EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R0097

Verordening (EG) nr. 97/95 van de Commissie van 17 januari 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad wat betreft de minimumprijs en het compensatiebedrag die aan de aardappeltelers moeten worden betaald, en van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel

OJ L 16, 24.1.1995, p. 3–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 017 P. 131 - 143

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2004; opgeheven door 32003R2236

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/97/oj

31995R0097

Verordening (EG) nr. 97/95 van de Commissie van 17 januari 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad wat betreft de minimumprijs en het compensatiebedrag die aan de aardappeltelers moeten worden betaald, en van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel

Publicatieblad Nr. L 016 van 24/01/1995 blz. 0003 - 0015


VERORDENING (EG) Nr. 97/95 VAN DE COMMISSIE van 17 januari 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad wat betreft de minimumprijs en het compensatiebedrag die aan de aardappeltelers moeten worden betaald, en van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1866/94 (2), en met name op artikel 8,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1543/93 van de Raad van 14 juni 1993 tot vaststelling van het bedrag van de premie voor de aardappelzetmeelfabrikanten voor de verkoopseizoenen 1993/1994, 1994/1995 en 1995/1996 (3), en met name op artikel 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel (4), en met name op artikel 8,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1868/94 is voorzien in een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel waarvoor communautaire steun kan worden verleend; dat de contingenten door de Lid-Staten dienen te worden verdeeld op basis van de produktie in een referentieperiode en de door aardappelmeelbedrijven vóór 31 januari 1994 gedane investeringen die geen produktie hebben opgeleverd in de referentieperiode; dat beide criteria even belangrijk zijn; dat moet worden voorzien in een evenredige aanpassing van de subcontingenten, om te garanderen dat het totale contingent van een Lid-Staat niet wordt overschreden;

Overwegende dat voorwaarden moeten worden vastgesteld om te garanderen dat alleen echte investeringen die vóór 31 januari 1994 tot een bepaalde minimale produktiestijging hebben geleid, door de Lid-Staten in aanmerking worden genomen bij de toewijzing van subcontingenten;

Overwegende dat voorwaarden moeten worden vastgesteld om te waarborgen dat de reserve van 110 000 ton die is gecreëerd om de produktie in Duitsland in het verkoopseizoen 1996/1997 te dekken, alleen wordt gebruikt voor gevallen waarin de produktie het resultaat is van vóór 31 januari 1994 definitief vastgelegde investeringen en pas nadat alle door de beëindiging van aardappelmeelbedrijven beschikbaar gekomen subcontingenten zijn opgebruikt;

Overwegende dat nader moet worden bepaald welke punten in een teeltcontract tussen aardappelmeelbedrijven en aardappeltelers moeten worden geregeld, om te voorkomen dat contracten worden gesloten voor grotere hoeveelheden dan de subcontingenten van de bedrijven; dat dergelijke bedrijven een verbod moet worden opgelegd om leveringen te aanvaarden van aardappelen die niet onder een teeltcontract vallen, aangezien dit de efficiëntie van de contingenteringsregeling in gevaar zou brengen en ook de inachtneming van de eis dat de minimumprijs als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 moet worden betaald voor alle voor de zetmeelproduktie bestemde aardappelen; dat het evenwel mogelijk moet zijn om, wanneer als gevolg van weersomstandigheden op de onder een teeltcontract vallende arealen meer aardappelen worden geproduceerd dan aanvankelijk verwacht of aardappelen met een hoger zetmeelgehalte, een aardappelmeelbedrijf deze aardappelen te laten accepteren, op voorwaarde dat het er de bovenbedoelde minimumprijs voor betaalt;

Overwegende dat aardappelen met een zetmeelgehalte van minder dan 13 % niet kunnen worden beschouwd als aardappelen voor de vervaardiging van aardappelzetmeel als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1766/92; dat aardappelen met een zetmeelgehalte van minder dan 13 % niet door de aardappelmeelbedrijven zouden mogen worden aanvaard; dat, wanneer als gevolg van de weersomstandigheden het zetmeelgehalte lager ligt, de Commissie op verzoek van een Lid-Staat moet kunnen toestaan dat aardappelen met een zetmeelgehalte van ten minste 12,8 % worden geaccepteerd;

Overwegende dat een aantal bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1543/93 die verenigbaar zijn met en noodzakelijk voor de toepassing van de contingenteringsregeling duidelijkheidshalve in deze verordening moeten worden opgenomen;

Overwegende dat aanvaardbare methoden moeten worden vastgesteld om het onderwatergewicht van aardappelen te bepalen, en een tabel moet worden vastgesteld met het corresponderende zetmeelgehalte en het te betalen steunbedrag;

Overwegende dat controlemaatregelen moeten worden ingesteld om ervoor te zorgen dat alleen voor zetmeel dat overeenkomstig deze verordening is geproduceerd, compensatiebedragen en premies worden betaald;

Overwegende dat het, ten einde de telers van voor de zetmeelproduktie bestemde aardappelen te beschermen, volstrekt noodzakelijk is dat de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 vastgestelde minimumprijs voor alle dergelijke aardappelen wordt betaald; dat derhalve moet worden voorzien in sancties bij niet-betaling van de minimumprijs of wanneer bedrijven aardappelen aanvaarden die niet onder een teeltcontract vallen;

Overwegende dat voorschriften moeten worden vastgesteld om te waarborgen dat boven het subcontingent van een bedrijf geproduceerd aardappelzetmeel zonder uitvoerrestitutie wordt uigevoerd, als bepaald in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94; dat bij elke overtreding sancties moeten worden toegepast;

Overwegende dat moet worden bepaald wat er gebeurt met subcontingenten van bedrijven die fuseren, van eigenaar veranderen of geen handel meer drijven;

Overwegende dat, om de Lid-Staten en de Commissie in staat te stellen de werking van de contingenteringsregeling te controleren, moet worden bepaald welke informatie door de aardappelmeelbedrijven aan de Lid-Staat en door de Lid-Staten aan de Commissie dient te worden meegedeeld;

Overwegende dat, aangezien Verordening (EEG) nr. 1543/93 is ingetrokken per 1 juli 1995, wanneer de contingenteringsregeling in werking treedt ook Verordening (EEG) nr. 1711/93 van de Commissie (5), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1993/94 (6), op die datum moet worden ingetrokken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Titel I DEFINITIES - CONTINGENTERINGSREGELING

Artikel 1

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:

a) contingent: het contingent per Lid-Staat, als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94;

b) subcontingent: het gedeelte van een contingent dat door de Lid-Staat aan een aardappelmeelbedrijf wordt toegewezen;

c) aardappelmeelbedrijf:

- elke natuurlijke of rechtspersoon die is gevestigd op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat en die in de verkoopseizoenen 1990/1991, 1991/1992 en 1992/1993 of in het verkoopseizoen 1992/1993 de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1543/93 bedoelde premie heeft ontvangen;

