This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0383
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION with a view to bringing an end to the situation of an excessive government deficit in Spain
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Spanje te verhelpen
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Spanje te verhelpen
/* COM/2013/0383 final - 2013/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Spanje te verhelpen /* COM/2013/0383 final - 2013/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in
Spanje te verhelpen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 7, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig
artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(VWEU) dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden. (2) Het stabiliteits- en
groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën
als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot
werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. (3) De Raad heeft op 27 april
2009 overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de
Europese Gemeenschap (VEG) besloten dat er in Spanje een buitensporig tekort
bestond, en overeenkomstig artikel 104, lid 7, VEG en artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de
bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij
buitensporige tekorten een aanbeveling gedaan om het buitensporige tekort
uiterlijk in 2012 te corrigeren[1]. (4) Op 2 december 2009 heeft de
Raad overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van
de Raad vastgesteld dat doeltreffende actie was ondernomen, maar dat er zich na
de vaststelling van die aanbeveling onverwachte ongunstige economische
gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën
hadden voorgedaan[2].
Met name de scherpe daling van de groeivooruitzichten door de mondiale
economische en financiële crisis heeft ernstige nadelige gevolgen voor de
begroting gehad. Aansluitend heeft de Raad besloten een herziene aanbeveling
uit hoofde van artikel 126, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie (VWEU) te doen om het buitensporige tekort uiterlijk in 2013
op geloofwaardige en duurzame wijze terug te dringen door maatregelen binnen
een middellangetermijnkader te nemen. (5) De Commissie heeft op 15 juni
2010 geconcludeerd dat Spanje doeltreffend gevolg had gegeven aan de
aanbeveling van de Raad van 2 december 2009 om zijn overheidstekort tot onder
de referentiewaarde van 3 % van het bbp terug te dringen, en achtte daarom geen
verdere stap in de buitensporigtekortprocedure (BTP) noodzakelijk. (6) Op 10 juli 2012 heeft de Raad
overeenkomstig artikel 3, lid 5, van
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad vastgesteld dat
doeltreffende actie was ondernomen, maar dat er zich na de vaststelling van de
herziene aanbeveling in 2009 onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen
met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën hadden voorgedaan.
Met name de slechtere groeivooruitzichten en de verschuiving naar een
groeisamenstelling met minder belastingontvangsten hebben ernstige nadelige
gevolgen voor de begroting gehad. Daarom heeft de Raad een herziene aanbeveling
op grond van artikel 126, lid 7, VWEU vastgesteld ("de herziene
BTP-aanbeveling") en Spanje aanbevolen het buitensporige tekort uiterlijk
in 2014 te corrigeren. Om het nominale overheidstekort uiterlijk in 2014 tot
onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp te brengen, kreeg Spanje op
basis van de bijgewerkte voorjaarsprognoses 2012 van de diensten van de
Commissie de aanbeveling om een verbetering van het structurele saldo met
2,7 % van het bbp in 2012, 2,5 % van het bbp in 2013 en 1,9 %
van het bbp in 2014 te realiseren. De nominale
tekortdoelstellingen werden vastgesteld op 6,3 % van het bbp voor 2012, 4,5 %
van het bbp voor 2013 en 2,8 % van het bbp voor 2014.
