EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0194

2012/194/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 april 2012 tot wijziging van Beschikking 2008/961/EG betreffende het gebruik door effectenuitgevende instellingen van derde landen van nationale standaarden voor jaarrekeningen van bepaalde derde landen en van de International Financial Reporting Standards voor de opstelling van hun geconsolideerde financiële overzichten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 2256) Voor de EER relevante tekst

OJ L 103, 13.4.2012, p. 49–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 10 Volume 003 P. 269 - 270

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/194/oj

13.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 103/49


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 april 2012

tot wijziging van Beschikking 2008/961/EG betreffende het gebruik door effectenuitgevende instellingen van derde landen van nationale standaarden voor jaarrekeningen van bepaalde derde landen en van de International Financial Reporting Standards voor de opstelling van hun geconsolideerde financiële overzichten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 2256)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/194/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (1), en met name artikel 23, lid 4, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 23 van Richtlijn 2004/109/EG kunnen uitgevende instellingen van derde landen worden vrijgesteld van de verplichting om een geconsolideerde jaarrekening conform in de Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards (IFRS) op te stellen, mits de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles — GAAP) van het betrokken derde land gelijkwaardige verplichtingen opleggen. Met het oog op het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van de GAAP van het betrokken derde land met de goedgekeurde IFRS voorziet Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie (2) in een definitie van gelijkwaardigheid en in een mechanisme voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van de GAAP van een derde land.

(2)

Het is van belang de inspanningen te beoordelen van de landen die stappen hebben ondernomen om hun standaarden voor jaarrekeningen op de IFRS af te stemmen of om op de IFRS over te stappen. Daarom is Verordening (EG) nr. 1569/2007 gewijzigd om de periode van gelijkwaardigheid voor bepaalde tijd te verlengen tot en met 31 december 2014.

(3)

In Beschikking 2008/961/EG van de Commissie (3) is bepaald dat uitgevende instellingen van derde landen met ingang van 1 januari 2009 hun geconsolideerde jaarrekening ook conform de IFRS kunnen opstellen. Overeenkomstig deze beschikking mogen uitgevende instellingen van derde landen vóór het boekjaar dat op of na 1 januari 2012 begint, hun geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten opstellen overeenkomstig de GAAP van de Volksrepubliek China, Canada, de Republiek Korea of de Republiek India.

(4)

In juni 2010 heeft de Commissie het toenmalige Comité van Europese effectenregelgevers (CEER), vervangen door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority — ESMA) bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (4), verzocht een technische beoordeling te verrichten en een beschrijving te geven van de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de IFRS in China, Canada, Zuid-Korea en India. De Commissie heeft ten volle rekening gehouden met het verslag dat het CEER in november 2010 heeft verstrekt en met de in mei 2011 van de ESMA ontvangen beschrijving van de laatste ontwikkelingen in China en India naar aanleiding van een in januari 2011 door de ESMA verricht onderzoek ter plaatse.

(5)

In april 2010 heeft het ministerie van Financiën van China een „Roadmap for Continuing Convergence of the Accounting Standards for Business Enterprises (ASBE) with IFRS” bekendgemaakt. Daarin werd de toezegging van China herhaald dat het land het afstemmingsproces op de IFRS zou voortzetten. In oktober 2010 waren alle op dat moment door de International Accounting Standards Board (IASB) vastgestelde standaarden en interpretaties in de ASBE ten uitvoer gelegd. De mate van afstemming werd door de ESMA als bevredigend bestempeld en er gelden geen aanpassingsvereisten voor uitgevende instellingen van de Unie die hun financiële overzichten conform de IFRS opstellen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de Chinese ASBE met ingang van 1 januari 2012 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.

(6)

De Accounting Standards Board of Canada heeft er zich in januari 2006 publiekelijk toe verbonden om vóór 31 december 2011 op de IFRS over te gaan. De Board heeft zijn goedkeuring gehecht aan de opneming, met ingang van 2011, van de IFRS in het Canadian Institute of Chartered Accountants Handbook als Canadese GAAP voor alle ondernemingen met winstoogmerk die openbare verantwoording dienen af te leggen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de Canadese GAAP met ingang van 1 januari 2012 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.

(7)

De Korean Financial Supervisory Commission en het Korean Accounting Institute hebben er zich in maart 2007 publiekelijk toe verbonden om vóór 31 december 2011 op de IFRS over te gaan. De Korean Accounting Standards Board heeft de IFRS aangenomen als Koreaanse IFRS (K-IFRS). De K-IFRS zijn identiek aan de door de IASB vastgestelde IFRS en moeten vanaf 2011 door alle beursgenoteerde ondernemingen in Zuid-Korea worden toegepast. Ook niet-beursgenoteerde financiële instellingen en overheidsbedrijven moeten de K-IFRS toepassen. Andere niet-beursgenoteerde ondernemingen kunnen ervoor kiezen dit te doen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de Zuid-Koreaanse GAAP met ingang van 1 januari 2012 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.

(8)

De Indiase regering en het Indian Institute of Chartered Accountants hebben er zich in juli 2007 publiekelijk toe verbonden om vóór 31 december 2011 op de IFRS over te gaan, waarbij het de bedoeling was dat de Indiase GAAP aan het einde van het programma volledig met de IFRS in overeenstemming waren. Bij een in januari 2011 verricht onderzoek ter plaatse constateerde de ESMA dat de Indiase standaarden voor jaarrekeningen een aantal verschillen ten opzichte van de IFRS lijken te vertonen. Het tijdschema voor de implementatie van een met de IFRS strokend verslaggevingssysteem blijft bijgevolg met onzekerheden omgeven.

(9)

Het verdient derhalve aanbeveling de overgangsperiode met niet meer dan drie jaar te verlengen, namelijk tot en met 31 december 2014, teneinde uitgevende instellingen van derde landen toe te staan in de Unie hun jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten conform de GAAP van India op te stellen.

(10)

Daar de overgangsperiode gedurende welke de Chinese, Canadese, Zuid-Koreaanse en Indiase GAAP krachtens Beschikking 2008/961/EG als gelijkwaardig met de IFRS werden aangemerkt, op 31 december 2011 afliep, dient het onderhavige besluit omwille van de rechtszekerheid met ingang van 1 januari 2012 van toepassing te zijn.

(11)

Beschikking 2008/961/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1 van Beschikking 2008/961/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tweede alinea wordt vervangen door:

„Met ingang van 1 januari 2012 worden, wat de geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten betreft, de volgende standaarden als gelijkwaardig met de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS aangemerkt:

a)

de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Volksrepubliek China;

b)

de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van Canada;

c)

de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Republiek Korea.”.

2)

De volgende derde alinea wordt toegevoegd:

„Voor de boekjaren die vóór 1 januari 2015 beginnen, mogen uitgevende instellingen van derde landen hun geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten opstellen overeenkomstig de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Republiek India.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Gedaan te Brussel, 11 april 2012.

Voor de Commissie

Michel BARNIER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

(2)  PB L 340 van 22.12.2007, blz. 66.

(3)  PB L 340 van 19.12.2008, blz. 112.

(4)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.


Top