Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0302

    Zaak C-302/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 11 april 2019 — Istituto Nazionale della Previdenza Sociale/WS

    PB C 288 van 26.8.2019, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.8.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 288/13


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 11 april 2019 — Istituto Nazionale della Previdenza Sociale/WS

    (Zaak C-302/19)

    (2019/C 288/17)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Corte suprema di cassazione

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Istituto Nazionale della Previdenza Sociale

    Verwerende partij: WS

    Prejudiciële vraag

    Moeten artikel 12, lid 1, onder e), van richtlijn 2011/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 (1) en het beginsel van gelijke behandeling van houders van een gecombineerde verblijfs- en arbeidsvergunning en nationale onderdanen, aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling op grond waarvan de familieleden van de werknemer met een gecombineerde verblijfs- en arbeidsvergunning die onderdaan is van een derde land, zijn uitgesloten van de kring van familieleden van het kerngezin die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de gezinsuitkering, indien zij hun woonplaats in het land van herkomst hebben, terwijl deze regel niet geldt voor onderdanen van de lidstaat?


    (1)  Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven (PB 2011, L 343, blz. 1).


    Top