EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0958

Verordening (EG) nr. 958/2003 van de Commissie van 3 juni 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Besluit 2003/286/EG van de Raad wat betreft de concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde graanproducten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2809/2000

OJ L 136, 4.6.2003, p. 3–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 039 P. 11 - 14

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; opgeheven door 32006R1996

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/958/oj

32003R0958

Verordening (EG) nr. 958/2003 van de Commissie van 3 juni 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Besluit 2003/286/EG van de Raad wat betreft de concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde graanproducten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2809/2000

Publicatieblad Nr. L 136 van 04/06/2003 blz. 0003 - 0006


Verordening (EG) nr. 958/2003 van de Commissie

van 3 juni 2003

tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Besluit 2003/286/EG van de Raad wat betreft de concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde graanproducten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2809/2000

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit 2003/286/EG van de Raad van 8 april 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies(1), en met name op artikel 3, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig Besluit 2003/286/EG heeft de Gemeenschap zich ertoe verbonden voor elk verkoopseizoen tariefcontingenten voor invoer tegen nulrecht vast te stellen voor tarwe, mengkoren, tarwegluten en maïs van oorsprong uit de Republiek Bulgarije.

(2) Met het oog op een geordende, niet-speculatieve invoer van de onder deze tariefcontingenten vallende tarwe en maïs, moet worden bepaald dat voor deze invoertransacties een invoercertificaat moet worden overgelegd. Deze certificaten worden op verzoek van de belanghebbenden binnen de vastgestelde hoeveelheden afgegeven, in voorkomend geval na vaststelling van een op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt.

(3) Met het oog op een goed beheer van deze contingenten moet worden bepaald welke termijnen gelden voor de indiening van de certificaataanvragen en welke gegevens in de aanvragen en certificaten moeten worden vermeld.

(4) Het is dienstig om, met het oog op de leveringsvoorwaarden, te bepalen dat de geldigheidsduur van de invoercertificaten ingaat op de dag van afgifte en verstrijkt aan het einde van de maand volgende op de maand van afgifte.

(5) Voor een doeltreffend beheer van de contingenten moet worden bepaald dat van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 325/2003(3), kan worden afgeweken wat betreft de overdraagbaarheid van de certificaten en de tolerantie voor de hoeveelheden die in het vrije verkeer worden gebracht.

(6) Met het oog op een doeltreffend beheer van de contingenten moet de zekerheid voor de invoercertificaten, in afwijking van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 498/2003(5), worden vastgesteld op een relatief hoog niveau.

(7) Er moet voor worden gezorgd dat de Commissie en de lidstaten elkaar snel informeren over de aangevraagde en de ingevoerde hoeveelheden.

(8) Aangezien Verordening (EG) nr. 2290/2000 van de Raad van 9 oktober 2000 tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Bulgarije(6) bij Besluit 2003/286/EG is ingetrokken, is het noodzakelijk Verordening (EG) nr. 2809/2000 van de Commissie van 20 december 2000 houdende toepassingsbepalingen, wat de producten van de graansector betreft, van de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000 en (EG) nr. 2851/2000 waarbij bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit respectievelijk de Republiek Bulgarije en de Republiek Polen zijn vastgesteld, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1218/96(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr 573/2003(8), te wijzigen.

(9) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Bij invoer van tarwe en mengkoren van GN-code 1001 en van tarwegluten van GN-code 1109 00 00, als genoemd in bijlage I, van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, waarvoor in het kader van het tariefcontingent met volgnummer 09.4676 een nulrecht bij invoer geldt krachtens Besluit 2003/286/EG, moet een overeenkomstig onderhavige verordening afgegeven invoercertificaat worden overgelegd.

2. Bij invoer van maïs van de GN-codes 1005 10 90 en 1005 90 00, als genoemd in bijlage I, van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, waarvoor in het kader van het tariefcontingent met volgnummer 09.4677 een nulrecht bij invoer geldt krachtens Besluit 2003/286/EG, moet een overeenkomstig onderhavige verordening afgegeven invoercertificaat worden overgelegd.

3. De in de leden 1 en 2 bedoelde producten worden in het vrije verkeer gebracht tegen overlegging van één van de volgende documenten:

a) een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer overeenkomstig Protocol nr. 4 bij de Europaovereenkomst tussen de Gemeenschap en dat land;

b) een verklaring op de factuur, opgesteld door de uitvoerder overeenkomstig het voornoemde protocol.

