This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0441
Proposal for a COUNCIL DECISION on the signing, on behalf of the Union, of the Fishery Partnership Agreement and of the Protocol setting out the fishing opportunities and the financial contribution provided for by the Fisheries Partnership Agreement between the European Union and the Republic of Mauritius
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius
/* COM/2012/0441 final - 2012/0214 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius /* COM/2012/0441 final - 2012/0214 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Op basis van het desbetreffende mandaat van de
Raad[1] heeft de Commissie namens de
Europese Unie met de Republiek Mauritius onderhandeld over de parafering van
een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een nieuw protocol
tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius. Na deze onderhandelingen
zijn op 23 februari 2012 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij
en een nieuw protocol geparafeerd. De nieuwe overeenkomst heeft een looptijd van
zes jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening, en wordt stilzwijgend
verlengd voor telkens een periode van drie jaar. Het algemene doel is de samenwerking tussen de
EU en de Republiek Mauritius te versterken en, in het belang van beide partijen,
een partnerschapskader te bevorderen voor de ontwikkeling van een duurzaam
visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de
Mauritiaanse visserijzone. Het protocol heeft een looptijd van drie jaar.
Het nieuwe protocol voorziet in vangstmogelijkheden voor 86 vaartuigen voor de
tonijnvisserij (41 vaartuigen voor de ringzegenvisserij en 45 vaartuigen voor
de visserij met de drijvende beug). 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING De lidstaten zijn geraadpleegd in het kader
van technische vergaderingen en in het kader van de Werkgroep visserij van de
Raad. Uit deze raadplegingen is gebleken dat het van belang is om een
partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een protocol met Mauritius te sluiten. De
Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie
door externe deskundigen die in november 2011 is afgerond. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL De onderhavige procedure loopt parallel aan de
procedures met betrekking tot het besluit van de Raad, met de instemming van
het Europees Parlement, betreffende de sluiting van de nieuwe
partnerschapsovereenkomst inzake visserij en het nieuwe protocol en met
betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de
vangstmogelijkheden in het kader van genoemd protocol. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het nieuwe
protocol voorziet voor de gehele periode in een totale financiële
tegenprestatie van 1 980 000 EUR. Dit bedrag stemt overeen met: a) 357 500
EUR per jaar, wat overeenkomt met een referentiehoeveelheid van 5 500 ton
per jaar, en b) 302 500 EUR per jaar, wat overeenkomt met het extra door
de Unie betaalde bedrag ter ondersteuning van het beleid van Mauritius op het
gebied van visserij en maritieme zaken. De jaarlijkse
financiële bijdrage uit de begroting van de Unie bedraagt derhalve 660 000 EUR.
2012/0214 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Unie,
van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van het protocol tot
vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin
is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese
Unie en de Republiek Mauritius DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 5, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Unie heeft met Mauritius
onderhandeld over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een
nieuw protocol waarbij aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden
geboden in de wateren waarover Mauritius de soevereiniteit of de jurisdictie
voor visserijaangelegenheden heeft. (2) Ter afronding van deze
onderhandelingen zijn op 23 februari 2012 een partnerschapsovereenkomst inzake
visserij en een protocol geparafeerd. (3) De nieuwe
partnerschapsovereenkomst inzake visserij en het nieuwe protocol moeten worden
ondertekend en moeten na de afronding van de procedures voor de formele
sluiting ervan in werking treden, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De ondertekening van de
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de
Republiek Mauritius en van het Protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de
Republiek Mauritius wordt namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de
sluiting ervan. De teksten van de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij en van het protocol zijn aan dit besluit gehecht. Artikel
2 Het secretariaat-generaal van de Raad stelt
het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de
onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent
de overeenkomst en het protocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te
ondertekenen. Artikel 3 Deze partnerschapsovereenkomst inzake visserij
zal in werking treden op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis
stellen dat de in dit verband te volgen procedures zijn afgerond, zulks
overeenkomstig artikel 17 van de overeenkomst. Artikel 4 Het protocol bij de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij zal in werking treden op de datum waarop de partijen elkaar
ervan in kennis stellen dat de in dit verband te volgen procedures zijn
afgerond, zulks overeenkomstig artikel 15 van de overeenkomst. Artikel 5 Dit besluit treedt in werking op de dag na de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE VISSERIJ tussen de Europese Unie en de Republiek
Mauritius DE EUROPESE UNIE,
hierna "de Unie" genoemd, en DE REPUBLIEK
MAURITIUS, hierna "Mauritius" genoemd, hierna als "de
partijen" aangeduid, GELET OP de nauwe
samenwerking tussen de Unie en Mauritius, met name in het kader van de
overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te
intensiveren, GELET OP de wens
van beide partijen om de verantwoorde exploitatie van de visbestanden via
samenwerking te bevorderen, REKENING HOUDEND
MET de bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties, ERKENNEND dat
Mauritius overeenkomstig het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties zijn
soevereiniteits- of jurisdictierechten uitoefent in de zone die zich uitstrekt
tot 200 zeemijl vanaf de basislijnen, VASTBESLOTEN de
besluiten en aanbevelingen van de relevante regionale organisaties waarvan de
partijen lid zijn, toe te passen, ZICH BEWUST van
het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de
conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) goedgekeurde
Gedragscode voor een verantwoorde visserij, VASTBERADEN om in
hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde
visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame
exploitatie van de mariene biologische rijkdommen, ERVAN OVERTUIGD
DAT deze samenwerking in het teken moet staan van de complementariteit van de
initiatieven en de maatregelen die door beide partijen samen of afzonderlijk
worden uitgevoerd en dat daartoe de coherentie van de beleidslijnen en de
synergie van de inspanningen moeten worden gegarandeerd, BESLOTEN HEBBEND
DAT de partijen, met het oog op die samenwerking, de dialoog moeten aangaan die
voor de uitvoering van het visserijbeleid van Mauritius vereist is, en daarbij
het maatschappelijk middenveld moeten betrekken, VERLANGENDE
voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten
van de Unievaartuigen in de Mauritiaanse wateren en tot de steun die de Unie
verleent voor een verantwoorde visserij in die wateren, VASTBERADEN te
streven naar een nog nauwere economische samenwerking op visserijgebied en in
daarmee verwante sectoren door de bevordering van de samenwerking tussen
bedrijven van beide partijen, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 - Definities In deze
overeenkomst wordt verstaan onder: a) "Mauritiaanse
autoriteiten": het ministerie van Visserij van de Republiek Mauritius; b) "autoriteiten van de
Unie": de Europese Commissie; c) "vissersvaartuig": elk
vaartuig dat wordt gebruikt om te vissen overeenkomstig de Mauritiaanse
regelgeving; d) "vaartuig van de Unie":
vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Unie voert en in de Unie is
geregistreerd; e) "Gemengde Commissie": een
commissie van vertegenwoordigers van de Unie en Mauritius als omschreven in
artikel 9 van deze overeenkomst; f) "overlading": het
overbrengen, in de havenzone, van de volledige vangst of een deel daarvan van
een vissersvaartuig naar een ander vissersvaartuig; g) "reder": de persoon die
juridisch verantwoordelijk is voor een vissersvaartuig, de werking ervan
controleert en de leiding erover heeft; h) "ACS-zeelieden": elke
zeeman die onderdaan is van een niet-Europees land dat de overeenkomst van
Cotonou heeft ondertekend; i) "FAO": Voedsel- en
Landbouworganisatie van de Verenigde Naties. Artikel 2 - Werkingssfeer Bij de onderhavige overeenkomst worden de
voorwaarden vastgesteld waaronder vaartuigen die geregistreerd zijn in of de
vlag voeren van de EU (hierna "EU-vaartuigen" genoemd), de
tonijnvisserij mogen uitoefenen in de wateren waarover Mauritius de
soevereiniteit of de jurisdictie heeft (hierna de "Mauritiaanse wateren"
genoemd), overeenkomstig de bepalingen van het UNCLOS en overige regels van het
internationaal recht en internationale praktijken. Bij deze overeenkomst worden de beginselen,
regels en procedures vastgesteld inzake: - de economische, financiële,
technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die
tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame
exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de Mauritiaanse
wateren te bevorderen en de visserijsector van Mauritius te ontwikkelen; - de samenwerking betreffende de
regelingen voor het toezicht op de visserij in de Mauritiaanse wateren die tot
doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid
van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de
visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en
niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden; - de partnerschappen tussen
ondernemers, die bedoeld zijn om, in het belang van beide partijen, economische
activiteiten te ontwikkelen in de visserijsector en in daarmee verwante
sectoren. Artikel 3 - Beginselen en doelstellingen
van deze overeenkomst 1. De partijen verbinden zich
ertoe de verantwoorde visserij in de Mauritiaanse wateren te bevorderen volgens
de gedragscode voor een verantwoorde visserij van de FAO en zonder onderscheid
te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn. 2. De partijen werken samen bij
de monitoring van de resultaten van de uitvoering van het door de Mauritiaanse
regering vastgestelde visserijbeleid en bij de evaluatie van de krachtens deze
overeenkomst uitgevoerde maatregelen, programma’s en acties, en gaan hiertoe
een beleidsdialoog in de visserijsector aan. De resultaten van de evaluaties
worden in de in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde Gemengde Commissie
geanalyseerd. 3. De partijen verbinden zich
ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch
en sociaal bestuur en daarbij rekening te houden met de toestand van de
visbestanden. 4. Als zeelieden van Mauritius
op vaartuigen van de Unie worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en
rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige
contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de
vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve
onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en
beroep. Voor niet-Mauritiaanse ACS-zeelieden aan boord van vaartuigen van de
Unie gelden dezelfde voorwaarden. 5. De partijen raadplegen elkaar
voordat zij een besluit nemen dat van invloed kan zijn op de activiteiten van
vaartuigen van de Unie in het kader van deze overeenkomst. Artikel 4 - Wetenschappelijke samenwerking 1. Tijdens de looptijd van deze
overeenkomst doen de Unie en de Mauritiaanse autoriteiten het nodige om de
ontwikkeling van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren te volgen. 2. De partijen verbinden zich
ertoe om elkaar, in het kader van een gemengde wetenschappelijke werkgroep of
van de betrokken internationale organisaties, te raadplegen om het beheer en de
instandhouding van de levende rijkdommen in de Indische Oceaan te coördineren
en samen te werken bij relevant wetenschappelijk onderzoek. 3. Na het in lid 2 bedoelde
overleg raadplegen de twee partijen elkaar in de in artikel 9 bedoelde Gemengde
Commissie en nemen zij samen de instandhoudingsmaatregelen die voor een
duurzaam beheer van de visbestanden vereist zijn en betrekking hebben op de
activiteiten van de vaartuigen van de Unie. Artikel 5 - Toegang van vaartuigen van de
Unie tot de visserij in de Mauritiaanse wateren 1. Mauritius verbindt zich ertoe
vaartuigen van de Unie in zijn wateren te laten vissen overeenkomstig de
bepalingen van deze overeenkomst en van het aan de overeenkomst gehechte
protocol en de daarbij horende bijlage. 2. De visserijactiviteiten
waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd
overeenkomstig de in Mauritius geldende wetten en voorschriften. De
Mauritiaanse autoriteiten stellen de autoriteiten van de Unie in kennis van
elke wijziging in voornoemde wetgeving. 3. Mauritius verbindt zich ertoe
al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol
opgenomen bepalingen inzake de monitoring van de visserij. De vaartuigen van de
Unie werken samen met de voor de uitvoering van deze monitoring bevoegde
Mauritiaanse autoriteiten. 4. De Unie verbindt zich ertoe
al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen deze overeenkomst
en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren van
Mauritius in acht nemen. Artikel 6 - Vismachtigingen 1. De vaartuigen van de Unie
mogen slechts in de Mauritiaanse wateren vissen als zij een op grond van deze
overeenkomst en het bijbehorende protocol afgegeven vismachtiging of een kopie
daarvan aan boord hebben. 2. De procedure voor het
verkrijgen van een vismachtiging voor een vaartuig, de geldende rechten en de
wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol. Artikel 7 - Financiële tegenprestatie 1. De Unie betaalt Mauritius een
financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijbehorende
bijlagen bij deze overeenkomst vastgestelde voorwaarden. Deze financiële
tegenprestatie wordt berekend op basis van twee elementen, namelijk: a) de toegang van vaartuigen van de Unie tot
de Mauritiaanse wateren en visbestanden, en b) de financiële steun die de Unie verleent
voor de bevordering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie
van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren. 2. Het in lid 1, onder b),
hierboven bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend op
basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en
overeenkomstig het protocol vaststellen voor het door de regering van Mauritius
omschreven sectorale visserijbeleid en op basis van de desbetreffende
jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering. 3. De financiële tegenprestatie
van de Unie wordt elk jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het