Spanje werd tevens aanbevolen de maatregelen ten uitvoer te leggen die
in de begroting 2012 en in de plannen van de autonome gemeenschappen tot
herstel van het evenwicht zijn vastgesteld, en uiterlijk eind juli 2012 het
aangekondigde meerjarige begrotingsplan voor 2013-2014 goed te keuren,
waaronder een budgettaire middellangetermijnstrategie met de noodzakelijke,
volledig uitgewerkte structurele maatregelen om het buitensporige tekort in
2014 te corrigeren. (7) De Commissie concludeerde op
14 november 2012 dat Spanje, afgaand op de najaarsprognoses 2012 van de
diensten van de Commissie, effectief gevolg had gegeven aan de herziene
aanbeveling van de Raad van of 10 juli 2012 en dat verdere stappen in de
buitensporigtekortprocedure niet noodzakelijk waren. (8) Overeenkomstig artikel 3, lid
5, van Verordening (EG) nr. 1467/97 kan de Raad, op grond van een aanbeveling
van de Commissie, een herziene aanbeveling krachtens artikel 126, lid 7, VWEU
vaststellen indien er effectieve maatregelen zijn genomen en er zich na de
vaststelling van die aanbeveling onverwachte ongunstige economische
gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën
voordoen. Op basis van de in de aanbeveling van de Raad vervatte economische
prognoses wordt beoordeeld of er sprake is van onverwachte ongunstige
economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de begroting. (9) Overeenkomstig artikel 126,
lid 7, VWEU en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de
Raad moet de Raad aanbevelingen richten tot de betrokken lidstaat opdat deze
binnen een bepaalde termijn een einde maakt aan de situatie van buitensporig
tekort. In de aanbeveling moet een termijn van ten hoogste zes maanden worden
bepaald waarbinnen de betrokken lidstaat effectieve actie moet ondernemen om
het buitensporige tekort te corrigeren. Voorts moet de Raad in een aanbeveling
om een buitensporig tekort te corrigeren, de betrokken lidstaat verzoeken dat hij
jaarlijkse begrotingsdoelstellingen realiseert die op grond van de prognoses
die aan de aanbeveling ten grondslag liggen, stroken met een benchmark die
overeenstemt met een minimale jaarlijkse verbetering van ten minste 0,5 % van
het bbp in het structurele saldo, dit is het conjunctuurgezuiverde
begrotingssaldo ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen. (10) Na een kortstondige opleving
in 2011 is de economie weer in recessie; sinds het derde kwartaal 2011 is de
reële groei van het bbp op kwartaalbasis negatief. Op jaarbasis is het bbp in
2012 met 1,4 % gekrompen. Volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de
diensten van de Commissie houdt de recessie in 2013 aan en weegt de positieve
netto-uitvoer niet op tegen de voortdurende krimp van de binnenlandse vraag.
Naar verwachting wordt de productie pas eind 2013 stabiel. Volgens de prognoses
zal het reële bbp in 2013 met 1,5 % krimpen en in 2014 met 0,9 %
groeien (waarbij wordt uitgegaan van ongewijzigd beleid). Ten tijde van de
laatste aanbeveling van de Raad werd verwacht dat het bbp in respectievelijk
2012 en 2013 krimpt met 1,9 % en 0,3 % en in 2014 groeit met
1,1 %. Het minder negatieve groeiresultaat voor 2012 is vooral toe te
schrijven aan de enigszins veerkrachtiger binnenlandse vraag en eventueel ook
aan de liquiditeit die is vrijgekomen via de regeling op basis waarvan de
regionale en lokale autoriteiten voor 1 januari 2012 commerciële schulden
hebben terugbetaald (27,4 miljard euro of 2,6 % van het bbp). Voor 2013 en
2014 voorzien de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie een
sterkere daling van het reële bbp in 2013 en zwak herstel in 2014. Hierbij is
rekening gehouden met een sterkere daling van de binnenlandse vraag in beide
jaren en een langdurige inzinking van de werkgelegenheid. De verslechtering van
de macro-economische vooruitzichten houdt deels verband met de in het
begrotingsplan 2013-2014 en de begroting 2013 vastgelegde aanvullende
consolidatiemaatregelen. (11) Volgens de voorjaarsprognoses
2013 van de diensten van de Commissie bedroeg het overheidstekort in 2012
10,6 % van het bbp; de regerings- en BTP-doelstelling voor dat jaar
bedroeg 6,3 % van het bbp, en in 2011 werd 9,4 % van het bbp bereikt.
