Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014DC0363

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE Samenvattend verslag over de kwaliteit van drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode 2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG

    /* COM/2014/0363 final */

    52014DC0363

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE Samenvattend verslag over de kwaliteit van drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode 2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG /* COM/2014/0363 final */


    VERSLAG VAN DE COMMISSIE

    Samenvattend verslag over de kwaliteit van drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode 2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG

    1. Inleiding

    Veilig drinkwater is van levensbelang. Het is noodzakelijk voor de volksgezondheid en vormt een belangrijke drijvende kracht achter een gezonde economie. De WHO[1] komt tot de conclusie dat middels verbetering van de toegang tot veilig drinkwater en adequate sanitaire voorzieningen, naast de voordelen voor de gezondheid die de preventie van via water overgebrachte ziekten met zich meebrengt, aanzienlijke economische voordelen kunnen worden behaald. Deze omvatten kostenbesparingen in de gezondheidszorg, een toename van het aantal productieve dagen per jaar, een toename van het schoolbezoek en de waarde van de gespaarde mensenlevens. De watersector levert tevens een aanzienlijke bijdrage aan het bbp. De totale bruto toegevoegde waarde van de sector watervoorziening en sanitaire voorzieningen bedroeg in 2010 naar schatting 43,84 miljard euro en was dat jaar goed voor ca. 500 000 voltijdequivalente banen[2].

    De drinkwaterrichtlijn[3], die in 1980 werd ingevoerd en in 1998 werd herzien, heeft ertoe geleid dat drinkwater van hoge kwaliteit in de hele EU beschikbaar is. Gezamenlijke inspanningen van de EU-instellingen, de lidstaten en dienstverleners in de watersector hebben geleid tot een uitstekende naleving van de drinkwaternormen. Derhalve is de richtlijn een van de, zij het minder bekende, successen van de EU-wetgeving op het gebied van milieu en volksgezondheid.

    De kwaliteit van het drinkwater en het vereiste behandelingsniveau hangen nauw samen met de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. De bescherming van de watervoorraad, in het bijzonder van het grondwater en het oppervlaktewater, speelt derhalve een cruciale rol in de drinkwaterrichtlijn, aangezien deze van invloed is op de behandelingskosten.

    Drinkwater is ook belangrijk voor de EU-burgers. Dit wordt weerspiegeld in een Eurobarometer[4]-onderzoek en in het Europees burgerinitiatief Right2Water dat onlangs is gestart[5]. De Commissie reageerde op dit initiatief door een EU-brede openbare raadpleging over de drinkwaterrichtlijn[6] aan te kondigen, met ter verbetering van de toegang tot water van goede kwaliteit in de EU.

    2. De drinkwatersituatie

    Dit document geeft een overzicht van de toestand inzake de uitvoering van de drinkwaterrichtlijn, die is gebaseerd op de meest recente gegevens die door de lidstaten zijn verstrekt[7]. Technische verslagen met gedetailleerde informatiebladen per lidstaat worden binnenkort beschikbaar gesteld op de website van het DG Milieu[8].

    2.1.      Watervoorziening

    Met het oog op de drinkwatervoorziening is de EU onderverdeeld in leveringsgebieden. Een leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het voor menselijke consumptie bestemde water afkomstig is uit een of enkele bronnen en waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn. Er zijn bijna 100 000 waterleveringsgebieden in de EU. De richtlijn maakt onderscheid tussen grote en kleine voorzieningen[9]. De minimumvereisten voor de waterkwaliteit zijn voor grote en kleine voorzieningen gelijk. De controlevoorschriften verschillen echter en de lidstaten hoeven geen verslag uit te brengen over kleine voorzieningen. Ca. 65 miljoen mensen worden bediend door kleine waterleveranciers.

    Met "voorziening" in de zin van de richtlijn wordt niet "toegang" tot het openbaar waterleidingnet[10] bedoeld. Eurostat heeft gegevens verzameld over de op het openbaar waterleidingnet aangesloten bevolking[11]. Zie hiervoor tabel 1 onder aan het verslag. Vanwege het vrijwillige karakter van de rapportage zijn de verzamelde gegevens niet volledig en is het niet mogelijk om totalen/gemiddelden voor de EU te berekenen.

