EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0855

2008/855/EG: Beschikking van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 6349) (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 302, 13.11.2008, p. 19–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 064 P. 190 - 196

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/12/2013; opgeheven door 32013D0764

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/855/oj

13.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/19


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2008

betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 6349)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/855/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 42,

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name op artikel 9, lid 4,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name op artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (3) worden minimummaatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van die ziekte vastgesteld. Het betreft maatregelen die bij een uitbraak van klassieke varkenspest moeten worden genomen. Deze maatregelen omvatten programma’s van de lidstaten voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij een populatie wilde varkens en de noodvaccinatie van wilde varkens onder bepaalde voorwaarden.

(2)

Beschikking 2006/805/EG van de Commissie van 24 november 2006 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (4) werd goedgekeurd als reactie op uitbraken van klassieke varkenspest in die lidstaten. Bij die beschikking worden maatregelen vastgesteld ter bestrijding van klassieke varkenspest in gebieden van die lidstaten waar deze ziekte zich voordoet bij wilde varkens, teneinde de verspreiding van de ziekte naar andere gebieden van de Gemeenschap te voorkomen.

(3)

Die lidstaten moeten passende maatregelen nemen om de verspreiding van klassieke varkenspest te voorkomen. Daarom hebben zij uitroeiingsprogramma’s en programma’s voor noodvaccinatie tegen deze ziekte bij de Commissie ingediend waarin de nodige maatregelen om de ziekte in de in hun programma’s als besmet aangemerkte gebieden uit te roeien worden uiteengezet en de nodige maatregelen worden aangegeven die op de varkensbedrijven in die gebieden moeten worden toegepast.

(4)

In de lidstaten of gebieden daarvan doen zich uiteenlopende epizoötiologische situaties ten aanzien van klassieke varkenspest voor. Voor de duidelijkheid van de communautaire wetgeving is het daarom wenselijk om drie afzonderlijke lijsten op te stellen naargelang van de epizoötiologische situatie in elk van de gebieden.

(5)

Aangezien de verplaatsing van levende varkens uit besmette gebieden ernstiger risico’s met zich brengt dan de verplaatsing van vlees, vleesbereidingen en vleesproducten, dient de verplaatsing van levende varkens uit de betrokken lidstaten in beginsel verboden te worden.

(6)

Sperma, eicellen en embryo’s van besmette dieren kunnen bijdragen tot de verspreiding van het virus van klassieke varkenspest. Om de verspreiding van klassieke varkenspest naar andere gebieden van de Gemeenschap te voorkomen, dient de verzending van sperma, eicellen en embryo’s uit de in de bijlage bij deze beschikking vermelde gebieden te worden verboden.

(7)

Er moet een lijst van de lidstaten en gebieden worden opgesteld waar de epizoötiologische situatie ten aanzien van klassieke varkenspest het gunstigst is en waaruit derhalve als afwijking van het algemene verbod — met inachtneming van bepaalde voorzorgsmaatregelen — levende varkens mogen worden verzonden naar andere gebieden waarvoor beperkingen gelden. Voorts mogen vers varkensvlees van de in deze gebieden gelegen bedrijven en vleesbereidingen en vleesproducten van of met het vlees van die varkens naar andere lidstaten worden verzonden.

(8)

Een aantal gebieden die door klassieke varkenspest bij wilde varkens getroffen zijn, zijn van elkaar gescheiden door nationale grenzen en omvatten aangrenzende gebieden van twee lidstaten. Er moeten ook ziektebestrijdingsmaatregelen betreffende beperkingen van de verzending van levende varkens binnen aangrenzende getroffen gebieden in twee lidstaten worden vastgesteld.

(9)

Op grond van de epizoötiologische situatie in bepaalde gebieden van Hongarije en Slowakije dienen deze in die eerste lijst van gebieden te worden opgenomen.

(10)

In een tweede lijst moeten de gebieden worden opgenomen waar de epizoötiologische situatie van de populatie wilde zwijnen of in varkensbedrijven als gevolg van geisoleerde uitbraken minder gunstig is. Uit deze gebieden mogen geen levende varkens, maar wel vers varkensvlees van als veilig beschouwde bedrijven en vleesbereidingen en vleesproducten van en met vlees van die varkens naar andere lidstaten worden verzonden met inachtneming van bepaalde, in deze beschikking vast te leggen aanvullende voorzorgsmaatregelen.