Gecorrigeerd voor de kapitaaloverdrachten aan banken (die als eenmalige acties
worden beschouwd) bedroeg het tekort in 2012 en 2011 respectievelijk 7,0 %
en 9,0 % van het bbp. De daling van het nominale
saldo komt overeen met een verbetering van het primaire saldo van 2,4
procentpunten (exclusief kapitaaloverdrachten aan banken), waarbij de economie kromp en er sprake was van een
belastingarme samenstelling van de groei. Volgens
de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie daalde het
structurele tekort in 2012 met 1,8 procentpunten, terwijl de aanbevolen
verbetering 2,7 procentpunten bedroeg. De geraamde begrotingsinspanning blijft
ongewijzigd als deze wordt gecorrigeerd voor de lichte neerwaartse ontwikkeling
van de potentiële productiegroei sinds de laatste aanbeveling van de Raad. De
verwachte verandering in het structurele saldo werd echter ernstig aangetast
door een onvoorziene terugval in de inkomsten, die een daling van circa 1,0
procentpunt tot gevolg had. Als er rekening wordt gehouden met deze effecten,
zou de aangepaste begrotingsinspanning oplopen tot 2,9 procentpunten en
derhalve groter zijn dan de op grond van de herziene BTP-aanbeveling aanbevolen
inspanning. De begrotingsafwijking in 2012 is niet alleen te wijten aan
herkapitalisatiemaatregelen, maar ook aan een combinatie van tegenvallers bij
de ontvangsten (rekening houdend met de impact van discretionaire maatregelen
en het basiseffect) en hogere intermediaire consumptie en sociale overdrachten.
De belastingarme samenstelling van de groei en een sterkere verslechtering van
de arbeidsmarktsituatie hebben aanzienlijke tegenvallers aan de
ontvangstenzijde, met name op het gebied van directe en indirecte belastingen,
en hogere sociale uitgaven tot gevolg. Spanje heeft in 2012 aanzienlijke
consolidatiemaatregelen genomen die bij elkaar 4 % van het bbp bedragen,
waarvan circa 1½ % van het bbp aan de ontvangstenzijde en 2½ % van
het bbp aan de uitgavenzijde. Door deze maatregelen kon de onderliggende
verslechtering van het structurele saldo als gevolg van stijgende
rentebetalingen en hogere sociale overdrachten gedeeltelijk worden
gecompenseerd. (12) Voor 2013 wordt in de
voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie een daling van het
overheidstekort tot 6,5 % van het bbp voorspeld; de BTP-doelstelling
bedroeg 4,5 % van het bbp. Verwacht wordt dat het primaire saldo met 4,5
procentpunten zal verbeteren (exclusief
kapitaaloverdrachten aan banken is dat 0,9 procentpunten). Naar
aanleiding van de laatste aanbeveling van de Raad heeft de Spaanse regering in
augustus 2012 een meerjarig begrotingsplan voor 2013-2014 gepresenteerd, waarin
een aantal onderdelen van de consolidatiestrategie voor de middellange termijn
wordt omschreven. Aangenomen wordt dat het effect van de discretionaire
maatregelen op de begroting in 2013 in totaal ongeveer 1 % van het bbp aan
de uitgavenzijde en circa 1½ % van het bbp aan de ontvangstenzijde zal
bedragen. De verwachte begrotingsafwijking van circa 2 % van het bbp in
vergelijking met de BTP-doelstelling is ten dele te wijten aan de slechtere
uitgangspositie. De afwijking is echter hoofdzakelijk toe te schrijven aan de
ongunstige samenstelling van de groei: de particuliere consumptie krimpt
sterker en de arbeidsmarkt presteert slechter dan in de herziene
BTP-aanbeveling werd verwacht. Volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de
diensten van de Commissie zal het structurele tekort in 2013 met 1,1
procentpunten dalen, terwijl de aanbevolen inspanning 2,5 procentpunten
bedroeg. De verwachte begrotingsinspanning, gecorrigeerd voor de verandering in
