This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0081
Proposal for a COUNCIL REGULATION on migration from the Schengen Information System (SIS 1+) to the second generation Schengen Information System (SIS II) (recast)
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking)
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking)
/* COM/2012/081 final - 2012/0033 (NLE) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) /* COM/2012/081 final - 2012/0033 (NLE) */
TOELICHTING 1. Achtergrond van het
voorstel • Algemene context Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is
ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19
juni 1990 ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985
tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de
Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek, betreffende de geleidelijke
afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (de
“Schengenuitvoeringsovereenkomst”), vormt samen met de verder uitgewerkte
versie daarvan, SIS 1+, een essentieel instrument voor de toepassing van de
bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de
Europese Unie. De ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem
van de tweede generatie (SIS II) is toevertrouwd aan de Commissie
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad[1] en Besluit
2001/886/JBZ[2]
van de Raad betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van
de tweede generatie (SIS II). SIS II komt in de plaats van SIS 1+.
Bij de ontwikkeling van SIS II wordt rekening gehouden met de nieuwste
ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en kunnen extra functies
worden ingevoerd. De instelling, de werking en het gebruik van
SIS II zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006[3] en Besluit 2007/533/JBZ[4] van de
Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van
het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Daarin
wordt bepaald dat deze rechtshandelingen voor de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten van toepassing zijn vanaf een datum die de Raad vaststelt met
eenparigheid van de stemmen van de leden die de regeringen van de aan SIS 1+
deelnemende lidstaten vertegenwoordigen. Vanaf dat moment komen die
rechtshandelingen in de plaats van de bepalingen van het Schengenacquis
betreffende SIS 1+, in het bijzonder de desbetreffende bepalingen van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst. Voordat dit kan
gebeuren, moeten de gebruikers van SIS 1+ migreren naar de
SIS II-omgeving. Voor de migratie van SIS 1+ naar SIS
II werd daarom een rechtskader ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1104/2008
van de Raad[5]
en Besluit 2008/839/JBZ[6]
van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het
Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II) (de “migratie-instrumenten”). 2. Motivering en doel van
het voorstel Met dit voorstel wordt beoogd om Verordening
(EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ te herschikken tot één
instrument. Het voorstel voorziet in een herziene wettelijke regeling voor de
migratie van SIS 1+ naar SIS II, waardoor de lidstaten vanaf de overschakeling
naar SIS II het nieuwe systeem met zijn volledige functionaliteit kunnen
gebruiken. Door de verplichting om verslag uit te
brengen, wordt voor het Europees Parlement de transparantie van het
ontwikkelingsproces van SIS II gewaarborgd. 3. Juridische elementen
van het voorstel • Rechtsgrondslag De rechtsgrondslag voor dit voorstel is
artikel 74 van het Verdrag betreffende de werking van het Europees Parlement,
omdat het maatregelen betreft voor samenwerking tussen de bevoegde
overheidsdiensten van de lidstaten en tussen die diensten en de Commissie
inzake beleid dat een hoog niveau van veiligheid binnen de ruimte van vrijheid,
veiligheid en recht moet waarborgen. • Subsidiariteitsbeginsel Dit voorstel is in overeenstemming met het
subsidiariteitsbeginsel, omdat het belangrijkste doel van de voorgenomen
maatregel, de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet door de lidstaten
afzonderlijk kan worden verwezenlijkt en beter op EU-niveau kan worden
geregeld. • Evenredigheidsbeginsel Dit voorstel gaat niet verder dan wat nodig is
om de doelstellingen te verwezenlijken. Het is in overeenstemming met het
evenredigheidsbeginsel, aangezien het faciliteren van de migratie naar SIS II
het voornaamste effect is. • Keuze
van instrumenten Een verordening van de Raad is het meest
geschikte instrument voor de herschikking van Verordening (EG) nr. 1104/2008
en Besluit 2008/839/JBZ, aangezien één van de bij de herschikking
betrokken rechtshandelingen een verordening is. Bovendien zijn uniforme voorschriften en processen nodig voor
het beheer van de ontwikkeling van SIS II en de migratie naar SIS II. De
bepalingen van dit voorstel voor een verordening zijn nauwkeurig,
onvoorwaardelijk en rechtstreeks toepasselijk. Door hun aard hoeven ze niet
door de lidstaten te worden omgezet in nationaal recht. • Comitéprocedure Door de intrekking van Besluit 1999/468/EG
van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de
uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[7] per 1
maart 2011 moet in de bepaling over de comitéprocedure verwezen worden naar de
nieuwe Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad
van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en
beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de
uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[8]. De
vroeger toegepaste regelgevingsprocedure wordt in dit voorstel vervangen door
de onderzoeksprocedure. Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ, waarbij het comité is ingesteld, bevatten
voorschriften inzake de vroegere regelgevingsprocedure. In het kader van de
overgangsmaatregelen van Verordening (EU) nr. 182/2011 moeten bestaande
comités echter vanaf 1 maart 2011 volgens de nieuwe voorschriften te werk gaan,
dat wil in dit geval zeggen volgens de onderzoeksprocedure. Verordening (EG)
nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ hoeven niet formeel te worden
gewijzigd. 4. Nadere toelichting Dit voorstel bevat geheel of gedeeltelijk
nieuwe bepalingen over: a) Herschikking Gezien de beginselen van betere regelgeving is
de wetgevingstechniek van herschikking het meest geschikte middel, aangezien: a) in de migratie-instrumenten een aantal
ingrijpende wijzigingen moet worden aangebracht; b) de pijlerstructuur, die tot gevolg had dat
er twee rechtsinstrumenten bestonden met vrijwel identieke inhoud, door de
inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet langer relevant is. Volgens punt 2 van het Interinstitutioneel
akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking
van besluiten[9]
kunnen bij materiële wijzigingen van een vorig besluit door middel van
herschikking de gewenste wijzigingen en de ongewijzigde bepalingen van dat
besluit in één enkele tekst worden samengebracht en het oude besluit
ingetrokken. In de gemeenschappelijke verklaring bij punt 2 verklaarden de drie
instellingen dat de herschikking “verticaal” kan zijn (het nieuwe besluit
vervangt één enkel vorig besluit met de latere wijzigingen), dan wel
“horizontaal” (het nieuwe besluit vervangt verscheidene parallelle vorige
besluiten die over eenzelfde onderwerp gaan). Het is niet mogelijk om op grond van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een voormalig
derdepijlerinstrument te wijzigen. De enige juiste wetstechnische keuze is dus
om Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ in één
rechtshandeling met dezelfde rechtsgrondslag samen te brengen. De herschikking
van de migratie-instrumenten heeft derhalve kenmerken van zowel een verticale
als een horizontale herschikking. In het voorstel worden nieuwe en aangepaste
bepalingen duidelijk als zodanig aangegeven. Het voorstel bevat ook een
intrekkingsclausule en een concordantietabel. b) Wettelijke
regelingen voor de migratie Wat de twee fasen van de migratie van SIS 1+
naar SIS II betreft, kiest het voorstel voor een gedifferentieerde wettelijke
benadering. De migratie vindt dus plaats in twee stappen: 1) opladen van de gegevens naar N.SIS II Voor de fase van het opladen van de gegevens
naar N.SIS II blijft de Schengenuitvoeringsovereenkomst van kracht. 2)
overschakelen van N.SIS naar N.SIS II Door deze gedifferentieerde benadering kunnen
de lidstaten SIS II en alle functies daarvan gebruiken zodra zij zijn
overgeschakeld van SIS 1+ naar SIS II, namelijk door de toepassing van Verordening
(EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ. Volgens artikel 12 van de
migratie-instrumenten in de huidige formulering dient de migratie van SIS 1+
naar SIS II te gebeuren overeenkomstig titel IV van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst. Die bepaling verhindert echter dat de
lidstaten SIS II en alle functies daarvan gebruiken zodra zij zijn
overgeschakeld van SIS 1+ naar SIS II. De lidstaten zouden daardoor alle
functies van SIS II die niet in SIS 1+ aanwezig zijn, moeten uitschakelen,
totdat de Raad een besluit neemt over de datum waarop Verordening (EG) nr. 1987/2006
en Besluit 2007/533/JBZ van toepassing worden.