(11)

In een derde lijst moeten de gebieden worden opgenomen waaruit in het algemeen noch levende varkens, noch vers varkensvlees en vleesproducten naar andere lidstaten mogen worden verzonden. Dergelijke vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens mogen echter wel naar andere lidstaten worden verzonden als zij een behandeling hebben ondergaan waardoor het eventueel aanwezig virus van klassieke varkenspest geëlimineerd is.

(12)

Bovendien is het, om de verspreiding van klassieke varkenspest naar andere gebieden van de Gemeenschap te voorkomen, wenselijk om vast te stellen dat aan de verzending van vers varkensvlees en vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van varkens uit lidstaten met op die derde lijst vermelde gebieden bepaalde voorwaarden zijn verbonden. Met name moeten op dit varkensvlees en deze producten en bereidingen van varkensvlees speciale merktekens worden aangebracht die niet kunnen worden verward met de gezondheidsmerken voor varkensvlees als bedoeld in Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (5) en het identificatiemerk als bedoeld in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (6).

(13)

Om de verspreiding van klassieke varkenspest naar andere gebieden van de Gemeenschap te voorkomen, wanneer voor een lidstaat een verbod op de verzending van vers varkensvlees en vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees uit bepaalde delen van zijn grondgebied geldt, moeten een aantal voorschriften worden vastgesteld, met name wat certificering betreft, voor de verzending van dergelijk vlees en dergelijke bereidingen en producten uit andere delen van het grondgebied van die lidstaat die niet onder dat verbod vallen.

(14)

Beschikking 2006/805/EG is al enkele keren gewijzigd. Het is dan ook wenselijk die beschikking in te trekken en door deze beschikking te vervangen.

(15)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze beschikking stelt bepaalde bestrijdingsmaatregelen vast in verband met klassieke varkenspest in de lidstaten of regio’s daarvan als vermeld in de bijlage (hierna „de betrokken lidstaten” genoemd).

Zij geldt onverminderd de door de Commissie goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van klassieke varkenspest en de programma’s voor noodvaccinatie tegen die ziekte.

Artikel 2

Verbod op de verzending van levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied slechts levende varkens naar andere lidstaten worden verzonden, indien de varkens afkomstig zijn:

a)

uit andere dan de in de bijlage vermelde gebieden, en

b)

van een bedrijf waar in de laatste dertig dagen voor de datum van verzending geen levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden zijn binnengebracht.

Artikel 3

Afwijkingen voor de verzending van levende varkens tussen lidstaten uit in deel I van de bijlage vermelde gebieden

1.   In afwijking van artikel 2 kan de verzending van levende varkens afkomstig van bedrijven die gelegen zijn in de in deel I van de bijlage vermelde gebieden, naar bedrijven of slachthuizen die gevestigd zijn in een in dat deel van de bijlage vermeld en tot een andere lidstaat behorend gebied, door de lidstaat van verzending worden toegestaan mits deze varkens afkomstig zijn van een bedrijf waar:

a)

in de laatste dertig dagen voor de datum van verzending geen levende varkens zijn binnengebracht;

b)

door een officiële dierenarts een klinisch onderzoek op klassieke varkenspest is uitgevoerd volgens de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel A en deel D, punten 1, 2 en 3, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG van de Commissie (7), en

c)

de te verzenden groep varkens negatief heeft gereageerd bij polymerasekettingreactietests op klassieke varkenspest overeenkomstig hoofdstuk VI, deel C, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG, uitgevoerd met bloedmonsters die zijn genomen in de laatste zeven dagen voor de datum van verzending; het minimumaantal te bemonsteren varkens moet toereikend zijn voor de detectie bij de te verzenden groep varkens van een prevalentie van 5 % met een betrouwbaarheid van 95 %.

Het bepaalde onder c) geldt echter niet:

i)

voor varkens die rechtstreeks naar een slachthuis worden verzonden om daar onmiddellijk te worden geslacht.

ii)

voor varkens die naar een in deel I van de bijlage vermeld aangrenzend gebied van een lidstaat worden verzonden;

iii)

indien de lidstaat van bestemming de verzending van tevoren goedkeurt.

2.   Wanneer de betrokken lidstaten varkens als bedoeld in lid 1 verzenden, zorgen zij ervoor dat het in artikel 9, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat aanvullende informatie bevat betreffende de data waarop het klinisch onderzoek is uitgevoerd en, in voorkomend geval, het aantal bemonsterde dieren en de resultaten van de polymerasekettingreactietest als bedoeld in lid 1.