de geraamde potentiële groei en grotere tegenvallers dan verwacht, verbetert
met 1,4 procentpunten, waardoor de aangepaste begrotingsinspanning uitkomt op
2,5 % van het bbp. Dat cijfer is in overeenstemming met de inspanning die
in de herziene BTP-aanbeveling is aanbevolen. In zijn stabiliteitsprogramma
2013 heeft de Spaanse regering voor 2013 een doelstelling inzake het nominaal
overheidstekort van 6,3 % van het bbp aangekondigd, waarvoor dit jaar nog
aanvullende consolidatiemaatregelen voor een bedrag van circa 3 miljard euro
(0,3 % van het bbp) moeten worden aangenomen en uitgevoerd. (13) Voor 2014 wordt verwacht dat
het nominale tekort oploopt tot 7,0 % van het bbp, terwijl de
BTP-doelstelling 2,8 % van het bbp bedroeg. Het primaire tekort zou oplopen tot
0,4 % van het bbp. Afgezien van het basiseffect is de verwachte afwijking
vooral toe te schrijven aan het aflopen van tijdens de voorgaande jaren genomen
tijdelijke maatregelen en het feit dat de voor 2014 geplande
consolidatiemaatregelen onvoldoende waren gespecificeerd in het begrotingsplan
van augustus 2012, en daardoor niet in de prognoses van de diensten van de
Commissie konden worden meegenomen. Bovendien blijft de samenstelling van de
economische groei weinig belastingopbrengsten genereren, waarbij de sociale
bijdragen en de indirecte belastingen niet volledig evenredig met het nominale
bbp stijgen. Ook de rentebetalingen zouden blijven toenemen als gevolg van een
hogere uitstaande schuld. Volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de diensten
van de Commissie stijgt het structurele tekort met 1,1 procentpunten, terwijl
de aanbevolen daling 1,9 % van het bbp bedraagt. De output gap,
gecorrigeerd voor de verandering in de geraamde potentiële groei en onverwacht
tegenvallende opbrengsten, neemt met nog eens 0,2 procentpunten toe. (14) Op het gebied van budgettaire
governance is er veel vooruitgang geboekt wat betreft de rapportage inzake de
begrotingsuitvoering op subcentrale overheidsniveaus. De bepalingen van de wet
inzake begrotingsstabiliteit met betrekking tot het mechanisme voor vroegtijdige
waarschuwing en het correctiemechanisme om afwijkingen van de
begrotingsdoelstellingen te beperken zijn niet ten volle doeltreffend geweest
en de transparantie van de uitvoering ervan kan worden verbeterd. Hoewel
vooruitgang wordt geboekt bij de budgettaire rapportage op regionaal niveau, is
een meeromvattende, consistentere en tijdiger rapportage, ook wat betreft de
begrotingsplannen, op geconsolideerde basis voor de overheid als geheel conform
ESR 95 vereist om tot een grotere budgettaire transparantie te komen. De
oprichting van een begrotingsraad met volledige institutionele en financiële
onafhankelijkheid laat nog op zich wachten. (15) De bruto overheidsschuld steeg
in 2012 tot circa 84 % van het bbp, terwijl in de geactualiseerde
voorjaarsprognoses 2012 van de diensten van de Commissie was uitgegaan van
80,9 % van het bbp. De stijging van de schuldquote was het gevolg van een
hoger dan verwacht feitelijk tekort, een lagere nominale bbp-groei, de kosten
van de maatregelen inzake bankherkapitalisaties en de terugbetaling van
schulden door overheidsdiensten. Volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de
diensten van de Commissie zal de schuldquote bij ongewijzigd beleid verder
stijgen en in 2014 hoger zijn dan 95 %, en derhalve de referentiewaarde
van het Verdrag in al deze jaren overschrijden. (16) Op 10 april 2013 heeft de
Commissie op basis van haar diepgaande evaluatie 2013 inzake Spanje volgens de
procedure bij macro-economische onevenwichtigheden[3] geconcludeerd dat Spanje wordt
geconfronteerd met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden. De
