This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/143/37
Case C-147/05: Action brought on 1 April 2005 by the Commission of the European Communities against the Kingdom of the Netherlands
Zaak C-147/05: Beroep, op 1 april 2005 ingesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk der Nederlanden
Zaak C-147/05: Beroep, op 1 april 2005 ingesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk der Nederlanden
PB C 143 van 11.6.2005, p. 25–25
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
11.6.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 143/25 |
Beroep, op 1 april 2005 ingesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk der Nederlanden
(Zaak C-147/05)
(2005/C 143/37)
Procestaal: Nederlands
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 1 april 2005 beroep ingesteld tegen het Koninkrijk der Nederlanden door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door Michel van Beek en Sara Pardo Quintillan, als gemachtigden.
Verzoekster concludeert dat het den Hove behage:
1. |
vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door niet alle nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen te treffen om te voldoen aan Richtlijn 2000/60/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad, van 20 oktober 2000, tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid of, in ieder geval, door bedoelde bepalingen niet aan de Commissie te hebben medegedeeld, de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
2. |
het Koninkrijk der Nederlanden in de kosten te verwijzen. |
Middelen en voornaamste argumenten:
De termijn voor omzetting van de Richtlijn in de nationale rechtsorde is op 22 december 2003 verstreken.
(1) PB L 327, blz. 1.