    Bronnen van onbehandeld water

    Voor de watervoorziening wordt in de EU hoofdzakelijk gebruikgemaakt van grondwater en oppervlaktewater, met inbegrip van spaarbekkens. De waterbronnen verschillen aanzienlijk tussen de lidstaten. Overzichten hiervan zijn te vinden in eerdere verslagen[12] en worden verzameld door Eurostat[13]. Het aandeel grondwaterbronnen verschilt aanzienlijk tussen grote en kleine voorzieningen, waarbij deze laatste overwegend zijn aangewezen op grondwaterbronnen (84 %).

    Verontreiniging van het grondwater, met name door stoffen die moeilijk zijn op te sporen, zoals bestrijdingsmiddelen, en het oppervlaktewater, in toenemende mate onder invloed van de klimaatverandering (overstromingen, extreme regenval, overloop van regenwater), kan tot problemen met de drinkwatervoorziening leiden. Door een gecoördineerde controle van het grondwater en het drinkwater alsmede de invoering van maatregelen ter aanpassing aan en matiging van de klimaatverandering kan de veiligheid van het drinkwater worden bevorderd.

    2.2.      Drinkwaterkwaliteit

    Om ervoor te zorgen dat het drinkwater veilig is voor menselijke consumptie zijn in de drinkwaterrichtlijn minimumvereisten voor de waterkwaliteit vastgesteld. Er worden microbiologische en chemische parameters beschreven die bij overschrijding van bepaalde concentraties risico voor de volksgezondheid opleveren. De richtlijn bevat voor elk van de parameters waarden voor de maximumconcentratie die moeten worden nageleefd. Naast de microbiologische en chemische parameters worden in de richtlijn indicatorparameters beschreven die een mogelijk risico voor de volksgezondheid aanduiden en die alleen tot herstelmaatregelen nopen indien nader onderzoek bevestigt dat de volksgezondheid gevaar loopt.

    Uit de over deze parameters verstrekte gegevens blijkt dat de kwaliteit van het drinkwater in de EU in het algemeen zeer goed is. De algemene trend is eveneens positief. Voor de grote voorzieningen schommelen de nalevingspercentages met betrekking tot de microbiologische en chemische parameters in de overgrote meerderheid van de lidstaten tussen de 99 % en de 100 %. In een handvol lidstaten waar de nalevingspercentages lager dan 99 % zijn, zijn verscherpte maatregelen vereist om ervoor te zorgen dat alle burgers die door de betrokken grote leveranciers worden bediend over veilig drinkwater kunnen beschikken.

    Figuur 1: Overzicht — nalevingspercentages voor microbiologische en chemische parameters in de lidstaten

    Raadpleeg voor gedetailleerde cijfers tabel 1 onder aan het verslag.

    Wat de kleine watervoorzieningen betreft, is het beeld gevarieerder. Voor de microbiologische parameters wordt een lagere nalevingsgraad genoteerd, waarbij slechts drie lidstaten nalevingspercentages tussen de 99 % en de 100 % bereiken. Bij uitsplitsing van de nalevingspercentages voor de microbiologische parameters blijkt dat de naleving voor de kleine voorzieningen aanzienlijk lager is dan voor de grote voorzieningen.

     

    Figuur 2: Nalevingspercentages voor microbiologie per aantal lidstaten

    Wat de chemische parameters voor de kleine voorzieningen betreft, wordt een vergelijkbaar hoge nalevingsgraad genoteerd als voor de grote voorzieningen. In sommige leveringsgebieden zijn problemen gemeld in verband met nitraat, nitriet, arseen en, in mindere mate, boor en fluoride. Zo werden er in 2010 bij meer dan duizend kleine voorzieningen overschrijdingen van de voorgeschreven nitraatconcentraties vastgesteld (zie tabel 1 onder aan het verslag). Uit de nalevingspercentages voor de indicatorparameters blijkt dat de kleine voorzieningen in het algemeen minder goed presteren dan de grote voorzieningen.

    De beoordeling van de over de kleine voorzieningen verstrekte gegevens wees uit dat sommige lidstaten moeite hebben om de kleine voorzieningen op een veilige manier te beheren. Dit kan gevolgen hebben voor 11,5 tot 15,5 miljoen mensen. Meer informatie over en een gedetailleerde beoordeling van de manier waarop deze kleine voorzieningen worden beheerd, zijn vereist om een schatting te kunnen maken van het concrete risico voor de gezondheid van de betrokken burgers.