Op 23 februari 2011 verzochten de lidstaten de
Commissie in het SISVIS-comité om onverwijld te beginnen met de aanpassing van
het rechtskader voor de migratie aan de technische aanpak voor de migratie
zoals die in het migratieplan is opgenomen. Volgens het migratieplan zullen
alle lidstaten binnen één korte periode na elkaar met hun nationale toepassing
overschakelen van SIS 1+ naar SIS II. Het is wenselijk dat een lidstaat die is
overgeschakeld, vanaf dat moment volledig gebruik kan maken van SIS II, en niet
hoeft te wachten tot andere lidstaten ook zijn overgeschakeld. Verordening (EG)
nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ moeten daarom worden toegepast vanaf het
moment dat de eerste lidstaat met de overschakeling begint. De migratieperiode
dient zo kort mogelijk te zijn. De toepassing van Verordening (EG) nr. 1987/2006
en Besluit 2007/533/JBZ betekent niet dat lidstaten die nog niet zijn overgeschakeld,
of die van een fallbackmogelijkheid gebruik maken, tijdens de periode van
intensieve monitoring geen gebruik zouden kunnen maken van SIS II met een
functionaliteit die tot SIS 1+ wordt beperkt. Het voorstel stelt niet alleen de lidstaten in
staat om alle voordelen te benutten van de geavanceerde toepassingen die met
SIS II beschikbaar zullen zijn, maar betekent voor de lidstaten ook een
aanzienlijke besparing. c) Tijdelijke
migratiearchitectuur Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ
zullen worden toegepast in plaats van artikel 64 en de artikelen 92 tot en met 119
van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (met uitzondering van artikel 102 bis),
zoals bepaald in respectievelijk artikel 52, lid 1, en artikel 68, lid 1, van
genoemde rechtshandelingen. Omdat in artikel 92 bis nadere voorschriften
betreffende de tijdelijke migratiearchitectuur zijn opgenomen, verdient het
aanbeveling dat dit artikel tijdens het hele migratieproces van kracht blijft. De tijdelijke migratiearchitectuur voor de
werking van SIS 1+ maakt het mogelijk dat SIS 1+ en bepaalde technische
onderdelen van de architectuur van SIS II, die voor een gefaseerde migratie van
het ene systeem naar het andere noodzakelijk zijn, gedurende een beperkte
overgangsperiode parallel functioneren. De relevante bepalingen van artikel 92 bis van
de Schengenuitvoeringsovereenkomst moeten daarom in het rechtskader voor de
migratie worden opgenomen. • Bestaande bepalingen op het
door het voorstel bestreken gebied –
Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van
het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de
staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de
Franse Republiek, betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan
de gemeenschappelijke grenzen[10]
(de Schengenuitvoeringsovereenkomst); –
Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6
december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van
de tweede generatie (SIS II)[11]; –
Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001
betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede
generatie (SIS II)[12]; –
Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking
en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS
II); –
Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007
betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II); –
Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties
die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van
voertuigen[13]; –
Beschikking 2007/170/EG van de Commissie van 16
maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het
Schengeninformatiesysteem II (eerste pijler) en Besluit 2007/171/EG van de
Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het
Schengeninformatiesysteem II (derde pijler)[14]; –
Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad van 18
februari 2008 betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II)[15]; –
Besluit 2008/173/JBZ van de Raad van 18 februari 2008
inzake de tests betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede
generatie (SIS II)[16]; –
Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24
oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar
het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[17]; –
Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008
over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[18]; –
Besluit 2009/724/JBZ van de Commissie van 17
september 2009 tot vaststelling van de datum voor de voltooiing van de migratie
van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem
van de tweede generatie (SIS II)[19]. 5. Raadpleging van
belanghebbende partijen en effectbeoordeling • Raadpleging van belanghebbende
partijen Deskundigen van de lidstaten zijn nauw bij de
verdere ontwikkeling van SIS II betrokken, met name in het kader van het
SISVIS-comité en de Raad beheer totaalprogramma. Bovendien worden de ontwikkelingen
inzake SIS II voortdurend besproken in de voorbereidende instanties van de
Raad. Ook de Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming is bij het overleg betrokken, aangezien bij de migratie ook
persoonsgegevens zullen worden geüpload. • Samenvatting
van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden In het voorstel is rekening gehouden met de
resultaten van de uitvoerige besprekingen met de lidstaten, met name in het
kader van de groepen SIS-Tech en SIS-Sirene van de Raad, en met de standpunten
van de leden van de Raad beheer totaalprogramma. Het voorstel komt ook tegemoet
aan het verzoek van de lidstaten aan de Commissie om het rechtskader voor de
migratie aan te passen aan het door hun deskundigen gekozen technische
scenario. • Bijeenbrengen
en benutten van deskundigheid Bij het uitwerken van dit voorstel is geen
beroep gedaan op externe deskundigen. • Effectbeoordeling Er is geen effectbeoordeling nodig voor dit
voorstel, omdat het een voortzetting is van een technisch project zonder aanwijsbaar
economisch, sociaal of milieueffect. 6. Gevolgen voor de
begroting In Verordening (EG) nr. 2424/2001 en Besluit
2001/886/JBZ werd bepaald dat uitgaven die verband houden met de
ontwikkeling van SIS II ten laste komen van de begroting van de Europese Unie.
Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel
5 van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad komen de kosten voor het opzetten,
de werking en het onderhoud van het centrale SIS II en de
communicatie-infrastructuur ten laste van de algemene begroting van de Europese
Unie en komen de kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van elk
N.SIS II ten laste van de betrokken lidstaat. In Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit
2008/839/JBZ van de Raad is dezelfde kostenverdeling aangehouden. Er werd
echter een nieuwe kostenpost geïdentificeerd, namelijk de kosten voor de
migratie van SIS 1 naar SIS II. Volgens artikel 15 van deze
rechtshandelingen komen de kosten voor de migratie op centraal niveau en die
voor het testen, het onderhoud en de ontwikkeling (centraal SIS II en
communicatie-infrastructuur) ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie en blijven de met het nationale N.SIS II verbonden kosten ten
laste van de lidstaten komen. Overeenkomstig Verordening (EG) nr.
1987/2006, Besluit 2007/533/JBZ en Beschikking nr. 574/2007/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het
Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene
programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen[20] zijn de
nationale ontwikkelingen voor SIS II subsidiabele acties die in aanmerking
komen voor medefinanciering in het kader van het Buitengrenzenfonds. Bij Beschikking
2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van
Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de
goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft[21] wordt
SIS II bovendien aangewezen als een van de vijf strategische prioriteiten van
het Buitengrenzenfonds, waarmee het belang van de samenhangende en tijdige
ontwikkeling van de nationale projecten naast het centrale SIS II wordt
onderkend. Sinds de vaststelling van bovengenoemde
rechtshandelingen heeft het SIS II-project in 2010 een ingrijpende koersverandering
ondergaan nadat een belangrijke groep tests, de zogeheten eerste mijlpaal, werd
afgesloten. Door de ontwikkeling van het gebruik van SIS door de lidstaten
moesten de technische vereisten inzake prestaties en opslagcapaciteit
aanzienlijk worden opgevoerd na de toetreding van negen nieuwe lidstaten en
Zwitserland. De geactualiseerde mogelijkheden kwamen tot uiting in de nieuwe
versie 3.0 van het Interface Control Document (ICD). Al deze wijzigingen waren
ook van invloed op de kosten van het project op centraal en nationaal niveau. Wat het migratieproces betreft, moesten door
de verandering van de vereisten en door de vooruitgang die ten aanzien van de
voltooiing van het project is geboekt, de migratiearchitectuur, het tijdschema
voor de migratie en de testvereisten grondig worden gewijzigd. In een groot
deel van de activiteiten die de lidstaten nu voor de migratie naar SIS II
moeten uitvoeren, was niet voorzien toen Verordening (EG) nr. 1104/2008 en
Besluit 2008/839/JBZ werden vastgesteld of toen het financiële pakket en de
meerjarenprogramma’s van het Buitengrenzenfonds werden opgezet. De beginselen voor de kostenverdeling moeten
daarom ten dele worden aangepast wat de migratie van SIS 1 naar SIS II betreft.
Sommige nationale activiteiten met betrekking tot de migratie, met name de
deelname van de lidstaten aan de testactiviteiten op dat gebied, zouden kunnen
worden gefinancierd uit het begrotingsonderdeel voor SIS II van de algemene
begroting van de Unie. Deze mogelijkheid betreft specifieke, welbepaalde
activiteiten, die verder gaan dan en niet samenvallen met andere SIS
II-maatregelen, waarvoor de ondersteuning via het Buitengrenzenfonds blijft
lopen. De financiële bijstand waarin dit voorstel voorziet, vormt dus een
aanvulling op die in het kader van het Buitengrenzenfonds. Aangezien het opzetten van de nationale
systemen allereerst de taak is van de lidstaten, blijft de bijdrage van de Unie
facultatief. Het is niet de bedoeling dat het voorstel verplichtingen schept
voor de Unie. Het is tevens noodzakelijk te bepalen wat het maximum is van de
bijdrage van de Unie ten aanzien van elke lidstaat. Voor het voorstel zijn geen
extra kredieten vereist, aangezien met de voor 2011 nog beschikbare kredieten
het verschil zal worden gedekt tussen de totale kosten in 2012 en de kredieten
die voor 2012 binnen het begrotingsonderdeel voor SIS II beschikbaar zijn. De Commissie zal de medefinanciering
beoordelen, vaststellen en beheren in overeenstemming met de
begrotingsprocedure en andere procedures, met name die van het Financieel
Reglement. De lidstaten moeten voldoen aan de beginselen van gezond financieel
beheer, met name wat betreft prijs-kwaliteitverhouding en kosteneffectiviteit.
