Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0209

    Zaak C-209/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 3 mei 2012 — Walter Endress/Allianz Lebensversicherungs AG

    PB C 200 van 7.7.2012, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.7.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 200/7


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 3 mei 2012 — Walter Endress/Allianz Lebensversicherungs AG

    (Zaak C-209/12)

    2012/C 200/13

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesgerichtshof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Walter Endress

    Verwerende partij: Allianz Lebensversicherungs AG

    Prejudiciële vraag

    Moet artikel 15, lid 1, eerste zin, van de Tweede richtlijn (90/619/EEG) van de Raad van 8 november 1990 (1), gelet op het bepaalde in artikel 31, lid 1, van richtlijn 92/96/EEG van [de Raad van] 10 november 1992 (2) in die zin worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een regeling — zoals §5a, lid 2, vierde zin, Versicherungsvertragsgesetz (VVG), zoals gewijzigd bij het Drittes Gesetz zur Durchführung versicherungsrechtlicher Richtlinien des Rates der Europäischen Gemeinschaften vom 21. Juli 1994 (Drittes Durchführungsgesetz/EWG zum Versicherungsaufsichtsgesetz (VAG) [Duitse Derde wet tot uitvoering van verzekeringsrechtelijke richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 juli 1994 (Derde uitvoeringswet/EEG — VAG)], krachtens welke een opzeggings- of herroepingsrecht uiterlijk een jaar na de eerste premiebetaling vervalt, zelfs wanneer de verzekeringnemer niet over het opzeggings- of herroepingsrecht is geïnformeerd?


    (1)  Tweede richtlijn (90/619/EEG) van de Raad van 8 november 1990 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe levensverzekeringsbedrijf, tot vaststelling van de bepalingen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het vrij verrichten van diensten en houdende wijziging van richtlijn 79/267/EEG (PB L 330, blz. 50).

    (2)  Richtliin 92/96/EEG van de Raad van 10 november 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe levensverzekeringsbedrijf en tot wijziging van de richtlijnen 79/267/EEG en 90/619/EEG (Derde richtlijn levensverzekering) (PB L 360, blz. 1).


    Top