Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/106/58

    Zaak C-124/04: Verzoek van het Oberlandesgericht Oldenburg van 4 februari 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Industrias Nucleares do Brasil S.A. en Siemens AG, enerzijds en Texas Utilities Electric Corporation, anderzijds

    PB C 106 van 30.4.2004, p. 34–35 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 106/34


    Verzoek van het Oberlandesgericht Oldenburg van 4 februari 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Industrias Nucleares do Brasil S.A. en Siemens AG, enerzijds en Texas Utilities Electric Corporation, anderzijds

    (Zaak C-124/04)

    (2004/C 106/58)

    Het Oberlandesgericht Oldenburg heeft bij beschikking van 4 februari 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 8 maart 2004, in het geding tussen Industrias Nucleares do Brasil S.A. en Siemens AG, enerzijds, en Texas Utilities Electric Corporation, anderzijds, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

    1.

    Omvatten de begrippen behandelen, bewerken of verwerken in artikel 75, eerste alinea, EGA-Verdrag ook de verrijking van uranium?

    2.

    Oefent een buiten het EGA-grondgebied gevestigde onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uit in de zin van artikel 196, sub b, EGA-Verdrag binnen het EGA-grondgebied wanneer zij met een binnen het EGA-grondgebied gevestigde onderneming een zakenrelatie onderhoudt die betrekking heeft op:

    a.

    de levering van grondstoffen voor de vervaardiging van verrijkt uranium en de afname van verrijkt uranium van de op het EGA-grondgebied gevestigde onderneming;

    b.

    de opslag ervan bij een andere op het EGA-grondgebied gevestigde onderneming?

    3.

    a.

    Vereist artikel 75, eerste alinea, sub b, EGA-Verdrag dat de ter behandeling, bewerking of verwerking aangeleverde en daarna teruggeleverde materialen afgezien van de door de verwerking veroorzaakte fysische veranderingen stoffelijk identiek zijn?

    b.

    Of is het voldoende indien de verwerkte materialen in kwaliteit en hoeveelheid met de aangeleverde materialen overeenstemmen?

    c.

    Is artikel 75, eerste alinea, sub c, EGA-Verdrag niet van toepassing indien er geen verband bestaat tussen de afgeleverde materialen en de door de ontvanger aangeleverde materialen zijn terug te voeren?

    d.

    Is artikel 75, eerste alinea, sub c, EGA-Verdrag niet van toepassing indien de verwerkende onderneming door de aanlevering van de grondstoffen de eigendom hiervan verwerft en de eigendom van het verrijkte uranium daarom na de verwerking aan de wederpartij in de overeenkomst weer moet overdragen?

    4.

    a.

    Is artikel 75 EGA-Verdrag niet van toepassing indien de betrokken personen of ondernemingen de in artikel 75, tweede alinea, EGA-Verdrag vastgelegde kennisgevingsverplichting jegens het voorzieningsagentschap van Euratom niet nagekomen.?

    b.

    Kan een schending van de in artikel 75, tweede alinea, EGA-Verdrag vastgelegde kennisgevingsverplichting jegens het voorzieningsagentschap van Euratom worden hersteld doordat de betrokken personen of ondernemingen achteraf hun kennisgevingsverplichting voldoen of het agentschap op andere wijze achteraf in kennis wordt gesteld?

    5.

    a.

    Wordt een akkoord of overeenkomst in de zin van artikel 73 EGA-Verdrag nietig indien de betrokken partijen niet om de daarin voorgeschreven voorafgaande instemming van de Commissie verzoeken?

    b.

    Kan de eventuele nietigheid van de transactie worden opgeheven doordat de betrokken personen of ondernemingen achteraf om instemming verzoeken of de EGA-organen, nadat zij op andere wijze in kennis zijn gesteld, niet reageren?

    6

    a.

    Is het verboden over materialen in de zin van artikel 57, lid 1, EGA-Verdrag te beschikken indien de betrokken producent niet voldoet aan zijn in artikel 57, lid 2, tweede alinea, EGA-Verdrag vastgelegde verplichting om deze aan het voorzieningsagentschap aan te bieden?

    b.

    Kan de schending van de aanbiedingsplicht jegens het voorzieningsagentschap van Euratom worden hersteld doordat de producent achteraf aan zijn aanbiedingsplicht voldoet of het agentschap op andere wijze achteraf in kennis wordt gesteld en geen gebruik maakt van zijn optierecht?

    7.

    Omvat het begrip „voortbrengen” van artikel 86 EGA-Verdrag ook de verrijking van uranium?

    8.

    Zijn ruw uranium en laagverrijkt uranium grondstoffen in de zin van artikel 197, punt 1, laatste volzin, EGA-Verdrag?

    9.

    a.

    Kan op materialen die op grond van artikel 86, eerste alinea, EGA-Verdrag eigendom van de EGA zijn geworden, een civielrechtelijke eigendom in de zin van ' 903 BGB worden gevestigd en kan deze worden overgedragen?

    b.

    Is het krachtens artikel 87 EGA-Verdrag aan de rechthebbenden toekomende meest uitgebreide recht tot gebruik en verbruik een specifiek aan de eigendom gelijkstaand of met de eigendom vergelijkbaar zakelijk recht dat naast de zakelijke rechten van het burgerlijk wetboek van de Bondsrepubliek Duitsland bestaat?

    10.

    Oefent een onderneming een deel van haar werkzaamheden in de zin van artikel 196, sub b, EGA-Verdrag uit op het grondgebied van de EGA-lidstaten, indien zij aldaar opgeslagen verrijkt uranium vervreemdt of verwerft?

    11.

    Is artikel 73 EGA-Verdrag van overeenkomstige toepassing op overeenkomsten die op het grondgebied van de EGA opgeslagen verrijkt uranium betreffen en waarbij uitsluitend onderdanen van derde staten partij zijn?


    Top