    Dat er problemen zijn in verband met de kleine watervoorzieningen wordt erkend in het zevende milieuactieprogramma (7e MAP)[14]. Daarin wordt gepleit voor grotere inspanningen om de richtlijn uit te voeren, met name waar het gaat om kleine drinkwatervoorzieningen.

    Als eerste stap heeft de Commissie in nauw overleg met de lidstaten een document met een kader voor actie uitgewerkt, waarin de beste praktijken zijn vastgesteld voor de uitvoering van risicobeoordelingen voor kleine watervoorzieningen. Dit wordt binnenkort beschikbaar gesteld op de website van het DG Milieu[15]. Aangezien het om miljoenen EU-burgers gaat, moet meer worden gedaan om de kwaliteit van de watervoorziening, met name in afgelegen en landelijke gebieden, te verbeteren.

     Uit de gegevens van de lidstaten blijkt dat zij in geval van incidenten en niet-naleving van de kwaliteitsnormen in het algemeen binnen een passende termijn herstelmaatregelen treffen. Wat de microbiologische parameters betreft, werden er maatregelen getroffen om de behandeling en de reiniging van de verontreinigde onderdelen van het openbare leidingnet te verbeteren. Wat de chemische parameters betreft, werden gevallen van niet-naleving aangepakt door verbetering van de landbouwpraktijken, conditionering of behandeling van het water, gebruik van andere waterbronnen en publieksvoorlichting.

    2.3.      Controle en informatie

    Overeenkomstig de richtlijn zijn de lidstaten verplicht om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van water dat bestemd is voor menselijke consumptie regelmatig wordt gecontroleerd. De controlemethoden verschillen echter tussen de lidstaten en zelfs tussen de waterleveringsgebieden in de afzonderlijke lidstaten. Dit leidt tot kwantitatieve en kwalitatieve verschillen in de beschikbare controlegegevens. Dit wil niet automatisch zeggen dat de wetgeving niet wordt nageleefd, aangezien de richtlijn voorziet in het gebruik van aangepaste controleprogramma's als de specifieke kenmerken van het waterleveringsgebied daarom vragen. Uit de analyse komt echter naar voren dat het noodzakelijk is om de huidige controlemethoden te evalueren en beter op elkaar af te stemmen, met name gezien de door de WHO bepleite invoering van waterveiligheidsplannen op basis van risicobeoordelingen en -beheer[16].

    Met het oog op de controlemethoden en prestaties van de lidstaten werkt de Commissie momenteel aan een zogenaamd "gestructureerde tenuitvoerleggings- en informatiekader" (SIIF) voor de vaststelling van systemen op nationaal niveau die actief informatie verspreiden over hoe de milieuwetgeving van de EU wordt uitgevoerd. Deze informatie wordt vervolgens verzameld om een EU-breed overzicht te verschaffen. De vereiste van de richtlijn dat aan de verbruikers passende en actuele informatie over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water moet worden verstrekt, kan ook worden gekoppeld aan een dergelijk informatiekader en in dit verband worden verbeterd. Bovendien kunnen drinkwatergegevens duidelijker worden gekoppeld aan het waterinformatiesysteem voor Europa (WISE), dat uiteenlopende door de EU-instellingen verzamelde gegevens en informatie omvat.

    2.4.      Afwijkingen

    Overeenkomstig de richtlijn kan onder zeer strikte voorwaarden en voor een zo kort mogelijke termijn van de kwaliteitsnormen voor drinkwater worden afgeweken, indien de afwijking geen gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid en de levering van voor menselijke consumptie bestemd water in het betrokken gebied op geen enkele andere redelijke manier kan worden verzekerd. Afwijkingen zijn gebonden aan een termijn die niet langer mag zijn dan drie jaar. Lidstaten die een tweede maal een afwijking willen toestaan, zenden de evaluatie en de redenen waarop hun besluit omtrent die afwijking is gebaseerd, toe aan de Commissie. Deze tweede afwijking geldt voor ten hoogste drie jaar. In uitzonderlijke gevallen kunnen de lidstaten de Commissie verzoeken om een derde afwijking. De Commissie zal het verzoek in dit geval zorgvuldig beoordelen en kan het verzoek weigeren of de afwijking toestaan voor een termijn van ten hoogste drie jaar.

