Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0196

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1309/2013

    COM/2021/196 final

    Brussel, 20.4.2021

    COM(2021) 196 final

    2018/0202(COD)

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

    overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    over het

    standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1309/2013


    2018/0202 (COD)

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

    overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie


    over het

    standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1309/2013

    1.Chronologisch overzicht

    Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2018) 380 final — 2018/0202 (COD)) 1

    30 mei 2018

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    12 december 2018

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing

    16 januari 2019

    Overeenkomst in de Raad inzake een partiële algemene oriëntatie

    Trialogen

    Politiek akkoord in het Comité van permanente vertegenwoordigers

    Vaststelling van het standpunt van de Raad in eerste lezing

    15 maart 2019

    4 februari 2020

    15 oktober 2020

    27 oktober 2020

    16 december 2020

    20 januari 2021

    19 april 2021

    […].

    2.Doel van het voorstel van de Commissie

    Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is een speciaal instrument buiten de maxima van het meerjarig financieel kader, dat de Unie in staat zal blijven stellen op onvoorziene omstandigheden te reageren. Het EFG is een concrete uiting van de solidariteit van de EU met Europese werknemers die hun baan hebben verloren als gevolg van een aanzienlijke herstructureringen. Ontslagen werknemers krijgen hulp in de vorm van een pakket gepersonaliseerde maatregelen om hen zo snel mogelijk weer aan een duurzame baan te helpen. Het voornaamste doel van het voorstel is ervoor te zorgen dat het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) ook na 31 december 2020 operationeel blijft.

    De Commissie heeft de volgende belangrijke vernieuwingen voorgesteld om het fonds doeltreffender en responsiever te maken:

    een ruimer toepassingsgebied: om het fonds in staat te stellen flexibeler te reageren op economische ontwikkelingen (bijvoorbeeld automatisering, digitalisering of de transitie naar een koolstofarme economie) wordt het toepassingsgebied verruimd; daarom moet niet de oorzaak van de herstructureringen, maar het verwachte effect ervan aanleiding geven tot de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds;

    een lagere drempel: 250 in plaats van 500 ontslagen volstaan om een aanvraag in te dienen;

    meer gedetailleerde monitoringgegevens, met name over de categorie werknemers (beroeps- en opleidingsachtergrond), hun arbeidssituatie en het soort werk dat ze gevonden hebben; kwalitatieve gegevensverzameling met behulp van een enquête onder de begunstigden;

    verspreiding van digitale vaardigheden als verplicht onderdeel van het maatregelenpakket voor ontslagen werknemers;

    een vereenvoudigde en snellere procedure om middelen beschikbaar te stellen — slechts één handeling (een verzoek tot begrotingsoverschrijving) volstaat. Er zou niet langer een voorstel van de Commissie inzake de beschikbaarstelling van middelen nodig zijn, aangezien de aanvragen gebaseerd zouden zijn op het aantal ontslagen binnen een vastgestelde referentieperiode als enig criterium voor steunverlening;

    een medefinancieringspercentage dat op het hoogste ESF+-medefinancieringspercentage van de betrokken lidstaat is afgestemd om concurrentie tussen fondsen te voorkomen.

    3.Opmerkingen over het standpunt van de Raad

    Het standpunt van de Raad weerspiegelt het in de trialogen bereikte akkoord. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van de Commissie zijn:

    naam van het fonds: de naam wordt gewijzigd in “Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG)”. De huidige afkorting EFG blijft behouden;

    criteria voor steunverlening: een verdere verlaging van de drempel tot 200 ontslagen, met behoud van de referentieperioden van het voorstel van de Commissie;

    medefinancieringspercentage: het medefinancieringspercentage wordt niet alleen op het hoogste ESF+-medefinancieringspercentage in de betrokken lidstaat afgestemd, maar er wordt ook een minimummedefinancieringspercentage van 60 % ingevoerd;

