vast, te weten dat het aantal vertegenwoordigers van de burgers van de Unie niet meer dan 750 mag bedragen, plus de voorzitter, dat de vertegenwoordiging degressief evenredig moet zijn, met een minimumdrempel van zes leden per lidstaat en dat geen enkele lidstaat meer dan 96 zetels krijgt toegewezen.

(5)

Artikel 10 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt onder andere dat de werking van de Unie is gegrond op representatieve democratie, met burgers die op het niveau van de Unie in het Europees Parlement rechtstreeks vertegenwoordigd worden, en lidstaten die op het niveau van de Unie in de Raad worden vertegenwoordigd door hun regering, die zelf democratische verantwoording verschuldigd is aan hun nationale parlementen of aan hun burgers. Artikel 14, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de samenstelling van het Europees Parlement, is dan ook van toepassing binnen de context van de ruimere institutionele regels bepaald in de Verdragen, met inbegrip van de bepalingen betreffende de besluitvorming in de Raad,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij de toepassing van het in artikel 14, lid 2, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie verankerde beginsel van degressieve evenredigheid zijn de volgende beginselen van toepassing:

bij de zetelverdeling in het Europees Parlement wordt het in het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgelegde minimum- en maximumaantal ten volle benut om zo nauw mogelijk aan te sluiten op de respectieve omvang van de bevolking van de lidstaten;

de verhouding tussen de bevolking en het aantal zetels van elke lidstaat vóór afronding op hele getallen varieert naargelang van de respectieve bevolkingsomvang, zodat de leden van het Europees Parlement uit een lidstaat met een grotere bevolking meer burgers vertegenwoordigen dan de leden uit een lidstaat met een kleinere bevolking en, omgekeerd, zodat hoe groter de bevolking van een lidstaat is, hoe meer deze lidstaat recht heeft op een groot aantal zetels.

Artikel 2

De totale bevolking van de lidstaten wordt door de Commissie (Eurostat) berekend op basis van gegevens die de lidstaten verstrekken overeenkomstig een methode die in een verordening van het Europees Parlement en de Raad wordt vastgesteld.

Artikel 3

Krachtens artikel 1 wordt voor de zittingsperiode 2014-2019 het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement als volgt vastgesteld:

België

21

Bulgarije

17

Tsjechië

21

Denemarken

13

Duitsland

96

Estland

6

Ierland

11

Griekenland

21

Spanje

54

Frankrijk

74

Kroatië

11

Italië

73

Cyprus

6

Letland

8

Litouwen

11

Luxemburg

6

Hongarije

21

Malta

6

Nederland

26

Oostenrijk

18

Polen

51

Portugal

21

Roemenië

32

Slovenië

8

Slowakije

13

Finland

13

Zweden

20

Verenigd Koninkrijk

73

Artikel 4

Dit besluit wordt lang genoeg vóór het begin van de zittingsperiode 2019-2024, op basis van een initiatief van het Europees Parlement voorgelegd voor het einde van 2016, herzien met het doel een systeem in te voeren waarmee in de toekomst vóór elke nieuwe verkiezing van het Europees Parlement de zetels op objectieve, eerlijke, duurzame en transparante wijze onder de lidstaten kunnen worden verdeeld, waarbij het in artikel 1 vastgestelde beginsel van degressieve evenredigheid wordt vertaald en rekening wordt gehouden met een eventuele verandering van het aantal lidstaten en de naar behoren vastgestelde demografische ontwikkeling van hun bevolking, zodat het algemeen evenwicht van het institutioneel systeem zoals vastgesteld in de Verdragen wordt gerespecteerd.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2013.

Voor de Europese Raad

De voorzitter

H. VAN ROMPUY


(1)  Initiatief goedgekeurd op 13 maart 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Goedkeuring van 12 juni 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).


Top