EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0109

Zaak T-109/15: Beroep ingesteld op 2 maart 2015 — Saint-Gobain Isover G+H e.a./Commissie

PB C 138 van 27.4.2015, p. 64–65 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/64


Beroep ingesteld op 2 maart 2015 — Saint-Gobain Isover G+H e.a./Commissie

(Zaak T-109/15)

(2015/C 138/83)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Saint-Gobain Isover G+H AG (Ludwigshafen am Rhein, Duitsland), Saint-Gobain Glass Deutschland GmbH (Stolberg, Duitsland), Saint-Gobain Oberland AG (Bad Wurzach, Duitsland) en Saint-Gobain Sekurit Deutschland GmbH & Co. KG (Herzogenrath, Duitsland) (vertegenwoordigers: S. Altenschmidt en H. Janssen, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van 25 november 2014, C(2014) 8786 final, in de procedure „Staatssteun SA.33995 (2013/C) — bevordering van de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen en verlaging van de EEG-heffing voor energie-intensieve ondernemingen”;

verwijzing van verweerster in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vier middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU

Verzoeksters betogen dat de verlaging van de EEG-heffing geen steunmaatregel vormt, aangezien staatsmiddelen toegekend noch gederfd worden. De verlaging van de EEG-heffing gebeurt evenmin op selectieve wijze. Zij vervalst bovendien de mededinging niet en beïnvloedt evenmin het handelsverkeer op de interne markt ongunstig.

2.

Tweede middel: schending van artikel 108, lid 3, VWEU

Indien in weerwil van het betoog van verzoeksters sprake is van een steunmaatregel, dan mag verweerster volgens verzoeksters in geen geval de terugvordering gelasten op grond van artikel 108, lid 3, VWEU. De verlaging van de EEG-heffing is immers geen nieuwe steun aangezien de daaraan voorafgaande regeling, die op de wezenlijke punten dezelfde inhoud had, reeds in 2002 door verweerster werd goedgekeurd.

3.

Derde middel: schending van artikel 107, lid 3, VWEU

Voorts stellen verzoeksters dat het besluit artikel 107, lid 3, VWEU en het vertrouwensbeginsel schendt. Verweerster had de door haar onderzochte feiten niet mogen beoordelen aan de hand van haar richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020, die pas op 28 juni 2014 werden bekendgemaakt. In plaats daarvan had zij de in 2008 bekendgemaakte richtsnoeren moeten toepassen. Op basis van het criterium van 2008 had verweerster enkel tot de slotsom mogen komen dat de zogenaamde steunmaatregel verenigbaar was met de interne markt.

4.

Vierde middel: schending van artikel 108, lid 1, VWEU

Ten slotte betogen verzoeksters dat verweerster het rechtszekerheidsbeginsel en artikel 108, lid 1, VWEU heeft geschonden doordat zij het bestreden besluit heeft vastgesteld in een procedure over nieuwe steun. Aangezien verweerster de aan het Erneuerbare-Energien-Gesetz 2012 (wet hernieuwbare energiebronnen, EEG 2012) voorafgaande regeling had goedgekeurd, had zij een besluit moeten nemen in een procedure over bestaande steun in plaats van in een procedure over nieuwe steun.


Top