- in afwijking van de tekst onder het vorige streepje, in het specifieke geval van investeringen als bedoeld in artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1868/94 voor Duitsland, elke natuurlijke of rechtspersoon die in het verkoopseizoen 1996/1997 met zijn produktie begint overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 2, van deze verordening;

d) teler: elke natuurlijke of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die aan een aardappelmeelbedrijf door hemzelf haar leden geteelde aardappelen levert, uit eigen naam en voor eigen rekening, in het kader van een door of namens hem/haar gesloten teeltcontract;

e) teeltcontract: elke contract tussen een teler of een groepering van telers enerzijds en een aardappelmeelbedrijf anderzijds;

f) aardappelen: aardappelen bestemd voor de vervaardiging van aardappelzetmeel, als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1766/92, waarvan het zetmeelgehalte ten minste 13 % bedraagt;

g) niet-gemodificeerd aardappelzetmeel: geproduceerd zetmeel van GN-code 1108 13 00 dat geen enkele verwerking heeft ondergaan;

h) fusie van aardappelmeelbedrijven: de samenvoeging van twee of meer aardappelmeelbedrijven tot één enkel bedrijf;

i) vervreemding (verandering van eigenaar) van een aardappelmeelbedrijf: de overdracht of de overneming van het vermogen van een aardappelmeelbedrijf dat over een subcontingent beschikt, aan of door een of meer aardappelmeelbedrijven;

j) vervreemding (verandering van eigenaar) van een aardappelmeelfabriek: de overdracht van de eigendom van een technische eenheid die over alle nodige installaties voor de vervaardiging van aardappelzetmeel beschikt, aan een of meer aardappelmeelbedrijven, waardoor de produktie van het overdragende aardappelmeelbedrijf geheel of gedeeltelijk wordt overgenomen;

k) verhuur van een fabriek: de met een aardappelmeelbedrijf in dezelfde Lid-Staat als die waar de betrokken fabriek is gevestigd met het oog op de exploitatie voor een duur van ten minste drie opeenvolgende verkoopseizoenen gesloten overeenkomst van huur en verhuur van een technische eenheid met de volledige voor de vervaardiging van aardappelzetmeel noodzakelijke installatie, indien na de inwerkingtreding van de verhuur, het aardappelmeelbedrijf dat de betrokken fabriek huurt, ten aanzien van zijn gehele produktie kan worden beschouwd als één enkel aardappelmeelbedrijf.

Artikel 2

1. Voor de verkoopseizoenen 1995/1996, 1996/1997 en 1997/1998 wordt het in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde contingent vóór 8 maart 1995 verdeeld over de aardappelmeelbedrijven op het grondgebied van de producerende Lid-Staat. De verdeling geschiedt als volgt:

- hetzij op basis van de gemiddelde hoeveelheid aardappelzetmeel die het bedrijf in de verkoopseizoenen 1990/1991, 1991/1992 en 1992/1993 geproduceerd heeft en waarvoor het de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1543/93 bedoelde premie ontvangen heeft,

- hetzij de door het bedrijf in het verkoopseizoen 1992/1993 geproduceerde hoeveelheid aardappelzetmeel waarvoor het de premie ontvangen heeft,

met verdiscontering, in voorkomend geval, van de nieuwe capaciteit die voortvloeit uit de overeenkomstig artikel 3 geconstateerde investeringen.

2. De som van de volgens lid 1 vastgestelde hoeveelheden moet eventueel proportioneel worden aangepast in verhouding tot het totale contingent.

3. Wanneer artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 wordt toegepast, worden de toegewezen subcontingenten aan het begin van het verkoopseizoen na de overschrijding dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 3

1. De Lid-Staat moet rekening houden met de vóór 31 januari 1994 daadwerkelijk gedane investeringen die niet hebben geresulteerd in een produktie van aardappelzetmeel in de door de Lid-Staat gekozen referentieperiode, waarbij het volgende geldt:

a) het investeringsplan op grond waarvan de nieuwe produktiecapaciteit is gecreëerd, moet aan de bevoegde autoriteit worden overgelegd;

b) in dit plan dient de nieuwe produktiecapaciteit te worden geraamd die normaliter uit de voorgenomen investeringen zou resulteren;

c) alleen met plannen die gericht zijn op een verhoging van de produktiecapaciteit met ten minste 5 %, uitgedrukt hetzij in dagcapaciteit, hetzij in ten opzichte van de gebruikelijke fabricageperiode van het aardappelmeelbedrijf extra werkdagen, wordt rekening gehouden;

d) alleen de in het kader van het ingediende plan daadwerkelijk vóór 31 januari 1994 verrichte investeringen die ten minste 10 % van de totale kosten van het plan uitmaken, worden in aanmerking genomen, zulks ten belope van het werkelijke investeringsbedrag;

e) elk aardappelmeelbedrijf waarop de bepalingen van dit lid betrekking hebben, moet uiterlijk op 8 februari 1995 een met redenen omklede aanvraag indienen bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat, vergezeld van alle beschikbaar bewijsmateriaal.

2. Voor het verkoopseizoen 1996/1997 mag Duitsland de reserve van maximaal 110 000 ton gebruiken, op voorwaarde dat:

a) zijn oorspronkelijke contingent uiterlijk op 8 maart 1995 volledig is verdeeld overeenkomstig artikel 2;

b) de na 8 maart 1995 door bedrijfsbeëindigingen beschikbaar komende subcontingenten volledig worden gebruikt vóór 31 maart 1996, in het kader van de verdeling waarin is voorzien bij artikel 17;

c) de reserve uitsluitend wordt gebruikt voor vóór 31 januari 1994 definitief vastgelegde investeringen die beantwoorden aan de in lid 1 vastgestelde voorwaarden, met uitzondering van punt d);

d) Duitsland de maatregelen voor de toepassing van het bepaalde in dit lid vóór de toewijzing van de reserve vaststelt en onverwijld aan de Commissie meedeelt.

Voor het verkoopseizoen 1997/1998 geeft alleen de in 1996/1997 werkelijk gerealiseerde produktie, binnen de maximumgrens van 110 000 ton, recht op een extra subcontingent.

Titel II PRIJS- EN PREMIEREGELING

Artikel 4

1. Voor elk verkoopseizoen wordt een teeltcontract gesloten. Dit contract heeft een nummer en bevat ten minste de volgende gegevens:

- naam en adres van de teler of de telersgroepering,

- naam en adres van het aardappelmeelbedrijf,

- beteelde oppervlakten, in hectare en in are,

- de hoeveelheid aardappelen in ton, die normaliter op de vermelde oppervlakten zal worden geoogst en aan het aardappelmeelbedrijf zal worden geleverd,

- het zetmeelgehalte van de aardappelen, op basis van het gemiddelde zetmeelgehalte van de door de teler in de voorbije drie verkoopseizoenen aan het aardappelmeelbedrijf geleverde aardappelen of, bij gebrek daaraan, op basis van het gemiddelde zetmeelgehalte in het betrokken toeleveringsgebied,

- de verbintenis van het aardappelmeelbedrijf om de teler de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde minimumprijs te betalen.

2. Elk aardappelmeelbedrijf dient, uiterlijk op 31 mei vóór het betrokken verkoopseizoen, de bevoegde instantie een verzamelstaat te verstrekken van de contracten, waarbij voor elk contract, behalve het nummer, de naam van de teler wordt vermeld en de tonnage - uitgedrukt in zetmeelequivalent - waarvoor het contract is gesloten.

