EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1996

Verordening (EG) nr. 1996/2004 van de Commissie van 19 november 2004 tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van ammoniumnitraat uit de Russische Federatie en Oekraïne en tot voortzetting van de registratie van deze invoer

OJ L 344, 20.11.2004, p. 24–27 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 183M, 5.7.2006, p. 332–335 (MT)
Special edition in Bulgarian: Information about publishing Official Journal Special Edition not found, P. 45 - 48
Special edition in Romanian: Information about publishing Official Journal Special Edition not found, P. 45 - 48
Special edition in Croatian: Chapter 11 Volume 036 P. 298 - 301

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/05/2005

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1996/oj

20.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 344/24


VERORDENING (EG) Nr. 1996/2004 VAN DE COMMISSIE

van 19 november 2004

tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van ammoniumnitraat uit de Russische Federatie en Oekraïne en tot voortzetting van de registratie van deze invoer

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op de artikelen 8 en 21 en artikel 22, lid c),

Na overleg met het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 132/2001 (2) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op ammoniumnitraat uit Oekraïne. Bij Verordening (EG) nr. 658/2002 (3) heeft de Raad, na een onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen en een tussentijds onderzoek, een definitief antidumpingrecht ingesteld op ammoniumnitraat uit de Russische Federatie (hierna „Rusland” genoemd).

(2)

In maart 2004 heeft de Commissie met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4) de opening aangekondigd van een tussentijds onderzoek voor de eventuele herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing waren op ammoniumnitraat uit Rusland en Oekraïne; bij dit onderzoek zou worden nagegaan of deze maatregelen moesten worden aangepast om rekening te houden met bepaalde gevolgen van de uitbreiding van de Europese Unie tot 25 lidstaten (hierna „de uitbreiding” genoemd).

(3)

De Raad concludeerde dat het in het belang van de Gemeenschap was om de antidumpingmaatregelen tijdelijk aan te passen om te voorkomen dat de positie van importeurs en verwerkende bedrijven in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie onmiddellijk na de uitbreiding plotseling zeer ongunstig zou worden. Er werd geoordeeld dat dit doel het best bereikt kon worden door aanvaarding van door medewerkende bedrijven aangeboden verbintenissen die een minimuminvoerprijs en een kwantitatief plafond inhielden.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 1001/2004 (5) heeft de Commissie daarom, als bijzondere maatregel, verbintenissen op korte termijn aanvaard van i) een producent/exporteur in Oekraïne (OJSC „Azot”), ii) een producent/exporteur in Rusland (OJSC MCC Eurochem) voor ammoniumnitraat dat in zijn productie-installatie van JSC Nak Azot, Rusland, wordt vervaardigd en door een gelieerde onderneming verkocht (Cumberland Sound Ltd, Britse Maagdeneilanden), iii) twee gelieerde Russische producenten/exporteurs tezamen (Joint Stock Company „Acron” en Joint Stock Company „Dorogobuzh”).

(5)

Om vrijstelling van de antidumpingrechten door de aanvaarding van verbintenissen mogelijk te maken, werden Verordening (EG) nr. 658/2002 en Verordening (EG) nr. 132/2001 bij Verordening (EG) nr. 993/2004 gewijzigd.

(6)

Bij Verordening (EG) nr. 1001/2004 werd bepaald dat de aanvaarding van de verbintenissen beperkt was tot een beginperiode van zes maanden (hierna „de beginperiode” genoemd), dat de verbintenissen geen afbreuk zouden doen aan de normale looptijd van de antidumpingmaatregelen en na de beginperiode zouden vervallen, tenzij de Commissie het raadzaam zou achten de toepassingsduur te verlengen.

(7)

Zoals vermeld in overweging 15 van Verordening (EG) nr. 1001/2004 zou een verlenging van de aanvaarding van de verbintenissen afhankelijk zijn van een onderzoek aan het einde van de beginperiode waarbij zou worden nagegaan of gebruikers in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie nog steeds te maken hadden met de uitzonderlijk ongunstige omstandigheden die tot de aanvaarding van de verbintenissen hebben geleid. Ook zou worden nagegaan of de betrokken ondernemingen hun verbintenissen zijn nagekomen.

B.   ONDERZOEK

1.   Inhoud van de verbintenissen

(8)

Bij de verbintenissen hebben de ondernemingen zich er onder meer toe verplicht hun traditionele exportpatroon naar de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie te handhaven en minimuminvoerprijzen in acht te nemen. De minimuminvoerprijzen dragen er in belangrijke mate toe bij dat de gevolgen van schadelijke dumping, die in het kader van de oorspronkelijke onderzoeken werd vastgesteld, worden weggenomen. Bij deze uitvoer dienden ook kwantitatieve plafonds in acht te worden genomen die werden vastgesteld aan de hand van de vroegere, traditionele uitvoer naar de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie.

(9)

De ondernemingen hebben zich er ook toe verbonden de Commissie regelmatig nauwkeurige gegevens te verstrekken over hun uitvoer naar de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie (of wederverkoop door gelieerde bedrijven in de Gemeenschap) in de vorm van een maandelijks verslag en controlebezoeken van de Commissie te aanvaarden. Ook de traditionele afnemers van de exporteurs in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie hebben schriftelijk ingestemd met een controle door de Commissie in hun bedrijven om de Commissie in staat te stellen de naleving van de verbintenissen te controleren.

2.   Naleving van de verbintenissen

(10)

Bij controles bij de producenten/exporteurs bleek dat zij de minimuminvoerprijzen in acht hadden genomen en dat de uitvoer naar de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie de in de verbintenissen vastgelegde kwantitatieve plafonds niet had overschreden. Bovendien werd vastgesteld dat de ondernemingen hun traditionele export naar afzonderlijke afnemers in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie in grote lijnen hadden aangehouden. Volgens de beschikbare gegevens waren er bovendien, bij de invoer in de Gemeenschap van ammoniumnitraat waarvoor in het kader van de verbintenissen vrijstelling van antidumpingrechten was verleend, geen zichtbare „verschuivingen” opgetreden van de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie naar de 15 lidstaten van de Europese Unie.

3.   Verlenging van de verbintenissen

(11)

Bij analyse van de maandelijkse verslagen die de betrokken ondernemingen de Commissie hebben toegezonden en vergelijking met officiële statistische gegevens bleek dat er nog steeds een duidelijk verschil is tussen de prijzen van ammoniumnitraat in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie en in de 15 lidstaten van de Europese Unie, hoewel dit verschil iets minder groot is geworden. Bovendien werd vastgesteld dat de invoer vanuit Rusland en Oekraïne in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie sedert de uitbreiding is gedaald. Daar de onderzochte periode echter een „laagseizoen” is, wat ammoniumnitraat betreft, is deze invoer nog steeds aanzienlijk. Voorts, zoals vermeld in overweging 28 van Verordening (EG) nr. 993/2004, werd vóór de uitbreiding, in 2003 en de eerste maanden van 2004, een abnormale stijging waargenomen van de invoer vanuit Rusland en Oekraïne in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Er werd geoordeeld dat dit mede de oorzaak kon zijn geweest van de daling van de invoer vanuit Rusland en Oekraïne in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie na de uitbreiding.

C.   CONCLUSIE

1.   Aanvaarding van verbintenissen

(12)

Aangezien de uitzonderlijke ongunstige omstandigheden die vóór de uitbreiding bestonden en die de verbintenissen noodzakelijk maakten nog steeds voortduren en de ondernemingen de voorwaarden van de verbintenissen in de beginperiode in acht hebben genomen, wordt geoordeeld dat de verbintenissen die deze ondernemingen voor een nieuwe termijn hebben aangeboden kunnen worden aanvaard.

(13)

Indien de duur van deze nieuwe termijn meer dan zes maanden bedraagt, kan de verbintenis echter niet meer worden beschouwd als een verbintenis voor een overgangsperiode; derhalve geldt de aanvaarding slechts van 21 november 2004 tot en met 20 mei 2005 (hierna „de slotperiode” genoemd).

(14)

De kwantitatieve plafonds voor de slotperiode werden op dezelfde wijze berekend als die voor de beginperiode (bij de vaststelling van de kwantitatieve plafonds voor de slotperiode werd echter geen aftrek toegepast op de traditionele hoeveelheden ter compensatie van de abnormale omvang van de invoer vóór de uitbreiding). Niettemin werd bij de vaststelling van de kwantitatieve plafonds voor de slotperiode rekening gehouden met een groeifactor gezien de ontwikkeling in de richting van een groter verbruik van ammoniumnitraat in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie.

(15)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 993/2004 hebben de producenten/exporteurs zich ertoe verbonden invoerplafonds en minimuminvoerprijzen in acht nemen en, om de Commissie in staat te stellen de verbintenissen te controleren, ermee ingestemd hun traditionele exportpatroon naar afzonderlijke afnemers in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie in grote lijnen te handhaven. Deze producenten/exporteurs zijn ervan op de hoogte dat wanneer hun exportpatronen opvallende wijzigingen vertonen of wanneer naleving van de verbintenissen op de een of andere wijze niet of moeilijk kan worden gecontroleerd de Commissie haar aanvaarding van de verbintenissen kan intrekken en deze door definitieve antidumpingrechten vervangen. De Commissie mag ook het invoerplafond aanpassen of andere maatregelen nemen om de situatie te herstellen.

(16)

Ook kan de Commissie haar aanvaarding van de verbintenissen intrekken indien deze worden geschonden en deze door definitieve antidumpingrechten vervangen.

(17)

De ondernemingen dienen de Commissie ook regelmatig nauwkeurige gegevens te verstrekken over hun uitvoer naar de Gemeenschap zodat de Commissie de naleving van de verbintenissen kan controleren.

(18)

Om de Commissie in staat te stellen de naleving van de verbintenissen te controleren wordt vrijstelling van het recht - wanneer een aangifte voor het vrije verkeer in het kader van een van de verbintenissen bij de douane wordt ingediend – uitsluitend verleend op overlegging van een factuur die ten minste de gegevens bevat die zijn vermeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 993/2004. Deze gegevens moeten ook worden verstrekt om de douane in staat te stellen erop toe te zien dat de aangeboden goederen met de handelsdocumenten overeenstemmen. Indien een dergelijke factuur niet wordt overgelegd of niet overeenstemt met de goederen die bij de douane worden aangeboden moet het toepasselijke antidumpingrecht worden betaald.