protocol en is onderworpen aan de bepalingen van deze overeenkomst en van het
protocol in geval van eventuele wijzigingen van het bedrag van de
tegenprestatie op grond van: a) ernstige omstandigheden, met uitzondering
van natuurverschijnselen, die van die aard zijn dat ze de visserij in de
Mauritiaanse wateren onmogelijk maken; b) een verlaging van de vangstmogelijkheden
voor vaartuigen van de Unie die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld
met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken
bestanden die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig
worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene
rijkdommen; c) een verhoging van de vangstmogelijkheden
voor vaartuigen van de Unie die in onderlinge overeenstemming door de partijen
wordt vastgesteld voor zover dit gezien de toestand van de betrokken bestanden
volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is; d) een herziening van de voorwaarden voor de
financiële steun voor de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van
Mauritius, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen
geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering; e) de opzegging van deze overeenkomst
overeenkomstig artikel 12; f) de schorsing van de toepassing van deze
overeenkomst overeenkomstig artikel 13. Artikel 8 – Bevordering van de samenwerking
tussen de economische actoren en het maatschappelijk middenveld 1. De partijen bevorderen
economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector
en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende
maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren. 2. De partijen verbinden zich
ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig,
conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van
visserijproducten te bevorderen. 3. De partijen spannen zich zo
nodig in voor het creëren van de voorwaarden om de betrekkingen tussen de
bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te
bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders
gunstig klimaat. 4. De partijen verbinden zich
ertoe een actieplan tussen de actoren van Mauritius en van de Unie uit te
voeren om de vaartuigen van de Unie meer vis te laten aanlanden in Mauritius. 5. De partijen stimuleren zo
nodig de oprichting van joint ventures die gericht zijn op het wederzijdse
belang, met voortdurende inachtneming van de vigerende Mauritiaanse en
Uniewetgeving. Artikel 9 - Gemengde Commissie 1. Er wordt een Gemengde
Commissie opgericht die wordt belast met de monitoring van de toepassing van
deze overeenkomst. De Gemengde Commissie heeft de volgende taken: a) monitoring van de uitvoering,
interpretatie en toepassing van de overeenkomst en met name de vaststelling en
beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse
en meerjarige programmering; b) optreden als contactorgaan voor
vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied; c) fungeren als forum voor de minnelijke
schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de
overeenkomst; d) indien nodig de vangstmogelijkheden
herzien, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie; e) elke andere taak die de partijen in
onderlinge overeenstemming vaststellen. 2. Bij de uitoefening van haar
functies houdt de Gemengde Commissie rekening met de resultaten van het
wetenschappelijk overleg als bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst. 3. De Gemengde Commissie komt
minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Mauritius en in de Unie, en
wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van
een van beide partijen kan zij een buitengewone vergadering beleggen. Artikel 10 - Geografisch toepassingsgebied Deze overeenkomst
is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot
oprichting van de Europese Unie van toepassing is en onder de in dat Verdrag
gestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Mauritius. Artikel 11 – Duur Deze overeenkomst
is geldig voor een periode van zes (6) jaar vanaf de datum van
inwerkingtreding; zij wordt stilzwijgend verlengd voor telkens een periode van drie
(3) jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 12 wordt opgezegd. Artikel 12 – Opzegging 1. Deze overeenkomst kan door
een van de partijen worden opgezegd als zich ernstige omstandigheden, met
uitzondering van natuurverschijnselen, voordoen die aan de redelijke controle
van een van de partijen ontsnappen en van die aard zijn dat ze de uitoefening
van de visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken. Voorts
kan deze overeenkomst door elke partij worden opgezegd wanneer de toestand van
de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan
vaartuigen van de Unie toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate
worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het
bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst
niet worden nagekomen. 2. De betrokken partij stelt de
andere partij ten minste zes maanden vóór het einde van de eerste periode of
van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de
overeenkomst op te zeggen. 3. Beide partijen gaan in
onderhandeling zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden. 4. De in artikel 7 bedoelde
financiële tegenprestatie wordt pro rata temporis evenredig verlaagd voor het
jaar waarin de opzegging in werking treedt. Artikel 13 – Schorsing 1. De toepassing van deze
overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden geschorst wanneer
tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de
bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien
de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie
maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst
van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op een minnelijke
schikking van hun geschil. 2. De in artikel 7 bedoelde
financiële bijdrage wordt voor de duur van de schorsing evenredig en pro rata
temporis verlaagd. Artikel 14 - Protocol en bijlage Het protocol, de
bijlage en de aanhangsels vormen een integrerend deel van deze overeenkomst. Artikel 15 – Geldend nationaal recht De activiteiten van de vaartuigen van de Unie
die in de Mauritiaanse wateren actief zijn, ressorteren onder Mauritiaans recht,
behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, het protocol of de
bijbehorende bijlage en aanhangsels. Artikel 16 – Intrekking De overeenkomst
tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius inzake de visserij voor de
kust van Mauritius, die op 1 december 1990 in werking is getreden, wordt bij de
onderhavige overeenkomst ingetrokken en vervangen op de dag van de
inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst. Artikel 17 – Inwerkingtreding Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in
de volgende talen: Bulgaars, Tsjechisch, Ests, Deens, Nederlands, Engels, Fins,
Frans, Duits, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Pools,
Portugees, Roemeens, Slowaaks, Sloveens, Spaans en Zweeds, zijnde alle teksten
gelijkelijk authentiek. De overeenkomst treedt in werking op de datum
waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe
vereiste procedures. PROTOCOL tot
vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin
is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese
Unie en de Republiek Mauritius Artikel 1
Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden 1. Op grond van artikel 5 van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij worden de volgende
vangstmogelijkheden toegekend, voor een periode van drie (3) jaar: sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in
bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982): a. 41 vaartuigen voor de
tonijnvisserij in volle zee met de zegen en b. 45 vaartuigen voor de visserij met
de drijvende beug. 2. Lid 1 is van toepassing onverminderd
de artikelen 5 en 6 van dit protocol. 3. Krachtens
artikel 6 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en artikel 7 van dit
protocol mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie
voeren, slechts visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren uitoefenen
indien zij daarvoor een vismachtiging hebben gekregen in het kader van dit
protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol. Artikel 2
Financiële tegenprestatie - Betalingswijze 1. De in artikel 7 van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde totale financiële
tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 bepaalde periode, vastgesteld op 1 980 000 EUR
voor de gehele duur van dit protocol. 2. Deze financiële tegenprestatie
omvat: a. een jaarlijks bedrag van 357 500
EUR voor toegang tot de Mauritiaanse wateren, wat overeenkomt met een
referentiehoeveelheid van 5 500 ton per jaar, en b. een specifiek bedrag van 302 500 EUR
per jaar voor de ondersteuning en tenuitvoerlegging van het sectoraal beleid
van Mauritius op het gebied van visserij en maritieme zaken. 3. Lid 1 is van toepassing onverminderd
de artikelen 3, 4, 5 en 6 van dit protocol. 4. Het in lid 2, onder a) en b),
bedoelde totaalbedrag (d.w.z. 660 000 EUR) wordt, zolang dit protocol
van toepassing is, elk jaar door de Europese Unie betaald. Voor het eerste jaar
vindt de betaling uiterlijk zestig (60) dagen na de inwerkingtreding van het
protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk op de datum waarop het
protocol verjaart. 5. Als de vaartuigen van de Europese
Unie in de Mauritiaanse wateren in totaal meer dan 5 500 ton tonijn per
jaar vangen, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie voor
toegangsrechten met 65 EUR per extra ton verhoogd. De Europese Unie mag
jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 2,
onder a), vermelde bedrag (d.w.z. 715 000 EUR). Indien vaartuigen van
de Europese Unie in de Mauritiaanse wateren meer vangen dan de met het dubbele
van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de
extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald,
overeenkomstig hetgeen in de bijlage is bepaald. 6. De beslissing over de bestemming van
de in lid 2, onder a), gespecificeerde financiële tegenprestatie valt onder de
exclusieve bevoegdheid van Mauritius. 7. De financiële tegenprestatie wordt
overgemaakt op een enkele, bij de centrale bank van Mauritius geopende rekening
van de schatkist van Mauritius. Het rekeningnummer wordt door de autoriteiten
van Mauritius meegedeeld. Artikel 3
Bevordering van een verantwoorde en duurzame visserij in
de Mauritiaanse wateren 1. Uiterlijk drie maanden na de datum
van inwerkingtreding van dit protocol komen de Europese Unie en Mauritius in de
Gemengde Commissie als bedoeld in artikel 9 van de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende
uitvoeringsbepalingen overeen, die met name het volgende omvatten: a) de op meerjarige en jaarbasis
vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 2, lid 2,
onder b), genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie; b) de doelstellingen die op meerjarige
en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot een duurzame en
verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de
prioriteiten in de nationale beleidslijnen van Mauritius op het gebied van
visserij en maritieme zaken, en andere terreinen die met de bevordering van een
verantwoorde en duurzame visserij in verband staan of deze kunnen beïnvloeden,
met inbegrip van beschermde mariene gebieden; c) de criteria en de procedures voor de
jaarlijkse beoordeling van de resultaten. 2. Voorstellen tot wijziging van het
meerjarige sectorale programma moeten in de Gemengde Commissie door beide
partijen worden goedgekeurd. 3. Elk jaar kan Mauritius, indien
nodig, een extra bedrag toewijzen aan de in artikel 2, lid 2, onder b),
bedoelde financiële tegenprestatie voor de tenuitvoerlegging van het meerjarige
programma. De Europese Unie dient van deze toewijzing in kennis te worden
gesteld. Artikel 4
Wetenschappelijke samenwerking met het oog op een
verantwoorde visserij 1. Beide partijen verbinden zich ertoe
verantwoorde visserij in de Mauritiaanse wateren te bevorderen zonder
onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in deze wateren vissen. 2. Gedurende
de door dit protocol bestreken periode volgen de Europese Unie en Mauritius de
toestand van de visserijrijkdommen in de Mauritiaanse wateren. 3. Beide
partijen streven ernaar de resoluties, aanbevelingen en, in voorkomend geval,
de desbetreffende beheersplannen van de IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij
in de Indische Oceaan) inzake de instandhouding en een verantwoord beheer van
de visserij na te leven. 4. Op basis van de aanbevelingen en de
resoluties van de IOTC en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, en in
voorkomend geval, de resultaten van een gemeenschappelijke wetenschappelijke
vergadering zoals bedoeld in artikel 4 van de partnerschapsovereenkomst inzake
visserij, plegen beide partijen overleg in de in artikel 9 van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde Gemengde Commissie om,
indien nodig en in onderlinge overeenstemming, maatregelen vast te stellen voor
een duurzaam beheer van de Mauritiaanse visbestanden. Artikel 5
Aanpassing van de vangstmogelijkheden in onderlinge
overeenstemming 1. De in artikel 1 bedoelde
vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden aangepast voor
zover de aanbevelingen en resoluties van de IOTC de stelling ondersteunen dat
een dergelijke aanpassing het duurzame beheer van tonijn en tonijnachtigen in
de Indische Oceaan ten goede zal komen. 2. De in artikel 2, lid 2, onder a),
bedoelde financiële tegenprestatie wordt in dat geval evenredig en pro rata
temporis aangepast. De Europese Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen
dan het dubbele van het in artikel 2, lid 2, onder a), vermelde bedrag. 3. Beide partijen stellen elkaar
schriftelijk in kennis van alle wijzigingen in hun respectieve visserijbeleid
en -wetgeving. Artikel 6
Nieuwe vangstmogelijkheden 1. Indien vaartuigen van de Europese
Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet onder artikel 1
van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij vallen, plegen beide partijen
overleg alvorens voor dergelijke activiteiten machtiging wordt gegeven, en
stellen zij indien nodig in onderling overleg de voorwaarden voor dergelijke
visserijactiviteiten vast en passen zij dit protocol en de bijlage daarbij aan. 2. Beide partijen moedigen
experimentele visserij aan, met name op in de Mauritiaanse wateren aanwezige
onderbenutte diepzeesoorten. Daartoe plegen de partijen, indien een van beide
daarom verzoekt, overleg teneinde per geval de doelsoort, de voorwaarden en
andere relevante parameters vast te stellen. 3. In voorkomend geval verrichten de
partijen de experimentele visserij volgens de parameters die beide partijen bij
een bestuurlijke regeling zijn overeengekomen. Machtigingen voor experimentele
visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden. 4. Indien de experimentele visserij
volgens de partijen positieve resultaten oplevert, kan de regering van
Mauritius vangstmogelijkheden voor de nieuwe soorten aan de vloot van de
Europese Unie toewijzen tot en met het einde van de looptijd van dit protocol.
