Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0181

    Zaak C-181/20: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 25 januari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky — Tsjechië) — VYSOČINA WIND a.s. / Česká republika — Ministerstvo životního prostředí (Prejudiciële verwijzing – Milieu – Richtlijn 2012/19/EU – Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – Verplichting tot financiering van de kosten van beheer van afvalstoffen afkomstig van fotovoltaïsche panelen – Terugwerkende kracht – Rechtzekerheidsbeginsel – Onjuiste omzetting van een richtlijn – Aansprakelijkheid van de lidstaat)

    PB C 119 van 14.3.2022, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 119 van 14.3.2022, p. 4–4 (GA)

    14.3.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 119/9


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 25 januari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky — Tsjechië) — VYSOČINA WIND a.s. / Česká republika — Ministerstvo životního prostředí

    (Zaak C-181/20) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Milieu - Richtlijn 2012/19/EU - Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur - Verplichting tot financiering van de kosten van beheer van afvalstoffen afkomstig van fotovoltaïsche panelen - Terugwerkende kracht - Rechtzekerheidsbeginsel - Onjuiste omzetting van een richtlijn - Aansprakelijkheid van de lidstaat)

    (2022/C 119/12)

    Procestaal: Tsjechisch

    Verwijzende rechter

    Nejvyšší soud (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Tsjechië)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: VYSOČINA WIND a.s.

    Verwerende partij: Česká republika — Ministerstvo životního prostředí

    Dictum

    1)

    Artikel 13, lid 1, van richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) is ongeldig voor zover deze bepaling de producenten verplicht om de kosten te financieren van het beheer van afvalstoffen afkomstig van fotovoltaïsche panelen die tussen 13 augustus 2005 en 13 augustus 2012 in de handel zijn gebracht.

    Artikel 13, lid 1, van richtlijn 2012/19 moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling op grond waarvan de verplichting om te voorzien in de financiering van de kosten voor het beheer van afvalstoffen afkomstig van fotovoltaïsche panelen die vanaf 13 augustus 2012, de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn, in de handel zijn gebracht, aan de gebruikers van die panelen en niet aan de producenten ervan wordt opgelegd.

    2)

    Het Unierecht moet aldus worden uitgelegd dat de omstandigheid dat een lidstaat vóór de vaststelling van een richtlijn van de Unie een wettelijke regeling heeft vastgesteld die in strijd is met die richtlijn van de Unie, op zich geen schending van het Unierecht oplevert, aangezien de verwezenlijking van het door deze richtlijn voorgeschreven resultaat niet kan worden geacht ernstig in gevaar te zijn gebracht voordat deze richtlijn deel uitmaakte van de rechtsorde van de Unie.


    (1)  PB C 222 van 6.7.2020.


    Top