    Tot dusverre heeft de Commissie een derde afwijking voor de duur van drie jaar toegestaan aan Duitsland, Hongarije, Italië en Tsjechië met betrekking tot hoofdzakelijk de parameters voor nitraat en nitriet, fluoride, boor, arseen en nikkel. Eén verzoek om afwijking van Estland heeft zij geweigerd. Nadere informatie is beschikbaar op de webpagina van het DG Milieu[17]. De Commissie doet momenteel onderzoek naar passende middelen om de correcte uitvoering van de daarmee verband houdende besluiten te waarborgen.

    Afwijkingen en andere mogelijke uitzonderingen in uitzonderlijke omstandigheden kunnen een coherente tenuitvoerlegging van de richtlijn op EU-niveau in gevaar brengen als deze niet zorgvuldig worden toegepast. De Commissie is van oordeel dat de huidige afwijkingsregeling de lidstaten voldoende tijd heeft geboden om ervoor te zorgen dat aan de kwaliteitsnormen voor drinkwater is voldaan. Verder is de Commissie van mening dat er geen nieuwe afwijkingen van de kwaliteitsnormen voor drinkwater dienen te worden toegestaan voor bestaande watervoorzieningen, behalve in geval van nieuwe, onvoorziene bronnen van verontreiniging of na de invoering van normen voor nieuwe parameters of de aanscherping van de drinkwaterkwaliteitsnormen voor bestaande parameters. Voor nieuwe voorzieningen kunnen afwijkingen onder strikte voorwaarden in overweging worden genomen indien de bronnen van verontreiniging binnen een aanvaardbare termijn kunnen worden gesaneerd en op voorwaarde dat er geen alternatief voor de nieuwe voorziening mogelijk is.

    2.5.      Uitdagingen

    Het drinkwaterbeleid van de EU heeft de afgelopen decennia geleid tot een hoge kwaliteit van het drinkwater in de EU. Het is echter mogelijk dat deze hoge kwaliteitsnormen alleen kunnen worden gehandhaafd en dat specifieke resterende uitdagingen alleen kunnen worden aangepakt, als het EU-rechtskader verder wordt aangepast.

    Naar hun aard verschillen kleine watervoorzieningen aanzienlijk van grote watervoorzieningen. Het gaat om kleinschalige voorzieningen die vaak zijn gevestigd in landelijke en afgelegen gebieden. Het beheer hiervan vraagt om een aanpak waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden in deze gebieden. De huidige drinkwaterrichtlijn richt zich hoofdzakelijk op de grote voorzieningen. Toevoeging van specifieke bepalingen voor kleine voorzieningen, met inbegrip van een rapportageplicht, kan bijdragen tot een efficiënt, op risico gebaseerd beheer van kleine voorzieningen en ervoor zorgen de kwaliteit van het drinkwater in kleine leveringsgebieden beter in kaart kan worden gebracht. Dit kan bijdragen tot verbetering van de toegang tot veilig drinkwater, met name in afgelegen gebieden, en de beschikbaarheid van informatie over de drinkwaterkwaliteit voor het publiek en de belanghebbenden verbeteren.

    De huidige lijst met parameters en de overeenkomstige parameterwaarden, alsmede de voorschriften voor controle en analyse moeten mogelijk worden aangepast in het licht van de risico's van opkomende verontreinigende stoffen en de wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Deze lijst moet mogelijk worden uitgebreid met nieuwe opkomende verontreinigende stoffen, zoals bepaalde producten die worden toegepast in de landbouw of de industrie, met inbegrip van farmaceutische producten. Bij de vaststelling van de controlemethoden en de specificaties voor de analyse van de parameters moet rekening worden gehouden met de meest recente methoden en technieken, met inbegrip van op risico gebaseerde benaderingen, zodat de kwaliteitscontrole zo doelmatig en kosteneffectief mogelijk kan worden uitgevoerd, zowel wat betreft de behandelingsprocessen in de zuiveringsinstallatie als wat betreft het distributienet tot en met de kraan. Het EU-kader moet worden beoordeeld aan de hand van de geactualiseerde WHO-richtsnoeren op dit gebied. Ook zijn wellicht specifieke maatregelen vereist om lekken in de distributienetten tegen te gaan. In ongeveer de helft van de lidstaten gaat meer dan 20 % van het schone drinkwater verloren in het distributienet voordat het de kranen van de consument bereikt. In sommige lidstaten loopt dit aandeel op tot 60 %.