De in artikel 2, lid 2, onder a), van dit protocol bedoelde financiële
tegenprestatie wordt in dat geval dienovereenkomstig verhoogd. De door de
reders te betalen rechten en de in de bijlage vastgelegde voorwaarden worden
dienovereenkomstig gewijzigd. Artikel 7
Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij — Exclusiviteitsclausule Onverminderd artikel 6 van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij, mogen vaartuigen van de Europese
Unie slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van Mauritius als
zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die door Mauritius in het
kader van dit protocol en de daaraan gehechte bijlage is afgegeven. Artikel 8
Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie 1. Onverminderd hetgeen in artikel 9
van dit protocol is bepaald, wordt de in artikel 2, lid 2, onder a) en b),
bedoelde financiële tegenprestatie geschorst of herzien na overleg tussen beide
partijen en op voorwaarde dat de Europese Unie op het moment van de schorsing
alle verschuldigde bedragen heeft betaald: a) indien uitzonderlijke
omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, visserijactiviteiten
in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken; b) indien zich in de
beleidsrichtsnoeren van een van beide partijen belangrijke wijzigingen voordoen
die de desbetreffende bepalingen van dit protocol beïnvloeden; c) indien de Europese Unie een inbreuk
vaststelt op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten zoals
uiteengezet in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou, overeenkomstig de
procedure van de artikelen 8 en 96 van voornoemde overeenkomst. In dit geval
worden alle visserijactiviteiten van de vaartuigen van de EU geschorst. 2. De Europese Unie behoudt zich het
recht voor de betaling van de in artikel 2, lid 2, onder b), vastgestelde
specifieke tegenprestatie geheel of gedeeltelijk te schorsen als de resultaten
van de ondersteuning van het sectoraal beleid na een evaluatie en overleg in de
in artikel 3 van dit protocol bedoelde Gemengde Commissie wezenlijk
onverenigbaar met de begrotingsprogrammering blijken te zijn. 3. De betaling van de financiële
tegenprestatie en de visserijactiviteiten kunnen worden hervat zodra de
toestand opnieuw is zoals hij was vóór de hierboven beschreven omstandigheden
zich voordeden en indien beide partijen daarmee na overleg akkoord gaan. Artikel 9
Schorsing van de tenuitvoerlegging van het protocol 1. Op initiatief van één van beide
partijen wordt de tenuitvoerlegging van dit protocol geschorst na overleg
tussen en met akkoord van de partijen in de in artikel 9 van de overeenkomst
bedoelde Gemengde Commissie: a) indien uitzonderlijke
omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, visserijactiviteiten
in de Mauritiaanse wateren onmogelijk maken; b) indien de Europese Unie de in
artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde betalingen niet verricht om redenen die
niet in artikel 8 van dit protocol worden vermeld; c) indien er tussen de partijen een
geschil rijst over de interpretatie en tenuitvoerlegging van dit protocol en de
bijlage dat niet minnelijk kan worden geregeld; d) indien een van beide partijen de in
dit protocol en de bijlage daarbij vastgelegde bepalingen niet naleeft; e) indien zich in de beleidsrichtsnoeren
van een van beide partijen belangrijke wijzigingen voordoen die de
desbetreffende bepalingen van dit protocol beïnvloeden; f) indien een van beide partijen een
inbreuk vaststelt op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten
zoals uiteengezet in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou en
overeenkomstig de procedure van de artikelen 8 en 96 van voornoemde
overeenkomst; g) in geval van niet-naleving van de
verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele
beginselen en rechten op het werk, zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij. 2. De uitvoering van het protocol kan
pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen daartoe
schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van
de schorsing meldt. 3. Bij
schorsing van de tenuitvoerlegging blijven de partijen in onderling overleg
streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij daarin
slagen, wordt de tenuitvoerlegging van het protocol hervat en wordt het bedrag
van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd
afhankelijk van de duur van de periode waarin de tenuitvoerlegging van het
protocol is geschorst. Artikel 10
Geldend nationaal recht 1. Op de activiteiten van
vissersvaartuigen van de Europese Unie in de wateren van Mauritius zijn de
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Mauritius van toepassing,
tenzij in dit protocol en de bijlage daarbij anders is bepaald. 2. De autoriteiten
van Mauritius stellen de Europese Commissie in kennis van alle nieuwe wetgeving
of van wijzigingen in bestaande wetgeving op het vlak van het visserijbeleid. Artikel 11
Vertrouwelijkheid De partijen zien erop toe dat alle gegevens
over EU-vaartuigen en hun visserijactiviteiten in de Mauritiaanse wateren te
allen tijde vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend
gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en voor de doeleinden
van visserijbeheer, -monitoring, -controle en -bewaking met de betrokken
bevoegde autoriteiten. Artikel 12
Elektronische gegevensuitwisseling Mauritius en de
Europese Unie verbinden zich ertoe de nodige systemen voor de elektronische
uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende
gegevens en documenten in te voeren. De elektronische vorm van een document
wordt op ieder moment als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd. Beide partijen
melden onverwijld iedere storing van een computersysteem dat een dergelijke
uitwisseling verhindert. Onder dergelijke omstandigheden worden de met de
uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten
automatisch vervangen door hun papieren versie overeenkomstig de in de bijlage
vastgestelde bepalingen. Artikel 13 Looptijd Dit protocol en
de bijlage ervan zijn met ingang van de inwerkingtredingsdatum van toepassing
voor een periode van drie (3) jaar, tenzij het protocol overeenkomstig artikel 14
wordt opgezegd. Artikel 14
Opzegging 1. In geval van opzegging van dit
protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór
de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar
voornemen om het protocol op te zeggen. 2. Beide partijen gaan in
onderhandeling zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden. Artikel 15
Inwerkingtreding Dit protocol en de bijlage daarbij treden in
werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in
dit verband te volgen procedures zijn afgewikkeld. BIJLAGE VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE MAURITIAANSE
WATEREN DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK I Algemene bepalingen 1. Aanwijzing van de bevoegde
autoriteit Voor de toepassing van deze bijlage wordt,
tenzij anders is bepaald, met elke verwijzing naar de Europese Unie (EU) of
Mauritius als bevoegde autoriteit, het volgende bedoeld: –
voor de EU: de Europese Commissie, in voorkomend
geval via de delegatie van de EU in Mauritius; –
voor Mauritius: het ministerie van Visserij. 2. Mauritiaanse wateren Alle bepalingen van het protocol en de
bijlagen zijn uitsluitend van toepassing op de Mauritiaanse wateren als
omschreven in aanhangsel 2. 3. Bankrekening Mauritius stelt de EU vóór de inwerkingtreding
van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening(en) waarop de
financiële bedragen ten laste van de EU-vaartuigen in het kader van de
overeenkomst moeten worden overgemaakt. De aan de bankoverdrachten verbonden
kosten zijn voor rekening van de reders. HOOFDSTUK
II Vismachtigingen voor de tonijnvisserij 1. Voorwaarden voor de
afgifte van een vismachtiging voor de tonijnvisserij – in aanmerking komende
vaartuigen De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde
vismachtigingen voor de tonijnvisserij worden afgegeven op voorwaarde dat het
vaartuig is ingeschreven in het register van vissersvaartuigen van de Europese
Unie die voorkomen op de lijst van vissersvaartuigen van de IOTC en dat alle
eerdere verplichtingen van de reder, de kapitein of het vaartuig zelf uit
hoofde van visserijactiviteiten in Mauritius in het kader van de overeenkomst
en van de visserijwetgeving van Mauritius zijn nagekomen. 2. Aanvraag van een
vismachtiging De EU dient ten minste vijfentwintig (25)
werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij Mauritius een
vismachtigingsaanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de
overeenkomst wenst te vissen, met gebruikmaking van het formulier in aanhangsel
1 van de onderhavige bijlage. De aanvraag moet getypt zijn of leesbaar
geschreven in hoofdletters. Elke eerste vismachtigingsaanvraag in het
kader van het huidige protocol en elke aanvraag naar aanleiding van een
technische wijziging aan het vaartuig moet vergezeld gaan van: i) het bewijs van betaling van
het vooraf te betalen visrecht voor de geldigheidsduur van de aangevraagde
vismachtiging; ii) de naam, het adres en de
contactgegevens van: ·
de eigenaar van het vissersvaartuig; ·
de exploitant van het vissersvaartuig; iii) een recente kleurenfoto van
het vaartuig (zijaanzicht) van ten minste 15 x 10 cm; iv) het
zeewaardigheidscertificaat van het vaartuig; v) het registratiecertificaat
van het vaartuig; vi) de contactgegevens van het
vaartuig (fax, e-mail, enz.). Voor vaartuigen waarvan de technische
kenmerken niet zijn gewijzigd, gaat de aanvraag tot verlenging van een
vismachtiging in het kader van het huidige protocol uitsluitend vergezeld van
het bewijs van betaling van het visrecht. 3. Vooraf te betalen visrecht Het totale bedrag van het vooraf te betalen
visrecht wordt vastgesteld op basis van het jaarlijkse bedrag per vaartuig
zoals vastgesteld in de technische notities in aanhangsel 2 van de onderhavige
bijlage. Het omvat alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van
de havengelden, de rechten voor aanlanding, de rechten voor overlading en de
kosten van geleverde diensten. 4. Voorlopige lijst van
vaartuigen die mogen vissen Onmiddellijk na de
ontvangst van de vismachtigingsaanvragen stelt de nationale autoriteit voor
visserijcontrole voor elke categorie van vaartuigen een voorlopige lijst van
aanvragende vaartuigen op. De bevoegde autoriteit van Mauritius zendt deze
lijst onverwijld naar de EU. De EU zendt de
voorlopige lijst door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de
kantoren van de EU gesloten zijn, kan Mauritius de voorlopige lijst
rechtstreeks naar de reder of zijn gemachtigde agent zenden, met een kopie aan
de delegatie van de EU in Mauritius. 5. Afgifte van de
vismachtiging Voor alle vaartuigen worden de vismachtigingen
binnen twintig (20) werkdagen nadat de bevoegde autoriteit de volledige
aanvraag heeft ontvangen, aan de reders of hun gemachtigde agent afgegeven. Een
kopie van deze vismachtiging wordt onmiddellijk naar de EU-delegatie in
Mauritius gestuurd. 6. Lijst van vaartuigen die
mogen vissen Onmiddellijk na de afgifte van de
vismachtiging stelt de nationale autoriteit voor visserijcontrole voor elke
categorie vaartuigen de definitieve lijst van vaartuigen op die in de
Mauritiaanse wateren mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk naar de EU
gestuurd en vervangt de bovengenoemde voorlopige lijst. 7. Geldigheidsduur van de
vismachtiging De geldigheidsduur
van de vismachtigingen bedraagt één jaar en kan worden verlengd. Voor de bepaling van het begin van de
geldigheidstermijn wordt onder jaarperiode verstaan: i) in het eerste jaar waarin
het protocol van toepassing is, de periode tussen de datum van inwerkingtreding
ervan en 31 december van hetzelfde jaar; ii) vervolgens elk volledig
kalenderjaar; iii) in het laatste
toepassingsjaar van het protocol, de periode tussen 1 januari en de datum
waarop het protocol afloopt. Het vooraf te betalen visrecht voor het eerste en
het laatste jaar van het protocol wordt pro rata temporis berekend. 8. Aan boord mee te nemen
documenten Tijdens het verblijf in de Mauritiaanse
wateren of in een Mauritiaanse haven moeten vissersvaartuigen te allen tijde de
volgende documenten aan boord hebben: (a)
de vismachtiging; (b)
de documenten die door een bevoegde autoriteit van
de vlaggenstaat van het vissersvaartuig zijn afgegeven, met de volgende
gegevens: - het nummer waaronder het vissersvaartuig is
geregistreerd; - het registratiecertificaat van het vaartuig; (c)
bijgewerkte, gecertificeerde tekeningen of
beschrijvingen van de indeling van het vissersvaartuig, en met name het aantal
visruimen van het vissersvaartuig waarbij de opslagcapaciteit in kubieke meters
is aangegeven; (d)
