Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0783

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    COM/2018/783 final

    Brussel, 28.11.2018

    COM(2018) 783 final

    2018/0402(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    ter bepaling van de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Artikel 301 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat het aantal leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité (hierna "het Comité" genoemd) niet groter mag zijn dan 350 en dat de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen een besluit vaststelt waarbij de samenstelling van het Comité wordt bepaald.

    Artikel 300, lid 5, VWEU bepaalt dat de regels betreffende de aard van de samenstelling van de adviesorganen "door de Raad op gezette tijden [moeten worden] getoetst aan de economische, sociale en demografische evolutie in de Unie. De Raad stelt daartoe op voorstel van de Commissie besluiten vast".

    Per 1 juli 2013 werd de samenstelling van het Comité gewijzigd bij artikel 23, lid 1, van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië 1 en bij artikel 23, lid 2, dat voorziet in een tijdelijke verhoging van het aantal leden van het Comité tot 353 om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië. De Raad stelde op 14 juli 2015 het besluit ter bepaling van de samenstelling van het Comité 2 voor de periode 2015-2020 vast om ervoor te zorgen dat het aantal leden niet meer bedraagt dan het maximale aantal van 350 waarin het Verdrag voorziet. Dat leidde ertoe dat de Estlandse, Cypriotische en Luxemburgse delegaties elk één zetel inleverden.

    De huidige ambtstermijn van het Europees Economisch en Sociaal Comité loopt af op 20 september 2020. Het is daarom noodzakelijk dat de Raad tijdig zijn goedkeuring hecht aan het besluit over de samenstelling van het Comité, voordat de Raad de procedure start voor de vernieuwing van het Comité voor de periode 2020-2025.

    Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op 30 maart 2019 zullen 24 zetels in het Comité vrijkomen.

    De Commissie is van mening dat het huidige evenwicht in de samenstelling van het Comité voor zover mogelijk moet worden gehandhaafd, aangezien dit het resultaat is van achtereenvolgende intergouvernementele conferenties.

    Daarom wordt voorgesteld de drie zetels die Estland, Cyprus en Luxemburg verloren hebben na het laatste besluit ter bepaling van de samenstelling van het Comité, terug te geven en de rest van de vrijgekomen zetels te bewaren voor eventuele toekomstige uitbreidingen. Als gevolg daarvan zou het Comité in de periode 2020-2025 uit 329 leden bestaan.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    n.v.t.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    De Commissie keurt dit voorstel op hetzelfde tijdstip goed als het voorstel betreffende de samenstelling van het Comité van de Regio’s. Het parallellisme met betrekking tot de toekenning van de zetels aan de lidstaten in beide comités moet gehandhaafd blijven.

    De Verdragen bevatten geen bepalingen over de wijze van samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité of het Comité van de regio’s binnen het maximum van 350 leden. Dit staat in contrast met de criteria voor de samenstelling van het Europees Parlement die zijn vastgesteld in artikel 14, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Terwijl het Parlement uit rechtstreeks gekozen vertegenwoordigers van de burgers van de Unie is samengesteld, bestaat het Comité uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (artikel 300, lid 2, VWEU). In eerste instantie moet bij de bepaling van de nieuwe samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité de aandacht daarom niet uitgaan naar het leggen van een rechtstreeks verband tussen de omvang van de nationale delegaties in het Comité en de bevolkingsomvang van de respectieve lidstaten, maar moet ervoor worden gezorgd dat de stem van werkgevers, werknemers en het maatschappelijk middenveld in het Comité wordt gehoord.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    Het voorstel is gebaseerd op artikel 301 VWEU, dat voorziet in een besluit met eenparigheid van stemmen van de Raad ter bepaling van de samenstelling van het Comité.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    n.v.t.

    Evenredigheid

    n.v.t.

    Keuze van het instrument

    Artikel 301, tweede alinea, VWEU bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen een besluit vaststelt waarbij de samenstelling van het Comité wordt bepaald.

    3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    n.v.t.

    Raadplegingen van belanghebbenden

    De Commissie heeft dit voorstel in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers van de lidstaten opgesteld en zij heeft daartoe meerdere vergaderingen met hen belegd.

    Op basis van het besluit van zijn bureau van 18 september 2018 3 deed het Europees Economisch en Sociaal Comité de Commissie de aanbeveling om Estland, Cyprus en Luxemburg de drie zetels terug te geven die deze in 2015 hadden verloren en de andere vrijgekomen zetels niet te herverdelen, zodat het aantal leden voor het mandaat van 2020-2025 wordt vastgesteld op 329.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    n.v.t.

    Effectbeoordeling

    Dit voorstel gaat niet vergezeld van een effectbeoordeling, aangezien geen bredere economische, sociale of milieueffecten van enige betekenis worden verwacht.

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    n.v.t.

    Grondrechten

    n.v.t.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Door het verminderde aantal zetels als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zou de totale begroting van het Comité kunnen krimpen.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplannen en regelingen voor toezicht, evaluatie en rapportage

    n.v.t.

    Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

    n.v.t.

    Inwerkingtreding

    Er wordt voorgesteld dat de Raad de toepassing van dit besluit opschort tot de dag na het einde van de huidige ambtstermijn van het Comité.

    2018/0402 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    ter bepaling van de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 301,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Artikel 300 van het Verdrag stelt de regels voor de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité vast.

    (2)Bij Besluit (EU) 2015/1157 van de Raad 4 is de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité na de toetreding van Kroatië gewijzigd. Estland, Cyprus en Luxemburg verloren elk één zetel om een einde te maken aan het verschil tussen het maximale aantal leden dat is vastgesteld in het Verdrag en het aantal leden na de toetreding van Kroatië.

    (3)In de preambule van het Besluit 2015/1157/EU van de Raad staat dat het besluit op tijd moet worden herzien voor het mandaat van het Comité dat in 2020 begint.

    (4)Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 18 september 2018 aanbevelingen goedgekeurd aan de Commissie en de Raad over zijn toekomstige samenstelling 5 .

    (5)Het huidige evenwicht in de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité moet zo veel mogelijk worden gehandhaafd, aangezien dit het resultaat is van achtereenvolgende intergouvernementele conferenties.

    (6)Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zijn 24 zetels in het Comité vrijgekomen. Daardoor kan het evenwicht in de zetelverdeling die bestond voor de vaststelling van het Besluit (EU) 2015/1157 van de Raad worden hersteld,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité is als volgt:

    België    12

    Bulgarije    12

    Tsjechië    12

    Denemarken    9

    Duitsland    24

    Estland    7

    Ierland    9

    Griekenland    12

    Spanje    21

    Frankrijk    24

    Kroatië    9

    Italië    24

    Cyprus    6

    Letland    7

    Litouwen    9

    Luxemburg    6

    Hongarije    12

    Malta    5

    Nederland    12

    Oostenrijk    12

    Polen    21

    Portugal    12

    Roemenië    15

    Slovenië    7

    Slowakije    9

    Finland    9

    Zweden    12.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het is van toepassing met ingang van maandag 21 september 2020.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, PB L 112 van 24.4.2012, blz. 6-110.
    (2)    Besluit 2015/1157/EU van de Raad, PB L 187 van 15.7.2015, blz. 28-29.
    (3)    Brief van de voorzitter van het Comité aan de Commissie op 4 oktober 2018.
    (4)    Besluit (EU) 2015/1157 van de Raad van 14 juli 2015 ter bepaling van de samenstelling van het Europees Economisch en Sociaal Comité (PB L 187 van 15.7.2015, blz. 28).
    (5)    Besluit van het bureau van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 september 2018.
    Top