3. De som, uitgedrukt in zetmeelequivalent, van de in de teeltcontracten vastgestelde hoeveelheden, mag het voor het betrokken aardappelmeelbedrijf vastgestelde subcontingent niet overschrijden.

4. Wanneer de in het kader van het teeltcontract werkelijk geproduceerde hoeveelheid, uitgedrukt in zetmeelequivalent, de in het contract vastgestelde hoeveelheid overschrijdt, mag deze, als het aardappelmeelbedrijf dit wenst, worden geleverd, op voorwaarde dat er de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde minimumprijs voor wordt betaald.

5. Een aardappelmeelbedrijf mag geen aardappelen accepteren waarvoor geen teeltcontract is gesloten.

Artikel 5

De aan de aardappelmeelbedrijven te leveren aardappelen worden bij de aardappelmeelbedrijven zelf of op de centrale afleveringslokaties ervan afgeleverd. De in de artikelen 6 en 8 omschreven handelingen worden uitgevoerd bij de levering en onder toezicht van een door de Lid-Staat erkende controleur.

Artikel 6

1. Het brutogewicht van de aardappelen wordt, wanneer dat voor de toepassing van een van de in bijlage I bedoelde methoden nodig is, voor elke lading bij de levering bepaald door het vervoermiddel eerst geladen en vervolgens leeg te wegen.

2. Partijen aardappelen met een zetmeelgehalte van minder dan 13 % worden door het aardappelmeelbedrijf geweigerd. Op een met redenen omkleed verzoek van de Lid-Staat kan echter wegens klimatologische omstandigheden van deze regel worden afgeweken, maar het zetmeelgehalte moet in elk geval ten minste 12,8 % bedragen. In dit geval wordt de minimumprijs betaald die geldt voor een zetmeelgehalte van 13 %. De Commissie stelt de bepalingen ter uitvoering van dit lid vast volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

3. Het nettogewicht van de aardappelen wordt bepaald volgens een van de in bijlage I beschreven methoden.

Artikel 7

1. De premie voor de aardappelmeelbedrijven wordt toegekend voor zetmeel van aardappelen van gezonde handelskwaliteit, op basis van de hoeveelheid en het zetmeelgehalte van de aardappelen, met inachtneming van de in bijalge II vastgestelde bedragen en binnen de grenzen van de met het subcontingent corresponderende hoeveelheid zetmeel.

Wanneer het zetmeelgehalte van aardappelen met de balans van Reimann of van Parow wordt bepaald en deze bepaling een cijfer oplevert dat in de tweede kolom van bijlage II op twee of drie regels voorkomt, worden de op de tweede, respectievelijk de derde regel voorkomende waarden toegepast.

2. Wanneer de geleverde partijen 25 % of meer aardappelen bevatten die door een krielrooster met vierkante openingen van 28 mm vallen, welke aardappelen hierna "kriel" worden genoemd, wordt het nettogewicht voor de bepalingen van de door het aardappelmeelbedrijf te betalen minimumprijs als volgt verminderd:

"" ID="1">25 - 30 %> ID="2">10 %"> ID="1">31 - 40 %> ID="2">15 %"> ID="1">41 - 50 %> ID="2">20 %">

Wanneer de partijen voor meer dan 50 % uit kriel bestaan, wordt een onderlinge regeling getroffen en komen zij niet voor de premie in aanmerking.

Het krielpercentage wordt tegelijk met het nettogewicht bepaald.

3. Of het subcontingent van het aardappelmeelbedrijf niet wordt overschreden, wordt nagegaan op basis van de gebruikte hoeveelheid aardappelen en het zetmeelgehalte daarvan, overeenkomstig de in bijlage II vastgestelde percentages.

Artikel 8

Het zetmeelgehalte van de aardappelen wordt bepaald op basis van het onderwatergewicht van 5 050 g geleverde aardappelen. Het hierbij gebruikte water moet schoon zijn, mag geen toegevoegde stoffen bevatten, en de temperatuur ervan moet beneden 18 °C liggen.

Artikel 9

1. Het aardappelmeelbedrijf stelt bij de levering een afleveringsbewijs op onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bedrijf, de erkende controleur en de leverancier; het bedrijf geeft een duplicaat aan de teler en bewaart het origineel om het eventueel over te leggen aan de instantie die met de controle van de premies is belast.

2. Het afleveringsbewijs bevat ten minste de volgende gegevens, voor zover die beschikbaar zijn als gevolg van de in de artikelen 5 tot en met 8 bedoelde verrichtingen:

- leveringsdatum,

- nummer van de levering,

- nummer van het teeltcontract,

- naam en adres van de teler,

- gewicht van het vervoermiddel bij aankomst bij het aardappelmeelbedrijf of op de centrale afleveringslokatie ervan,

- gewicht van het vervoermiddel na lossing en na verwijdering van de achtergebleven grond,

- brutogewicht van de geleverde hoeveelheid,

- vermindering, in procenten, van het brutogewicht van de geleverde hoeveelheid al naar gelang van de onzuiverheden en het tijdens het wassen opgenomen water,

- vermindering, in gewicht, van het brutogewicht van de geleverde hoeveelheid al naar gelang van de onzuiverheden,

- krielpercentage,

- totaal nettogewicht van de geleverde hoeveelheid (brutogewicht min vermindering en correctie voor kriel),

- zetmeelgehalte, uitgedrukt in procenten of onderwatergewicht,

- te betalen prijs per eenheid.

Artikel 10

Het aardappelmeelbedrijf stelt voor elke teler een betaalverzamelstaat op, waarin met name de onderstaande gegevens worden vermeld:

- firmanaam van het aardappelmeelbedrijf,

- naam en adres van de teler,

- nummer van het teeltcontract,

- datum en nummer van de afleveringsbewijzen,

- nettogewicht van iedere levering na toepassing van eventuele verminderingen, als bedoeld in artikel 9, lid 2,

- prijs per eenheid, per levering,

- aan de telers te betalen totale bedrag,

- aan de telers betaalde bedragen en data van betaling,

- handtekening en stempel van het aardappelmeelbedrijf.

Titel III BETALINGEN - SANCTIES

Artikel 11

1. Voor de betaling van de hieronder genoemde bedragen gelden de volgende voorwaarden:

a) voor het compensatiebedrag als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92, de voorwaarde dat voor elke hoeveelheid waarvoor dit compensatiebedrag wordt aangevraagd, een prijs franco fabriek is betaald die niet lager is dan die welke is bedoeld in artikel 8, lid 1, van dezelfde verordening, met inachtneming van de in bijlage II vastgestelde percentages;

b) voor de premie als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 de voorwaarde:

- dat het aardappelmeelbedrijf het bewijs levert dat het het bedoelde zetmeel in het betrokken verkoopseizoen heeft geproduceerd, en

- dat het aardappelmeelbedrijf bewijst dat het aan de telers een prijs heeft betaald die niet lager is dan de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde prijs franco fabriek, voor alle in het kader van de in artikel 4 bedoelde teeltcontracten in de Gemeenschap geteelde en voor de vervaardiging van het zetmeel gebruikte aardappelen.

