Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0356

    Zaak C-356/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla m.st. Warszawy w Warszawie (Polen) op 3 mei 2019 — Delfly sp. z o.o./Travel Service Polska sp. z o.o

    PB C 280 van 19.8.2019, p. 22–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.8.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 280/22


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla m.st. Warszawy w Warszawie (Polen) op 3 mei 2019 — Delfly sp. z o.o./Travel Service Polska sp. z o.o

    (Zaak C-356/19)

    (2019/C 280/29)

    Procestaal: Pools

    Verwijzende rechter

    Sąd Rejonowy dla m.st. Warszawy w Warszawie

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Delfly sp. z o.o.

    Verwerende partij: Travel Service Polska sp. z o.o.

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (1) aldus worden uitgelegd dat deze bepaling niet alleen de omvang van de verplichting tot compensatie regelt maar ook de wijze waarop deze verbintenis moet worden nagekomen?

    2)

    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: kan een passagier of diens rechtsopvolger met vrucht betaling eisen van de tegenwaarde van het bedrag van 400 EUR in een andere valuta, met name de nationale valuta die wordt gebruikt op de woonplaats van de passagier van de geannuleerde of vertraagde vlucht?

    3)

    Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord: volgens welke criteria moet de valuta worden bepaald waarin een passagier of diens rechtsopvolger betaling kan verlangen, en welke wisselkoers moet daarbij worden gebruikt?

    4)

    Staan artikel 7, lid 1, of andere bepalingen van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 in de weg aan de toepassing van dergelijke nationale bepalingen inzake de nakoming van verbintenissen volgens welke de vordering van een passagier of diens rechtsopvolger kan worden afgewezen op de enkele grond dat de vordering ten onrechte in de lokale valuta van de woonplaats van de passagier is uitgedrukt en niet overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de verordening in euro?


    (1)  PB 2004, L 46, blz. 1.


    Top