Artikel 4

Verplaatsing en doorvoer van levende varkens in de betrokken lidstaten

1.   De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanuit bedrijven die in de in de bijlage vermelde gebieden gelegen zijn, geen levende varkens worden verzonden naar andere delen van het grondgebied van dezelfde lidstaat, behalve:

a)

varkens die rechtstreeks naar een slachthuis worden gebracht om daar onmiddellijk te worden geslacht;

b)

vanuit bedrijven waar:

i)

overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b) en c), een klinisch onderzoek en polymerasekettingreactietests op klassieke varkenspest met negatief resultaat zijn uitgevoerd, of

ii)

een klinisch onderzoek is uitgevoerd met negatief resultaat en de bevoegde veterinaire autoriteit van de plaats van bestemming voorafgaande goedkeuring verleent.

2.   De betrokken lidstaten die varkens verzenden uit in deel I van de bijlage vermelde gebieden naar andere in dat deel van de bijlage vermelde andere gebieden zien erop toe dat het vervoer van varkens alleen plaatsvindt via hoofdwegen of per spoor, zonder dat het voertuig waarmee de varkens worden vervoerd, onderweg stopt, onverminderd Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (8).

Artikel 5

Verbod op de verzending van zendingen varkenssperma en eicellen en embryo’s van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat vanaf hun grondgebied geen zendingen van de volgende producten naar andere lidstaten worden verzonden:

a)

varkenssperma, tenzij het afkomstig is van beren die worden gehouden in een erkend spermacentrum als bedoeld in artikel 3, onder a), van Richtlijn 90/429/EEG van de Raad (9) dat gelegen is buiten de in de bijlage bij deze beschikking vermelde gebieden;

b)

eicellen en embryo’s van zeugen, tenzij die eicellen en embryo’s afkomstig zijn van zeugen die worden gehouden op bedrijven die gelegen zijn buiten de in de bijlage vermelde gebieden.

Artikel 6

Verzending van vers varkensvlees en van bepaalde vleesbereidingen en vleesproducten uit in deel II van de bijlage opgenomen gebieden

1.   De betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel II van de bijlage zijn vermeld, zorgen ervoor dat zendingen vers varkensvlees uit in die gebieden gelegen bedrijven en van vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van die varkens alleen naar andere lidstaten worden verzonden indien:

a)

er gedurende de voorafgaande 12 maanden in het desbetreffende bedrijf geen tekenen van klassieke varkenspest zijn waargenomen en het bedrijf buiten een beschermings- of toezichtsgebied is gelegen;

b)

de varkens ten minste 90 dagen op het bedrijf hebben verbleven en er gedurende de laatste 30 dagen voor het vervoer naar het slachthuis geen levende varkens zijn binnengebracht;

c)

het bedrijf ten minste tweemaal per jaar door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie is onderworpen waarbij:

i)

de richtsnoeren overeenkomstig hoofdstuk III van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG worden gevolgd;

ii)

er een klinisch onderzoek overeenkomstige de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG wordt uitgevoerd;

iii)

de daadwerkelijke toepassing van de bepalingen in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2001/89/EG wordt gecontroleerd;

d)

voorafgaande aan de toestemming tot verzending van de varkens naar een slachthuis door een officiële dierenarts een klinisch onderzoek op klassieke varkenspest is uitgevoerd volgens de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel D, punten 1, 2 en 3, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG.

2.   Indien een bedrijf echter over twee of meer afzonderlijke productie-eenheden beschikt en de structuur en de omvang van en de afstand tussen deze productie-eenheden en de aldaar uitgevoerde werkzaamheden van dien aard zijn dat de productie-eenheden, wat betreft huisvesting, verzorging en voedering, volledig gescheiden zijn, kan de bevoegde veterinaire autoriteit besluiten de verzending van vers varkensvlees, vleesbereidingen en vleesproducten slechts toe te staan van bepaalde productie-eenheden die aan de voorwaarden van lid 1 voldoen.

Artikel 7

Verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde vleesbereidingen en vleesproducten uit in deel III van de bijlage opgenomen gebieden

1.   De betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel III van de bijlage zijn vermeld, zorgen ervoor dat er geen zendingen vers varkensvlees uit in die gebieden gelegen bedrijven en vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van dergelijke varkens uit die gebieden naar andere lidstaten worden verzonden.

2.   In afwijking van lid 1 kunnen de betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel III van de bijlage zijn vermeld, de verzending van in lid 1 bedoeld vers varkensvlees en vleesproducten en vleesbereidingen van of met vlees van die varkens naar andere lidstaten toestaan indien de producten:

a)

overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG van de Raad (10) geproduceerd en verwerkt zijn;

b)

worden onderworpen aan de veterinaire certificering overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/99/EG, en

c)

vergezeld gaan van het passende gezondheidscertificaat voor het intracommunautaire handelsverkeer dat bij Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie (11) is vastgesteld en waarvan deel II wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Product overeenkomstig Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (12).

Artikel 8

Speciale gezondheidsmerken en certificeringsvoorschriften voor vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten waarvoor een verbod overeenkomstig artikel 7, lid 1, geldt

De betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel III van de bijlage zijn vermeld, zorgen ervoor dat op vers varkensvlees en vleesbereidingen en vleesproducten waarop het in artikel 7, lid 1, bedoelde verbod van toepassing is, een speciaal gezondheidsmerk wordt aangebracht dat niet ovaal mag zijn en niet kan worden verward met:

het identificatiemerk voor vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees als bedoeld in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en

het gezondheidsmerk voor vers varkensvlees overeenkomstig hoofdstuk III, sectie I, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004.

Artikel 9

Voorschriften inzake gezondheidscertificering voor de betrokken lidstaten

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat het gezondheidscertificaat als bedoeld in:

a)

artikel 5, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (13) waarvan vanaf hun grondgebied verzonden varkens vergezeld gaan, wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Dieren overeenkomstig Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (14).

b)

artikel 6, lid 1, van Richtlijn 90/429/EEG waarvan vanaf hun grondgebied verzonden varkenssperma vergezeld gaat, wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Sperma overeenkomstig Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (15).

c)

artikel 1 van Beschikking 95/483/EG van de Commissie (16) waarvan vanaf hun grondgebied verzonden embryo’s en eicellen van varkens vergezeld gaan, wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Embryo’s/eicellen (17) overeenkomstig Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten (18).

Artikel 10

Certificeringsvoorschriften voor de betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel III van de bijlage zijn vermeld

De betrokken lidstaten waarvan gebieden in deel III van de bijlage bij deze beschikking zijn vermeld, zorgen ervoor dat vers varkensvlees van buiten die gebieden gelegen bedrijven en vleesbereidingen en vleesproducten van of met dergelijk vlees waarop het verbod van artikel 7, lid 1, niet van toepassing is en die naar andere lidstaten worden verzonden:

a)

worden onderworpen aan de veterinaire certificering overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG, en

b)

vergezeld gaan van het passende gezondheidscertificaat voor het intracommunautaire handelsverkeer dat bij artikel 1 van Verordening (EG) nr. 599/2004 is vastgesteld en waarvan deel II wordt aangevuld met de volgende vermelding:

„Vers varkensvlees en vleesbereidingen en vleesproducten van of met varkensvlees overeenkomstig Beschikking 2008/855/EG van de Commissie van 3 november 2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met klassieke varkenspest in sommige lidstaten. (19)

Artikel 11

Voorschriften betreffende bedrijven en transportvoertuigen in de in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

de bepalingen van artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2001/89/EG worden toegepast in de varkensbedrijven die in de in de bijlage bij deze beschikking vermelde gebieden gevestigd zijn;

b)

voertuigen die zijn gebruikt voor het vervoer van varkens afkomstig van bedrijven die in de in de bijlage bij deze beschikking vermelde gebieden gelegen zijn, onmiddellijk na elk transport worden gereinigd en ontsmet en de transporteur het bewijs van deze reiniging en ontsmetting levert.

Artikel 12

Door de betrokken lidstaten te verstrekken informatie

De betrokken lidstaten stellen de Commissie en de lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid in kennis van de resultaten van het programma voor het toezicht op klassieke varkenspest dat in de in de bijlage vermelde gebieden is uitgevoerd, zoals bepaald in de door de Commissie goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van klassieke varkenspest of programma’s voor noodvaccinatie tegen die ziekte, als bedoeld in artikel 1, tweede alinea.

Artikel 13

Naleving

De lidstaten brengen de maatregelen die zij ten aanzien van het handelsverkeer toepassen, in overeenstemming met deze beschikking en zij maken de getroffen maatregelen onmiddellijk bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 14

Intrekking

Beschikking 2006/805/EG wordt ingetrokken.

Artikel 15

Toepassing

Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 december 2009.

Artikel 16

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 3 november 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5.

(4)  PB L 329 van 25.11.2006, blz. 67.

(5)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83.

(6)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22.

(7)  PB L 39 van 9.2.2002, blz. 71.

(8)  PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1.

(9)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62.

(10)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(11)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 44.

(12)  PB L 302 van 13.11.2008, blz. 19.”.