2. De in lid 1 bedoelde bewijzen worden geleverd door overlegging van de in artikel 10 bedoelde verzamelstaat, vergezeld van hetzij de kwijting van de teler voor de betaling, hetzij een document van de financiële instelling die de betaling in opdracht van het aardappelmeelbedrijf heeft verricht, waaruit blijkt dat de betaling daadwerkelijk is uitgevoerd.

Artikel 12

De premie en het compensatiebedrag worden binnen vier maanden na de datum waarop de in artikel 11 bedoelde bewijzen zijn geleverd, uitbetaald door de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het aardappelzetmeel is geproduceerd.

De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk één maand na de datum waarop de bedoelde betalingen zijn verricht, mede voor welke hoeveelheden aardappelzetmeel de premie en het compensatiebedrag zijn uitbetaald.

Artikel 13

1. De Lid-Staat voert een controleregeling in om ter plaatse na te gaan of, enerzijds, de handelingen waardoor het recht op de premie en op het compensatiebedrag ontstaat, werkelijk zijn verricht en, anderzijds, het voor elk aardappelmeelbedrijf vastgestelde subcontingent niet wordt overschreden. Met het oog op deze controle hebben de controleurs toegang tot de voorraadadministratie en de financiële boekhouding van de aardappelmeelbedrijven en tot de ruimten waar het zetmeel wordt vervaardigd en opgeslagen.

Voor elke verwerkingsperiode worden voor ten minste 10 % van de aan het aardappelmeelbedrijf geleverde hoeveelheid aardappelen alle betrokken handelingen gecontroleerd.

2. De Lid-Staat stelt elk aardappelmeelbedrijf in voorkomend geval in kennis van de hoeveelheden zetmeel die boven het subcontingent zijn geproduceerd.

3. Wanneer de bevoegde instantie vaststelt dat het aardappelmeelbedrijf de in artikel 11, lid 1, onder b), tweede streepje, vermelde verplichtingen niet is nagekomen, wordt, behoudens overmacht, de premie als volgt gekort:

- wanneer de verplichtingen niet zijn nagekomen voor minder dan 20 % van de totale in het betrokken verkoopseizoen geproduceerde hoeveelheid zetmeel, wordt het premiebedrag gekort met vijfmaal het geconstateerde percentage;

- wanneer het betrokken percentage 20 % of meer bedraagt, wordt geen premie toegekend.

4. Ingeval wordt geconstateerd dat het in artikel 4, lid 5, opgelegde verbod niet is nageleefd, wordt de voor het subcontingent toegekende premie als volgt gekort:

- indien uit de controle blijkt dat de door het aardappelmeelbedrijf aanvaarde hoeveelheid, in zetmeelequivalent, minder dan 10 % bedraagt van haar subcontingent, wordt het totale bedrag van de aan het bedrijf te betalen premies voor het betrokken verkoopseizoen gekort met tienmaal het overschrijdingspercentage;

- indien de hoeveelheid die niet door teeltcontracten is gedekt, hoger ligt dan de in het eerste streepje vastgestelde grens, wordt voor het betrokken verkoopseizoen geen premie toegekend. Bovendien wordt het aardappelmeelbedrijf dan uitgesloten van de premie voor het volgende verkoopseizoen.

5. De verificaties uit hoofde van dit artikel geschieden onverminderd andere controles door de bevoegde instanties.

Artikel 14

1. De in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde uitvoer wordt geacht te hebben plaatsgevonden indien

a) het in artikel 15, lid 2, bedoelde bewijs in het bezit is van de bevoegde instantie van de producerende Lid-Staat, ongeacht welke Lid-Staat het aardappelzetmeel uitvoert;

b) de betrokken uitvoeraangifte door de uitvoerende Lid-Staat wordt aanvaard vóór 1 januari volgende op het einde van het verkoopseizoen waarin het aardappelzetmeel is geproduceerd;

c) het betrokken aardappelzetmeel uiterlijk 60 dagen na de onder b) bedoelde termijn het douanegebied van de Gemeenschap heeft verlaten;

d) het produkt zonder restitutie is uitgevoerd.

Indien niet aan alle in de eerste alinea genoemde voorwaarden is voldaan, wordt, behoudens overmacht, de hoeveelheid aardappelzetmeel die het subcontingent overschrijdt, beschouwd als afgezet op de interne markt.

2. In geval van overmacht stelt de bevoegde instantie van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het aardappelzetmeel is geproduceerd, de maatregelen vast die met het oog op de door de belanghebbende aangevoerde omstandigheden moeten worden genomen.

Wanneer het aardappelzetmeel wordt uitgevoerd vanaf het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar het is geproduceerd, worden deze maatregelen genomen na advies van de bevoegde instanties van die Lid-Staat.

3. Voor de toepassing van deze verordening geldt niet het bepaalde in artikel 34 van Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie (7).

Artikel 15

1. In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 891/89 van de Commissie (8) bedraagt de zekerheid voor het certificaat 23 ecu per ton.

2. Het bewijs dat de in artikel 14, lid 1, eerste alinea, genoemde voorwaarden zijn vervuld voor het betrokken aardappelmeelbedrijf dient aan de bevoegde instantie van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het aardappelzetmeel is geproduceerd te worden geleverd vóór 1 april volgende op het einde van het verkoopseizoen waarin het zetmeel is geproduceerd.

3. Het bewijs wordt geleverd door overlegging van:

a) een door de bevoegde instantie van de in lid 2 bedoelde Lid-Staat aan het betrokken aardappelmeelbedrijf afgegeven uitvoercertificaat, dat in afwijking van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1620/93 van de Commissie (9) een van de volgende vermeldingen bevat:

- « Para exportación sin restitución, de conformidad con el artículo 6 del Reglamento (CE) no 1868/94 »,

- »Skal eksporteres uden restitution, jf. artikel 6 i forordning (EF) nr. 1868/94«,

- "Ausfuhr ohne Erstattung gemaess Artikel 6 der Verordnung (EG) Nr. 1868/94",

- «Pros exagogi choris epistrofi symfona me to arthro 6 toy kanonismoy (EK) arith. 1868/94»,

- 'For export without refund under Article 6 of Regulation No (EC) 1868/94',

- « À exporter sans restitution conformément à l'article 6 du règlement (CE) no 1868/94 »,

- « Da esportare senza restituzione a norma dell'articolo 6 del regolamento (CE) n. 1868/94 »,

- "Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1868/94 zonder restitutie uit te voeren",

- « A exportar sem restituiçao em conformidade com o artigo 6º do Regulamento (CE) nº 1868/94 »,

- "Viedaeaen tuetta asetuksen (EY) N :o 1868/94 6 artiklan mukaisesti",

- "Foer export utan exportbidrag enligt artikel 6 i foerordning (EG) nr 1868/94".

b) in de artikelen 30 en 31 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie (10) bedoelde documenten voor het vrijgeven van de zekerheid;

c) een verklaring van het aardappelmeelbedrijf waarin wordt bevestigd dat het het aardappelzetmeel heeft geproduceerd;

d) en, in het in lid 4 genoemde geval, bij uitslag:

- vóór de aanvaarding van de in artikel 14, lid 1, onder b), bedoelde aangifte ten uitvoer, een aanvullend bewijs, opgemaakt door de bevoegde instanties van de Lid-Staat waar de opslag heeft plaatsgevonden,

of

- na de aanvaarding van de in artikel 14, lid 1, onder b), bedoelde aangifte ten uitvoer, een aanvullend bewijs in de zin van artikel 31, lid 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 3719/88, opgemaakt door de douaneautoriteiten van de Lid-Staat waar de opslag heeft plaatsgevonden.