indien wijzigingen zijn aangebracht in de kenmerken
van het vissersvaartuig, wat de lengte over alles, het brutoregistertonnage,
het vermogen van de hoofdmotor of hoofdmotoren in pk of de inhoud van het
scheepsruim betreft, een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van
het vissersvaartuig gecertificeerd certificaat waarin de aard van die wijziging
is beschreven; (e)
indien het vissersvaartuig is voorzien van tanks
voor gekoeld zeewater, een door de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van
het vaartuig gecertificeerd document waarin de kalibratie van de tanks in
kubieke meters is aangegeven; (f)
een kopie van de Mauritiaanse wet van 2007 op de
mariene en visbestanden. 9. Overdracht van de
vismachtiging De vismachtiging wordt voor een bepaald
vaartuig opgesteld en is niet overdraagbaar. In geval van bewezen overmacht en op verzoek
van de EU kan de vismachtiging van een vaartuig evenwel worden vervangen door
een nieuwe machtiging die wordt afgegeven voor een gelijksoortig vaartuig of
een vervangend vaartuig, waarvoor dan niet opnieuw een bedrag vooraf hoeft te
worden betaald. In zo'n geval wordt bij de in hoofdstuk IV genoemde afrekening
van de visrechten voor de vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en
de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug rekening gehouden met het
totaal van de vangsten van beide schepen samen in de Mauritiaanse wateren. In geval van overdracht wordt de te vervangen
vismachtiging door de reder of zijn gemachtigde agent in Mauritius teruggegeven
en stelt Mauritius onmiddellijk een vervangingsvergunning op. Nadat de te
vervangen machtiging is teruggegeven, wordt onverwijld een
vervangingsvergunning aan de reder of aan zijn gemachtigde agent afgegeven. De
vervangingsmachtiging gaat in op de dag dat de te vervangen machtiging wordt
teruggegeven. Mauritius werkt de lijst van gemachtigde
vaartuigen zo spoedig mogelijk bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de
nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Europese Unie meegedeeld. HOOFDSTUK
III Technische maatregelen In de technische notities in aanhangsel 2 van
de onderhavige bijlage worden per visserijtak de voor de Mauritiaanse wateren,
het vistuig en de bijvangsten geldende technische maatregelen voor vaartuigen
met een vismachtiging vastgesteld. De vaartuigen
moeten de visserijwetgeving van Mauritius en alle door de IOTC vastgestelde
resoluties vastgestelde resoluties naleven. HOOFDSTUK IV Vangstaangiften 1. Definitie van een visreis In deze bijlage
wordt onder de duur van een visreis van een EU-vaartuig het volgende verstaan: - hetzij de tijd
tussen het binnenvaren en het uitvaren van de Mauritiaanse wateren; - hetzij de tijd
tussen het binnenvaren van de Mauritiaanse wateren en het overladen van de
vangst in een haven van Mauritius en/of het aanlanden van de vangst in
Mauritius. 2. Visserijlogboek De kapitein van een EU-vaartuig dat in het
kader van de overeenkomst vist, houdt een IOTC-visserijlogboek bij waarvan het
model voor elke visserijtak is opgenomen in aanhangsel 3 aan de onderhavige
bijlage. Het visserijlogboek van vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug moet aan resolutie 08/04 van de IOTC voldoen, en
dat van vaartuigen voor de ringzegenvisserij aan resolutie 10/03. Het visserijlogboek wordt door de kapitein
ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig aanwezig is in de Mauritiaanse
wateren. De kapitein noteert elke dag de gevangen en
aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de
FAO-drielettercode) in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend
gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste
soorten vermeldt de kapitein ook de bijvangsten. Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld,
in blokletters, en ondertekend door de kapitein. De kapitein is verantwoordelijk voor de
juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens. 3. Vangstaangiften De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig
door toezending aan Mauritius van de tijdens de aanwezigheid in de Mauritiaanse
wateren ingevulde visserijlogboeken. De visserijlogboeken worden als volgt
toegezonden: i. wanneer een Mauritiaanse
haven wordt aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek aan de
plaatselijke vertegenwoordiger in Mauritius bezorgd, die een schriftelijke
ontvangstbevestiging afgeeft. Een kopie van het logboek wordt aan het
Mauritiaanse inspectieteam overhandigd; ii) wanneer de Mauritiaanse
wateren worden verlaten zonder dat vooraf een Mauritiaanse haven is aangedaan,
wordt het origineel van elk visserijlogboek binnen zeven (7) werkdagen na
aankomst in een andere haven verzonden, en in ieder geval binnen vijftien (15)
werkdagen na het verlaten van de Mauritiaanse wateren; a) hetzij via e-mail, naar het
door de nationale autoriteit voor visserijcontrole opgegeven e-mailadres; b) hetzij per fax, naar het door
de nationale autoriteit voor visserijcontrole opgegeven faxnummer; c) hetzij per brief, gericht aan
de nationale autoriteit voor visserijcontrole. De kapitein doet de EU en de bevoegde
autoriteit van de vlaggenstaat een kopie van alle visserijlogboeken toekomen.
Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de
drijvende beug doet de kapitein ook aan één van de volgende wetenschappelijke instellingen
een kopie van al zijn visserijlogboeken toekomen: i) IRD (Institut de recherche
pour le développement); ii) IEO (Instituto Español de
Oceanografia); iii) IPIMAR (Instituto Português
de Investigação Maritima). Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur
van zijn vismachtiging terugkeert naar de Mauritiaanse wateren, geeft dit
aanleiding tot een nieuwe vangstaangifte. Worden de
bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Mauritius de
vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende
vangsten zijn aangegeven, en tegen de reder actie ondernemen overeenkomstig de
geldende nationale wetgeving. In geval van recidive kan Mauritius de verlenging
van de vismachtiging weigeren. Mauritius stelt de EU onverwijld in kennis van
elke in dit verband toegepaste sanctie. 4. Afrekening van de
visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug Op basis van de door de bovenvermelde
wetenschappelijke instellingen bevestigde vangstaangiften stelt de EU voor elk
vaartuig voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen en voor elk vaartuig
voor de visserij met de drijvende beug een definitieve afrekening van de voor
het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar verschuldigde visrechten vast. De EU doet deze definitieve afrekening vóór 31
juli van het lopende jaar aan Mauritius en de reder toekomen. Mauritius kan de
definitieve afrekening op basis van bewijsstukken betwisten binnen een termijn
van dertig (30) werkdagen na de datum van toezending. Bij verschil van mening
plegen de partijen overleg in de Gemengde Commissie. Indien Mauritius binnen de
termijn van dertig (30) dagen geen bezwaar aantekent, wordt de definitieve
afrekening geacht te zijn goedgekeurd. Valt het bedrag van de definitieve afrekening
hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging vooraf te betalen
visrecht als hierboven (in hoofdstuk II, punt 3) bedoeld, dan maakt de reder
het saldo uiterlijk op 30 september van het lopende jaar aan Mauritius over. Is
het bedrag van de definitieve afrekening lager dan het vooraf betaalde
forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald. HOOFDSTUK V Aanlandingen en overladingen Overlading op zee is verboden. Op alle
overladingen in de haven wordt toegezien door Mauritiaanse visserijinspecteurs. De kapitein van een EU-vaartuig die vis wil
aanlanden of overladen moet Mauritius ten minste 72 uur voor de aanlanding of
de overlading het volgende meedelen: a) de naam van het
vissersvaartuig dat de vis moet aanlanden of overladen en het nummer van dat
vaartuig in de IOTC-lijst van vissersvaartuigen; b) de haven van aanlanding of
overlading; c) de datum en het verwachte
tijdstip van aanlanding of overlading; d) de hoeveelheid (uitgedrukt in
kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke
aan te landen of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode); e) in geval van overlading, de
naam van het ontvangende vaartuig. De kapitein van het ontvangende vaartuig informeert
de Mauritiaanse autoriteiten uiterlijk 24 uur vóór het begin en aan het
einde van de overlading over de hoeveelheden tonijn en tonijnachtigen die op
zijn vaartuig zijn overgeladen, vult de overladingsaangifte in en zendt deze
binnen 24 uur aan de Mauritiaanse autoriteiten. Voorafgaand aan de overlading moet Mauritius
de kapitein of zijn gemachtigde agent binnen 24 uur na bovengenoemde
kennisgeving toestemming geven. De overlading moet plaatsvinden in een hiertoe
gemachtigde Mauritiaanse haven. De aangewezen vissershaven waar overlading in
Mauritius is toegestaan is Port Louis (haven die op grond van resolutie 10/11
en overeenkomstig de vereisten van de havenstaatmaatregelen aan de IOTC is
opgegeven). Worden deze bepalingen niet nageleefd, dan
worden de daartoe in de Mauritiaanse wetgeving vastgestelde sancties toegepast. HOOFDSTUK VI Controle 1. Binnenvaren en verlaten
van de Mauritiaanse wateren Telkens wanneer een EU-vaartuig met een
vismachtiging de Mauritiaanse wateren binnenvaart of verlaat, moet dit 24 uur
van tevoren aan Mauritius worden gemeld. Bij de melding van het binnenvaren of verlaten
deelt het vaartuig met name de volgende gegevens mee: i) verwachte datum, tijd en
plaats; ii) de aan boord gehouden
hoeveelheid van elke doelsoort (aangeduid met de FAO-drielettercode),
uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal
exemplaren; iii) de hoeveelheid bijvangst
van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram
levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren. De kennisgeving gebeurt bij voorkeur per
e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax, naar een e-mailadres of
faxnummer dat Mauritius heeft meegedeeld door middel van het formulier dat aan
deze bijlage is gehecht als aanhangsel 4. Mauritius verzendt per omgaande een
ontvangstbevestiging per e-mail of fax. Mauritius stelt de betrokken vaartuigen en de
EU onverwijld in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het
oproepnummer of de radiofrequentie. Een vaartuig dat in de Mauritiaanse wateren
aan het vissen is zonder zijn aanwezigheid vooraf te hebben gemeld, wordt
beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist. Overtredingen worden bestraft met de boetes en
sancties waarin de Mauritiaanse wet van 2007 op de mariene en visbestanden
voorziet. Meldingen over het binnenvaren/verlaten van de
wateren moeten tot ten minste één jaar na de datum waarop zij zijn verzonden,
aan boord worden bewaard. 2. Periodieke vangstaangifte Wanneer een EU-vaartuig met een vismachtiging
in de Mauritiaanse wateren actief is, moet de kapitein van dat EU-vaartuig de
Mauritiaanse autoriteit eens in de drie (3) dagen melden hoeveel vis in de
Mauritiaanse wateren is gevangen. De eerste vangstaangifte begint drie (3)
dagen na de datum waarop het vaartuig de Mauritiaanse wateren is binnengevaren. Eens in de drie (3) dagen meldt het vaartuig
in het kader van de periodieke vangstaangifte met name: i) de datum, de tijd en de positie
ten tijde van de aangifte; ii) de tijdens de driedaagse (3-daagse)
periode gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke doelsoort
(aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht
of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren; iii) de tijdens de driedaagse (3-daagse)
periode gevangen hoeveelheid bijvangst per soort (aangeduid met de
FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend
geval, in aantal exemplaren; iv) de aanbiedingsvorm van de
producten; v) voor vaartuigen voor de
tonijnvisserij met de zegen: - aantal succesvolle uitzettingen
met FAD sinds de laatste aangifte; - aantal succesvolle uitzettingen
bij vrij zwemmende visscholen sinds de laatste aangifte; - aantal uitzettingen zonder
succes; vi) voor vaartuigen voor de
tonijnvisserij met de drijvende beug: - aantal uitzettingen sinds de
laatste aangifte; - aantal uitgezette haken sinds de
laatste aangifte. De kennisgeving gebeurt bij voorkeur per
e-mail of per fax naar een e-mailadres of faxnummer dat Mauritius heeft
meegedeeld door middel van het formulier dat aan deze bijlage is gehecht als
aanhangsel 5. Mauritius stelt de betrokken vaartuigen en de EU onverwijld in
kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de
radiofrequentie. Een vaartuig dat in de Mauritiaanse wateren
aan het vissen is zonder zijn driedaagse (3-daagse) periodieke vangstaangifte
te hebben gedaan, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist.
