Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0355

    Zaak C-355/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 30 juli 2008 door WWF-UK Ltd tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Achtste kamer) van 2 juni 2008 in zaak T-91/07, WWF-UK Ltd/Raad van de Europese Unie

    PB C 260 van 11.10.2008, p. 10–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.10.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 260/10


    Hogere voorziening ingesteld op 30 juli 2008 door WWF-UK Ltd tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Achtste kamer) van 2 juni 2008 in zaak T-91/07, WWF-UK Ltd/Raad van de Europese Unie

    (Zaak C-355/08 P)

    (2008/C 260/18)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirante: WWF-UK Ltd (vertegenwoordigers: R. Stein, Solicitor, P. Sands en J. Simor, Barristers)

    Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie, Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Conclusies

    de beschikking van 5 juni 2008 te vernietigen en WWF's beroep bij het Gerecht van eerste aanleg ontvankelijk te verklaren;

    de Raad en de Commissie te verwijzen in de door WWF voor het Hof en voor het Gerecht gemaakte kosten

    Middelen en voornaamste argumenten

    1)

    Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de omstandigheid dat WWF als lid van de RAR het recht heeft om bij het besluitvormingsproces te worden betrokken, en de op de Raad rustende verplichting om haar standpunt vóór de vaststelling van de relevante maatregelen in aanmerking te nemen, niet voldoende waren om WWF individueel geraakt te achten in de zin van artikel 230 EG. Het Gerecht heeft ten onrechte gesteld dat WWF geen procedurele rechten had omdat deze alleen aan de RAR toekwamen, en niet aan zijn leden.

    2)

    Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat gesteld al dat er sprake zou zijn van procesbevoegdheid, rechterlijke bescherming niet tot doel zou hebben om WWF's procedurele rechten te beschermen, zodat geen rechterlijke bescherming vereist was. Dat is een onjuiste benadering van het vraagstuk van de procesbevoegdheid. Indien er „rechtstreekse en individuele” geraaktheid is, kan de verzoeker de rechtmatigheid van de relevante maatregel bestrijden, hetgeen WWF in casu wenst te doen. Het is niet zo dat WWF enkel kan opkomen tegen een proceduregebrek, zoals het Gerecht suggereert.

    3)

    De beschikking van het Gerecht is procedureel onrechtvaardig. Het Gerecht heeft de procedure beëindigd na de interventie van de Commissie van 21 november 2007 te hebben ontvangen, ook al had het er op 27 september 2007 mee ingestemd dat WWF in de gelegenheid moest worden gesteld om op opmerkingen van de Commissie te antwoorden. WWF werd de toestemming geweigerd om opmerkingen in antwoord te maken. WWF heeft toch opmerkingen ingediend, maar het Gerecht heeft deze niet in aanmerking genomen vóór het geven van zijn beschikking, die niet verwijst naar WWF's opmerkingen in antwoord op de Commissie. Het Gerecht heeft dus de beginselen van natuurlijke gerechtigheid en eerlijke procedure ernstig geschonden.


    Top