De Commissie kan alle nodige controles en inspecties verrichten om een goed beheer
van de EU-middelen te waarborgen en de financiële belangen van de Unie te
beschermen tegen fraude of onregelmatigheden. De Rekenkamer van de Europese
Unie kan alle controles verrichten die overeenkomstig artikel 287 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vereist zijn. Het blijft zo dat de kosten van de
activiteiten op het niveau van SIS 1+, zoals extra activiteiten van Frankrijk
namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, worden verdeeld overeenkomstig
artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. In het artikel wordt
bepaald dat de kosten verbonden aan de inrichting en werking van de technisch
ondersteunende functie van SIS 1+, zoals bedoeld in artikel 92, lid 3, van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van de kosten voor de
communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de
technisch ondersteunende functie, door de lidstaten gemeenschappelijk worden
gedragen, terwijl de kosten van de installatie en de werking van het nationale
deel van het Schengeninformatiesysteem door de lidstaten afzonderlijk worden
gedragen. De Commissie heeft een financieel memorandum
aan dit voorstel gehecht. 7. Aanvullende informatie • Wijziging
van bestaande wetgeving Met dit voorstel worden Verordening (EG)
nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ herschikt tot één verordening. • Schrapping
van de verstrijkingsdatum Gezien de complexiteit van het migratieproces
en de aanzienlijke technische risico’s die het met zich meebrengt, ondanks de
grondige voorbereidingen die door alle betrokkenen zijn verricht, voorziet dit
voorstel in de nodige flexibiliteit ten aanzien van de respons op onvoorziene
problemen die zich tijdens de migratie zouden kunnen voordoen in het centrale
systeem of een of meer van de nationale systemen. In het voorstel is daarom
geen verstrijkingsdatum meer opgenomen. Overeenkomstig artikel 55 van Verordening
(EG) nr. 1987/2006 en artikel 71 van Besluit 2007/533/JBZ bepaalt de
Raad op welke datum die rechtshandelingen van toepassing worden en de migratie
plaatsvindt. In de technische documentatie is voorzien in een fallbackperiode
van één maand na de migratie. De toepassingsdatum van Verordening (EG) nr.
1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ dient derhalve ten minste één
maand voor de datum te liggen waarop de migratie-instrumenten verstrijken. • Tijdschema Om de voorbereidingen te kunnen voortzetten en
de migratie tijdig te kunnen uitvoeren, zou dit voorstel uiterlijk in het
tweede kwartaal van 2012 moeten worden goedgekeurd. 2012/0033 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de migratie van
het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van
de tweede generatie (SIS II) (herschikking) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, ê 1104/2008 ð nieuw Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unietot oprichting van de
Europese Gemeenschap, en met name op
artikel 7466, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement[22], ð Na raadpleging van de Europese
Toezichthouder voor gegevensbescherming, ï Overwegende hetgeen volgt: ò nieuw (1) Verordening
(EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het
Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II)[23]
en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van
het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van
de tweede generatie (SIS II)[24]
zijn ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter
wille van de duidelijkheid tot herschikking te worden overgegaan. ê 1104/2008
(aangepast) ð nieuw (2) Het Schengeninformatiesysteem
(SIS), dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de
Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van
de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de
Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de
geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen[25] (hierna “Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte
versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de
bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de
Europese Unie. (3) De ontwikkeling van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) is toevertrouwd aan
de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad[26] en
Besluit 2001/886/JBZ van de Raad[27]
van 6 december 2001
betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie
(SIS II). ð Deze instrumenten zijn op 31 december
2008 verstreken, hoewel de ontwikkeling van SIS II nog niet was voltooid. Deze
instrumenten moesten derhalve worden aangevuld, en wel eerst door Verordening
(EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ en vervolgens door onderhavige
verordening, tot een datum die zou worden vastgesteld door de Raad, handelende
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de
Raad van 20 december 2006[28] ï en Besluit 2007/533/JBZ
van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het
gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[29]. (4) SIS II is opgezet bij
Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12
juni 2007 betreffende de
instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II)[30]. Deze verordening laat die instrumenten onverlet. (5) Bepaalde tests van SIS II zijn
opgenomen in Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad[31] betreffende het testen van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) en Besluit 2008/173/JBZEG van de Raad[32]
inzake de tests
betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). (6) De ontwikkeling van SIS II
moet worden voortgezet en voltooid in het kader van de algemene planning voor
SIS II die de Raad op 6 juni 2008 heeft
goedgekeurd ð die de Commissie in oktober 2010 heeft
ingediend ï. (7) De lidstaten en de Commissie
dienen gezamenlijk een integrale test van SIS II uit te voeren, overeenkomstig
de bepalingen van deze verordening. De validering van de test dient zo spoedig
mogelijk na de voltooiing ervan plaats te vinden overeenkomstig Verordening
(EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ. ð Voor de integrale test dienen
uitsluitend testgegevens te worden gebruikt. ï (8) De lidstaten dienen de
uitwisseling van aanvullende informatie te testen. (9) De
Schengenuitvoeringsovereenkomst bepaalt dat SIS 1+ een technisch ondersteunende
functie omvat (C.SIS). Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ
bepalen dat het centrale SIS II bestaat uit een technisch ondersteunende
functie en een uniforme nationale interface (NI-SIS). De technisch
ondersteunende functie van het centrale SIS II wordt gevestigd in Straatsburg
(Frankrijk), met een back-up in St. Johann im Pongau (Oostenrijk). (10) Om de eventuele problemen in
verband met migratie van SIS 1+ naar SIS II beter op te vangen, dient een
tijdelijke migratiearchitectuur voor SIShet Schengeninformatiesysteem te
worden opgezet en getest. De tijdelijke migratiearchitectuur mag de
operationele beschikbaarheid van SIS 1+ niet beperken. De Commissie moet een
converter ter beschikking stellen. (11) De signalerende lidstaat dient
verantwoordelijk te zijn voor de juistheid en de actualiteit van de gegevens,
alsmede voor de rechtmatige opneming van de gegevens in SIShet Schengeninformatiesysteem. (12) De Commissie is en blijft dient
verantwoordelijk te
blijven voor het centrale SIS II en de
communicatie-infrastructuur. Deze verantwoordelijkheid omvat het onderhoud en
de verdere ontwikkeling van SIS II en de communicatie-infrastructuur, waarbij
fouten altijd dienen te worden gecorrigeerd. De Commissie dient voor
coördinatie en ondersteuning van de gezamenlijke activiteiten te zorgen. De
Commissie dient met name de nodige technische en operationele ondersteuning aan
de lidstaten te verstrekken op het niveau van het centrale SIS II, onder meer
door een helpdesk beschikbaar te stellen. (13) De lidstaten zijn en blijven
verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van hun nationale
systemen (N.SIS II). (14) Frankrijk blijft
verantwoordelijk voor de technisch ondersteunende functie van SIS 1+. Die
verantwoordelijkheid is uitdrukkelijk vastgelegd in de
Schengenuitvoeringsovereenkomst. (15) De vertegenwoordigers van de
aan SIS 1+ deelnemende lidstaten dienen hun maatregelen in het kader van de
Raad te coördineren. Voor die organisatorische activiteit dient een kader te
worden uitgezet. ò nieuw (16) Om
de lidstaten te steunen bij de keuze van de gunstigste technische en financiële
oplossing dient de Commissie onverwijld te beginnen met de aanpassing van deze
verordening, door een rechtskader voor de migratie voor te stellen dat beter
aansluit bij de technische benadering van de migratie zoals die is uiteengezet
in het migratieplan voor het SIS-project (hierna “het migratieplan” genoemd),
dat de lidstaten op 23 februari 2011 hebben goedgekeurd. (17) Volgens
het migratieplan zullen alle lidstaten binnen de overschakelingsperiode na
elkaar met hun nationale toepassing overschakelen van SIS 1+ naar SIS II. Het
is technisch wenselijk dat lidstaten die zijn overgeschakeld vanaf dat moment
volledig gebruik kunnen maken van SIS II, en niet hoeven te wachten tot andere
lidstaten ook zijn overgeschakeld. Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit
2007/533/JBZ moeten daarom worden toegepast vanaf het moment dat de eerste
lidstaat met de overschakeling begint. De migratieperiode dient zo kort
mogelijk te zijn. De toepassing van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit
2007/533/JBZ betekent niet dat lidstaten die nog niet zijn overgeschakeld, of
die van een fallbackmogelijkheid gebruik maken, tijdens de periode van
intensieve monitoring geen gebruik zouden kunnen maken van SIS II met een
functionaliteit die tot SIS 1+ wordt beperkt. (18) Omdat
in een aantal bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
wordt voorzien in het rechtskader voor de converter en de tijdelijke
migratiearchitectuur, moet de toepassing van die bepalingen op tijdelijke basis
worden voortgezet door ze in deze verordening op te nemen. De tijdelijke
migratiearchitectuur voor de werking van SIS 1+ maakt het mogelijk dat SIS 1+
en bepaalde technische onderdelen van de architectuur van SIS II gedurende een
beperkte overgangsperiode parallel functioneren, wat voor een gefaseerde migratie
noodzakelijk is. ê 541/2010 (19) In Verordening (EG) nr. 1987/2006
en Besluit 2007/533/JBZ wordt bepaald dat voor het centrale SIS II de beste
voorhanden zijnde technologie wordt gebruikt, onder voorbehoud van een
kosten-batenanalyse. In de bijlage bij de Raadsconclusies van 4-5 juni 2009
over de verder te volgen richting voor SIS II zijn mijlpalen opgenomen waaraan
moet worden voldaan om het huidige SIS II-project te kunnen voortzetten.
Tegelijkertijd is er een onderzoek uitgevoerd naar het opstellen van een
alternatief technisch scenario voor het ontwikkelen van SIS II als verdere
uitwerking van SIS 1+ (SIS 1+ RE) in het kader van een noodplan in het geval
dat de tests uitwijzen dat niet aan de in de mijlpalen gestelde eisen wordt
voldaan. Op basis van deze parameters kan de Raad besluiten dat de Commissie
zal worden verzocht over te gaan naar het alternatieve technische scenario. (20) De beschrijving van de
technische componenten van de migratiearchitectuur dient derhalve te worden
aangepast om voor de ontwikkeling van het centrale SIS II een andere technische
oplossing, en met name SIS 1+ RE, te kunnen toepassen. SIS 1+ RE is een
mogelijke technische oplossing voor het ontwikkelen van het centrale SIS II en
het halen van de in Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ
opgenomen SIS II-doelstellingen. (21) SIS 1+ RE wordt gekenmerkt door
het feit dat het een unieke middenweg tussen de ontwikkeling van SIS II en SIS 1+
vormt. In geval van toepassing van een alternatief technisch scenario, moeten
verwijzingen in deze verordening naar de technische architectuur van SIS II en
naar het migratieproces derhalve worden gelezen als verwijzingen naar SIS II op
basis van een andere technische oplossing, zoals mutatis mutandis toegepast op
de technische specifieke kenmerken van deze oplossing, conform de doelstelling
om het centrale SIS II te ontwikkelen. ê 541/2010 ð nieuw (22) In elk technisch scenario moet
het resultaat van de migratie op centraal niveau de beschikbaarheid van de SIS 1+-databank
en nieuwe SIS II-functies zijn, waaronder bijkomende gegevenscategorieën, in
het centrale SIS II. ð Ter vergemakkelijking van het opladen
van de gegevens dient te worden bepaald dat gegevens die zijn verwijderd, zoals
bedoeld in artikel 113, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, niet van
SIS 1+ naar SIS II zullen worden overgebracht. ï ê 1104/2008 (23) De Commissie moet gemachtigd
worden om aan derden,
zoals nationale overheidsdiensten, taken uit te besteden die haar bij deze verordening worden opgedragen enalsook taken die verband houden met de
uitvoering van de begroting uit te besteden aan
derden, zoals nationale overheidsdiensten, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom), nr. 1605/2002 van de Raad van
25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene
begroting van de Europese Gemeenschappen[33], hierna “het Financieel Reglement” genoemd. Bij een dergelijke
uitbesteding moeten de voor het SIS geldende voorschriften betreffende
gegevensbescherming en gegevensbeveiliging en betreffende de rol van de
betrokken gegevensbeschermingsautoriteiten, in het bijzonder de bepalingen van
de Schengenuitvoeringsovereenkomst en van deze verordening in acht worden
genomen. ê 541/2010 (24) De ontwikkeling van het
centrale SIS II op basis van een alternatieve technische oplossing moet uit de
algemene EU-begroting worden gefinancierd, met inachtneming van het beginsel
van gezond financieel beheer. Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002
van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de
algemene begroting van de Europese Gemeenschappen kan de Commissie begrotingsuitvoeringstaken delegeren aan nationale
overheidsinstanties. In overeenstemming met de politieke richtsnoeren en onder
de voorwaarden die zijn opgenomen in het Financieel Reglement dient, indien
naar de alternatieve technische oplossing wordt overgegaanovergeschakeld, de Commissie te worden verzocht de begrotingsuitvoeringstaken in
verband met de ontwikkeling van SIS II op basis van SIS 1+ RE aan Frankrijk te
delegeren. ò nieuw (25) Overeenkomstig
Verordening (EG) nr. 1987/2006, Besluit 2007/533/JBZ en Beschikking nr.
574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot
instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel
van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen[34] zijn de
nationale ontwikkelingen voor SIS II subsidiabele acties die in aanmerking
komen voor medefinanciering in het kader van het Buitengrenzenfonds. Bij
Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering
van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de
goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft[35] wordt
SIS II bovendien aangewezen als een van de vijf strategische prioriteiten van
het Buitengrenzenfonds, waarmee het belang van de samenhangende en tijdige
ontwikkeling van de nationale projecten naast het centrale SIS II wordt
onderkend. Sinds
de vaststelling van deze rechtshandelingen heeft het SIS II-project in 2010 een
ingrijpende koersverandering ondergaan nadat een belangrijke groep tests, de
zogeheten eerste mijlpaal, werd afgesloten. Door de ontwikkeling van het
gebruik van SIS door de lidstaten moesten de technische vereisten voor SIS II
inzake prestaties en opslagcapaciteit worden geactualiseerd, wat van invloed
was op de kosten van het project op centraal en nationaal niveau. (26) Wat
het migratieproces betreft, moesten door de verandering van de vereisten en
door de vooruitgang die ten aanzien van de voltooiing van het project is
geboekt, de migratiearchitectuur, het tijdschema voor de migratie en de
testvereisten grondig worden gewijzigd. In een groot deel van de activiteiten
die de lidstaten nu voor de migratie naar SIS II moeten uitvoeren, was niet
voorzien toen Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ werden
vastgesteld of toen het financiële pakket en de meerjarenprogramma’s van het
Buitengrenzenfonds werden opgezet. De
beginselen voor de kostenverdeling moeten daarom ten dele worden aangepast wat
de migratie van SIS 1 naar SIS II betreft. Sommige nationale activiteiten met
betrekking tot de migratie, met name de deelname van de lidstaten aan de
testactiviteiten op dat gebied, zouden kunnen worden gefinancierd uit het
begrotingsonderdeel voor SIS II van de algemene begroting van de Unie. Deze
mogelijkheid betreft specifieke, welbepaalde activiteiten, die verder gaan dan
en niet samenvallen met andere SIS II-maatregelen, waarvoor de ondersteuning
via het Buitengrenzenfonds blijft lopen. De financiële bijstand waarin dit
voorstel voorziet, dient dus een aanvulling te vormen op die in het kader van
het Buitengrenzenfonds. (27) Ten
aanzien van de medefinanciering waarin deze verordening voorziet, dienen
passende maatregelen te worden genomen ter voorkoming van onregelmatigheden en
fraude en de nodige stappen te worden ondernomen om verloren gegane, ten
onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen terug te vorderen,
overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december
1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese
Gemeenschappen[36],
Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996
betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie
worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese
Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden[37] en
Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei
1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding
(OLAF)[38]. (28) Om
eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen,
moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die
bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU)
nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011
tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing
zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de
uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[39]. ê 541/2010
(aangepast) (29) De Commissie en de lidstaten
dienen in alle fasen van de ontwikkeling en de migratie nauw te blijven
samenwerken om het proces tot een goed einde te brengen. In de conclusies van
de Raad over SIS II van 26-27 februari 2009 en 4-5 juni 2009 is een informeel
orgaan van deskundigen van de lidstaten, de Raad beheer totaalprogramma,
ingesteld om de samenwerking te intensiveren en directe steun van de lidstaten
te verlenen aan het centrale SIS II-project. Het positieve resultaat van het
werk van de groep en de noodzaak om de samenwerking en de transparantie met
betrekking tot het project verder te verdiepen, rechtvaardigen dat de groep
formeel in de SIS II-beheersstructuur wordt geïntegreerd. Er dient derhalve
formeel een groep van deskundigen, de Raad beheer totaalprogramma geheten, te
worden ingesteld als aanvulling op de huidige organisatiestructuur Ö van SIS
II Õ. Ter wille van de
efficiëntie en de kosteneffectiviteit moet het aantal deskundigen worden beperkt.