    Het is belangrijk dat het publiek toegang heeft tot informatie over de kwaliteit van het drinkwater. Hoewel dergelijke informatie vaak op nationale websites te vinden is, is deze vaak niet up-to-date en moeilijk te begrijpen. De meeste lidstaten maken geen gebruik van gedetailleerde kaarten of ander openbaar materiaal. De huidige rapportagestructuur verschaft de Commissie geen adequate en tijdige informatie op grond waarvan zij een grondige samenvatting kan maken van de ontwikkeling van de drinkwaterkwaliteit in de Europese Unie. Daardoor is het moeilijk om de Raad, het Europees Parlement en het publiek regelmatig van geactualiseerde EU-brede informatie over het drinkwaterbeleid en de drinkwaterkwaliteit te voorzien. Bovendien verschilt de manier waarop gegevens in de EU worden verzameld, verwerkt en verstrekt, waardoor het moeilijk is om de prestaties van de lidstaten en de naleving van de richtlijn in de verschillende lidstaten met elkaar te vergelijken. Een herzien of nieuw rapportageconcept kan de verspreiding van transparante gegevens en het beheer ervan op nationaal en EU-niveau vergemakkelijken. Daarnaast kan benchmarking van de drinkwaterkwaliteit ervoor zorgen dat gegevens over de waterkwaliteit in de EU eenvoudiger kunnen worden geïnterpreteerd en gevisualiseerd en dat de waterkwaliteit en de trends beter kunnen worden vergeleken tussen de lidstaten onderling.

    3. Conclusies

    De analyse bevestigt dat de drinkwaterrichtlijn heeft bijgedragen tot drinkwater van hoge kwaliteit in de EU, zoals blijkt uit de hoge nalevingsgraad van de kwaliteitsnormen voor drinkwater.

    Hoewel het handhavingsniveau bevredigend is en op veel gebieden vooruitgang is geboekt, zijn de volgende problemen en uitdagingen vastgesteld:

    de levering van water van hoge kwaliteit, met name in afgelegen en landelijke gebieden, dient te worden verbeterd. Het beheer van kleine watervoorzieningen in deze gebieden vraagt om een specifieke op risico gebaseerde aanpak en in dit verband dient de rol van de drinkwaterrichtlijn te worden onderzocht; een op risico gebaseerde aanpak voor het beheer van grote watervoorzieningen maakt een meer kosteneffectieve controle en analyse van de parameters met betrekking tot vastgestelde risico's mogelijk en biedt betere garanties voor de bescherming van de volksgezondheid. De methoden voor controle en analyse moeten aansluiten bij de meest recente wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen; met betrekking tot de lijst met parameters voor drinkwater dient nieuwe wetenschappelijke informatie over chemische en andere parameters te worden beschouwd in het licht van de lopende herziening van de WHO-richtsnoeren voor drinkwater, met inbegrip van opkomende verontreinigende stoffen; middels moderne informatietechnologie en eenvoudiger toegang tot milieu-informatie dient actuelere informatie aan de consument te worden verstrekt en dient te worden onderzocht hoe controlegegevens van verschillende aard kunnen worden gekoppeld aan rapportage en consumentenvoorlichting; de uitvoeringstermijnen en afwijkingsregelingen zijn niet meer van deze tijd en zijn toe aan een algemene actualisering en herziening.

    Een EU-brede openbare raadpleging vormt een eerste stap op weg naar een meer diepgaande beoordeling van de bovengenoemde uitdagingen en de manier waarop deze het best kunnen worden aangepakt. Daarnaast kunnen tijdens deze openbare raadpleging verdere problemen worden opgespoord die moeten worden aangepakt om de hoge kwaliteitsnormen voor drinkwater in de hele EU te garanderen en verder te verbeteren.

