Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/211/02

    Zaak C-503/04: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 18 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Bondsrepubliek Duitsland (Niet-nakoming — Arrest van Hof waarin niet-nakoming wordt vastgesteld — Niet-uitvoering — Artikel 228 EG — Maatregelen ter uitvoering van arrest van Hof — Beëindiging van overeenkomst)

    PB C 211 van 8.9.2007, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.9.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 211/2


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 18 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Bondsrepubliek Duitsland

    (Zaak C-503/04) (1)

    (Niet-nakoming - Arrest van Hof waarin niet-nakoming wordt vastgesteld - Niet-uitvoering - Artikel 228 EG - Maatregelen ter uitvoering van arrest van Hof - Beëindiging van overeenkomst)

    (2007/C 211/02)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordiger: B. Schima, gemachtigde)

    Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: W.-D. Plessing en C. Schulze-Bahr, gemachtigden, H.-J. Prieß, advocaat)

    Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en J.-C. Gracia, gemachtigden), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: H. G. Sevenster en D. J. M. de Grave, gemachtigden), Republiek Finland (vertegenwoordiger: T. Pynnä, gemachtigde)

    Voorwerp

    Niet-nakoming — Artikel 228 EG — Niet-uitvoering van het arrest van het Hof van 20 april 2003 in de gevoegde zaken C-20/01 en C-28/01 — Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (PB L 209, blz. 1) — Plaatsing van overheidsopdrachten zonder voorafgaande aankondiging door de stad Braunschweig en de gemeente Bockhorn — Verzoek om oplegging van een dwangsom

    Dictum

    1)

    Door aan het einde van de termijn die was gesteld in het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 228 EG uitgebrachte met redenen omkleed advies, niet alle maatregelen te hebben getroffen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van 10 april 2003, Commissie/Duitsland (C-20/01 en C-28/01), betreffende de sluiting van een overeenkomst voor de verwerking van afval door de stad Braunschweig (Duitsland), is de Bondsrepubliek Duitsland de krachtens dit artikel op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    De Bondsrepubliek Duitsland wordt in de kosten verwezen.

    3)

    De Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten.


    (1)  PB C 45 van 19.2.2005.


    Top