EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998D0601

98/601/EG: Beschikking van de Commissie van 13 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor producten van de wegenbouw (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2925) (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 287, 24.10.1998, p. 41–44 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Estonian: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Latvian: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Lithuanian: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Hungarian Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Maltese: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Polish: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Slovak: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Slovene: Chapter 13 Volume 021 P. 115 - 119
Special edition in Bulgarian: Chapter 13 Volume 024 P. 101 - 105
Special edition in Romanian: Chapter 13 Volume 024 P. 101 - 105
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 060 P. 52 - 55

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 02/08/2001

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/601/oj

31998D0601

98/601/EG: Beschikking van de Commissie van 13 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor producten van de wegenbouw (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2925) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 287 van 24/10/1998 blz. 0041 - 0044


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 13 oktober 1998 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor producten van de wegenbouw (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2925) (Voor de EER relevante tekst) (98/601/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten (1), gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG (2), inzonderheid op artikel 13, lid 4,

Overwegende dat de Commissie bij de keuze tussen de twee in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG bedoelde procedures voor de conformiteitsverklaring van een product de "minst kostbare veiligheidsconforme procedure" moet kiezen; dat dit inhoudt dat het noodzakelijk is vast te stellen of voor een bepaald product of bepaalde familie van producten het bestaan van een onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant vallend productiecontrolesysteem in de fabriek een noodzakelijke en toereikende voorwaarde is voor een conformiteitsverklaring, dan wel of daarvoor, om redenen die verband houden met de naleving van de in artikel 13, lid 4, genoemde criteria, een erkende certificatie-instantie moet worden ingeschakeld;

Overwegende dat artikel 13, lid 4, voorschrijft dat de aldus gekozen procedure in de mandaten en technische specificaties moet worden genoemd; dat het derhalve wenselijk is het in de mandaten en technische specificaties gebruikte begrip producten of families van producten vast te leggen;

Overwegende dat de twee procedures van artikel 13, lid 3, nader in bijlage III van Richtlijn 89/106/EEG zijn beschreven; dat het derhalve noodzakelijk is voor elk product of elke familie van producten duidelijk de methoden voor de toepassing van de twee procedures aan te geven, onder verwijzing naar genoemde bijlage III, daar bijlage III aan bepaalde systemen de voorkeur geeft;

Overwegende dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder a), overeenkomt met de systemen die in mogelijkheid 1 zonder permanente bewaking en in de mogelijkheden 2 en 3 van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd en dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder b), overeenkomt met de systemen die in punt 2, onder i), van bijlage III en in mogelijkheid 1 met permanente bewaking van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De conformiteit van de in bijlage I genoemde producten en families van producten wordt vastgesteld aan de hand van een procedure waarbij de fabrikant als enige verantwoordelijk is voor een productiecontrolesysteem in de fabriek dat waarborgt dat de producten in overeenstemming zijn met de desbetreffende technische specificaties.

Artikel 2

De conformiteit van de in bijlage II genoemde producten wordt vastgesteld aan de hand van een procedure waarbij, naast een door de fabrikant uitgevoerd productiecontrolesysteem in de fabriek, bij de beoordeling en de bewaking van de productiecontrole of het product zelf een erkende certificatie-instantie wordt ingeschakeld.

Artikel 3

De procedure voor de conformiteitsverklaring overeenkomstig bijlage III wordt vermeld in de mandaten voor geharmoniseerde normen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 oktober 1998.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

(1) PB L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

(2) PB L 220 van 30. 8. 1993, blz. 1.

BIJLAGE I

Hulpmiddelen (bijvoorbeeld deuvels, voegvullingsstroken, voegvullingsmassa)

Voor gebruik in betonwegen

BIJLAGE II

Bitumen (bijvoorbeeld zuivere bitumen, polymeerbitumen, vloeibitumen, vloeipolymeerbitumen, cutback, bitumenemulsie, vloeibitumenemulsie, polymeerbitumenemulsie, vloeipolymeerbitumenemulsie, natuurlijk(e) asfalt/bitumen)

Voor gebruik in de wegenbouw en voor de oppervlaktebehandeling van wegen

Bitumineuze mengsels (bijvoorbeeld asfaltbeton met inbegrip van zeer zacht asfalt en asfalt voor zeer dunne lagen, poreus asfalt, mastiekasfalt (Gussasphalt), steenmastiekasfalt, warmasfalt)

Voor gebruik in de wegenbouw en voor de oppervlaktebehandeling van wegen

Oppervlaktebehandelingsproducten (bijvoorbeeld slem voor deklagen, microsurfacing, dichtingslagen)

Voor de oppervlaktebehandeling van wegen

Kits en producten voor het waterdicht maken van brugdekken (bijvoorbeeld mastiekasfalt, geprefabriceerde membranen, voorgevormde asfaltmatten, harsen/polyurethaan)

Voor gebruik op brugdekken

BIJLAGE III

Opmerking: voor producten uit onderstaande productfamilies met meer dan één beoogd gebruik, zijn de taken voor de erkende instantie, gebaseerd op de relevante systemen van verklaring van overeenstemming, cumulatief.

PRODUCTFAMILIE

PRODUCTEN VOOR DE WEGENBOUW (1/2)

1. Systemen van verklaring van overeenstemming

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor de onderstaande producten en het beoogde gebruik daarvan het volgende systeem van verklaring van overeenstemming te vermelden:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast al hoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen is voor de fabrikant de verificatie van een dergelijke eigenschap niet verplicht indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van dit product wil mededelen.

PRODUCTFAMILIE

PRODUCTEN VOOR DE WEGENBOUW (2/2)

1. Systemen van verklaring van overeenstemming

CEN/Cenelec wordt verzocht om in de desbetreffende geharmoniseerde normen voor de onderstaande producten en het beoogde gebruik daarvan het volgende systeem van verklaring van overeenstemming te vermelden:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast al hoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen is voor de fabrikant de verificatie van een dergelijke eigenschap niet verplicht indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van dit product wil mededelen.

Top