    procedure voor de beschikbaarstelling van middelen: hoewel het voorstel van de Commissie voorzag in een vereenvoudigde en snellere procedure voor de beschikbaarstelling van middelen, zijn de medewetgevers tijdens de horizontale MFK-onderhandelingen overeengekomen de huidige procedure te handhaven. De EFG-verordening is dienovereenkomstig aangepast;

    kader voor prestatiebeheer: de resultaatindicator op lange termijn waarvoor de gegevens 18 maanden na het einde van de uitvoering moeten worden verzameld, wordt geschrapt. Voorts wordt de verantwoordelijkheid voor de analyse van de resultaten van de enquête onder de begunstigden overgeheveld van de lidstaten naar de Commissie. De bevoegdheid van de Commissie om indicatoren bij gedelegeerde handeling te wijzigen, wordt geschrapt;

    duur van de EFG-verordening: de Commissie stelde een onbeperkte geldigheidsduur voor het EFG voor naar analogie met andere speciale instrumenten buiten de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK). Het standpunt van de Raad beperkt de geldigheidsduur tot de MFK-periode (2021‑2027);

    verzameling en verwerking van gegevens over begunstigden: krachtens het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 betreffende begrotingsdiscipline 2 zijn de lidstaten verplicht gegevens op interoperabele wijze te verzamelen om onregelmatigheden en fraude op te sporen en moet de Commissie een centraal datamininginstrument voor het gebruik van die gegevens ontwikkelen en ter beschikking van de lidstaten stellen. In het standpunt van de Raad wordt het gebruik van het centraal datamininginstrument alleen aangemoedigd en mogen de lidstaten hun eigen instrumenten ontwikkelen. Aangezien hiermee wordt afgeweken van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende begrotingsdiscipline, heeft de Commissie de in de bijlage opgenomen verklaring opgesteld.

    De Commissie is verheugd dat in het bereikte akkoord de algemene doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie doorgaans bewaard zijn gebleven. Met betrekking tot de verzameling en de verwerking van gegevens over de begunstigden heeft de Commissie de in de bijlage opgenomen verklaring opgesteld.

    4.Conclusie

    De Commissie aanvaardt het standpunt van de Raad. Met betrekking tot het gebruik van een centraal datamininginstrument is de Commissie van mening dat het standpunt van de Raad niet in overeenstemming is met het Interinstitutioneel Akkoord en ze heeft hierover een verklaring opgesteld. Deze verklaring is in de bijlage opgenomen.

    (1)    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG).
    (2)    Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 28).
    Top

    Brussel, 20.4.2021

    COM(2021) 196 final

    BIJLAGE

    bij

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

    overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    over het

    standpunt van de Raad over de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1309/2013


    BIJLAGE

    Verklaring van de Commissie

    Krachtens de punten 30 tot en met 33 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen, moet de Commissie een geïntegreerd en interoperabel informatie- en monitoringsysteem beschikbaar maken, met inbegrip van een centraal datamining- en risicoscore-instrument, om toegang te hebben tot de vereiste gegevens en die gegevens te analyseren met het oog op een veralgemeende toepassing door de lidstaten. Bovendien zijn de drie instellingen overeengekomen bij de wetgevingsprocedure met betrekking tot de betreffende basishandelingen loyaal samen te werken met het oog op de follow-up van de conclusies van de Europese Raad van juli 2020 over deze kwestie.

    De Commissie is van mening dat het door de medewetgevers in het kader van artikel 23, lid 1 bis, bereikte akkoord over het verplichte gebruik van een centraal datamininginstrument en het verzamelen en analyseren van gegevens over de uiteindelijke begunstigden van de ontvangers van financiering niet volstaat om de begroting van de Unie en NextGenerationEU beter tegen fraude en onregelmatigheden te beschermen en voor efficiënte controles op belangenconflicten, onregelmatigheden, gevallen van dubbele financiering en crimineel misbruik van de middelen te zorgen. Bijgevolg komt de door de medewetgevers in de verordening betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers overeengekomen aanpak niet op gepaste wijze overeen met de gewenste ambitie en de geest van het Interinstitutioneel Akkoord.

    Top