De deskundigengroep moet de verantwoordelijkheden van de Commissie en van de
lidstaten onverlet laten. ê 1104/2008 (30) Verordening (EG) nr. 45/2001
van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende
het vrije verkeer van die gegevens[40]
is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie. ê 1104/2008
(aangepast) ð nieuw (31) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, die is
benoemd op grond van Besluit 2004/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 houdende benoeming van de in artikel 286 van het EG-Verdrag voorziene onafhankelijke controleautoriteit[41], ð is belast met het toezien op en het
verzekeren van de toepassing van Verordening (EG) nr. 45/2001 en ï is bevoegd toe te zien op de activiteiten van de instellingen en
organen van de GemeenschapÖ Unie Õ die verband houden
met de verwerking van persoonsgegevens. ð Deze verordening dient de specifieke
bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, Verordening (EG) nr. 1987/2006
en Besluit 2007/533/JBZ ten aanzien van de bescherming en beveiliging van
persoonsgegevens onverlet te laten. ï ò nieuw (32) De
migratie is een complex proces dat, ondanks de grondige voorbereidingen van
alle belanghebbenden, aanzienlijke technische risico’s met zich meebrengt. Het
is wenselijk dat het rechtskader in de nodige flexibiliteit voorziet ten
aanzien van de respons op onvoorziene problemen die zich tijdens de migratie
zouden kunnen voordoen in het centrale systeem of een of meer van de nationale
systemen. In deze verordening dient daarom geen verstrijkingsdatum te worden
opgenomen. De datum voor de voltooiing van de migratie dient te worden
vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG)
nr. 1987/2006 en artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ. ê 1104/2008
(aangepast) (33) Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk het opzetten van de tijdelijke migratiearchitectuur en het overzetten van de gegevens de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden
verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van de geplande
maatregel beter door de UnieGemeenschap kunnen
worden verwezenlijkt, kan de UnieGemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig
het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze
verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. (34) Deze verordening neemt de
grondrechten in acht en gaat uit van de beginselen die met name in het Handvest
van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd. (21) De
Schengenuitvoeringsovereenkomst dient te worden
gewijzigd om de integratie van SIS 1+ in
de tijdelijke migratiearchitectuur mogelijk te maken. (35) Overeenkomstig de artikelen 1
en 2 van het Protocol (nr.
22) betreffende de positie van Denemarken, dat
aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie tot oprichting van de Europese
Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze
verordening en is; deze is bijgevolg niet
bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening
voortbouwt op het Schengenacquis overeenkomstig de
bepalingen van titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, dient Denemarken overeenkomstig artikel 45 van het
bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden na de aanneming van
deze verordening te beslissen of het dit instrument in zijn nationale wetgeving
zal omzetten. ê 2008/839/JBZ ð nieuw (36) Deze verordening vormt een
ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd
Koninkrijk deelneemt, overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Besluit 2000/365/EG
van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de
bepalingen van het Schengenacquis[42]ð , voor zover dat artikel betrekking
heeft op de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst waarbij het SIS
wordt ingesteld, met uitzondering van artikel 96 ï. (37) Deze verordening vormt een
ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland deelneemt,
overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28
februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan
bepalingen van het Schengenacquis[43]ð , voor zover dat artikel betrekking
heeft op de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst waarbij het SIS
wordt ingesteld, met uitzondering van artikel 96 ï. (38) Deze verordening heeft geen
gevolgen voor de regelingen voor de gedeeltelijke deelneming van het Verenigd
Koninkrijk en Ierland aan het Schengenacquis, als bepaald in respectievelijk
Besluit 2000/365/EG en Besluit 2002/192/EG. (39) Wat IJsland en Noorwegen
betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het
Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese
Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop
IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de
ontwikkeling van het Schengenacquis[44],
die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG
van de Raad[45]
inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst. (40) Wat Zwitserland betreft, houdt
deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis,
in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap
en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken
bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[46], die
vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG,
juncto artikel 3, van Besluit 2008/146/EG van de Raad[47]. (41) Wat Liechtenstein betreft,
vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het
Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese
Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein
betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst
tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat
inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de
toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het
gebied bedoeld in artikel 1, onder G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17
mei 1999, juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad[48]. ò nieuw (42) Wat
Cyprus betreft, vormt deze verordening een handeling die op het Schengenacquis
voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 3, lid 2,
van de Toetredingsakte van 2003, ê 1104/2008
(aangepast) HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Algemeen
doel 1. Het Schengeninformatiesysteem (SIS) dat is
ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst (SIS 1+), wordt vervangen door een nieuw
systeem, het Schengeninformatiesysteem II (SIS II), waarvan de instelling, de
werking en het gebruik wordt geregeld door Verordening (EG) nr. 1987/2006 Ö en Besluit 2007/533/JBZ Õ. 2. SIS II wordt overeenkomstig de in deze
verordening bepaalde procedures en taakverdeling door de Commissie en de
lidstaten als één enkel geïntegreerd systeem ontwikkeld en operationeel
gemaakt. ê 541/2010 Art. 1.1 3. De ontwikkeling van SIS II kan worden
verwezenlijkt door een alternatief technisch scenario te implementeren dat
wordt gekenmerkt door zijn eigen technische specificaties. ê 1104/2008
(aangepast) ð nieuw Artikel 2 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a) “centrale SIS II”: de technisch
ondersteunende functie van SIS II, die een databank, de SIS II-databank, bevat,
en een uniforme nationale interface (NI-SIS); b) “C.SIS”: de technisch ondersteunende
functie van SIS 1+, die de referentiedatabank voor SIS 1+ bevat, en een
uniforme nationale interface (N.COM); c) “N.SIS”: het nationale SIS 1+-systeem,
bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met C.SIS; d) “N.SIS II”: het nationale SIS
II-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met
het centrale SIS II; e) “converter”: een technisch
instrument dat een consistente en betrouwbare verbinding tussen C.SIS en het
centrale SIS II mogelijk maakt, en de in artikel 10, lid 3, bedoeldebepaalde functies
waarborgt ð waarmee de conversie en de
synchronisatie van gegevens tussen C.SIS en het centrale SIS II mogelijk worden
gemaakt ï; f) “integrale test”: de test bedoeld
in artikel 55, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1987/2006 Ö en artikel 71,
lid 3, onder c), van Besluit 2007/533/JBZ Õ; g) g) “test betreffende aanvullende
informatie”: de functionele tests tussen de Sirene-bureaus. Artikel 3 Onderwerp
en toepassingsgebied Deze verordening omschrijft de taken en verantwoordelijkheden
van de Commissie, Frankrijk en de andere lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ met
betrekking tot de volgende taken: a) het onderhoud en de verdere
ontwikkeling van SIS II; b) een integrale test van SIS II; c) een test betreffende aanvullende informatie; d) de verdere ontwikkeling en het
testen van een converter; e) het opzetten en testen van een
tijdelijke migratiearchitectuur; f) de migratie van SIS 1+ naar SIS II.
Artikel 4 Technische
componenten van de migratiearchitectuur ê 541/2010 Art. 1.2 Voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II worden
de volgende componenten, voor zover nodig, ter beschikking gesteld: ê 1104/2008 a) het C.SIS en de verbinding met de
converter; b) de communicatie-infrastructuur voor
SIS 1+ waardoor het C.SIS kan communiceren met het N.SIS; c) het N.SIS; d) het centrale SIS II, de NI-SIS en de
communicatie-infrastructuur voor SIS II waardoor het centrale SIS II kan
communiceren met de N.SIS II en de converter; e) het N.SIS II; f) de converter. Artikel 5 Voornaamste
verantwoordelijkheden bijin de ontwikkeling van SIS II 1. De Commissie blijft het centrale SIS II, de
communicatie-infrastructuur en de converter ontwikkelen. 2. Frankrijk stelt het C.SIS beschikbaar en
laat het functioneren, overeenkomstig de bepalingen van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst. 3. De lidstaten blijven het N.SIS II
ontwikkelen. 4. De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten
onderhouden het N.SIS overeenkomstig de bepalingen van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst. 5. De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten stellen
de communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ beschikbaar en laten deze
functioneren. 6. De Commissie coördineert de activiteiten en
verstrekt de nodige ondersteuning voor de uitvoering van de in de leden 1 tot
en met 3 genoemde taken en verantwoordelijkheden. ê 1104/2008
(aangepast) Artikel 6 Verdere
ontwikkeling De maatregelen die nodig zijn voor de verdere
ontwikkeling van SIS II als bedoeld in artikel 5, lid 1, met name de nodige
maatregelen voor het corrigeren van fouten, worden vastgesteld bij
uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens
de in artikel Ö 17, lid 2, Õ bedoelde
onderzoeksprocedure. De maatregelen die nodig zijn voor de verdere
ontwikkeling van SIS II als bedoeld in artikel 5, lid 3, worden voor zover het
de uniforme nationale interface betreft die zorgt voor de compatibiliteit van
N.SIS II met het centrale SIS II, vastgesteld bij uitvoeringshandelingen. Deze
uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel Ö 17, lid 2, Õ bedoelde
onderzoeksprocedure. Artikel 7 Voornaamste
activiteiten 1. De Commissie voert samen met de aan SIS 1+
deelnemende lidstaten een integrale test uit. 2. Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur
opgezet, die door de Commissie samen met Frankrijk en met de andere aan SIS 1+
deelnemende lidstaten word getest. 3. De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten verrichten de migratie van SIS 1+ naar SIS II. 4. De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten testen
de uitwisseling van aanvullende informatie. 5. De Commissie verstrekt op het niveau van
het centrale SIS II de nodige ondersteuning voor de in de leden 1 tot en
met 4 genoemde activiteiten. 6. De in de leden 1 tot en met 3 genoemde
activiteiten worden gecoördineerd door de Commissie en door de aan SIS 1+
deelnemende lidstaten in het kader van de Raad. Artikel 8 Integrale
test 1. Met de integrale test wordt niet begonnen
dan nadat de Commissie heeft verklaard dat volgens haar de mate van succes van
de tests als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 189/2008 Ö en in artikel 1
van Besluit 2008/839/JBZ Õ voldoende hoog is om
deze test aan te vatten. 2. Er wordt een integrale test uitgevoerd, die
ten doel heeft met name te bevestigen dat de Commissie en de aan SIS 1+
deelnemende lidstaten in technisch opzicht alles in gereedheid hebben gebracht
voor de verwerking van SIS II-gegevens, en dat het prestatieniveau van SIS II
ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+. 3. De integrale test wordt uitgevoerd door de
aan SIS 1+ deelnemende lidstaten voor het N.SIS II en door de Commissie
voor het centrale SIS II. 4. De integrale test verloopt volgens een
gedetailleerd schema dat door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader
van de Raad, in samenwerking met de Commissie is opgesteld. 5. De integrale test is gebaseerd op de
technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het
kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie zijn opgesteld. 6. De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten, in het kader van de Raad, stellen de criteria vast om te bepalen of
in technisch opzicht alles in gereedheid is gebracht voor de verwerking van SIS
II-gegevens en het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van
SIS 1+. 7. De testresultaten worden door de aan SIS 1+
deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, en de Commissie geanalyseerd
aan de hand van de in lid 6 bedoeldevermelde criteria. De testresultaten wordenwordt gevalideerd overeenkomstig artikel 55, lid 3, onder c), van
Verordening (EG) nr. 1987/2006 Ö en artikel 71,
lid 3, onder c), van Besluit 2007/533/JBZ Õ. 8. De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+
mogen wel deelnemen aan de integrale test. Hun resultaten hebben geen invloed
op de algehele validering van de test. Artikel 9 Test betreffende
aanvullende informatie 1. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+
voeren functionele Sirene-tests uit. 2. De Commissie stelt het centrale SIS II en
de communicatie-infrastructuur daarvan beschikbaar tijdens de uitvoering van de
test betreffende aanvullende informatie. 3. De test betreffende aanvullende informatie
verloopt volgens een gedetailleerd schema dat door de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten, in het kader van de Raad, is opgesteld. 4. De test betreffende aanvullende informatie
is gebaseerd op de technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende
lidstaten, in het kader van de Raad, zijn opgesteld. 5. De testresultaten worden door de aan SIS 1+
deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, geanalyseerd. 6. De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+
mogen wel deelnemen aan de test betreffende de aanvullende informatie. Hun
resultaten hebben geen invloed op de algehele validering van de test. Artikel 10 Tijdelijke
migratiearchitectuur 1. Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur
opgezet. De converter verbindt het centrale SIS II en het C.SIS gedurende een
overgangsperiode. De N.SIS zijn verbonden met het C.SIS en de N.SIS II met het
centrale SIS II. 2. De Commissie zorgt voor een converter, het
centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur daarvan, als onderdeel van de
tijdelijke SIS-migratiearchitectuur. ê 541/2010 Art. 1.3 3. Voor zover nodig, converteert de converter
gegevens in twee richtingen tussen C.SIS en het centrale SIS II en houdt hij
C.SIS en het centrale SIS II synchroon. ê 1104/2008 4. De Commissie test de communicatie tussen het
centrale SIS II en de converter. 5. Frankrijk test de communicatie tussen C.SIS
en de converter. 6. De Commissie en Frankrijk testen de
communicatie tussen het centrale SIS II en C.SIS via de converter. 7. Samen met de Commissie verbindt Frankrijk
C.SIS via de converter met het centrale SIS II. 8. Samen met Frankrijk en de andere aan SIS 1+
deelnemende lidstaten test de Commissie de tijdelijke SIS-migratiearchitectuur
in haar geheel, overeenkomstig een door de Commissie verstrekt testschema. 9. Indien nodig stelt Frankrijk gegevens voor
testdoeleinden beschikbaar. ê 1104/2008 ð nieuw Artikel 11 Migratie
van SIS 1+ naar SIS II 1. Voor de migratie van C.SIS naar het
centrale SIS II stelt Frankrijk de databank van SIS 1+ beschikbaar; de
Commissie voert de databank van SIS 1+ in het centrale SIS II in. ð De in de databank van SIS 1+ opgenomen
gegevens bedoeld in artikel 113, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
worden niet in het centrale SIS II ingevoerd. ï ê 541/2010 Art. 1.4 2. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+
migreren van N.SIS naar N.SIS II met behulp van de tijdelijke
migratiearchitectuur, en met ondersteuning van Frankrijk en van de Commissie. ê 1104/2008
(aangepast) Ö 3. De migratie
van het nationale systeem van SIS 1+ naar SIS II begint met het laden van gegevens in bestaat uit de gegevenslading van N.SIS II, als dat N.SIS II een gegevensbestand (een “nationale kopie”)
met een volledige of gedeeltelijke kopie van de SIS II-databank moet
bevatten. Õ Ö Het in de
eerste alinea bedoelde laden van de gegevens wordt voor elke lidstaat gevolgd
door de overschakeling van N.SIS naar N.SIS II. Õ Ö De migratie
verloopt volgens een gedetailleerd schema dat wordt opgesteld door de Commissie
en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad. Õ ê 1104/2008 ð nieuw 4. De Commissie biedt bijstand ter coördinatie
en ondersteuning van de gemeenschappelijke activiteiten tijdens de migratie. ð 5. De overschakeling vindt plaats na de
in artikel 8, lid 7, bedoelde validering, op de datum die de Raad heeft
vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr.
1987/2006 en artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ. ï ê 1104/2008 Artikel 12 Materieel
rechtelijk kader ò nieuw Tijdens het laden
van de gegevens in het kader van de migratie, zoals bedoeld in artikel 11, lid
3, eerste alinea, blijven de bepalingen van titel IV van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst van toepassing op SIS 1+. Wanneer de eerste
lidstaat overschakelt van N.SIS naar N.SIS II, zoals bedoeld in artikel 11, lid
3, eerste alinea, worden Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ
van toepassing. ê 1104/2008 Artikel 13 Samenwerking 1. De Commissie en de lidstaten werken samen
ten behoeve van de uitvoering van alle door deze verordening bestreken
activiteiten, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden. 2. De Commissie verstrekt met name de nodige
ondersteuning op het niveau van het centrale SIS II voor het testen en de
migratie van N.SIS II. 3. De lidstaten verstrekken met name de nodige
ondersteuning op het niveau van N.SIS II voor het testen van de tijdelijke
migratiearchitectuur. ò nieuw Artikel 14 Vervanging van de nationale delen door N.SIS II 1. N.SIS II kan in
de plaats komen van het in artikel 92 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
bedoelde nationale deel; in dat geval hoeven de lidstaten geen nationaal
gegevensbestand aan te houden. 2. Voor lidstaten
die hun nationale deel vervangen door N.SIS II gaan de verplichte taken van de
technisch ondersteunende functie ten opzichte van dat nationale deel als
bedoeld in artikel 92, leden 2 en 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
over in verplichte taken ten opzichte van het centrale SIS II, onverminderd de
verplichtingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, en artikel 10, leden 1, 2 en 3,
van deze verordening. ê 1104/2008 Artikel 15 ò nieuw Verwerking van gegevens en registratie van
verrichtingen in het centrale SIS II 1. De centrale SIS
II-databank is beschikbaar voor geautomatiseerde bevraging op het grondgebied
van elk van de lidstaten. 2. Het centrale SIS
II levert de diensten die nodig zijn voor het invoeren en verwerken van
SIS-gegevens, de online bijwerking van de nationale kopieën van N.SIS II, de
synchronisatie en de consistentie tussen de nationale kopieën van N.SIS II en
de centrale SIS II-databank, en de initialisering en het herstel van de
nationale kopieën van N.SIS II. ê 1104/2008 3. Onverminderd de desbetreffende bepalingen van titel IV van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst zorgt de Commissie ervoor dat elke toegang tot
en uitwisseling van persoonsgegevens in het centrale SIS II wordt
geregistreerd, zodat kan worden nagegaan of de opzoeking rechtmatig is en de
rechtmatigheid van de gegevensverwerking, de goede werking van het centrale SIS
II en de nationale systemen, en de integriteit en de beveiliging van de
gegevens kunnen worden bewaakt. 4. De registers bevatten met name de datum en het tijdstip van de
gegevenstransmissie, de voor bevraging gebruikte gegevens, de verwijzing naar
de toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit die met de
verwerking van de gegevens is belast. 5. De registers mogen alleen voor de in lid 31 genoemde
doeleinden worden gebruikt en worden ten vroegste één jaar en uiterlijk drie
jaar na de aanleg ervan verwijderd. 6. Registers kunnen langer worden bewaard indien zij nodig zijn in het
kader van lopende controleprocedures. 7. De nationale autoriteiten die belast zijn met het nagaan of de
bevraging rechtmatig is, het bewaken van de rechtmatigheid van de
gegevensverwerking, de interne controle en de zorg voor de goede werking van
het centrale SIS II en de integriteit en de beveiliging van de gegevens, hebben
binnen de grenzen van hun bevoegdheid en op verzoek toegang tot deze registers
om ervoor te zorgen dat zij hun taken kunnen vervullen. ê 1104/2008 ð nieuw Artikel 16 Kosten 1. De kosten die voortvloeien uit de migratie,
de integrale test, de test betreffende de aanvullende informatie, onderhouds-
en ontwikkelingsmaatregelen op het niveau van het centrale SIS II en de
communicatie-infrastructuur komen ten laste van de algemene begroting van de Europese
Unie. 2. De kosten die voortvloeien uit ð de installatie, ï de migratie, het testen, het onderhoud en de ontwikkeling van de
nationale systemen ð en de overeenkomstig deze verordening
door de nationale systemen uit te voeren taken ï komen ten laste van de betrokken lidstaat. ò nieuw 3. De Unie kan een
financiële bijdrage leveren aan de uitgaven van de lidstaten voor de migratie
en de met de migratie verband houdende testactiviteiten die krachtens deze
verordening worden verricht, wanneer die uitgaven niet in aanmerking komen voor
financiering uit hoofde van het Buitengrenzenfonds, mits de betrokken lidstaat
de behoefte aan extra middelen duidelijk kan aantonen. De bijdrage van de
Unie ten behoeve van de in de eerste alinea bedoelde activiteiten wordt
verstrekt in de vorm van subsidies, zoals bepaald in deel I, titel VI, van het
Financieel Reglement. De bijdrage van de Unie bedraagt ten hoogste 75% van de
subsidiabele uitgaven van elke lidstaat en per lidstaat ten hoogste
750 000 euro. De medefinanciering wordt door de Commissie beoordeeld,
vastgesteld en beheerd in overeenstemming met de begrotingsprocedure en andere
procedures, met name die van het Financieel Reglement. Elke lidstaat die om
een dergelijke financiële bijdrage verzoekt, stelt een financiële prognose op
met een specificatie van de operationele en administratieve kosten van de test-
en migratieactiviteiten. Indien de lidstaten voor hun uitgaven middelen van de
Unie aanwenden, dienen die uitgaven redelijk te zijn en te voldoen aan de
beginselen van goed financieel beheer, met name wat betreft
prijs-kwaliteitverhouding en kosteneffectiviteit. Uiterlijk zes maanden na de
datum die de Raad heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van
Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ
brengen de lidstaten aan de Commissie verslag uit over de wijze waarop zij de
bijdrage van de Unie hebben gebruikt. Indien de bijdrage van de Unie niet ten uitvoer is gelegd, of indien de
bijdrage onjuist, gedeeltelijk of te laat ten uitvoer is gelegd, kan de Unie
haar financiële bijdrage verlagen, inhouden of beëindigen. Indien de lidstaten
hun bijdrage aan de financiering van de in lid 1 bedoelde activiteiten niet, of
slechts gedeeltelijk of te laat betalen, kan de Unie haar financiële bijdrage
verlagen. 4. De Rekenkamer van de Europese Unie kan passende controles verrichten
in samenwerking met de nationale rekenkamers of de bevoegde nationale
instanties. De Commissie kan alle nodige controles en inspecties verrichten om
een goed beheer van de EU-middelen te waarborgen en de financiële belangen van
de Unie te beschermen tegen fraude of onregelmatigheden. Daartoe stellen de
lidstaten alle benodigde documenten en bescheiden ter beschikking van de
Commissie en de Rekenkamer. 5. De kosten
verbonden aan de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie
bedoeld in artikel 92, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met
inbegrip van de kosten voor de verbindingslijnen tussen de nationale delen van
SIS 1+ en de technisch ondersteunende functie, en de kosten van activiteiten
die verband houden met taken waarmee Frankrijk is belast voor de toepassing van
deze verordening, worden door de lidstaten gemeenschappelijk gedragen. Artikel 16 Wijziging van de bepalingen van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst De bepalingen van
de Schengenuitvoeringsovereenkomst worden als volgt gewijzigd: 1. Het volgende
artikel wordt ingevoegd: “Artikel 92 bis 1. Vanaf de
inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad[49] en van Besluit 2008/839/JBZ van de Raad[50], en op basis van de definities in artikel 2
daarvan, kan de technische architectuur van het Schengeninformatiesysteem
worden aangevuld met: a) een bijkomend centraal
systeem, bestaande uit: –
een technisch
ondersteunende functie (centrale SIS II), gelegen in Frankrijk met een
back-up centrale SIS II gelegen in Oostenrijk, die de SIS II-databank en een
uniforme nationale interface (NI-SIS) bevat; –
een technische
verbinding tussen C.SIS en het centrale SIS II via de converter voor de
conversie en synchronisatie van gegevens tussen C.SIS en het centrale SIS II; b) een nationaal systeem
(N.SIS II), bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met
het centrale SIS II; c) een infrastructuur voor
de verbinding tussen het centrale SIS II en het met de NI-SIS verbonden
N.SIS II. 2. N.SIS II kan in de
plaats komen van het in artikel 92 van deze overeenkomst bedoelde nationale
deel; in dat geval hoeven de lidstaten geen nationaal gegevensbestand aan te
houden. 3. De centrale SIS
II-databank is beschikbaar om op het grondgebied van elk van de lidstaten
geautomatiseerde bevraging mogelijk te maken. 4. Voor lidstaten die
hun nationale deel vervangen door een N.SIS II gaan de verplichte taken van de
technisch ondersteunende functie ten opzichte van dat nationale deel als
bedoeld in artikel 92, leden 2 en 3, over in verplichte taken ten opzichte van
het centrale SIS II, onverminderd de verplichtingen als bedoeld in Besluit
2008/839/JBZ en in artikel 5, lid 1, en
artikel 10, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1104/2008. 5. Het centrale SIS II
levert de diensten die nodig zijn voor het invoeren en verwerken van
SIS-gegevens, de onlinebijwerking van de nationale kopieën van N.SIS II, de
synchronisatie en de samenhang tussen de nationale kopieën van N.SIS II en
de centrale SIS II-databank, en voor het proces voor de initialisering en het
herstel van de nationale kopieën van N.SIS II. 6. Frankrijk, dat
verantwoordelijk is voor de technisch ondersteunende functie, de andere
lidstaten en de Commissie werken samen om ervoor te zorgen dat een opzoeking in
de gegevensbestanden van N.SIS II of in de SIS II-databank, een resultaat
oplevert dat gelijkwaardig is aan het resultaat van een opzoeking in het in
artikel 92, lid 2, bedoelde gegevensbestand
van de nationale delen.”» 2. Artikel 119, lid 1,
eerste zin, wordt vervangen door: “De kosten verbonden