Het aanvullende bewijs moet in beide gevallen de uitslag van het betrokken produkt of van de overeenkomstige vervangende hoeveelheid in de zin van lid 4 bevestigen.

4. Indien het door een aardappelmeelbedrijf geproduceerde niet-gemodificeerde aardappelzetmeel met het oog op de uitvoer buiten de fabriek van het bedrijf in de Lid-Staat waar het is geproduceerd, of zelfs in een andere Lid-Staat, wordt opgeslagen in een silo, opslagplaats of reservoir waarin door andere bedrijven of door het betrokken aardappelmeelbedrijf geproduceerd aardappelzetmeel in ongewijzigde staat wordt opgeslagen zonder dat de fysieke identiteit ervan kan worden onderscheiden, moeten alle aldus opgeslagen produkten tot de aanvaarding van de in artikel 14, lid 1, onder b), bedoelde aangifte ten uitvoer onder een administratieve controle worden geplaatst die waarborgen biedt die gelijkwaardig zijn met die van de douanecontrole, en vanaf de genoemde aanvaarding onder douanecontrole worden geplaatst.

Artikel 16

1. Op de hoeveelheden die als op de interne markt afgezet in de zin van artikel 14, lid 1, tweede alinea, worden beschouwd, heft de betrokken Lid-Staat een bedrag dat gelijk is aan:

- voor niet-gemodificeerd aardappelzetmeel of elk afgeleid produkt dat is vermeld in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 1620/93, het vaste tariefequivalent per ton aardappelzetmeel of afgeleid produkt dat geldt in het verkoopseizoen waarin het aardappelzetmeel of het afgeleide produkt is geproduceerd;

- voor gemodificeerd aardappelzetmeel of elk afgeleid produkt dat niet onder bijlage II bij het Verdrag valt en wel onder Verordening (EG) nr. 1222/94 van de Commissie (11), het forfaitaire tariefequivalent van 277 ecu per ton, eventueel verhoogd met het recht ad valorem voor het betrokken produkt.

2. De betrokken Lid-Staat deelt vóór 1 mei volgende op de in artikel 14, lid 1, onder b), bedoelde datum van 1 januari aan de bedrijven het totale door hem te betalen bedrag mede. Dit totale bedrag wordt door de betrokken bedrijven op uiterlijk 20 mei van hetzelfde jaar betaald.

Artikel 17

1. In geval van fusie of vervreemding van aardappelmeelbedrijven, en in geval van vervreemding van aardappelmeelfabrieken, worden de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde subcontingenten als volgt gewijzigd:

a) in geval van fusie van aardappelmeelbedrijven wijst de Lid-Staat aan het door de fusie ontstane bedrijf een subcontingent toe dat gelijk is aan de som van de subcontingenten die vóór de fusie waren toegekend aan de gefuseerde aardappelmeelbedrijven;

b) in geval van vervreemding (verandering van eigenaar) van een aardappelmeelbedrijf wijst de Lid-Staat voor de produktie van aardappelzetmeel aan het overnemende bedrijf het subcontingent van het overgenomen aardappelmeelbedrijf toe; wanneer bij de vervreemding verschillende overnemende bedrijven betrokken zijn, vindt de toewijzing plaats naar rata van de produktiehoeveelheden die de verschillende bedrijven overnemen;

c) in geval van vervreemding (verandering van eigenaar) van een aardappelmeelfabriek vermindert de Lid-Staat het subcontingent van het overdragende aardappelmeelbedrijf naar rata van de overgedragen produktiehoeveelheid, terwijl het subcontingent van het overnemende aardappelmeelbedrijf of de overnemende aardappelmeelbedrijven dienoveenkomstig wordt verhoogd.

2. In geval van bedrijfsbeëindiging in andere dan de in lid 1 genoemde gevallen:

a) van een aardappelmeelbedrijf,

b) van een of meer aardappelmeelfabrieken van een aardappelmeelbedrijf,

kan de Lid-Staat de subcontingenten die door deze bedrijfsbeëindiging vrijkomen, toekennen aan een of meer aardappelmeelbedrijven.

3. Bij verhuur van een fabriek van een aardappelmeelbedrijf kan de Lid-Staat het subcontingent van het bedrijf dat deze aardappelmeelfabriek verhuurt, verlagen en het afgetrokken deel van het subcontingent toekennen aan het aardappelmeelbedrijf dat de fabriek huurt om er aardappelzetmeel te produceren.

Wanneer de verhuur vóór de in artikel 1, onder k), bedoelde termijn beëindigd wordt, wordt de aanpassing van het subcontingent die heeft plaatsgevonden krachtens het bepaalde in de eerste alinea, door de Lid-Staten ingetrokken, en wel met terugwerkende kracht tot het tijdstip waarop de verhuur in werking treedt.

Artikel 18

De in artikel 17 bedoelde maatregelen zijn van kracht:

a) voor het lopende verkoopseizoen: wanneer de bedrijfsbeëindiging van het aardappelmeelbedrijf of de fabriek, de fusie of de vervreemding plaatsvindt tussen 1 juli en 31 maart;

b) met ingang van het volgende verkoopseizoen: wanneer de bedrijfsbeëindiging van het bedrijf of de fabriek, de fusie of de vervreemding plaatsvindt tussen 1 april en 30 juni.

Titel IV MEDEDELING

Artikel 19

1. De Lid-Staat deelt de betrokken aardappelmeelbedrijven uiterlijk op 31 januari 1995 de verdeling mee van het in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde contingent en stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van deze verdeling.

2. De aardappelmeelbedrijven delen de bevoegde instanties uiterlijk op 30 maart van elk verkoopseizoen mee:

- de hoeveelheden aardappelen voor de zetmeelproduktie waarvoor het bepaalde in artikel 8, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 is toegepast;

- de hoeveelheden aardappelzetmeel waarvoor de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde premie is toegekend.

3. Wanneer artikel 3 of artikel 17 wordt toegepast, verschaffen de Lid-Staten de Commissie uiterlijk op 30 juni van elk verkoopseizoen alle gedetailleerde desbetreffende gegevens, vergezeld van de bewijsstukken waaruit blijkt dat aan de in die artikelen vermelde voorwaarden is voldaan.