correctie van deze tijdens de jaren van hoogconjunctuur ontstane
onevenwichtigheden, en met name het afbouwen van de zeer hoge particuliere en
externe schulden, heeft ernstige gevolgen voor de economische groei, de
financiële stabiliteit en de overheidsfinanciën. Om op middellange termijn een
duurzame correctie van het buitensporige begrotingstekort te verwezenlijken,
moet er tegelijkertijd op doeltreffende wijze voor worden gezorgd dat de
macro-economische onevenwichtigheden worden verholpen. Daartoe dienen
structurele hervormingen te worden doorgevoerd om de groei en de
werkgelegenheid te stimuleren en om de structurele starheden te reduceren die
het aanpassingsproces in de weg staan. (17) Volgens de voorjaarsprognoses
2013 van de diensten van de Commissie zal Spanje niet voldoen aan de in de
aanbeveling van de Raad van 10 juli 2012 vastgelegde nominale
begrotingsdoelstellingen. Spanje heeft echter in 2012 en 2013 een structurele
inspanning gedaan die, rekening houdend met de in vergelijking met de prognoses
ten tijde van de aanbeveling van de Raad onverwacht slechte economische
ontwikkelingen, overeenkomt met de herziene BTP-aanbeveling. Deze onverwacht
slechte economische ontwikkelingen hebben ernstige gevolgen voor de
overheidsfinanciën gehad. Met name hebben aanzienlijke tegenvallers aan de
ontvangstenzijde, als gevolg van de herbalancering van de economie naar een
structuur met een minder belastingontvangsten genererende samenstelling van de
groei en daarmee gepaard gaande negatieve effecten op de inkomstenelasticiteit,
geleid tot een aanzienlijke verslechtering van de begrotingssituatie. Daarnaast
heeft de economische recessie een uitermate nadelige invloed op de
werkgelegenheid gehad en is de werkloosheid fors gestegen. Indien al deze
factoren worden bekeken en rekening wordt gehouden met de regels van het
stabiliteits- en groeipact en de noodzaak om buitensporige macro-economische
onevenwichtigheden te corrigeren met een ernstige negatieve weerslag op de
overheidsfinanciën als gevolg, is een verlenging van de termijn voor de
correctie van het buitensporige overheidstekort in Spanje met twee jaar tot
2016 gerechtvaardigd. (18) Tegen de achtergrond van grote
onzekerheden betreffende de economische en budgettaire ontwikkelingen moet de
begrotingsdoelstelling die wordt aanbevolen voor het laatste jaar van de
correctieperiode op een niveau duidelijk onder de referentiewaarde worden
vastgesteld om een effectieve en blijvende correctie binnen de gevraagde
termijn te waarborgen. (19) De doelstellingen met
betrekking tot het tussentijds nominaal tekort die nodig zijn om het
buitensporige tekort in 2016 te corrigeren, worden vastgelegd op 6,5 % van
het bbp voor 2013, 5,8 % van het bbp voor 2014, 4,2 % van het bbp
voor 2015 en 2,8 % van het bbp voor 2016. Om deze doelstellingen te
verwezenlijken, moet er gedurende de periode 2013-2016 gemiddeld een jaarlijkse
verbetering van het primaire saldo (exclusief eenmalige maatregelen) van
1,3 % van het bbp worden gerealiseerd. Tevens is er, indien de
voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie worden uitgebreid tot
2016, een verbetering van het structurele begrotingssaldo vereist van
1,1 % van het bbp in 2013, 0,8 % van het bbp in 2014, 0,8 % van
het bbp in 2015 en 1,2 % van het bbp in 2016. Bij dit geleidelijke
aanpassingstraject wordt rekening gehouden met het huidige moeilijke
economische klimaat en de lopende grootschalige structurele transformatie van
de Spaanse economie. Ter ondersteuning daarvan zijn er ambitieuze structurele
hervormingen nodig. Van het aanpassingstraject wordt verwacht dat dit het