Overtredingen worden bestraft met de boetes en sancties waarin de Mauritiaanse
wet van 2007 op de mariene en visbestanden voorziet. Periodieke vangstaangiften moeten tot ten
minste één (1) jaar na de datum waarop zij zijn verzonden, aan boord worden
bewaard. 3. Inspectie op zee De inspectie op zee van EU-vaartuigen met een
vismachtiging in de Mauritiaanse wateren wordt uitgevoerd door Mauritiaanse
vaartuigen en inspecteurs die duidelijk herkenbaar zijn als voor
visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs. Alvorens aan boord te gaan stellen de bevoegde
inspecteurs het EU-vaartuig in kennis van hun besluit om een inspectie uit te
voeren. De inspectie wordt door visserijinspecteurs uitgevoerd, die hun
identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de
inspectie te beginnen. De bevoegde inspecteurs blijven niet langer
aan boord van het EU-vaartuig dan nodig is om de met de inspectie verband
houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig
mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading. Aan het eind van elke inspectie stellen de
bevoegde inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het EU-vaartuig
mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt
ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het
EU-vaartuig. De bevoegde inspecteurs overhandigen een kopie
van het inspectieverslag aan de kapitein van het EU-vaartuig alvorens het
vaartuig te verlaten. Zoals bepaald in hoofdstuk VIII wordt bij overtredingen
ook aan de EU een kopie van de kennisgeving van de overtreding toegestuurd. 4. Inspectie in de haven in
geval van aanlanding of overlading De inspectie in een Mauritiaanse haven van
EU-vaartuigen die in de Mauritiaanse wateren gedane vangsten aanlanden of
overladen, wordt uitgevoerd door Mauritiaanse inspecteurs die duidelijk
herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen inspecteurs. Vóór aanvang van de inspectie moeten de
inspecteurs hun identiteit en officiële functie bewijzen. De Mauritiaanse
inspecteurs blijven niet langer aan boord van het EU-vaartuig dan nodig is om
de met de inspectie verband houdende taken te verrichten, en voeren de
inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig,
het aanlanden of overladen en de lading. Aan het eind van elke inspectie stellen de
inspecteurs een inspectieverslag op. De kapitein van het EU-vaartuig mag
opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt
ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het
EU-vaartuig. De Mauritiaanse inspecteurs overhandigen een
kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het EU-vaartuig zodra de
inspectie beëindigd is. HOOFDSTUK VII Satellietvolgsysteem (VMS) 1. Positieberichten van
vaartuigen - VMS-systeem EU-vaartuigen met een vismachtiging moeten zijn
uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System - VMS) dat hun
positie ieder uur automatisch meedeelt aan het visserijcontrolecentrum
(Fisheries Monitoring Center - FMC) van hun vlaggenstaat. Elk positiebericht moet het volgende bevatten: a) de identificatiegegevens van
het vaartuig; b) de laatste geografische
positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van
minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99%; c) de datum en het tijdstip van
de registratie van de positie; d) de snelheid en de
vaarrichting van het vaartuig. Elk positiebericht moet geconfigureerd zijn
volgens het formaat in aanhangsel 4 van de onderhavige bijlage. De eerste na het binnenvaren van de
Mauritiaanse wateren geregistreerde positie wordt aangeduid met de code
"ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code
"POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de
Mauritiaanse wateren geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code
"EXI". Het FMC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de
positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval,
elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde
manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard. 2. Melding van
positieberichten bij uitval van het VMS-systeem De kapitein zorgt er te allen tijde voor dat
het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat de
positieberichten correct worden doorgestuurd naar het FMC van de vlaggenstaat. EU-vaartuigen met een defect VMS-systeem mogen
de Mauritiaanse wateren niet binnenvaren. Wanneer zij reeds actief zijn in de
Mauritiaanse wateren, wordt het VMS-systeem, mocht dit uitvallen, aan het einde
van de visreis hersteld of binnen vijftien (15) werkdagen vervangen. Indien dat
systeem niet wordt hersteld of vervangen, mag het vaartuig na die termijn niet
langer in de Mauritiaanse wateren vissen. Vaartuigen die in de Mauritiaanse wateren met
een defect VMS-systeem vissen, sturen hun positieberichten ten minste om de
twee uur per e-mail, per radio of per fax door aan het FMC van de vlaggenstaat
en van Mauritius, met opgave van alle verplichte informatie. 3. Beveiligde verzending van
de positieberichten aan Mauritius Het FMC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten
van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het FMC van Mauritius. De
FMC’s van de vlaggenstaat en Mauritius wisselen hun e-mailadres uit en stellen
elkaar onverwijld in kennis van elke wijziging daarvan. De verzending van de positieberichten tussen
de FMC's van de vlaggenstaat en Mauritius gebeurt elektronisch via een
beveiligd communicatiesysteem. Het FMC van Mauritius stelt het FMC van de
vlaggenstaat en de Europese Unie onverwijld in kennis van iedere onderbreking
in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een
vismachtiging dat niet heeft gemeld dat het de Mauritiaanse wateren zou
verlaten. 4. Slechte werking van het
communicatiesysteem Mauritius zorgt ervoor dat zijn elektronische
uitrusting compatibel is met die van het FMC van de vlaggenstaat en stelt de
Europese Unie onverwijld in kennis van elk probleem bij de transmissie en de
ontvangst van positieberichten met het oog op een zo spoedig mogelijke
technische oplossing. Eventuele geschillen worden door de Gemengde Commissie
beslecht. De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor
iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel
heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen.
Inbreuken worden bestraft met de in de geldende Mauritiaanse wetgeving
vastgestelde sancties. 5. Herziening van de
frequentie van de positieberichten Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een
overtreding kan Mauritius het FMC van de vlaggenstaat, met kopie aan de EU,
verzoeken het interval voor het versturen van de positieberichten van een
vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te beperken tot dertig minuten.
Mauritius moet deze stavingselementen overleggen aan het FMC van de
vlaggenstaat en aan de EU. Het FMC van de vlaggenstaat stuurt de
positieberichten onverwijld volgens de nieuwe frequentie door naar Mauritius. Het FMC van Mauritius stelt het
controlecentrum van de vlaggenstaat en de Europese Commissie onmiddellijk in
kennis van het einde van de inspectieprocedure. Aan het eind van de onderzoeksperiode stelt
Mauritius het FMC van de vlaggenstaat en de Europese Unie in kennis van de
eventuele follow-up. HOOFDSTUK VIII Overtredingen Niet-naleving van
een van de voorschriften en bepalingen van het protocol, van de beheers- en
instandhoudingsmaatregelen of van de visserijwetgeving van Mauritius kan worden
bestraft met boetes, schorsing, intrekking of niet-verlenging van de
vismachtiging van een vaartuig. 1. Behandeling van inbreuken Elke in de Mauritiaanse wateren gepleegde
inbreuk door een EU-vaartuig met een vismachtiging overeenkomstig de
onderhavige bijlage moet worden vermeld in een (inspectie)verslag. In het geval van inspectie aan boord laat de
ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein het recht van verweer
van de reder tegen de betrokken inbreuk onverlet. Wanneer de kapitein het
inspectieverslag weigert te ondertekenen, schrijft hij in het inspectieverslag
de redenen van die weigering, met de vermelding "weigert te
ondertekenen". Voor elke in de Mauritiaanse wateren gepleegde
inbreuk door een EU-vaartuig met een vismachtiging worden de kennisgeving van
de vastgestelde inbreuk en de desbetreffende aan de kapitein of het
visserijbedrijf opgelegde sancties rechtstreeks aan de reder toegezonden
overeenkomstig de in de Mauritiaanse visserijwet vastgestelde procedures. Een
kopie van de kennisgeving wordt binnen 72 uur aan de vlaggenstaat van het
vaartuig en de EU toegezonden. 2. Aanhouding van een
vaartuig Wanneer de visserijwetgeving van Mauritius
daar voor de betrokken inbreuk in voorziet, kan elk EU-vaartuig dat een inbreuk
begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het
vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een Mauritiaanse haven te begeven. Mauritius stelt de Europese Unie uiterlijk
binnen 24 uur in kennis van iedere aanhouding van een EU-vaartuig met een
vismachtiging. In de kennisgeving worden de redenen voor de aanhouding en/of de
opbrenging aangegeven. Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de
bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen
voor het veiligstellen van bewijsstukken, wijst Mauritius een
onderzoeksambtenaar aan en belegt het op verzoek van de EU binnen één werkdag
na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een informatievergadering
om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te
lichten en de eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze
informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat en van de
reder van het vaartuig deelnemen. 3. Vervolging van de inbreuk
– Schikkingsprocedure Een inbreuk wordt bestraft met de sanctie
waarin de geldende Mauritiaanse wetgeving voorziet. Wanneer de reder de boetes niet aanvaardt,
moet voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, tussen de Mauritiaanse
autoriteiten en het EU-vaartuig een schikkingsprocedure worden ingeleid
teneinde tot een schikking te komen. Aan deze schikkingsprocedure kan een
vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen. De schikkingsprocedure
wordt uiterlijk 72 uur na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig
afgesloten. 4. Gerechtelijke procedure -
Bankgarantie Indien de schikkingsprocedure faalt en de
inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de
reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een
door Mauritius opgegeven bank waarvan het bedrag, dat door Mauritius wordt
vastgesteld, de kosten van de aanhouding, de geschatte boetesom en de eventuele
compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat
de gerechtelijke procedure is afgerond. De bankgarantie wordt vrijgegeven en
onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis aan de reder terugbetaald: a) in haar geheel, wanneer geen
sanctie wordt opgelegd; b) ten bedrage van het saldo,
wanneer de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie. Mauritius stelt de Europese Unie binnen acht
dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de resultaten van de
gerechtelijke procedure. 5. Vrijgave van het vaartuig
en de bemanning Het vaartuig en de bemanning mogen de haven
verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is
vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld. HOOFDSTUK IX Aanmonstering van zeelieden 1. Aantal aan te monsteren
zeelieden Gedurende haar activiteiten in de Mauritiaanse
wateren heeft de EU-vloot ten minste tien (10) gekwalificeerde Mauritiaanse
zeelieden aan boord. De reders van EU-vaartuigen trachten extra Mauritiaanse
zeelieden aan te monsteren. Als deze zeelieden niet worden aangemonsterd,
betalen de reders een forfaitair bedrag dat overeenkomt met het loon van de
niet aangemonsterde zeelieden gedurende de visserijcampagne in de Mauritiaanse
wateren. Als de visserijcampagne minder dan een maand duurt, betalen de reders
een bedrag dat overeenkomt met een maandsalaris. 2. Contracten van de
zeelieden Het arbeidscontract wordt opgesteld door de
reder of zijn gemachtigde agent, en de zeelieden, zo nodig bijgestaan door hun
vakbond, in samenwerking met Mauritius. Het bevat met name de datum en de haven
van aanmonstering. Het contract garandeert de zeelieden de
aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is in
Mauritius, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering. De ondertekenende partijen krijgen een kopie
van het contract. De in de verklaring van de Internationale
Arbeidsorganisatie (IAO) neergelegde fundamentele rechten op het werk zijn van
toepassing op Mauritiaanse zeelieden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid
van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve
onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en
beroep. 3. Loon van de zeelieden Het loon van de Mauritiaanse zeelieden komt
ten laste van de reder. Het wordt vastgesteld vóór de afgifte van de
vismachtiging, in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent
en Mauritius. Het loon mag niet minder bedragen dan dat van
de bemanning van de nationale vaartuigen en mag evenmin onder de normen van de
IAO liggen. 4. Verplichtingen van de
zeeman De zeeman meldt zich daags vóór de in zijn
contract vermelde datum van aanmonstering bij de kapitein van het aangewezen
vaartuig. De kapitein deelt de zeeman de voor de aanmonstering vastgestelde
datum en tijd mee. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering
vastgestelde datum en tijd meldt, wordt zijn contract als vervallen beschouwd
en wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te
monsteren. In dat geval wordt de reder geen financiële sanctie of compenserende
betaling opgelegd. HOOFDSTUK X 1. Waarneming van de
visserijactiviteiten Het waarnemingsprogramma is in overeenstemming
met de bepalingen van de door de IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de
Indische Oceaan) vastgestelde resoluties. 2. Aangewezen vaartuigen en
waarnemers De Mauritiaanse autoriteiten stellen een lijst
van vaartuigen vast die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen.
