This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CN0307
Case C-307/16: Request for a preliminary ruling from the Naczelny Sąd Administracyjny (Poland) lodged on 30 May 2016 — Stanisław Pieńkowski v Dyrektor Izby Skarbowej w Lublinie
Zaak C-307/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 30 mei 2016 — Stanisław Pieńkowski/Dyrektor Izby Skarbowej w Lublinie
Zaak C-307/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 30 mei 2016 — Stanisław Pieńkowski/Dyrektor Izby Skarbowej w Lublinie
PB C 335 van 12.9.2016, p. 32–32
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.9.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 335/32 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 30 mei 2016 — Stanisław Pieńkowski/Dyrektor Izby Skarbowej w Lublinie
(Zaak C-307/16)
(2016/C 335/42)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Stanisław Pieńkowski
Verwerende partij: Dyrektor Izby Skarbowej w Lublinie
Prejudiciële vraag
Moeten artikel 146, lid 1, onder b), en de artikelen 147, 131 en 273 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) (omissis) aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen nationale regelingen die de toepassing van de vrijstelling uitsluiten jegens een belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarde dat hij in het voorafgaande belastingjaar een bepaalde omzetdrempel heeft behaald noch een overeenkomst heeft gesloten met een marktdeelnemer die gerechtigd is reizigers de btw terug te geven?