(13)  PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

(14)  PB L 302 van 13.11.2008, blz. 19.”;

(15)  PB L 302 van 13.11.2008, blz. 19.”;

(16)  PB L 275 van 18.11.1995, blz. 30.

(17)  Doorhalen wat niet van toepassing is.

(18)  PB L 302 van 13.11.2008, blz. 19.”.

(19)  PB L 302 van 13.11.2008, blz. 19.”.


BIJLAGE

DEEL I

1.   Duitsland

A.   Rheinland-Pfalz:

a)

in de Kreis Ahrweiler: de gemeenten Adenau en Altenahr;

b)

in de Landkreis Vulkaneifel: de gemeenten Obere Kyll en Hillesheim, in de gemeente Daun de deelgemeenten Betteldorf, Dockweiler, Dreis-Brück, Hinterweiler en Kirchweiler, in de gemeente Kelberg de deelgemeenten Beinhausen, Bereborn, Bodenbach, Bongard, Borler, Boxberg, Brücktal, Drees, Gelenberg, Kelberg, Kirsbach, Mannebach, Neichen, Nitz, Reimerath en Welcherath, in de gemeente Gerolstein de deelgemeenten Berlingen, Duppach, Hohenfels-Essingen, Kalenborn-Scheuern, Neroth, Pelm en Rockeskyll, en de stad Gerolstein;

c)

in de Eifelkreis Bitburg-Prüm: in de gemeente Prüm de deelgemeenten Büdesheim, Kleinlangenfeld, Neuendorf, Olzheim, Roth bei Prüm, Schwirzheim en Weinsheim.

B.   Nordrhein-Westfalen:

a)

in de Kreis Euskirchen: de steden Bad Münstereifel, Mechernich, Schleiden, in de stad Euskirchen de deelgemeenten Billig, Euenheim, Euskirchen (centrum), Flamersheim, Kirchheim, Kuchenheim, Kreuzweingarten, Niederkastenholz, Palmersheim, Rheder, Roitzheim, Schweinheim, Stotzheim en Wißkirchen, en de gemeenten Blankenheim, Dahlem, Hellenthal, Kall en Nettersheim;

b)

in de Rhein-Sieg-Kreis: in de stad Meckenheim de deelgemeenten Ersdorf en Altendorf, in de stad Rheinbach de deelgemeenten Oberdrees, Niederdrees, Wormersdorf, Todenfeld, Hilberath, Merzbach, Irlenbusch, Queckenberg, Kleinschlehbach, Großschlehbach, Loch, Berscheidt, Eichen en Kurtenberg, en in de gemeente Swisttal de deelgemeenten Miel en Odendorf.

2.   Frankrijk

Het grondgebied van de departementen Bas-Rhin en Moselle ten westen van de Rijn en het Rijn-Marne-kanaal, ten noorden van de autosnelweg A4, ten oosten van de Saar en ten zuiden van de grens met Duitsland, en de gemeenten Holtzheim, Lingolsheim en Eckbolsheim.

3.   Hongarije

Het grondgebied van de provincie Nógrád en het grondgebied van de provincie Pest, gelegen ten noorden en ten oosten van de Donau, ten zuiden van de grens met Slowakije, ten westen van de grens met de provincie Nógrád en ten noorden van autoweg E71, het grondgebied van de provincie Heves, gelegen ten oosten van de grens van de provincie Nógrád, ten zuiden en ten westen van de grens met de provincie Borsod-Abaúj-Zemplén en ten noorden van autoweg E71, en het grondgebied van de provincie Borsod-Abaúj-Zemplén, gelegen ten zuiden van de grens met Slowakije, ten oosten van de grens met de provincie Heves, ten noorden en ten westen van autoweg E71, ten zuiden van hoofdweg nr. 37 (het gedeelte tussen autoweg E71 en hoofdweg nr. 26) en ten westen van hoofdweg nr. 26.

4.   Slowakije

Het grondgebied van de districten ressorterend onder de raad voor diergeneeskunde en levensmiddelen (DVFA) van Žiar nad Hronom (districten Žiar nad Hronom, Žarnovica en Banská Štiavnica), Zvolen (districten Zvolen, Krupina en Detva), Lučenec (districten Lučenec en Poltár), Veľký Krtíš (district Veľký Krtíš), Komárno (district Komárno), Nové Zámky (district Nové Zámky), Levice (district Levice) en Rimavská Sobota (district Rimavská Sobota).

DEEL II

Bulgarije

Het hele grondgebied van Bulgarije.

DEEL III


Top