This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CN0427
Case C-427/11: Reference for a preliminary ruling from High Court of Ireland (Ireland) made on 16 August 2011 — Margaret Kenny and others v Minister for Justice, Equality and Law Reform, Minister for Finance, Commissioner of An Garda Síochána
Zaak C-427/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland (Ierland) op 16 augustus 2011 — Margaret Kenny e.a./Minister for Justice, Equality and Law Reform, Minister for Finance, Commissioner of An Garda Síochána
Zaak C-427/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland (Ierland) op 16 augustus 2011 — Margaret Kenny e.a./Minister for Justice, Equality and Law Reform, Minister for Finance, Commissioner of An Garda Síochána
PB C 311 van 22.10.2011, p. 25–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 311/25 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Ireland (Ierland) op 16 augustus 2011 — Margaret Kenny e.a./Minister for Justice, Equality and Law Reform, Minister for Finance, Commissioner of An Garda Síochána
(Zaak C-427/11)
2011/C 311/41
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
High Court of Ireland
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Margaret Kenny, Patricia Quinn, Nuala Condon, Eileen Norton, Ursula Ennis, Loretta Barrett, Joan Healy, Kathleen Coyne, Sharon Fitzpatrick, Breda Fitzpatrick, Sandra Hennelly, Marian Troy, Antoinette Fitzpatrick, Helena Gatley
Verwerende partijen: Minister for Justice, Equality and Law Reform, Minister for Finance, Commissioner of An Garda Síochána
Prejudiciële vragen
1) |
In omstandigheden waarin op het eerste gezicht sprake is van indirecte discriminatie in beloning op grond van geslacht, in strijd met artikel 141 (thans artikel 157 VWEU) en richtlijn 75/117/EEG van de Raad (1), moet de werkgever dan, om het bestaan van een objectieve rechtvaardiging aan te tonen, een rechtvaardiging leveren betreffende:
|
2) |
In omstandigheden waarin op het eerste gezicht sprake is van indirecte discriminatie in beloning op grond van geslacht, moet de werkgever dan, om het bestaan van een objectieve rechtvaardiging aan te tonen, een rechtvaardiging leveren betreffende:
|
3) |
Indien vraag 2(b) bevestigend wordt beantwoord, is de objectieve rechtvaardiging dan geleverd, ondanks het feit dat een dergelijke rechtvaardiging niet op de gekozen referentiepersonen van toepassing is? |
4) |
Heeft de Labour Court blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting van het gemeenschapsrecht, door te stellen dat het „belang van goede arbeidsverhoudingen” in aanmerking kan worden genomen bij de beslissing of de werkgever het verschil in beloning objectief kan rechtvaardigen? |
5) |
In omstandigheden waarin op het eerste gezicht sprake is van indirecte discriminatie in beloning op grond van geslacht, kan een objectieve rechtvaardiging dan worden geleverd door verweerders beroep op de bezorgdheid over de arbeidsverhoudingen? Is een dergelijke bezorgdheid van enig belang voor het onderzoek van een objectieve rechtvaardiging? |
(1) Richtlijn 75/117/EEG van de Raad van 10 februari 1975 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der lidstaten inzake de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers (PB L 45, blz. 19).