    Informatieblad - uitvoering van de drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) in 2010

                       Aantal waterleveringsgebieden · 96 388 waterleveringsgebieden in de EU, die ca. 474 miljoen inwoners bedienen · 11 233 grote watervoorzieningen, die 317 miljoen mensen bedienen · 85 559 kleine watervoorzieningen, die 65 miljoen mensen bedienen (gebaseerd op vrijwillige enquête)                    Drinkwaterkwaliteit — grote voorzieningen Voor dit verslag werd het als volledige naleving van de parameterwaarden beschouwd wanneer meer dan 99 %[18] van de analyses conform waren. Microbiologische parameters De grote voorzieningen van alle lidstaten hebben nalevingspercentages van meer dan 95 % en 23 lidstaten hebben volledige naleving (99-100 %) bereikt. Alleen BG, CY, HU en LV haalden deze hoge niveaus niet. Chemische parameters De nalevingspercentages waren hoog, maar iets lager dan voor de microbiologische parameters. Alle lidstaten meldden nalevingspercentages van meer dan 90 %, met uitzondering van drie lidstaten: HU (parameter arseen), IE (parameter trihalomethanen[19]) en LT (parameter fluoride). Indicatorparameters Zeven lidstaten bereikten maximale nalevingspercentages (99-100 %), terwijl deze in tien lidstaten boven de 95 % uitkwamen. De overige tien lidstaten behaalden nalevingspercentages van tussen de 90 % en 95 %. De nalevingspercentages voor DK (colibacteriën), HU (ammonium), LV (sulfaat) en MT (chloride en natrium) bedroegen minder dan 90 % voor deze parameters.                    Drinkwaterkwaliteit — kleine voorzieningen Microbiologische parameters De nalevingsgraad was lager dan voor de grote watervoorzieningen, waarbij slechts drie lidstaten (EE, MT, SE) nalevingspercentages van meer dan 99 % meldden. Voor 14 lidstaten bedroegen de nalevingspercentages van de monsters 95-99 %, voor vier lidstaten (BG, CY, IT, UK) 90-95 % en voor zes lidstaten (DK, EL, LT, PL, RO, SI) minder dan 90 %. Chemische parameters De nalevingsgraad van de kleine voorzieningen was vergelijkbaar met die van de grote voorzieningen. Indicatorparameters Deze mogelijk tegenvallende prestaties waren te wijten aan colibacteriën, Clostridium perfringens, ijzer, mangaan, ammoniak en de pH. Veel lidstaten presteerden beter dan 95 %, maar sommige lidstaten worstelden met grote problemen.

    Tabel 1: Overzichtsgegevens per lidstaat (WLG = waterleveringsgebied)

    LS || Aant. grote WLG’s || Aant. kleine WLG’s || Op het openbaar waterleidingnet aangesloten inwoners (jaar) Bron: Eurostat || Nalevingspercentage microbiologische monsters || Chemicaliën

    Groot (figuur 1) || Klein || Groot: nalevingspercentage monsters (figuur 1, (x) in figuur 1 = 90 %) ||  Klein: voorbeeld: nitraat, aantal niet-conforme WLG’s

    AT || 260 || 4 570 || 95,05 (2008) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 20

    BE || 225 || 522 || 99,9 (2009) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 3

    BG || 196 || 2 226 || 99,2 (2011) || 95-99 % || 90-95 % || 95-99 % || 349

    CY || 20 || 268 || 100 (2011) || 95-99 % || 90-95 % || 95-99 % || 1

    CZ || 283 || 3 870 || 93,5 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || ?

    DE || 2 283 || 5 873 || 99,3 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || 12

    DK || 252 || 2 071 || 97 (2002) || 99-100 % || < 90 % || 90-95 % || 4

    EE || 25 || 1 115 || 80 (2009) || 99-100 % || 99-100 % || 90-95 % || -

    EL || 177 || 713 || 94 (2007) || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || 20

    ES || 928 || 7 907 || 100 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || -

    FI || 158 || 697 || 91 (2011) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % ||

    FR || 2 487 || 18 363 || 99,4 (2001) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || 381

