EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992D0072

92/72/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1991 betreffende het door Nederland overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 4028/86 ingediende meerjarig oriëntatieprogramma voor de aquicultuur (1992-1996) (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

OJ L 29, 5.2.1992, p. 43–45 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1996

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1992/72/oj

31992D0072

92/72/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1991 betreffende het door Nederland overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 4028/86 ingediende meerjarig oriëntatieprogramma voor de aquicultuur (1992-1996) (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 029 van 05/02/1992 blz. 0043 - 0045


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 december 1991 betreffende het door Nederland overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 4028/86 ingediende meerjarig oriëntatieprogramma voor de aquicultuur (1992-1996) (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek) (92/72/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquicultuur (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3944/90 (2), en met name op de artikelen 2 en 4,

Overwegende dat de door de Gemeenschap in de aquicultuursector uitgevoerde structuurmaatregelen gericht zijn op doelstellingen inzake ontwikkeling die passen in het communautaire beleid in zijn geheel, en moeten bijdragen tot de totstandkoming van de gemeenschappelijke economische ruimte;

Overwegende dat deze doelstellingen de economische en sociale cohesie ten goede moeten komen, zonder dat wordt ingegrepen in het spel van vraag en aanbod;

Overwegende dat het in dit verband beter is om gunstige voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van de aquicultuur dan uitsluitend via ad hoc-maatregelen op te treden;

Overwegende dat binnen een algemeen en samenhangend kader moet worden voorzien in de cooerdinatie, zowel op het niveau van de Gemeenschap als op dat van de Lid-Staten, van via de structurele instrumenten uitgevoerde bijstandsacties;

Overwegende dat zich, in gebieden waar de aquicultuur wordt beoefend, een wisselwerking voordoet tussen aquicultuur en natuurlijk milieu, en dat de aquicultuur onder bepaalde omstandigheden nu eens positieve, dan weer negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu;

Overwegende dat de door de aquicultuurbedrijven in acht te nemen voorschriften op het stuk van de gezondheid van mens en dier zijn geharmoniseerd bij de Richtlijnen 91/67/EEG (3), 91/492/EEG (4) en 91/493/EEG (5) van de Raad;

Overwegende dat ruimtelijke beperkingen, en met name de scherpe concurrentie qua ruimtebeslag in de kuststrook, tot de belangrijkste belemmeringen voor de ontwikkeling van de aquicultuur behoren en dat derhalve absoluut moet worden bevorderd dat aquicultuurlocaties worden aangewezen die een in het landschap geïntegreerde ontwikkeling van deze activiteit ten goede komen, en dat maatregelen worden genomen met het oog op de sanering van de kuststrook;

Overwegende dat een belangrijke factor voor de toekomstige ontwikkeling van de aquicultuur ook de mate is waarin het bedrijfsleven in staat is de produktie te diversifiëren door in aansluiting op onderzoekwerkzaamheden proefkwekerijen op te zetten en proefprojecten uit te voeren;

Overwegende dat de Nederlandse Regering bij de Commissie een meerjarig oriëntatieprogramma voor de aquicultuur heeft ingediend, hierna "het programma" genoemd; dat zij op 20 november 1991 de laatste aanvullende inlichtingen over dit programma heeft verstrekt;

Overwegende dat het programma gericht is op het verlagen van de bedrijfskosten en het verhogen van de produktiviteit van de bestaande kwekerijen, het ontwikkelen van nieuwe produktietakken en het intensiveren van de maatregelen om de bestaande aquicultuurbedrijven in Nederland in overeenstemming te brengen met de normen op het gebied van de hygiëne en met de milieuvoorschriften; dat de investeringen die de Lid-Staat nodig acht ter uitvoering van dit programma worden geraamd op circa 22 miljoen ecu; dat de goedkeuring van het programma niet vooruitloopt op volgende selecties van de afzonderlijke investeringsprojecten;

Overwegende dat het programma betrekking heeft op alle voor de aquicultuursector van de betrokken Lid-Staat geldende structuurmaatregelen;

Overwegende dat de aquicultuur zich ontwikkelt in een commerciële context die wordt gekenmerkt door een toenemende internationale concurrentie en dat de ontwikkeling van de markt voor aquicultuurprodukten ertoe zou kunnen leiden dat de produktiedoelstellingen voor bepaalde soorten moeten worden gewijzigd;

Overwegende dat moet worden gewerkt met een flexibele programmering, waarvoor wordt uitgegaan van een voortdurende observatie van de ontwikkeling van de produktiefactoren en de markt; dat dit programma derhalve zorgvuldig moet worden bijgestuurd en dat daarvoor betrouwbare en periodiek bijgewerkte gegevens voor het grondgebied van de Lid-Staat als geheel volstrekt noodzakelijk zijn;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor de visserijstructuur,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het door de Nederlandse Regering ingediende en laatstelijk op 20 november 1991 aangevulde meerjarige oriëntatieprogramma voor de aquicultuur (1992-1996), waarvan de hoofdpunten zijn aangegeven in de bijlage bij deze beschikking, wordt goedgekeurd onder de in deze beschikking vermelde voorwaarden.