afbouwen van externe en interne onevenwichtigheden ondersteunt, het nadelige
kortetermijneffect van begrotingsconsolidatie op de economische groei tempert en
tegelijkertijd de stijgende lijn van de overheidsschuld stabiliseert en omzet
in een dalende lijn. (20) Bij uitbreiding van de
voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie tot 2016 en bij
ongewijzigd beleid zijn er op dit moment kennelijk geen aanvullende maatregelen
nodig om de aanbevolen verbetering van het structurele saldo voor 2013 (en de
nieuwe tekortdoelstelling van 6,5 % van het bbp) te verwezenlijken, maar
de begrotingsplannen moeten dan wel op alle overheidsniveaus nauwkeurig worden
uitgevoerd. Voor de periode 2014-2016 zijn er, bovenop de in de
voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie vastgelegde
maatregelen, aanzienlijke structurele begrotingsmaatregelen nodig om het tekort
onder de referentiewaarde van het Verdrag te brengen. Bij die maatregelen ter
hoogte van 2 % van het bbp in 2014, 1 % van het bbp in 2015 en
1½ % van het bbp in 2016 dient rekening te worden gehouden met de noodzaak
om nadelige tweede-ronde-effecten, negatieve potentiële productiegroei alsmede
stijgende rentebetaling en sociale uitkeringen te compenseren. (21) Het stabiliteitsprogramma 2013
voorziet in een aanpassingstraject dat in grote lijnen is afgestemd op de
correctie van het buitensporige tekort in 2016, waarbij wordt gestreefd naar
een nominaal tekort van 6,3 % van het bbp in 2013, 5,5 % in 2014,
4,1 % in 2015 en 2,7 % in 2016. De doelstelling voor 2013 is
gebaseerd op in het programma genoemde aanvullende consolidatiemaatregelen van
circa 3 miljard euro, die nog nauwkeurig moeten worden gespecificeerd. (22) Maatregelen ter consolidatie
van de begroting moeten een duurzame verbetering van het overheidssaldo
teweegbrengen en er tegelijkertijd op gericht zijn de kwaliteit van de openbare
financiën te verbeteren en het groeipotentieel van de economie te versterken. (23) Op de middellange termijn
wordt Spanje geconfronteerd met grote risico's en op de lange termijn met
middelgrote risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Als er een
hoger primaire saldo van circa -0,5 % van
het bbp wordt bereikt, overeenkomstig het gemiddelde in de periode 1998-2012,
kunnen deze risico's binnen de perken worden gehouden. De hervorming van 2013
inzake de regelingen voor vervroegde uittreding zal naar verwachting een
bijdrage leveren aan de langetermijnhoudbaarheid van het
socialezekerheidsstelsel. Er lijken echter aanvullende maatregelen nodig om de
stijgende uitgaven in verband met de vergrijzing onder controle te houden,
bijvoorbeeld door de in de hervorming van 2011 vastgelegde houdbaarheidsfactor op
passende wijze te regelen, onder meer door ervoor te zorgen dat de
pensioenleeftijd meestijgt met de levensverwachting. (24) Gezien de gedecentraliseerde
overheidsfinanciën in Spanje, moet het begrotingsaanpassingstraject van Spanje
worden gesteund door een geloofwaardige consolidatiestrategie voor de
middellange termijn die het volgende omvat: (i) een gedetailleerd meerjarig
begrotingsplan met volledig gespecificeerde maatregelen voor 2014-16, (ii)
verdere verbetering van de doeltreffendheid van het institutionele kader (door
de transparantie van de uitvoering van de wet inzake begrotingsstabiliteit te
verbeteren en een onafhankelijke begrotingsraad op te richten), (iii) het
ondernemen van concrete stappen om het stijgende structurele tekort binnen het socialezekerheidsstelsel
in bedwang te houden, en (iv) meer nadruk leggen op het groeibevorderende
karakter van de consolidatie (onder meer door systematische evaluaties van de