Artikel 20

Elke Lid-Staat deelt de Commissie uiterlijk op 30 juni van elk verkoopseizoen mee:

- de hoeveelheden aardappelen voor de zetmeelproduktie waarvoor het bepaalde in artikel 8, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 is toegepast,

- de hoeveelheden zetmeel waarvoor de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 bedoelde premie is toegekend,

- de hoeveelheden en de subcontingenten voor de aardappelmeelbedrijven waarvoor artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 is toegepast,

- de hoeveelheden als bedoeld in artikel 13, leden 3 en 4, van deze verordening,

- de hoeveelheden als bedoeld in artikel 16 van deze verordening.

Titel V SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

Voor de omrekening van de minimumprijs, de premie en het compensatiebedrag in nationale valuta wordt de omrekeningskoers gebruikt die geldt op de dag waarop het aardappelmeelbedrijf de aardappelen in ontvangst neemt.

Artikel 22

Verordening (EEG) nr. 1711/93 wordt per 1 juli 1995 ingetrokken.

Artikel 23

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1995, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3 die onmiddellijk van toeapssing zijn.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 januari 1995.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 21.

(2) PB nr. L 197 van 30. 7. 1994, blz. 1.

(3) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 4.

(4) PB nr. L 197 van 30. 7. 1994, blz. 4.

(5) PB nr. L 159 van 1. 7. 1993, blz. 84.

(6) PB nr. L 200 van 3. 8. 1994, blz. 13.

(7) PB nr. L 351 van 14. 12. 1987, blz. 1.

(8) PB nr. L 94 van 7. 4. 1989, blz. 13.

(9) PB nr. L 155 van 26. 6. 1993, blz. 29.

(10) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

(11) PB nr. L 136 van 31. 5. 1994, blz. 5.

BIJLAGE I

Methode A Het nettogewicht van de aardappelen wordt bepaald via een monster dat wordt genomen op verschillende plaatsen in de laadbak/laadruimte van het transportmiddel en wel op drie niveaus: boven, midden en onder.

Voordat het transportmiddel leeg wordt gewogen, wordt de achtergebleven grond verwijderd. Het monster dat gewogen wordt, moet ten minste 20 kg wegen. De aardappelen worden gewassen, van onzuiverheden ontdaan en opnieuw gewogen.

Het vastgestelde gewicht wordt verminderd met 2 % in verband met de hoeveelheid water die tijdens het wassen is opgenomen. De uitkomst vormt de totale korting die op 1 000 kg aardappelen moet worden toegepast.

Methode B De aardappelen die deel uitmaken van een partij van één enkele producent worden in silo's verzameld.

De aardappelen worden gewassen en van onzuiverheden ontdaan. Het totale gewicht van de in de silo's verzamelde aardappelen wordt bepaald. Hierbij wordt 2 % afgetrokken in verband met opgenomen water.

Methode C 1. Deze methode om het werkelijke gewicht van de aardappelen te bepalen wordt toegepast wanneer verscheidene partijen van verschillende producenten in een zelfde silo worden verzameld en op voorwaarde dat de producenten van tevoren hebben ingestemd met de toepassing van deze methode.

Alvorens het werkelijke gewicht van alle partijen samen te bepalen, wordt eerst volgens methode A het nettogewicht van de afzonderlijke partijen vastgesteld.

2. De in de silo verzamelde aardappelen worden vervolgens gewassen en van onzuiverheden ontdaan. Van het totaalgewicht wordt 2 % afgetrokken in verband met het tijdens het wassen opgenomen water.

3. Als het gewicht van alle partijen gewassen aardappelen samen niet gelijk is aan de som van de bij toepassing van methode A verkregen resultaten, wordt de volgende correctie toegepast: het in punt 2 bedoelde totale gewicht wordt achtereenvolgens vermenigvuldigd met het nettogewicht van elke partij verkregen volgens methode A.

Elk resultaat wordt gedeeld door het totaal van het nettogewicht van de verschillende partijen bepaald volgens methode A.

PARARTIMA II ANEXO II - BILAG II - ANHANG II - - ANNEX II - ANNEXE II - ALLEGATO II - BIJLAGE II - ANEXO II - LIITE II - BILAGA II

Peso bajo agua de 5 050 g de patatas (en gramos) Tenor en fécula de patatas (en porcentaje) Cantidad de patatas necesarias para la fabricación de 1 000 kg de fécula (en kilogramos) Precio mínimo a percibir por los productores para 1 000 kg de patatas (en ecus) Prima a percibir por el fabricante de fécula para 1 000 kg de patatas (en ecus) Pago compensatorio que debe percibir el productor por 1 000 kg de patatas (en ecus)

Vaegt under vand af 5 050 g kartofler (g) Kartoflernes stivelsesindhold (vaegtprocent) Kartoffelmaengde, der medgaar til fremstilling af 1 000 kg stivelse (kg) Producentens mindstepris pr. 1 000 kg kartofler (ECU) Praemie af betale kartoffelstivelsesfabrikanten pr. 1 000 kg kartofler (ECU) Udligningsbeloeb, som producenten modtager for 1 000 kg kartofler (i ECU)

Unterwassergewicht von 5 050 g Kartoffeln (in Gramm) Staerkegehalt der Kartoffeln (in Prozent) Zur Erzeugung von 1 000 kg Kartoffelstaerke noetige Kartoffelmenge (in Kilogramm) Dem Erzeuger fuer 1 000 kg Kartoffeln zu zahlender Mindestpreis (in ECU) Dem Staerkeerzeuger fuer 1 000 kg Kartoffeln zu zahlende Praemie (in ECU) Dem Erzeuger fuer 1 000 kg Kartoffeln zu zahlende Ausgleichszahlung (in ECU)

Varos ypo to ydor 5 050 g pataton (se grammaria) Periektikotita se amylo ton pataton (%) Posotita pataton aparaititi gia paragogi 1 000 kg amyloy (se chiliogramma) Elachisti timi pros eispraxi apo ton paragogo gia 1 000 kg pataton (se Ecu) Primodotisi pros pliromi ston paragogo gia 1 000 kg pataton (se Ecu) Exisotiki pliromi poy katavalletai ston paragogo gia 1 000 kg pataton (se Ecu)

Underwater weight of 5 050 g of potatoes (grams) Starch content of potatoes (%) Quantity of potatoes for the manufacture of 1 000 kg of starch (kg) Minimum price to be paid to the potato producer per 1 000 kg of potatoes (ECU) Premium to be paid to the starch producer per 1 000 kg of potatoes (ECU) Compensatory payment to be paid to the producer per 1 000 kg potatoes (ECU)

Poids sous l'eau de 5 050 g de pommes de terre (en grammes) Teneur en fécule de la pomme de terre (en pourcentage) Quantité de pommes de terre nécessaire à la fabrication de 1 000 kg de fécule (en kilogrammes) Prix minimal à percevoir par le producteur pour 1 000 kg de pommes de terre (en écus) Prime à percevoir par le féculier pour 1 000 kg de pommes de terre (en écus) Paiement compensatoire à percevoir par le producteur pour 1 000 kg de pommes de terre (en écus)

