This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0577
Case T-577/14: Action brought on 4 August 2014 — Gascogne Sack Deutschland and Gascogne v Court of Justice
Zaak T-577/14: Beroep ingesteld op 4 augustus 2014 — Gascogne Sack Deutschland en Gascogne/Hof van Justitie
Zaak T-577/14: Beroep ingesteld op 4 augustus 2014 — Gascogne Sack Deutschland en Gascogne/Hof van Justitie
PB C 351 van 6.10.2014, p. 19–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 351/19 |
Beroep ingesteld op 4 augustus 2014 — Gascogne Sack Deutschland en Gascogne/Hof van Justitie
(Zaak T-577/14)
2014/C 351/24
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Gascogne Sack Deutschland GmbH (Wieda, Duitsland), en Gascogne (Saint-Paul-lès-Dax, Frankrijk) (vertegenwoordigers: F. Puel en E. Durand, advocaten)
Verwerende partij: Hof van Justitie van de Europese Unie
Conclusies
— |
de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie vaststellen omdat de procedure voor het Gerecht niet voldeed aan het vereiste om een redelijke procestermijn in acht te nemen; |
bijgevolg,
— |
de Europese Unie veroordelen tot betaling van een gepaste en integrale vergoeding van de materiële en immateriële schade die verzoeksters hebben geleden ten gevolge van het onrechtmatige gedrag van de Unie, overeenstemmend met de volgende bedragen, vermeerderd met de compensatoire en moratoire interesten tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toepast, vermeerderd met twee procentpunt, vanaf de dag waarop het verzoekschrift is neergelegd:
|
— |
subsidiair, indien wordt geoordeeld dat het bedrag van de geleden schade opnieuw moet worden beoordeeld, een deskundigenonderzoek bevelen overeenkomstig de artikelen 65, sub d, 66, lid l, en 70 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht; |
— |
de Europese Unie in ieder geval verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters één middel aan, namelijk dat artikel 47, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is geschonden omdat de procedure voor het Gerecht buitensporig lang heeft geduurd en hun grondrecht op berechting van hun zaak binnen een redelijke termijn dus geschonden is.