uitgaven alsmede evaluaties van het belastingstelsel uit te voeren). (25) Parallel
aan de periodieke toetsingen van de financiële ondersteuning van het ESM voor
de herkapitalisatie van financiële instellingen in Spanje[4] en zoals overeengekomen in het memorandum van overeenstemming dat op
23 juli 2012 is getekend, zal om de drie maanden worden toegezien op de
vorderingen die Spanje maakt wat de naleving van de BTP-verplichtingen betreft. (26) Spanje voldoet aan de
voorwaarden voor de verlenging van de termijn voor de correctie van het
buitensporige overheidstekort, zoals vastgelegd in artikel 3, lid 5, van
Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de
tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten, HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING
VASTGESTELD: (1)
Spanje maakt uiterlijk in 2016 een einde aan de
thans bestaande situatie van buitensporig tekort. (2)
Spanje bereikt
een nominaal tekort van 6,5 % van het bbp in
2013, 5,8 % van het bbp in 2014, 4,2 % van het bbp in 2015 en
2,8 % van het bbp in 2016, hetgeen bij uitbreiding van de
voorjaarsprognoses 2013 van de diensten van de Commissie tot 2016 overeenkomt
met een verbetering van het structurele saldo van respectievelijk 1,1 %, 0,8 %, 0,8 % en
1,2 % van het bbp in de periode 2013-2016. (3)
Spanje moet de in de begrotingsplannen van 2013
vastgelegde maatregelen op alle overheidsniveaus uitvoeren en klaarstaan om
corrigerende maatregelen te nemen indien er zich afwijkingen van de
begrotingsplannen voordoen. De autoriteiten moeten de begrotingsstrategie voor
de middellange termijn versterken met voor de periode 2014-2016 nauwkeurig
gespecificeerde structurele maatregelen die noodzakelijk zijn om het
buitensporige tekort uiterlijk in 2016 te corrigeren. (4)
De Raad stelt als termijn 1 oktober vast waarop de
Spaanse autoriteiten effectieve maatregelen moeten nemen en overeenkomstig
artikel 3, lid 4 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad
gedetailleerd verslag moeten uitbrengen over de voorgenomen
consolidatiestrategie om de doelen te realiseren. Verder moeten de Spaanse autoriteiten de
volgende maatregelen nemen: (i) versterken van de doeltreffendheid van het
institutionele kader door de transparantie van de uitvoering van de wet inzake
begrotingsstabiliteit te verbeteren en een onafhankelijke begrotingsraad op te
richten die analyses uitvoert, adviseert en er op toeziet dat het
begrotingsbeleid overeenkomt met de nationale en EU-begrotingsregels, (ii)
ondernemen van concrete stappen om het stijgende structurele tekort binnen het
socialezekerheidsstelsel in bedwang te houden, en (iii) meer nadruk leggen op
het groeibevorderende karakter van de consolidatie, onder meer door
systematische evaluaties van de uitgaven alsmede evaluaties van het
belastingstelsel uit te voeren. Bovendien is het, om
het welslagen van de budgettaire consolidatiestrategie te garanderen, belangrijk,
overeenkomstig de in de context van het Europees semester en de procedure
bij macro-economische onevenwichtigheden tot Spanje
gerichte aanbevelingen van de Raad, de budgettaire consolidatie met omvattende
structurele hervormingen te ondersteunen. Deze aanbeveling
is gericht tot het Koninkrijk Spanje. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6. [2] Alle documenten die verband houden met de
buitensporigtekortprocedure inzake Spanje zijn beschikbaar op:
http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/countries/spain_en.htm
[3] http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/occasional_paper/2013/op134_en.htm [4] http://ec.europa.eu/economy_finance/assistance_eu_ms/spain/index_en.htm