Peso sotto l'acqua di 5 050 g di patate (in grammi) Tenore in fecola delle patate (in %) Quantità di patate necessaria alla fabbricazione di 1 000 kg di fecola (in kg) Prezzo minimo da percepire dal produttore per 1 000 kg di patate (in ecu) Premio da percepire dal fabbricante di fecola per 1 000 kg di patate (in ecu) Pagamento compensativo al produttore per 1 000 kg di patate (in ecu)

Onderwatergewicht van 5 050 g aardappelen (in g) Zetmeelgehalte van de aardappelen (in %) Hoeveelheid aardappelen benodigd voor de vervaardiging van 1 000 kg zetmeel (in kg) Minimaal door de producent te ontvangen prijs per 1 000 kg aardappelen (in ecu) Door de zetmeelproducent te ontvangen premie per 1 000 kg aardappelen (in ecu) Aan de teler verschuldigd compensatiebedrag voor 1 000 kg aardappelen (in ecu)

Peso debaixo de água de 5 050 gr de batata (em gramas) Teor de fécula de batata (em percentagem) Quantidade de batata necessária ao fabrico de 1 000 kg de fécula (em quilogramas) Preço mínimo a cobrar pelos produtores para 1 000 kg de batata (em ecus) Subsídio a cobrar pelo produtor de fécula por 1 000 kg de batata (em ecus) Pagamento compensatório a cobrar pelo produtor relativamente a 1 000 kg de batata (em ecus)

5 050 g perunoita vedenalainen paino (grammoina) Perunoiden taerkkelyspitoisuus (prosentteina) 1 000 taerkkelyskilon valmistukseen tarvittava perunamaeaerae (kilogrammoina) Tuottajalle 1 000 kg :sta perunoita maksettava vaehimmaeishinta (ecuina) Taerkkelyksentuottajalle 1 000 kg :sta perunoita maksettava palkkio (ecuina) Tuottajalle 1 000 kg :sta perunoita maksettava tasausmaksu (ecuina)

Vikt under vatten av 5 050 g potatis (g) Potatisens staerkelseinnehaall (%) Potatiskvantitet foer framstaellning av 1 000 kg staerkelse (kg) Minimipris att betala till potatisproducenten foer 1 000 kg potatis (ecu) Bidrag att betala till staerkelseproducenten foer 1 000 kg potatis (ecu) Kompensationsbetalning till producenten foer 1 000 kg potatis (ecu)

