Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.
Dokuments 62015CA0070
Case C-70/15: Judgment of the Court (Second Chamber) of 7 July 2016 (request for a preliminary ruling from the Sąd Najwyższy — Poland) — Emmanuel Lebek v Janusz Domino (Judicial cooperation in civil matters — Regulation (EC) No 44/2001 — Article 34(2) — Defendant not entering an appearance — Recognition and enforcement of judgments — Grounds for refusing enforcement — Document instituting proceedings not served on the defendant in sufficient time — Concept of ‘proceedings to challenge a judgment’ — Application for relief — Regulation (EC) No 1393/2007 — Article 19(4) — Service of judicial and extrajudicial documents — Period within which an application for relief may be submitted)
Zaak C-70/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Polen) — Emmanuel Lebek/Janusz Domino [Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikel 34, punt 2 — Niet-verschenen verweerder — Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen — Gronden voor weigering — Geen tijdige betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend — Begrip „rechtsmiddel” — Verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel — Verordening (EG) nr. 1393/2007 — Artikel 19, lid 4 — Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken — Termijn waarin het verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel ontvankelijk is]
Zaak C-70/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Polen) — Emmanuel Lebek/Janusz Domino [Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikel 34, punt 2 — Niet-verschenen verweerder — Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen — Gronden voor weigering — Geen tijdige betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend — Begrip „rechtsmiddel” — Verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel — Verordening (EG) nr. 1393/2007 — Artikel 19, lid 4 — Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken — Termijn waarin het verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel ontvankelijk is]
PB C 335 van 12.9.2016., 12./12. lpp.
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.9.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 335/12 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Polen) — Emmanuel Lebek/Janusz Domino
(Zaak C-70/15) (1)
([Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 34, punt 2 - Niet-verschenen verweerder - Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen - Gronden voor weigering - Geen tijdige betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt aan de verweerder tegen wie verstek werd verleend - Begrip „rechtsmiddel” - Verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel - Verordening (EG) nr. 1393/2007 - Artikel 19, lid 4 - Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken - Termijn waarin het verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel ontvankelijk is])
(2016/C 335/15)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Najwyższy
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Emmanuel Lebek
Verwerende partij: Janusz Domino
Dictum
1) |
Het begrip „rechtsmiddel” als bedoeld in artikel 34, punt 2, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat daaronder ook wordt verstaan het verzoek om verlening van een nieuwe termijn om een rechtsmiddel aan te wenden, indien de termijn om een normaal rechtsmiddel aan te wenden is verstreken. |
2) |
Artikel 19, lid 4, laatste alinea, van verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („de betekening en de kennisgeving van stukken”), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad, moet aldus worden uitgelegd dat het uitsluit dat de bepalingen van nationaal recht inzake het stelsel van verzoeken om verlening van een nieuwe termijn om een rechtsmiddel aan te wenden, worden toegepast wanneer de termijn waarbinnen de indiening van dergelijke verzoeken nog ontvankelijk is, zoals deze nader is bepaald in de in deze bepaling bedoelde verklaring van een lidstaat, is verstreken. |