EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0259

2005/259/: Beschikking van de Raad van 14 maart 2005 waarbij de Republiek Cyprus wordt gemachtigd tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 11 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

OJ L 78, 24.3.2005, p. 48–49 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 334M, 12.12.2008, p. 119–122 (MT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/06/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/259/oj

24.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/48


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 14 maart 2005

waarbij de Republiek Cyprus wordt gemachtigd tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 11 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(2005/259/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), en met name op artikel 27, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 11 november 2004, heeft de Republiek Cyprus verzocht een maatregel te mogen toepassen die reeds bestond vóór haar toetreding tot de Europese Unie en die afwijkt van artikel 11, onderdeel A, lid 1, onder a), van Richtlijn 77/388/EEG.

(2)

De maatregel waarvoor een derogatie is vereist, strekt ertoe belastingontwijking door middel van manipulatie van de waarde van BTW-plichtige leveringen van goederen of diensten tegen te gaan.

(3)

De maatregel mag slechts worden toegepast wanneer de belastingdienst op basis van feiten kan concluderen dat familie-, juridische of zakelijke banden tussen de leverancier of dienstverrichter en de afnemer invloed hebben gehad op de vaststelling van de maatstaf van heffing overeenkomstig artikel 11, onderdeel A, lid 1, onder a), van genoemde richtlijn. De belastingdienst mag zich niet louter op vermoedens baseren en de betrokken partijen moeten de mogelijkheid krijgen om bewijs van het tegendeel te leveren indien zij de hoogte van de door de belastingdienst vastgestelde normale waarde betwisten.

(4)

De maatregel is zeer doelgericht zodat hij slechts kan worden toegepast wanneer een reeks voorwaarden is vervuld en er onmiskenbaar sprake is van belastingderving; hij is derhalve evenredig aan het beoogde doel.

(5)

Aan andere lidstaten werden soortgelijke derogaties toegestaan om belastingontwijking tegen te gaan, en zij zijn doeltreffend gebleken.

(6)

Deze derogatie zal het bedrag van de verschuldigde BTW in het stadium van het eindverbruik veilig stellen en heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Gemeenschappen uit de BTW,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 11, onderdeel A, lid 1, onder a), van Richtlijn 77/388/EEG wordt de Republiek Cyprus gemachtigd om de normale waarde te hanteren als de maatstaf van heffing voor goederen of diensten die worden geleverd in de in artikel 2 omschreven omstandigheden.

Artikel 2

De normale waarde mag worden toegepast uitsluitend als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

1)

de betaalde vergoeding is lager dan de normale waarde van het goed of de dienst;

2)

de afnemer heeft geen recht op volledige aftrek;

3)

de leverancier of dienstverrichter en de afnemer zijn met elkaar verbonden door familie-, zakelijke of juridische banden, zoals in de nationale wetgeving omschreven;

4)

op grond van een reeks feiten kan worden geconcludeerd dat deze familie-, zakelijke of juridische banden invloed hebben gehad op de vaststelling van de maatstaf van heffing overeenkomstig artikel 11, onderdeel A, lid 1, onder a), van Richtlijn 77/388/EEG.

Artikel 3

De in artikel 1 verleende machtiging vervalt op de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot rationalisering van de derogaties uit hoofde van artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG ter bestrijding van BTW-ontwijking waarbij leveringen van goederen of diensten tussen verbonden personen worden ondergewaardeerd, maar uiterlijk op 1 juni 2009.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Cyprus.

Gedaan te Brussel, 14 maart 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

F. BODEN


(1)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).


Top