1 2 3 4 5 6

352 13,0 6 533 26,59 2,82 11,02

353 13,1 6 509 26,69 2,83 11,06

354 13,1 6 486 26,79 2,84 11,10

355 13,2 6 463 26,88 2,85 11,14

356 13,2 6 439 26,98 2,86 11,18

357 13,3 6 416 27,08 2,87 11,22

358 13,3 6 393 27,18 2,88 11,26

359 13,4 6 369 27,28 2,89 11,30

360 13,4 6 346 27,38 2,90 11,35

361 13,5 6 322 27,48 2,92 11,39

362 13,5 6 299 27,58 2,93 11,43

363 13,6 6 276 27,68 2,94 11,47

364 13,6 6 252 27,79 2,95 11,52

365 13,7 6 229 27,89 2,96 11,56

366 13,7 6 206 27,99 2,97 11,60

367 13,8 6 182 28,10 2,98 11,65

368 13,8 6 159 28,21 2,99 11,69

369 13,9 6 136 28,31 3,00 11,73

370 13,9 6 112 28,42 3,02 11,78

371 14,0 6 089 28,53 3,03 11,82

372 14,0 6 065 28,64 3,04 11,87

373 14,1 6 047 28,73 3,05 11,91

374 14,1 6 028 28,82 3,06 11,94

375 14,2 6 005 28,93 3,07 11,99

376 14,2 5 981 29,05 3,08 12,04

377 14,3 5 963 29,13 3,09 12,07

378 14,3 5 944 29,23 3,10 12,11

379 14,4 5 921 29,34 3,11 12,16

380 14,4 5 897 29,46 3,13 12,21

381 14,5 5 879 29,55 3,13 12,25

382 14,5 5 860 29,65 3,15 12,29

383 14,6 5 841 29,74 3,16 12,33

384 14,6 5 822 29,84 3,17 12,37

385 14,7 5 799 29,96 3,18 12,42

386 14,7 5 776 30,08 3,19 12,47

387 14,8 5 757 30,18 3,20 12,51

388 14,8 5 738 30,28 3,21 12,55

389 14,9 5 720 30,37 3,22 12,59

390 14,9 5 701 30,47 3,23 12,63

391 15,0 5 682 30,58 3,24 12,67

392 15,0 5 664 30,67 3,25 12,71

393 15,1 5 626 30,88 3,28 12,80

394 15,2 5 607 30,98 3,29 12,84

395 15,2 5 589 31,08 3,30 12,88

396 15,3 5 570 31,19 3,31 12,93

397 15,3 5 551 31,30 3,32 12,97

398 15,4 5 542 31,35 3,33 12,99

399 15,4 5 533 31,40 3,33 13,01

400 15,4 5 523 31,46 3,34 13,04

401 15,5 5 486 31,67 3,36 13,12

402 15,6 5 467 31,78 3,37 13,17

403 15,6 5 449 31,88 3,38 13,21

404 15,7 5 430 31,99 3,39 13,26

405 15,7 5 411 32,11 3,41 13,31

406 15,8 5 393 32,21 3,42 13,35

407 15,8 5 374 32,33 3,43 13,40

408 15,9 5 364 32,39 3,44 13,42

409 15,9 5 355 32,44 3,44 13,45

410 15,9 5 346 32,50 3,45 13,47

411 16,0 5 327 32,61 3,46 13,52

412 16,0 5 308 32,73 3,47 13,56

413 16,1 5 280 32,90 3,49 13,64

414 16,2 5 266 32,99 3,50 13,67

415 16,2 5 252 33,08 3,51 13,71

416 16,3 5 234 33,19 3,52 13,76

417 16,3 5 215 33,31 3,53 13,81

418 16,4 5 206 33,37 3,54 13,83

419 16,4 5 196 33,44 3,55 13,86

420 16,4 5 187 33,49 3,55 13,88

421 16,5 5 150 33,73 3,58 13,98

422 16,6 5 136 33,83 3,59 14,02

423 16,6 5 121 33,93 3,60 14,06

424 16,7 5 107 34,02 3,61 14,10

425 16,7 5 093 34,11 3,62 14,14

426 16,8 5 075 34,23 3,63 14,19

427 16,8 5 056 34,36 3,65 14,24

428 16,9 5 042 34,46 3,66 14,28

429 16,9 5 028 34,55 3,67 14,32

430 17,0 5 000 34,75 3,69 14,40

431 17,1 4 986 34,84 3,70 14,44

432 17,1 4 972 34,94 3,71 14,48

433 17,2 4 963 35,01 3,71 14,51

434 17,2 4 953 35,08 3,72 14,54

435 17,2 4 944 35,14 3,73 14,56

436 17,3 4 930 35,24 3,74 14,60

437 17,3 4 916 35,34 3,75 14,65

438 17,4 4 902 35,44 3,76 14,69

439 17,4 4 888 35,54 3,77 14,73

440 17,5 4 874 35,64 3,78 14,77

441 17,5 4 860 35,75 3,79 14,81

442 17,6 4 846 35,85 3,80 14,86

443 17,6 4 832 35,95 3,81 14,90

444 17,7 4 818 36,06 3,83 14,94

445 17,7 4 804 36,16 3,84 14,99

446 17,8 4 790 36,27 3,85 15,03

447 17,8 4 776 36,38 3,86 15,08

448 17,9 4 762 36,48 3,87 15,12

449 17,9 4 748 36,59 3,88 15,16

450 18,0 4 720 36,81 3,90 15,25

451 18,1 4 706 36,92 3,92 15,30

452 18,1 4 692 37,03 3,93 15,35

453 18,2 4 685 37,08 3,93 15,37

454 18,2 4 679 37,13 3,94 15,39

455 18,2 4 673 37,18 3,94 15,41

456 18,3 4 645 37,40 3,97 15,50

457 18,4 4 631 37,51 3,98 15,55

458 18,4 4 617 37,63 3,99 15,59

459 18,5 4 607 37,71 4,00 15,63

460 18,5 4 598 37,78 4,01 15,66

461 18,6 4 584 37,90 4,02 15,71

462 18,6 4 570 38,02 4,03 15,75

463 18,7 4 561 38,09 4,04 15,79

464 18,7 4 551 38,17 4,05 15,82

465 18,7 4 542 38,25 4,06 15,85

466 18,8 4 523 38,41 4,07 15,92

467 18,9 4 509 38,53 4,09 15,97

468 18,9 4 495 38,65 4,10 16,02

469 19,0 4 481 38,77 4,11 16,07

470 19,0 4 467 38,89 4,13 16,12

471 19,1 4 458 38,97 4,13 16,15

472 19,1 4 449 39,05 4,14 16,18

473 19,2 4 437 39,15 4,15 16,23

474 19,2 4 425 39,26 4,16 16,27

475 19,3 4 414 39,36 4,18 16,31

476 19,3 4 402 39,47 4,19 16,36

477 19,4 4 390 39,57 4,20 16,40

478 19,4 4 379 39,67 4,21 16,44

479 19,5 4 367 39,78 4,22 16,49

480 19,5 4 355 39,89 4,23 16,53

481 19,6 4 343 40,00 4,24 16,58

481,6 19,6 4 337 40,06 4,25 16,60

482 19,7 4 335 40,08 4,25 16,61

483 19,7 4 332 40,10 4,25 16,62

483,2 19,7 4 332 40,10 4,25 16,62

484 19,8 4 325 40,17 4,26 16,65

484,8 19,8 4 318 40,23 4,27 16,67

485 19,9 4 317 40,24 4,27 16,68

486 19,9 4 311 40,30 4,28 16,70

486,4 19,9 4 309 40,32 4,28 16,71

487 20,0 4 305 40,36 4,28 16,72

488 20,0 4 299 40,41 4,29 16,75

489 20,1 4 294 40,46 4,29 16,77

490 20,1 4 290 40,50 4,30 16,78

491 20,2 4 287 40,52 4,30 16,79

492 20,2 4 285 40,54 4,30 16,80

493 20,3 4 283 40,56 4,30 16,81

494 20,3 4 280 40,59 4,31 16,82

495 20,4 4 278 40,61 4,31 16,83

496 20,4 4 276 40,63 4,31 16,84

497 20,5 4 273 40,66 4,31 16,85

498 20,5 4 271 40,68 4,32 16,86

499 20,6 4 266 40,72 4,32 16,88

500 20,6 4 262 40,76 4,32 16,89

501 20,7 4 259 40,79 4,33 16,91

502 20,7 4 257 40,81 4,33 16,91

503 20,8 4 255 40,83 4,33 16,92

504 20,8 4 252 40,86 4,33 16,93

505 20,9 4 248 40,90 4,34 16,95

506 20,9 4 243 40,95 4,34 16,97

507 21,0 4 238 40,99 4,35 16,99

508 21,0 4 234 41,03 4,35 17,01

509 21,1 4 229 41,08 4,36 17,03

509,9 21,1 4 224 41,13 4,36 17,05

510 21,1 4 224 41,13 4,36 17,05

511 21,2 4 219 41,18 4,37 17,07

511,8 21,2 4 215 41,22 4,37 17,08

512 21,3 4 214 41,23 4,37 17,09

513 21,3 4 209 41,28 4,38 17,11

513,7 21,3 4 206 41,31 4,38 17,12

514 21,4 4 204 41,32 4,38 17,13

515 21,4 4 199 41,37 4,39 17,15

515,6 21,4 4 196 41,40 4,39 17,16

516 21,5 4 194 41,42 4,39 17,17

517 21,5 4 189 41,47 4,40 17,19

517,5 21,5 4 187 41,49 4,40 17,20

518 21,6 4 184 41,52 4,40 17,21

519 21,6 4 180 41,56 4,41 17,22

519,4 21,6 4 178 41,58 4,41 17,23

520 21,7 4 175 41,61 4,41 17,25

521 21,7 4 170 41,66 4,42 17,27

521,3 21,7 4 168 41,68 4,42 17,27

522 21,8 4 165 41,71 4,42 17,29

523 21,8 4 160 41,76 4,43 17,31

523,2 21,8 4 159 41,77 4,43 17,31

524 21,9 4 155 41,81 4,44 17,33

525 21,9 4 150 41,86 4,44 17,35

525,1 21,9 4 150 41,86 4,44 17,35

526 22,0 4 145 41,91 4,45 17,37

527 22,0 4 140 41,96 4,45 17,39

528 22,1 4 135 42,01 4,46 17,41

528,8 22,1 4 131 42,06 4,46 17,43

529 22,2 4 130 42,07 4,46 17,43

530 22,2 4 125 42,12 4,47 17,45

530,6 22,2 4 122 42,15 4,47 17,47

531 22,3 4 119 42,18 4,47 17,48

532 22,3 4 114 42,23 4,48 17,50

532,4 22,3 4 112 42,25 4,48 17,51

533 22,4 4 111 42,26 4,48 17,51

534 22,4 4 108 42,29 4,49 17,53

534,2 22,4 4 108 42,29 4,49 17,53

535 22,5 4 103 42,34 4,49 17,55

536 22,5 4 098 42,39 4,50 17,57

537 22,6 4 093 42,45 4,50 17,59

537,8 22,6 4 089 42,49 4,51 17,61

538 22,7 4 088 42,50 4,51 17,61

539 22,7 4 083 42,55 4,51 17,63

539,6 22,7 4 080 42,58 4,52 17,65

540 22,8 4 078 42,60 4,52 17,66

541 22,8 4 076 42,62 4,52 17,66

541,4 22,8 4 075 42,63 4,52 17,67

542 22,9 4 072 42,66 4,53 17,68

543 22,9 4 066 42,73 4,53 17,71

543,2 22,9 4 066 42,73 4,53 17,71

544 23,0 4 061 42,78 4,54 17,73

545 23,0 4 056 42,83 4,54 17,75

et plus

Top