Artikel 2

1. De maatregelen tot ontwikkeling en rationalisatie van de aquicultuurproduktie, die met de in de bijlage bij deze beschikking vermelde investeringen worden beoogd, moeten worden geprogrammeerd in het licht van de prioriteiten die bij de verschillende verordeningen met betrekking tot het structuurbeleid van de Gemeenschap zijn vastgesteld.

2. Bij de uitvoering van het programma moet bijzondere aandacht worden besteed aan wisselwerkingen tussen ontwikkelingen in de aquicultuursector en het milieu, alsmede aan de situatie van kwekerijen en produkten uit gezondheidsoogpunt.

3. Investeringsprojecten in een Lid-Staat waar voor de ontwikkeling van de aquicultuur gunstige wettelijke voorwaarden gelden, krijgen prioriteit.

4. Innovatiegerichte projecten die zijn ontwikkeld op grond van toereikend onderzoekwerk en op termijn uitzicht bieden op diversifiëring van de produktie, krijgen prioriteit.

5. De in het kader van het programma aangehouden produktiedoelstellingen moeten op gezette tijden worden geverifieerd en eventueel worden aangepast op grond van de ontwikkeling van de markt voor visserij- en aquicultuurprodukten.

6. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de technische bestaansmogelijkheid van de aalkwekerijen alsmede aan de toereikende en regelmatige voorziening van deze bedrijven met pootvis.

Artikel 3

Zo nodig deelt de Commissie de Lid-Staat elk jaar binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf 1 april, mede dat, blijkens de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 4028/86 bedoelde samenvatting of op grond van de niet-indiening daarvan, niet is voldaan aan de voorwaarden waarop het programma is goedgekeurd.

Artikel 4

Aan de in het onderhavige programma vervatte ramingen inzake de investeringen mogen geen conclusies worden verbonden ten aanzien van de eventuele financiële bijdrage van de Gemeenschap.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden. Gedaan te Brussel, 20 december 1991. Voor de Commissie

Manuel MARÍN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 376 van 31. 12. 1986, blz. 7. (2) PB nr. L 380 van 31. 12. 1990, blz. 1. (3) PB nr. L 46 van 19. 2. 1991, blz. 1. (4) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 1. (5) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 15.

BIJLAGE

MEERJARIG ORIËNTATIEPROGRAMMA VOOR DE AQUICULTUUR IN NEDERLAND

Voornaamste produktietakken

Mosselen, oesters, paling, meerval en forel.

Regio's / locaties

Kustwateren (teelt van schelpdieren) en het gehele grondgebied voor bedrijven met gesloten systeem.

Milieu

Verhoging van de kosten voor de lozing van afvalwater (milieuheffing) en het afvoeren van slib door de viskwekerijen.

Verwerkingseisen voor geïmporteerde schelpdieren met het oog op de kwaliteit van schelpdierwateren en de preventie van schelpdierziekten.

Onderzoek

Verbetering van de kweekmethoden voor meerval en aal (hogere produktiviteit), alsmede het onderzoeken van de mogelijkheden voor de kweek van nieuwe vissoorten.

Experimenten met hangcultures bij de kweek van schelpdieren.

Pathologie

Meer aandacht zal worden besteed aan ziekten en problemen als gevolg van de aanwezigheid van residuen van geneesmiddelen (aal, meerval en forel).

Bestudeerd zal worden welke voorzorgsmaatregelen kunnen worden genomen om ziekten te voorkomen bij vis en schelpdieren.

Er zal onderzoek worden verricht met betrekking tot Bonamia ostreae, een ziekte die vooral voorkomt bij oesters.

Wetgevingsaspecten / financiering van de investeringen

Strengere eisen ten aanzien van afvalstromen en effluenten.

Voor de vestiging en/of uitbreiding van viskwekerijen zijn vergunningen nodig op grond van de Vestigingswet, de Hinderwet, de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater en de Wet Bodemverontreiniging.

Voorlopige begroting voor dit programma (1992-1996): 22 miljoen ecu.

Markt

Het ligt in de bedoeling de afzetmogelijkheden voor "nieuwe" vissoorten te stimuleren, waarbij het kwaliteitsaspect steeds meer aandacht moet krijgen.

De toename van de produktie van Japanse oesters is in belangrijke mate afhankelijk van nieuwe afzetmogelijkheden.

Prioriteiten / doelstellingen

Verlagen van de bedrijfskosten en verhogen van de produktiviteit van de bestaande kwekerijen.

Opstarten en ontwikkelen van de kweek van "nieuwe" soorten; de mogelijkheden voor tarbot, zeebaars, zeebrasem en steur worden onderzocht.

Maatregelen om de bestaande kwekerijen in overeenstemming te brengen met huidige en toekomstige normen op het gebied van hygiëne en volksgezondheid, milieuvoorschriften en de voorkoming van ziekten.

Top