This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TB0524
Case T-524/16 R: Order of the Vice-President of the General Court of 15 February 2019 — Aresu v Commission (Interim measures — Civil Service — Officials — Reform of the Staff Regulations of 1 January 2014 — Reduced number of days of annual leave — Replacement of travelling time by home leave — Application for interim measures — No urgency)
Zaak T-524/16 R: Beschikking van de vicepresident van het Gerecht van 15 februari 2019 — Aresu/Commissie („Kort geding — Openbare dienst — Ambtenaren — Statuutwijziging van 1 januari 2014 — Verminderd aantal verlofdagen — Vervanging van reisdagen door verlof thuis — Verzoek om voorlopige maatregelen — Geen spoedeisendheid”)
Zaak T-524/16 R: Beschikking van de vicepresident van het Gerecht van 15 februari 2019 — Aresu/Commissie („Kort geding — Openbare dienst — Ambtenaren — Statuutwijziging van 1 januari 2014 — Verminderd aantal verlofdagen — Vervanging van reisdagen door verlof thuis — Verzoek om voorlopige maatregelen — Geen spoedeisendheid”)
PB C 131 van 8.4.2019, p. 45–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 131/45 |
Beschikking van de vicepresident van het Gerecht van 15 februari 2019 — Aresu/Commissie
(Zaak T-524/16 R)
(„Kort geding - Openbare dienst - Ambtenaren - Statuutwijziging van 1 januari 2014 - Verminderd aantal verlofdagen - Vervanging van reisdagen door verlof thuis - Verzoek om voorlopige maatregelen - Geen spoedeisendheid”)
(2019/C 131/52)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Antonio Aresu (Brussel, België) (vertegenwoordiger: M. Velardo, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Gattinara en F. Simonetti, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: E. Taneva en M. Ecker, gemachtigden) en Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bauer en R. Meyer, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU, ten eerste tot opschorting van de tenuitvoerlegging van het besluit om het aantal aanvullende verlofdagen van verzoeker terug te brengen van vijf naar tweeënhalf, en wel op basis van artikel 7 van bijlage V bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, zoals gewijzigd bij verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 (PB 2013, L 287, blz. 15), en ten tweede tot vaststelling van voorlopige maatregelen zodat verzoeker voorlopig hetzelfde aantal aanvullende verlofdagen heeft als hij vóór 1 januari 2014 aan reisdagen had, en wel met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014 tot aan de uitspraak van de beslissing in de hoofdzaak of, indien dit vóór die uitspraak is, tot verzoekers pensionering
Dictum
1) |
Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |