Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0368

    Zaak C-368/10: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 mei 2012 — Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden (Niet-nakoming — Richtlijn 2004/18/EG — Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten — Overheidsopdracht voor levering, installatie en onderhoud van warmedrankautomaten, en levering van thee, koffie en andere ingrediënten — Artikel 23, leden 6 en 8 — Technische specificaties — Artikel 26 — Voorwaarden voor uitvoering van opdracht — Artikel 53, lid 1 — Criteria voor gunning van opdrachten — Economisch voordeligste aanbieding — Biologische producten en fairtradeproducten — Gebruik van keurmerken in kader van formulering van technische specificaties en gunningscriteria — Artikel 39, lid 2 — Begrip „nadere inlichtingen” — Artikel 2 — Beginselen van plaatsen van overheidsopdrachten — Transparantiebeginsel — Artikelen 44, lid 2, en 48 — Controle van geschiktheid en selectie van deelnemers — Minimumeisen voor technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid — Eerbiediging van „criteria duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen” )

    PB C 194 van 30.6.2012, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.6.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 194/3


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 mei 2012 — Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden

    (Zaak C-368/10) (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijn 2004/18/EG - Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten - Overheidsopdracht voor levering, installatie en onderhoud van warmedrankautomaten, en levering van thee, koffie en andere ingrediënten - Artikel 23, leden 6 en 8 - Technische specificaties - Artikel 26 - Voorwaarden voor uitvoering van opdracht - Artikel 53, lid 1 - Criteria voor gunning van opdrachten - Economisch voordeligste aanbieding - Biologische producten en fairtradeproducten - Gebruik van keurmerken in kader van formulering van technische specificaties en gunningscriteria - Artikel 39, lid 2 - Begrip „nadere inlichtingen” - Artikel 2 - Beginselen van plaatsen van overheidsopdrachten - Transparantiebeginsel - Artikelen 44, lid 2, en 48 - Controle van geschiktheid en selectie van deelnemers - Minimumeisen voor technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid - Eerbiediging van „criteria duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen”)

    2012/C 194/04

    Procestaal: Nederlands

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Zadra en F. Wilman, gemachtigden)

    Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. Wissels en M. de Ree, gemachtigden)

    Voorwerp

    Niet-nakoming — Schending van de artikelen 2, 23, leden 6 en 8, 44, lid 2, 48, leden 1 en 2, en 53, lid 1, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114) — Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten — Technische specificaties — Controle van de geschiktheid en selectie van de deelnemers, gunning van de opdrachten — Technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid — Criteria voor het gunnen van de opdrachten — Levering, installatie en onderhoud van koffieautomaten

    Dictum

    1)

    Doordat de Provincie Noord-Holland in het kader van de gunning van een overheidsopdracht voor de levering en het beheer van koffieautomaten, waarvan de aankondiging is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 16 augustus 2008:

    een met artikel 23, lid 6, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1422/2007 van de Commissie van 4 december 2007, onverenigbare technische specificatie heeft vastgesteld door te eisen dat bepaalde te leveren producten van een bepaalde milieukeur waren voorzien in plaats van gedetailleerde specificaties te gebruiken;

    met artikel 53, lid 1, sub a, van deze richtlijn onverenigbare gunningscriteria heeft vastgesteld door te bepalen dat wanneer bepaalde te leveren producten van bepaalde keurmerken waren voorzien, daarvoor in het kader van de keuze van de economisch voordeligste aanbieding een bepaald aantal punten zou worden toegekend, zonder de uitgangspunten van die keurmerken te hebben opgesomd of te hebben bepaald dat het bewijs dat een product aan die criteria voldeed met elk passend middel kon worden geleverd;

    een ingevolge de artikelen 44, lid 2, en 48 van die richtlijn ongeoorloofde minimumeis inzake technische bekwaamheid heeft vastgesteld door onder de vereisten inzake bekwaamheid en minimumcapaciteiten in de offerteaanvraag die in het kader van genoemde opdracht toepasselijk was de voorwaarde op te nemen dat de inschrijvers voldoen aan de „criteria van duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen”, en aangeven op welke wijze zij aan die criteria voldoen en „bijdra[gen] aan het duurzamer maken van de koffiemarkt en aan een milieutechnisch, sociaal en economisch verantwoorde koffieproductie”, en

    een clausule heeft vastgesteld die niet voldoet aan de in artikel 2 van voormelde richtlijn neergelegde transparantieverplichting, door van de inschrijvers te verlangen dat zij voldoen aan de „criteria van duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen” en aangeven op welke wijze zij invulling geven aan bedoelde criteria en „bijdra[gen] aan het duurzamer maken van de koffiemarkt en aan een milieutechnisch, sociaal en economisch verantwoorde koffieproductie”,

    heeft het Koninkrijk der Nederlanden niet voldaan aan de krachtens voormelde bepalingen op hem rustende verplichtingen.

    2)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3)

    Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 328 van 04.12.2010.


    Top