Deze lijst wordt bijgewerkt. Zodra de lijst is opgesteld, wordt zij aan de
Europese Commissie toegezonden. Uiterlijk vijftien (15) dagen vóór de datum
waarop de waarnemer aan boord moet gaan, delen de Mauritiaanse autoriteiten aan
de betrokken reder de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord
te gaan van het betrokken vaartuig. De waarnemer
blijft niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te
verrichten. 3. Loon van de waarnemer Het loon en de sociale premies voor de
waarnemer zijn voor rekening van de Mauritiaanse autoriteiten. 4. Voorwaarden voor het aan
boord nemen van de waarnemer De voorwaarden voor het aan boord nemen van de
waarnemer, met name de duur van zijn aanwezigheid aan boord, worden in
onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent en Mauritius
vastgesteld. De waarnemer wordt aan boord als een officier
behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de
technische structuur van het vaartuig. Kost en logies van de waarnemer aan boord van
het vaartuig zijn voor rekening van de reder. De kapitein neemt
binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en
morele veiligheid van de waarnemer te garanderen. De waarnemer
krijgt toegang tot alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van
zijn taken. Hij heeft toegang tot de communicatiemiddelen, tot alle documenten
aan boord, en tot de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten
van het vaartuig, met name het visserijlogboek, het verwerkingslogboek en het
navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden
met de uitoefening van zijn taken. 5. Aan boord nemen en van
boord gaan van de waarnemer De waarnemer wordt in een door de reder
gekozen haven aan boord genomen. De reder of zijn vertegenwoordiger stelt
Mauritius tien (10) dagen vóór het aan boord nemen van de waarnemer in kennis
van de datum, het tijdstip en de haven. Indien de waarnemer in een ander land
aan boord wordt genomen, zijn de reiskosten tot de haven van inscheping voor
rekening van de reder. Als de waarnemer zich niet binnen 12 uur na de
vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn
plicht die waarnemer aan te monsteren. Het vaartuig mag de haven dan verlaten en zijn
visserijactiviteiten aanvatten. Indien de
waarnemer niet in een Mauritiaanse haven van boord gaat, komen kost en logies
voor rekening van de reder gedurende de tijd dat de waarnemer op zijn vlucht
naar huis wacht. 6. Taken van de waarnemer Gedurende zijn verblijf aan boord: a) zorgt de waarnemer ervoor dat
hij de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert; b) gaat hij zorgvuldig om met de
goederen en de installaties aan boord; c) bewaart hij geheimhouding
over alle aan het vaartuig toebehorende documenten. Wanneer het vaartuig actief is in de
Mauritiaanse wateren, deelt de waarnemer zijn waarnemingen ten minste eenmaal
per week mee per radio, fax of e-mail, en geeft hij daarbij ook de aan boord
aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op, en voert hij ook eventuele
andere opdrachten van de autoriteit uit. 7. Verslag van de waarnemer Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de
waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag over zijn waarnemingen voor.
De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de
waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de kapitein. De
kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer. De waarnemer zendt
zijn verslag toe aan Mauritius, dat binnen vijftien (15) werkdagen na het van
boord gaan van de waarnemer een kopie doet toekomen aan de EU. Aanhangsels aan de onderhavige
bijlage 1. Aanhangsel 1 -
Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging 2. Aanhangsel 2 –
Technische notities 3. Aanhangsel 3 -
Visserijlogboek 4. Aanhangsel 4 –
Formaat van het VMS-positiebericht 5. Aanhangsel 5 -
Vangstaangifteformulieren Aanhangsel 1
AANVRAAG
VOOR EEN VERGUNNING VOOR EEN BUITENLANDS VISSERSVAARTUIG Naam van de aanvrager: ……………………………………………………………………………….. Adres van de
aanvrager: ………………………………………………………………………….….…. Naam
en adres van de bevrachter van elk vaartuig, indien deze niet de aanvrager
is:………………….. Naam
en adres van de zaakgelastigde in Mauritius:
…………………………………………………...… Naam van het vaartuig: ……………………………………………..………………………….………... Type vaartuig: …………….……………………………………….…………………………….............. Land van
registratie:………………………………………………………………………………………. Haven
en registratienummer:……………………………………………………………………………. Op het
vaartuig aangebrachte identificatietekens:………………………………………………………... Radioroepnaam en
radiofrequentie:……………………………………………………………………… Faxnummer van het
vaartuig:……………………………………………………………………………... Lengte van het vaartuig: …………………………………………………………………………………... Breedte van het
vaartuig: …………………………………………………………………………………. Motortype en -vermogen:
……………………………………………………………………..…..……... Brutoregistertonnage van het
vaartuig: …………………………………………………………..………. Nettoregistertonnage
van het vaartuig: ………………………………………….………….………….... Minimumaantal bemanningsleden voor volledige
bemanning: …………………………………………... Meestal
uitgeoefend type van visserij:
……………………………………………………………….….. Soorten waarop zal worden
gevist:………………………………………………………………………. Gewenste geldigheidsduur: ……………………………………………………………….……………… Ondergetekende
verklaart dat bovenstaande gegevens juist zijn: Datum: ………………………………. Handtekening:………………………………………………...