Artikel 2

1. De aanvragen voor invoercertificaten worden op de tweede maandag van elke maand uiterlijk om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) bij de bevoegde autoriteit van iedere lidstaat ingediend.

In elke certificaataanvraag moet een hoeveelheid zijn vermeld die de voor de invoer van het betrokken product in het betrokken verkoopseizoen beschikbare hoeveelheid niet overschrijdt.

2. Op de dag van indiening van de aanvragen, uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de Commissie per fax ((32-2) 295 25 15), overeenkomstig het model in bijlage II, de totale hoeveelheid mee die wordt verkregen door optelling van de in de invoercertificaataanvragen vermelde hoeveelheden.

Deze informatie moet los van die betreffende de andere invoercertificaataanvragen voor granen worden meegedeeld.

3. Indien de som van de sinds het begin van het verkoopseizoen voor elk betrokken product toegekende hoeveelheden en de in lid 2 bedoelde hoeveelheid het contingent voor het betrokken verkoopseizoen overschrijdt, stelt de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na de indiening van de aanvragen één enkele verminderingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op alle aangevraagde hoeveelheden.

4. Onverminderd lid 3 worden de certificaten afgegeven op de vijfde werkdag na de dag van indiening van de aanvraag. Op de dag van afgifte, uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de Commissie per fax de totale hoeveelheid mee die wordt verkregen door optelling van de hoeveelheden waarvoor op die dag invoercertificaten zijn afgegeven.

Artikel 3

Met het oog op de afboeking van de hoeveelheden die in het kader van het in artikel 1, lid 1, genoemd contingent zijn ingevoerd, past de Commissie de in bijlage III vermelde gelijkwaardigheidscoëfficiënten toe. De in elke certificaataanvraag vermelde hoeveelheid voor een bepaald product wordt vermenigvuldigd met de coëfficiënt voor het betrokken product.

Artikel 4

Overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 gaat de geldigheidsduur van het certificaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

De invoercertificaten zijn geldig tot het einde van de maand na die waarin ze zijn afgegeven.

Artikel 5

De uit de invoercertificaten voortvloeiende rechten zijn niet overdraagbaar.

Artikel 6

De in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid mag niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. Daartoe wordt in vak 19 het cijfer "0" ingevuld.

Artikel 7

Op de invoercertificaataanvraag en het invoercertificaat moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) in vak 8, de naam van het land van oorsprong;

b) in vak 20, één van de volgende vermeldingen:

- Reglamento (CE) n° 958/2003

- Forordning (EF) nr. 958/2003

- Verordnung (EG) Nr. 958/2003

- Kανονισμός (EK) αριθ. 958/2003

- Regulation (EC) No 958/2003

- Règlement (CE) n° 958/2003

- Regolamento (CE) n. 958/2003

- Verordening (EG) nr. 958/2003

- Regulamento (CE) n.o 958/2003

- Asetus (EY) N:o 958/2003

- Förordning (EG) nr 958/2003

c) in vak 24, het woord "nulrecht".

Artikel 8

De zekerheid met betrekking tot de in deze verordening bedoelde invoercertificaten bedraagt 30 EUR per ton.

Artikel 9

Verordening (EG) nr. 2809/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1. De titel wordt vervangen door:

"Verordening (EG) nr. 2809/2000 van de Commissie van 20 december 2000 houdende toepassingsbepalingen, wat de producten van de graansector betreft, voor Verordening (EG) nr. 2851/2000, waarbij bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Republiek Polen zijn vastgesteld, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1218/96".

2. Artikel 1 wordt geschrapt.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 juni 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 102 van 24.4.2003, blz. 60.

(2) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(3) PB L 47 van 21.2.2003, blz. 21.

(4) PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.

(5) PB L 74 van 20.3.2003, blz. 15.

(6) PB L 262 van 17.10.2000, blz. 1.

(7) PB L 326 van 22.12.2000, blz. 16.

(8) PB L 82 van 29.3.2003, blz. 25.

BIJLAGE I

Lijst van producten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, als bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

Model voor de in artikel 2, lid 2, bedoelde mededeling

Invoercontingenten voor tarwe en maïs van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, geopend bij Besluit 2003/286/EG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

In artikel 3 bedoelde gelijkwaardigheidscoëfficiënten voor tarwe en tarweproducten uit de Republiek Bulgarije

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top