2.   Overleg met de lidstaten

(19)

Overeenkomstig overweging 15 van Verordening (EG) nr. 1001/2004 werden de lidstaten geraadpleegd over het voorstel tot verlenging van de verbintenissen. Enkele lidstaten waren van oordeel dat de minimuminvoerprijzen verhoogd moesten worden. Er wordt evenwel op gewezen dat deze verbintenissen niet gelijkwaardig zijn met antidumpingrechten, daar de minimuminvoerprijzen lager zijn dan gewoonlijk het geval is. Het zijn „bodemprijzen” waaronder de prijzen in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie niet mogen dalen. In verband hiermee en gelet op de korte termijn van de verbintenissen en de uitzonderlijke omstandigheden waarin ze werden aanvaard, wordt een herziening van de minimuminvoerprijzen momenteel niet raadzaam geacht.

3.   Mededeling aan belanghebbenden

(20)

Alle belanghebbenden die zich hadden aangemeld werd medegedeeld dat de Commissie voornemens was de verbintenissen te aanvaarden. De organisatie van EG-producenten deelde mede dat zij geen bezwaar had tegen de verlenging van de verbintenissen mits dit geen nadelige gevolgen had voor de situatie van haar leden. Een nationale producentenorganisatie in Polen steunde het standpunt van enkele lidstaten dat de minimuminvoerprijzen verhoogd moesten worden omdat de producenten tegen die prijzen de kosten niet konden dekken. Om de in de vorige overweging vermelde redenen is het momenteel echter niet raadzaam de minimuminvoerprijzen te herzien.

(21)

Een producent/exporteur in Rusland heeft de Commissie medegedeeld dat hij voornemens was ammoniumnitraat naar de Gemeenschap uit te voeren via zijn pas opgerichte handelsmaatschappij in Zwitserland.

(22)

Er werd geen andere opmerkingen ontvangen op grond waarvan de Commissie haar standpunt moest wijzigen.

D.   REGISTRATIE VAN DE INVOER

(23)

Bij Verordening (EG) nr. 1001/2004 werd de douane de opdracht gegeven de invoer te registreren van ammoniumnitraat uit Rusland en Oekraïne dat werd uitgevoerd door ondernemingen waarvan verbintenissen waren aanvaard en waarvoor om vrijstelling van de antidumpingrechten werd verzocht die waren ingesteld bij Verordening (EG) nr. 132/2001 en Verordening (EG) nr. 658/2002, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 993/2004.

(24)

Daar de beginperiode van de verbintenissen op 21 mei 2004 inging en de slotperiode rechtstreeks op de beginperiode zal aansluiten, moeten deze twee perioden als één doorlopende periode worden beschouwd. Volgens artikel 14, lid 5, van de basisverordening is de maximumperiode vóór registratie evenwel negen maanden; derhalve mag de douane deze invoer slechts tot 20 februari 2005 registreren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De verbintenissen die werden aangeboden door de hieronder vermelde producenten/exporteurs in het kader van de antidumpingprocedure betreffende ammoniumnitraat uit Oekraïne en de Russische Federatie worden aanvaard:

Land

Onderneming

Aanvullende Taric-code

Oekraïne

Vervaardigd en uitgevoerd door OJC „Azot”, Cherkassy, Oekraïne, naar de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap die optreedt als importeur

A521

Russische Federatie

Vervaardigd door OJSC MCC Eurochem, Moskou, Rusland, in haar productie-installatie van JSC Nak Azot, Novomoskovsk, Rusland en verkocht door Cumberland Sound Ltd., Tortola, Britse Maagdeneilanden, of door EuroChem Trading GmbH, Zug, Zwitserland, aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap die optreedt als importeur

A522

Russische Federatie

Vervaardigd en uitgevoerd door Joint Stock Company „Acron”, Veliky Novgorod, Rusland of door Joint Stock Company „Dorogobuzh” Verkhnedneprovsky, Smolensk Region, Rusland, aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap die optreedt als importeur

A532

2.   De douane wordt de opdracht gegeven overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 de nodige maatregelen te nemen om tot en met 20 februari 2005 de invoer te registreren van ammoniumnitraat, ingedeeld onder de GN-codes 3102 30 90 en 3102 40 90, van oorsprong uit de Russische Federatie en Oekraïne, dat wordt vervaardigd en verkocht, of vervaardigd en uitgevoerd, door de in lid 1 genoemde ondernemingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en blijft tot en met 20 mei 2005 van kracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 november 2004.

Voor de Commissie

Pascal LAMY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 23 van 25.1.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 993/2004 (PB L 182 van 19.5.2004, blz. 28).

(3)  PB L 102 van 18.4.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 993/2004 (PB L 182 van 19.5.2004, blz. 28).

(4)  PB C 70 van 20.3.2004, blz. 15.

(5)  PB L 183 van 20.5.2004, blz. 13.


Top