Aanhangsel 2 TECHNISCHE NOTITIE: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ MET DE DRIJVENDE BEUG (1) Mauritiaanse wateren · Buiten vijftien (15) zeemijl vanaf de basislijnen om nadelige effecten op de kleinschalige ambachtelijke visserij in Mauritius te voorkomen (2) Toegestaan vistuig · Zegen · Drijvende beug (3) Bijvangsten · Naleving IOTC-resoluties (4) Toegestane tonnage/visrechten Aantal vaartuigen dat mag vissen || · Vaartuigen voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen: 41 · Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 45 Jaarlijks vooraf te betalen visrecht || · 3 710 EUR per vaartuig voor de tonijnvisserij in volle zee met de zegen voor de vangst van 106 ton sterk migrerende en aanverwante soorten · 3 150 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug (> 100 GT) voor de vangst van 90 ton sterk migrerende en aanverwante soorten · 1 750 EUR per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug (< 100 GT) voor de vangst van 50 ton sterk migrerende en aanverwante soorten Aanvullend visrecht || 35 EUR per gevangen ton (5) Mauritiaanse zeelieden · 10 zeelieden of betaling van een compensatie (zie hoofdstuk IX van de bijlage) · Aanhangsel 3 – Visserijlogboek (IOTC-formulieren) Aanhangsel 4 – Formaat van het VMS-positiebericht MEDEDELING VAN HET VMS-POSITIEBERICHT Gegevenselement || Code || Verplicht (V)/ Facultatief (F) || Inhoud Begin record || SR || V || Systeemgegeven - geeft het begin van de record aan Geadresseerde || AD || V || Berichtgegeven; ISO-drielettercode van het land van bestemming Afzender || FR || V || Berichtgegeven; ISO-drielettercode van het land van verzending Vlaggenstaat || FS || F || Berichtgegeven - vlaggenstaat Berichttype || TM || V || Berichtgegeven; berichttype [ENT, POS, EXI] Radioroepnaam || RC || V || Vaartuiggegeven – internationale radioroepnaam van het vaartuig Intern referentienummer van de verdragsluitende partij || IR || F || Vaartuiggegeven - uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO 3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer) Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiggegeven – kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig Breedtegraad || LA || V || Positiegegeven - positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS-84) Lengtegraad || LO || V || Positiegegeven - positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS-84) Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen Datum || DA || V || Positiegegeven – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) Tijdstip || TI || V || Positiegegeven - tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) Einde record || ER || V || Systeemgegeven – geeft het einde van de record aan V = verplicht element
F = facultatief element De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt: 1. de tekens voldoen aan de ISO 8859.1-norm, 2. een
dubbele schuine streep (//) en de code SR geven het begin van het bericht aan,
3. elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en worden van de
andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//),
4. een enkele schuine streep (/) scheidt de veldcode en de gegevens,
5. de ER-code, gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van
het bericht aan,
6. de facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het
einde van het bericht. Aanhangsel 5 – Vangstaangifteformulier Statement of catch form for
tuna seiners / Fiche de déclaration de captures pour thoniers senneurs DEPART / SALIDA / DEPARTURE || ARRIVEE / LLEGADA / ARRIVAL || NAVIRE / BARCO / VESSEL || PATRON / PATRON / MASTER || FEUILLE PORT / PUERTO / PORT DATE / FECHA / DATE HEURE / HORA / HOUR LOCH / CORREDERA / LOCH || PORT / PUERTO / PORT DATE / FECHA / DATE HEURE / HORA / HOUR LOCH / CORREDERA / LOCH || || || HOJA / SHEET N° DATE FECHA DATE || POSITION (chaque calée ou midi) POSICION (cada lance o mediadia) POSITION (each set or midday) || CALEE LANCE SET || CAPTURE ESTIMEE ESTIMACION DE LA CAPTURA ESTIMATED CATCH || ASSOCIATION ASSOCIACION ASSOCIATION || COMMENTAIRES OBSERVATIONES COMMENTS || || COURANT CORRIENTE CURRENT || || || || 1 ALBACORE RABIL YELLOWFIN || 2 LISTAO LISTADO SKIPJACK || 3 PATUDO PATUDO BIGEYE || AUTRE ESPECE préciser le/les nom(s) OTRA ESPECIE dar el/los nombre(s) OTHER SPECIES give name(s) || REJETS préciser le/les nom(s) DESCARTES dar el/los nombre(s) DISCARDS give name(s) || || || || || || || Route/Recherche, problèmes divers, type d'épave (naturelle/artificielle, balisée, bateau), prise accessoire, taille du banc, autres associations, … Ruta/Busca, problemas varios, tipo de objeto (natural/artificial, con baliza, barco), captura accesoria, talla del banco, otras asociaciones, … Steaming/Searching, miscellaneous problems, log type (natural/artificial, with radio beacon, vessel), by catch, school size, other associations, … || || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Nom Nombre Name || Taille Talla Size || Capture Captura Catch || Nom Nombre Name || Taille Talla Size || Capture Captura Catch Une calée par ligne / Uno lance cada línea / One set by line || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || SIGNATURE DATE FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief 1.2. Betrokken
beleidsterrein(en) 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en) 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.6. Duur en financiële
gevolgen 1.7. Beheersvorm(en) 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake de
monitoring en de verslagen 2.2. Beheers- en
controlesysteem 2.3. Maatregelen ter
voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven 3.2. Geraamde gevolgen
voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met
het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen
voor de ontvangsten 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende
de sluiting van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en van een
nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële
tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake
visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Mauritius 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[2] 11. - Maritieme zaken en visserij 11.03 - Internationale visserij en zeerecht 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een
proefproject/een voorbereidende actie[3] X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging
van een bestaande actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een
nieuwe actie 1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie In het kader van haar exclusieve bevoegdheid voor
de onderhandelingen over bilaterale visserijovereenkomsten heeft de Commissie
tot taak te onderhandelen over partnerschapsovereenkomsten inzake visserij en
dergelijke overeenkomsten te sluiten en ten uitvoer te leggen, waarbij zij een
politieke dialoog tussen de partners op het gebied van het visserijbeleid van
de betrokken derde landen zeker stelt. Het onderhandelen over en het sluiten van
visserijovereenkomsten met derde landen past bij de algemene doelstelling,
namelijk de visserijactiviteiten van de vloot van de Europese Unie, inclusief
de verre vloot, in stand te houden en te beschermen en de betrekkingen in het
kader van een partnerschap te ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de
visbestanden buiten de EU-wateren te stimuleren, rekening houdend met
ecologische, sociale en economische aspecten. De partnerschapsovereenkomsten inzake visserij
zorgen eveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijk
visserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europese
beleidslijnen (duurzame exploitatie van de visbestanden van derde landen,
bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO),
integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie en een beter politiek en
financieel visserijbestuur). 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke doelstelling nr. 1[4] Bijdragen tot een duurzame visserij in de wateren
buiten de Unie, de Europese aanwezigheid in de verre visserijen handhaven en de
belangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door het
onderhandelen over en het sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake
visserij met kuststaten (derde landen), in samenhang met andere Europese
beleidslijnen. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Maritieme zaken en visserij, internationale
visserij en zeerecht, internationale visserijovereenkomsten
(begrotingsonderdeel 11.0301) 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief
zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen. De sluiting van de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij en van het protocol tussen de EU en Mauritius draagt ertoe bij
dat de vangstmogelijkheden voor de Europese vaartuigen in de Mauritiaanse
wateren, met name voor de tonijnvloot, voor de periode 2012-2015 worden
gehandhaafd. Het protocol draagt bij tot de handhaving van de continuïteit van
de visserijzones die worden bestreken door overeenkomsten in de Indische
Oceaan. Via financiële steun (ondersteuning van de sector) voor de
tenuitvoerlegging van op nationaal niveau door het partnerland vastgestelde
jaarlijkse en meerjarige programma's draagt het protocol voorts bij tot een
beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan
worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd. Voor de monitoring van de uitvoering van de
overeenkomst worden in de context van het ABM (activiteitengestuurd beheer) de
volgende indicatoren gehanteerd: - monitoring van de jaarlijkse benutting van de
vangstmogelijkheden (percentage van de per jaar gebruikte vismachtigingen ten
opzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden); - verzameling en analyse van gegevens over de
vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst. Op geaggregeerd niveau met
andere partnerschapsovereenkomsten inzake visserij tussen de EU en derde landen
kunnen de volgende indicatoren worden gebruikt in het kader van een meerjarige
analyse: - bijdrage aan de werkgelegenheid en de
toegevoegde waarde in de EU; - bijdrage aan de stabiliteit van de EU-markt. Verder wordt ook voorgesteld de volgende indicator
te gebruiken: - aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten
van de Gemengde Commissie. 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van drie
jaar, die ingaat op de datum waarop het in werking treedt (hoogstwaarschijnlijk
2012-2015). Met het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de
visserijactiviteit van de Europese vloot zodat de reders vismachtigingen voor
de Mauritiaanse wateren kunnen verkrijgen. Een van de andere doelstellingen van het nieuwe
protocol is het versterken van de samenwerking tussen de EU en Mauritius met
het oog op de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en een rationele
exploitatie van de visbestanden in de Mauritiaanse wateren. De jaarlijkse financiële tegenprestatie in het
kader van het nieuwe protocol bedraagt 660 000 EUR, waarvan 302 500 EUR
is bestemd voor de ondersteuning van de visserijsector. De belangrijkste elementen van het nieuwe protocol
zijn: - vangstmogelijkheden: 41 vaartuigen voor
de tonijnvisserij met de zegen en 45 vaartuigen voor de visserij met de
drijvende beug worden gemachtigd om binnen een jaarlijkse referentiehoeveelheid
van 5 500 ton te vissen. Voor de toewijzing van deze vangstmogelijkheden
aan de lidstaten wordt een voorstel voor een specifieke verordening van de Raad
ingediend; - door de reders te betalen voorschotten en
rechten[5]:
35 EUR per ton in de Mauritiaanse wateren door vaartuigen voor de
tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende
beug. De jaarlijkse voorschotten worden vastgesteld op 3 710 EUR per
vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, 3 150 EUR per vaartuig voor
de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT en 1 750 EUR per
vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van minder 100 GT. 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU Als de EU geen nieuw protocol sluit, worden er nog
wel particuliere overeenkomsten gesloten, waardoor de duurzaamheid van de
visserij niet langer gegarandeerd is. De Europese Unie hoopt met dit protocol
ook ervoor te zorgen dat Mauritius doelmatig blijft samenwerken met de EU in de
regionale organisaties zoals de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische
Oceaan (IOTC) en de Commissie voor de Indische Oceaan (IOC). Met de beschikbare
middelen kan Mauritius eveneens de inspanningen op het gebied van strategische
planning met het oog op de tenuitvoerlegging van zijn visserijbeleid, en met
name zijn masterplan voor de visserij, voortzetten en zijn capaciteit voor de
bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst
versterken. Voorts schept de visserijovereenkomst
werkgelegenheid voor zeelieden uit de EU en uit Mauritius. Ook genereert de
overeenkomst bedrijvigheid in de haven van Mauritius, die door EU-reders zal
worden gebruikt voor reparaties van hun vaartuigen en voor aanlandingen. 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan Met medewerking van een consortium van
onafhankelijke consultants is een diepgaande evaluatie van de huidige
visserijovereenkomst en voorwaarden voor visserijactiviteiten in de
Mauritiaanse wateren uitgevoerd met het oog op de onderhandelingen over een
nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij en een nieuw protocol. Deze evaluatie
is in november 2011 afgerond. Met betrekking tot de belangen van de EU waren de
conclusies van de evaluatie vooraf als volgt: - de visserijovereenkomst met Mauritius
speelt in op de behoeften van de Europese vloten en zal daardoor bijdragen tot
de levensvatbaarheid van de EU-sector van de tonijnvisserij in de Indische
Oceaan; - er wordt aangenomen dat het aan de
overeenkomst gehechte protocol kan bijdragen tot de levensvatbaarheid van de
Europese visserij; het biedt de vaartuigen en visserijsectoren van de Europese
Unie die van dat protocol afhankelijk zijn, een stabiel juridisch kader en een
perspectief op middellange termijn. Wat betreft de belangen die Mauritius bij het
protocol heeft, waren de belangrijkste conclusies van de evaluatie als volgt: –
de visserijovereenkomst kan de institutionele
capaciteit van de visserijsector versterken doordat ze een verbetering tot
stand brengt op de volgende gebieden: onderzoek, monitoring, controle en
bewaking, opleiding en levensvatbaarheid van de ambachtelijke visserij; –
de visserijovereenkomst zal ook gevolgen hebben
voor de budgettaire en de politieke stabiliteit van het land. Afgezien van de directe marktwaarde van de
vangsten voor de betrokken vaartuigen, kan de overeenkomst de volgende
duidelijke voordelen bieden: - werkzekerheid voor de bemanningen van de
vissersvaartuigen; - een multiplicatoreffect op de
werkgelegenheid in de havens, de scheepswerven, de dienstensector enz.; - werkgelegenheidskansen scheppen in
regio's waar geen alternatief is voor de visserij; - bijdrage aan de voorziening van de
EU-markt met visserijproducten. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten De middelen uit hoofde van de
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij vormen vrij besteedbare inkomsten in
de begrotingen van de derde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en
monitoring van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel dat
een deel van deze middelen voor de tenuitvoerlegging van acties in het kader
van het sectorale beleid van het land wordt bestemd. Deze inkomsten zijn
verenigbaar met andere financieringsbronnen van andere internationale donoren,
waaronder de middelen uit het EOF. 1.6. Duur en financiële gevolgen X Voorstel/initiatief met een beperkte
geldigheidsduur X Voorstel/initiatief is van kracht voor een
periode van drie jaar, vanaf de datum waarop het in werking treedt
(hoogstwaarschijnlijk 2012-2015) X Financiële gevolgen vanaf 2012 tot 2015 ¨ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode van [JJJJ] tot en
met [JJJJ], –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[6] X Gecentraliseerd rechtstreeks beheer door de
Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren
aan: –
¨ uitvoerende agentschappen –
¨ door de Gemeenschappen opgerichte organen[7] –
¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een
openbaredienstverleningstaak –
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van
titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die
worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het
Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met de lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer dan één beheersvorm is
aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen". Opmerkingen […] 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake de monitoring
en de verslagen Vermeld frequentie en voorwaarden. De Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn
attaché in Mauritius en de delegatie van de Europese Unie in Mauritius) zal
zorgen voor een periodieke monitoring van de uitvoering van dit protocol, met
name wat betreft het gebruik van de vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers
en de gegevens over de vangsten. Voorts voorziet de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij in ten minste één jaarlijkse bijeenkomst van de Gemengde
Commissie waarop de Commissie en de belanghebbende lidstaten bijeenkomen met
het derde land om de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en het protocol
daarbij te bespreken. Met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de
sectorale steun is in het protocol bepaald dat beide partijen elk jaar de
resultaten van de tenuitvoerlegging van het sectorale meerjarenprogramma
evalueren. Het protocol voorziet in de mogelijkheid om de financiële
tegenprestatie voor de sectorale steun aan te passen ingeval uit deze evaluatie
zou blijken dat de gefinancierde doelstellingen niet op bevredigende wijze zijn
verwezenlijkt. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's De invoering van een protocol bij de
visserijovereenkomst gaat gepaard met een aantal risico's. Zo is het niet
uitgesloten dat de bedragen voor de financiering van het sectorale visserijbeleid
niet de afgesproken bestemming krijgen (onderprogrammering). 2.2.2. Controlemiddel(en) Om de in het voorgaande punt genoemde risico’s te
vermijden, is een intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van
het sectorale visserijbeleid gepland. De in punt 2.1 genoemde gezamenlijke
analyse maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen. Voorts voorziet het protocol in specifieke
bepalingen voor de schorsing ervan, onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde
omstandigheden. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande en geplande preventie- en
beschermingsmaatregelen. Voor het gebruik van de door de EU in het kader
van de overeenkomst betaalde financiële bijdrage is uitsluitend het betrokken
soevereine derde land verantwoordelijk. Dit neemt niet weg dat de Commissie zal
streven naar een permanente politieke dialoog en overleg om het beheer van de
overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de EU aan het duurzaam beheer van
de visserijrijkdommen te vergroten. Onder alle omstandigheden gelden voor alle
betalingen die de Commissie in het kader van een visserijovereenkomst verricht,
de normale begrotings- en financieringsvoorschriften en -procedures van de
Commissie. Op grond daarvan moeten met name de bankrekeningen van het derde
land waarnaar de bedragen van de financiële tegenprestatie worden overgemaakt,
volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het specifieke geval van het
onderhavige protocol is in artikel 2 bepaald dat de totale financiële
tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van
Financiën bij een door de Mauritiaanse autoriteiten aangewezen financiële
instelling. 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven In volgorde van de rubrieken van het meerjarige
financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel: || Soort krediet || Bijdrage Aantal [Omschrijving…] || GK/ NGK[8] || van EVA-landen[9] || van kandidaat-lidstaten[10] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement 2 || 11.0301 Internationale visserijovereenkomsten 11.010404 Internationale visserijovereenkomsten, administratieve uitgaven || GK NGK || NEE || NEE || NEE || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen (niet van toepassing) 3.2. Geraamde gevolgen voor de
uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven in miljoenen EUR (tot op 4 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader || 2 || Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen DG: MARE || || || Jaar N[11] (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || TOTAAL Beleidskredieten || || || || Nummer begrotingsonderdeel: 11.0301 || Vastleggingen || (1) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980 Betalingen || (2) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980 Nummer begrotingsonderdeel: || Vastleggingen || (1a) || || || || Betalingen || (2a) || || || || Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[12] || || || || Nummer begrotingsonderdeel: 11.010404 || || (3) || 0,021 || 0,021 || 0,081 || 0,123 TOTAAL beleidskredieten[13] || Vastleggingen || (4) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980 Betalingen || (5) || 0,660 || 0,660 || 0,660 || 1,980 TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0,021 || 0,021 || 0,081 || 0,123 TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 2 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 0,681 || 0,681 || 0,741 || 2,103 Betalingen || =5+ 6 || 0,681 || 0,681 || 0,741 || 2,103 Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft
voor meerdere rubrieken (niet van toepassing) Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven" in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen) || || || Jaar N (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || TOTAAL DG: MARE || Personele middelen || 0,064 || 0,064 || 0,064 || 0,192 Andere administratieve uitgaven[14] || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,030 TOTAAL DG MARE || Kredieten || 0,074 || 0,074 || 0,074 || 0,222 TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen) || 0,074 || 0,074 || 0,074 || 0,222 in miljoenen EUR (tot
op 3 decimalen) || || || Jaar N[15] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || TOTAAL TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 0,755 || 0,755 || 0,815 || 2,325 Betalingen || 0,755 || 0,755 || 0,815 || 2,325 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig –
X Voor het voorstel/initiatief zijn
beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: Vastleggingskredieten, in miljoenen EUR (tot
op 4 decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || Jaar N+3 || … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL OUTPUTS Soort output[16] || Gem. kosten van de output || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Totale kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[17] || || || || || || || || || || || || || || || || Tonijnvangsten || ref hoev || 65 EUR/t || 5 500 t || 0,3575 || 5 500 t || 0,3575 || 5 500 t || 0,3575 || || || || || || || || || 16 500 t || 1.0725 Sectorale steun || || 0,3025 || 1 || 0,3025 || 1 || 0,3025 || 1 || 0,3025 || || || || || || || || || || 0,9075 || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || 0,660 || || 0,660 || || 0,660 || || || || || || || || || || 1,980 DOELSTELLING NR. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || TOTALE KOSTEN || || 0,660 || || 0,660 || || 0,660 || || || || || || || || || || 1,980 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig –
X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve
kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen) || Jaar N[18] (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || Personele middelen || 0,064 || 0,064 || 0,064 || 0,192 Andere administratieve uitgaven[19] || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,030 Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,074 || 0,074 || 0,074 || 0,222 Buiten RUBRIEK 5[20] van het meerjarig financieel kader || || || || Personele middelen || 0,016 || 0,016 || 0,016 || 0,048 Andere administratieve uitgaven[21] || 0,005 || 0,005 || 0,065 || 0,075 Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,021 || 0,021 || 0,081 || 0,123 TOTAAL || 0,095 || 0,095 || 0,155 || 0,345 3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
X Voor het voorstel/initiatief zijn personele
middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1
decimaal) || Jaar N (2012) || Jaar N+1 (2013) || Jaar N+2 (2014) || Jaar N+3 (2015) || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 0,051 || 0,051 || 0,051 || || XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || 0 || 0 || 0 || 0 || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || 0 || 0 || 0 || 0 || Extern personeel (in voltijdequivalenten – VTE)[22] XX 01 02 01 (AC, INT, END van de totale toewijzing) || 0 || 0 || 0 || 0 || XX 01 02 02 (AC, INT, JED, AL en END in de delegaties) || 0,013 || 0,013 || 0,013 || || XX 01 04 jj[23] || zetel[24] || || || || || - delegaties XX 01 05 02 (AC, INT, END – onderzoek door derden) || || || || || 10 01 05 02 (AC, INT, END – eigen onderzoek) 11 01 04 04 (AC, belast met de monitoring van de tenuitvoerlegging van de sectorale steun) || 0,016 || 0,016 || 0,016 || || TOTAAL || 0,080 || 0,080 || 0,080 || || XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Raming personele middelen Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || 1 desk officer DG MARE + eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd + secretariaat: geraamd op ongeveer 0,4 personen/jaar Berekening van de kosten: 0,4 personen/jaar x 127 000 EUR/jaar = 50 800 EUR => 0,051 miljoen EUR Extern personeel || 1 LA in een delegatie (Mauritius) die verantwoordelijk is voor de monitoring van de vismachtigingen die zijn afgegeven aan/door de autoriteiten van Mauritius geraamd op ongeveer 0,2 personen/jaar Berekening van de kosten: 0,2 personen/jaar x 64 000 EUR/jaar = 12 800 EUR => 0,013 miljoen EUR Personeel buiten rubriek 5 || 1 AC attaché bij de delegatie van Mauritius voor de monitoring van de uitvoering van de sectorale steun, geraamd op ongeveer 0,25 personen/jaar Berekening van de kosten: 0,25 personen/jaar x 64 000 EUR/jaar = 16 000 EUR => 0,016 miljoen EUR Berekening van de totale personele middelen
per jaar: 50 800 EUR + 12 800 EUR + 16 000 EUR = 79 600
EUR => 0,0796 miljoen EUR. Beschrijving van de uit te voeren taken - De onderhandelaar helpen bij het
voorbereiden en afronden van de onderhandelingen over de visserijovereenkomsten: - aan de onderhandelingen met de derde
landen deelnemen teneinde visserijovereenkomsten te sluiten, - ontwerpevaluatieverslagen en nota's met
onderhandelingsstrategieën opstellen voor de commissaris; - het standpunt van de Commissie
toelichten en verdedigen in de Werkgroep externe visserij van de Raad; - bijdragen aan een compromis met de
betrokken lidstaten over de definitieve tekst van de overeenkomst. - Monitoring van de uitvoering van de
overeenkomsten: - zorgen voor de dagelijkse monitoring van
de visserijovereenkomsten; - de vastleggingen en betalingen
voorbereiden en controleren met betrekking tot de financiële tegenprestatie en
de eventuele aanvullende specifieke bijdragen; - regelmatig verslag uitbrengen over de
uitvoering van de overeenkomsten; - evaluatie van de overeenkomsten:
wetenschappelijke en technische aspecten; - de ontwerpvoorstellen voor een
verordening en een besluit van de Raad voorbereiden en de tekst van de
overeenkomst redigeren; - de goedkeuringsprocedures inleiden en
monitoren. - technische bijstand: - het standpunt voorbereiden dat de
Commissie in de Gemengde Commissie zal innemen. - Interinstitutionele betrekkingen: - de Commissie vertegenwoordigen bij de
Raad, het Europees Parlement en de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces; - de antwoorden op mondelinge en
schriftelijke vragen van het Europees Parlement opstellen. - Interdepartementale raadpleging en
coördinatie: - contacten onderhouden met de overige
directoraten-generaal over vraagstukken in verband met de onderhandelingen over
en de monitoring van de overeenkomsten; - het organiseren van en reageren op
interdepartementale raadplegingen. - Evaluatie: - bijdragen aan de bijwerking van de
effectbeoordeling; - de bereikte doelstellingen en de
evaluatie-indicatoren analyseren. 3.2.4. Verenigbaarheid met het
huidige meerjarige financiële kader –
x Het voorstel is verenigbaar met de bestaande
financiële programmering. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarige financiële kader Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder
vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. […] –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[25] Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de
betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. […] 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
X Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële
gevolgen voor de ontvangsten –
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: ¨ voor de eigen middelen ¨ voor de diverse ontvangsten [1] Besluit nr. 15921/2011 van de Raad van 23.1.2012. [2] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based
Budgeting. [3] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [4] p.m.: In de voor de begroting 2011 opgestelde
"activity statements" betreft dit specifieke doelstelling nr. 2. Zie http://www.cc.cec/budg/bud/proc/adopt/_doc/_pdf/2011/mare.pdf [5] De door de reders te betalen voorschotten en rechten
hebben geen invloed op de Uniebegroting. [6] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen
naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
[7] In de zin van artikel 185 van het Financieel
Reglement. [8] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste
kredieten. [9] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [10] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële
kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [11] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [12] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere
"BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek. [13] De financiële tegenprestatie omvat: a) 357 500 EUR per
jaar, wat overeenkomt met de jaarlijkse referentiehoeveelheid van 5 500 ton, en
b) 302 500 EUR per jaar, wat overeenkomt met de steun voor de ontwikkeling van
het sectorale visserijbeleid van de Republiek Mauritius. Ingeval de hoeveelheid
jaarlijkse vangsten meer bedraagt dan 5 500 ton, wordt het bedrag van de
financiële tegenprestatie met 65 EUR per extra ton verhoogd. De EU mag
jaarlijks evenwel niet meer betalen dan 715 000 EUR per jaar (zie artikel 2,
lid 4, van het protocol). [14] Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse. [15] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [16] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.). [17] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke
doelstelling(en)". [18] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [19] Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse
door personeel uit Brussel/Luxemburg. [20] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere
"BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek. [21] Raming van de kosten voor controlebezoeken ter plaatse
door personeel van de Commissie uit de delegatie. Het bedrag voor 2014 omvat
een voorziening voor een ex-postevaluatie van het protocol. [22] AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT=
Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige
in delegaties); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert
National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige). [23] Onder het maximum voor extern personeel uit
beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen). [24] Structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF). [25] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel
Akkoord.