    HU || 275 || 2 731 || 100 (2011) || 95-99 % || 95-99 % || < 90 % (x) || 10

    IE || 241 || 1 920 || 85 (2007) || 99-100 % || 95-99 % || < 90 % (x) || 9

    IT || 1 046 || 3 977 || - || 99-100 % || 90-95 % || 95-99 % || 6

    LT || 65 || 1 734 || 75 (2011) || 99-100 % || < 90 % || < 90 % (x) || 1

    LU || 43 || 154 || 99,9 (2011) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 1

    LV || 29 || 1 145 || - || 95-99 % || 95-99 % || 99-100 % ||

    MT || 12 || 7 || 100 (2011) || 99-100 % || 99-100 % || 99-100 % ||

    NL || 209 || 250 || 100 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || -

    PL || 970 || 8 839 || 87,6 (2011) || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || -

    PT || 362 || 3 176 || 96,9 (2009) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || 28

    RO || 310 || 5 398 || 56,5 (2011) || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || 133

    SE || 182 || 1 486 || 87 (2010) || 99-100 % || 99-100 % || 99-100 % || -

    SI || 78 || 899 || - || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || 4

    SK || 95 || 957 || 86,9 (2011) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 11

    UK || 22 || 4 691 || - || 99-100 % || 90-95 % || 99-100 % || 109

    [1]       http://www.who.int/water_sanitation_health/wsh0404summary/en/

    [2]       Eurostat (2013).

    [3]       Richtlijn 98/83/EG, PB L 330 van 5.12.1998.

    [4]       http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_344_en.pdf

    [5]       Mededeling naar aanleiding van het Europees burgerinitiatief (EBI) "Water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht! Water is een publiek goed, geen handelswaar!", COM(2014) 177 van 19.3.2014: http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/initiatives/finalised/answered

    [6]       Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32.

    [7]       Overeenkomstig artikel 13 van de drinkwaterrichtlijn verstrekte gegevens voor de referentieperiode 2008-2010 en vrijwillig verstrekte gegevens over de kleinschalige watervoorziening waarvoor krachtens de richtlijn geen rapportageplicht bestaat.

    [8]       http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/reporting_en.html

            https://circabc.europa.eu/faces/jsp/extension/wai/navigation/container.jsp

    [9]       Van een groot waterleveringsgebied is sprake bij voorzieningen van gemiddeld meer dan 1 000 m3 per dag of aan meer dan 5 000 personen; van een klein waterleveringsgebied is sprake bij voorzieningen van gemiddeld minder dan 1 000 m3 per dag of aan minder dan 5 000 personen.

    [10]     Overeenkomstig het Verdrag (artikel 345 VWEU) is de EU verplicht om zich neutraal op te stellen ten opzichte van de regeling van het eigendomsrecht voor water. Derhalve wordt het aspect van het fysieke recht op toegang tot water hier niet behandeld.

    [11]     http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=env_wat_pop&lang=en

    [12]     https://circabc.europa.eu/sd/a/b580866d-8eb7-4937-9a97-d3d3485d046e/2005-2007%20SynthesisReport.pdf

    [13]     http://epp.eurostat.ec.europa.eu/statistics_explained/index.php/Water_statistics

    [14]     Besluit nr. 1386/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad.

    [15]     http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/small_supplies_en.html

    [16] http://www.euro.who.int/en/health-topics/environment-and-health/water-and-sanitation/country-work/ensuring-drinking-water-safety-through-water-safety-plans

    [17]     Zie http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/derogations_en.html en CIRCABC.

    [18]     Vanwege de mate waarin onzekerheden en incidenten (bv. fouten tijdens de monsterneming of analyse) optreden is een foutmarge van 1 % aanvaardbaar; bovendien worden de nalevingspercentages als intervallen vermeld omdat in de meeste gevallen sprake is van overschrijdingen van beperkte duur. De resultaten zijn niet geheel vergelijkbaar door verschillen in de monsterneming- en controlemethoden en het gebrek aan een gestandaardiseerde aanpak, maar de gegevens geven een goed overzicht van de situatie in de hele EU.

    [19]     Op grond van de richtlijn was het tot in december 2008 toegestaan om voor de chemische parameter totaal trihalomethanen af te wijken van de drempel van bijlage I, deel B(tot 150 microgram/l in plaats van 100 microgram/l).

    Top