aan de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als
bedoeld in artikel 92, lid 3, met inbegrip van de kosten voor de
communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de
technisch ondersteunende functie en de kosten voor activiteiten die verband
houden met taken die Frankrijk verricht overeenkomstig Besluit 2008/839/JBZ en
Verordening (EG) nr. 1104/2008, worden door
de lidstaten gemeenschappelijk gedragen.”. 3. Artikel 119, tweede
alinea, komt als volgt te luiden: “Elke lidstaat draagt
de kosten verbonden aan de inrichting en werking van zijn nationale deel van
het Schengeninformatiesysteem en aan de taken die aan de nationale systemen
zijn opgedragen bij Besluit 2008/839/JBZ en Verordening (EG) nr. 1104/2008.”.» ê 1104/2008
(aangepast) Artikel 171 Comité Ö 1. De Commissie
wordt bijgestaan door het bij artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en
artikel 67 van Besluit 2007/533/JBZ ingestelde comité. Dat comité is een comité
in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. Õ Ö 2. Wanneer naar
dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van
toepassing. Õ De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG
bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. ê 541/2010 Art. 1.5
ð nieuw Artikel 18 Raad
beheer totaalprogramma 1. Er wordt een groep van technische
deskundigen ingesteld, “Raad beheer totaalprogramma” genaamd (hierna “RBTP” genoemd), onverminderd de bevoegdheden en activiteiten van de Commissie, het in artikel 17 bedoelde comité, Frankrijk en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten. De RBTP
fungeert als adviesorgaan voor de ondersteuning van het centrale SIS II-project
en bevordert de consistentie tussen het centrale en de nationale SIS
II-projecten. De RBTP heeft geen beslissingsbevoegdheidbesluitvormende bevoegdheid noch enig mandaat om de Commissie of de lidstaten te
vertegenwoordigen. 2. De RBTP bestaat uit ten hoogste tien leden,
die regelmatig bijeenkomen. Ten hoogste acht leden en evenveel plaatsvervangers
worden aangewezen door de ð aan SIS 1+ deelnemende ï lidstaten, in het kader van de Raad bijeen. Ten hoogste twee
deskundigen en twee plaatsvervangers worden door de directeur-generaal van het
verantwoordelijke directoraat-generaal van de Commissie aangewezen onder de ambtenaren
van de Commissie. De vergaderingen van de RBTP kunnen worden
bijgewoond door andere deskundigen van deandere lidstaten en ambtenaren van de Commissie die rechtstreeks betrokken
zijn bij de ontwikkeling van de SIS II-projecten, op kosten van hun dienst of
instelling. De RBTP kan andere deskundigen uitnodigen om
deel te nemen aan zijn vergaderingen, zoals bepaald in het in lid 5 bedoelde
reglement van orde, op kosten van hun dienst, instelling of onderneming. 3. De deskundigen die zijn aangewezen door de
lidstaten die het voorzitterschap en het aankomendeinkomend voorzitterschap waarnemen, worden altijd uitgenodigd om aan
RBTP-vergaderingen deel te nemen. 4. Het secretariaat van de RBTP wordt verzorgd
door de Commissie. 5. De RBTP stelt zijn reglement van orde vast,
dat met name procedures bevat betreffende: –
het overdraagbare voorzitterschap van de RBTP, dat rouleert tussen de
Commissie en het voorzitterschap van de Raad; –
de plaats van vergadering; –
de voorbereiding van vergaderingen; –
het toelaten van andere deskundigen; –
een communicatieplan om niet-deelnemende lidstaten
volledig op de hoogte te kunnen houden. Het reglement van orde wordt van kracht na
gunstig advies van de directeur-generaal van het verantwoordelijke
directoraat-generaal van de Commissie en van de ð aan SIS 1+ deelnemende ï lidstaten, bijeen in het kader van het in artikel 17
genoemde comité. 6. De RBTP brengt regelmatig aan het in artikel 17
bedoelde comité dan wel,
voor zover van toepassing, aan de bevoegde voorbereidende instanties van de
Raad, schriftelijk verslag uit over de voortgang van het project, met inbegrip
van het gegeven advies en de motivering daarvoor. 7. Onverminderd artikel 16, lid 2, komen de
administratieve kosten en reiskosten in verband met de activiteiten van de RBTP
ten laste van de algemene begroting van de Unie, tenzij zij uit andere bronnen
worden terugbetaald. Ten aanzien van de reiskosten van de leden van de RBTP die zijn aangewezen door de ð aan SIS 1+ deelnemende ï lidstaten aangewezen leden van de RBTP, in het kader van de Raad bijeen, en de reiskosten van deskundigen die
overeenkomstig lid 3 zijn uitgenodigd in verband met de activiteiten van de
RBTP, is de “Regeling inzake de vergoeding van niet tot het personeel van de
Commissie behorende personen die worden uitgenodigd als deskundige deel te
nemen aan vergaderingen” van toepassing. ê 1104/2008 Artikel 19 Verslaglegging De Commissie dient na afloop van iedere
periode van zes maanden, en voor het eerst na het eerste halfjaar van 2009, bij
het Europees Parlement en de Raad een voortgangsverslag in over de ontwikkeling
van SIS II en de migratie van SIS 1+ naar SIS II. ò nieuw Artikel 20 Intrekking Verordening (EG) nr.
1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ worden ingetrokken. Verwijzingen naar de
ingetrokken Verordening (EG) nr. 1104/2008 en het ingetrokken Besluit
2008/839/JBZ gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden
gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II. ê 1104/2008
(aangepast) è1 541/2010
Art. 1.6 (aangepast) Artikel 21 Inwerkingtreding en toepassing Ö Deze
verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking
ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Õ è1 ZijDe verordening
vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55,
lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ, en in elk
geval uiterlijk op 31 maart 2013, dan wel op 31 december 2013 indien wordt
overgegaan naar een alternatief technisch scenario als bedoeld in artikel 1, lid 3. ç Ö This Regulation
shall be binding in its entirety and directly applicable in the Member States
in accordance with the Treaty on the Functioning of the European Union establishing the European Community. Õ Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter é BIJLAGE I Ingetrokken
handelingen met achtereenvolgende wijzigingen Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1) Verordening (EG) nr. 541/2010 van de Raad (PB L 155 van 22.6.2010, blz. 19) Besluit 2008/839/JBZ van de Raad (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43) Besluit 542/2010/JBZ van de Raad (PB L 155 van 22.6.2010, blz. 23) BIJLAGE II Concordantietabel Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad || Besluit 2008/839/JBZ van de Raad || Deze verordening Artikel 1 || Artikel 1 || Artikel 1 Artikel 2 || Artikel 2 || Artikel 2 Artikel 3 || Artikel 3 || Artikel 3 Artikel 4 || Artikel 4 || Artikel 4 Artikel 5 || Artikel 5 || Artikel 5 Artikel 6 || Artikel 6 || Artikel 6 Artikel 7 || Artikel 7 || Artikel 7 Artikel 8 || Artikel 8 || Artikel 8 Artikel 9 || Artikel 9 || Artikel 9 Artikel 10 || Artikel 10 || Artikel 10 Artikel 11 || Artikel 11 || Artikel 11 Artikel 12 || Artikel 12 || Artikel 12 Artikel 13 || Artikel 13 || Artikel 13 - || - || Artikel 14 Artikel 14 || Artikel 14 || Artikel 15 - || - || Artikel 15 || Artikel 15 || Artikel 16 Artikel 16 || Artikel 16 || - Artikel 17 || Artikel 17 || Artikel 17 Artikel 17 bis || Artikel 17 bis || Artikel 18 Artikel 18 || Artikel 18 || Artikel 19 - || - || Artikel 20 Artikel 19 || Artikel 19 || Artikel 21 - || - || Bijlage I - || - || Bijlage II INHOUDSOPGAVE 1........... KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF........................................................... 39 1.1........ Benaming van het voorstel/initiatief................................................................................ 39 1.2........ Betrokken beleidsterrein(en) in de
ABM/ABB-structuur................................................ 39 1.3........ Aard van het voorstel/initiatief....................................................................................... 39 1.4........ Doelstellingen............................................................................................................... 39 1.4.1..... De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie 39 1.4.2..... Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten.................................... 40 1.4.3..... Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en)........................................................................ 40 1.4.4..... Resultaat- en effectindicatoren....................................................................................... 40 1.5........ Motivering van het
voorstel/initiatief............................................................................... 41 1.5.1..... Behoefte(n) waarin op korte of lange
termijn moet worden voorzien............................... 41 1.5.2..... Toegevoegde waarde van de deelname
van de EU........................................................ 41 1.5.3..... Nuttige ervaring die bij soortgelijke
activiteiten in het verleden is opgedaan..................... 41 1.5.4..... Samenhang en eventuele synergie met
andere relevante instrumenten.............................. 41 1.6........ Duur en financiële gevolgen........................................................................................... 42 1.7........ Beheersvorm(en).......................................................................................................... 42 2........... BEHEERSMAATREGELEN....................................................................................... 43 2.1........ Regels inzake het toezicht en de
verslagen..................................................................... 43 2.2........ Beheers- en controlesysteem......................................................................................... 43 2.2.1..... Mogelijke risico’s......................................................................................................... 43 2.2.2..... Controlemiddel(en)....................................................................................................... 43 2.3........ Maatregelen ter voorkoming van
fraude en onregelmatigheden....................................... 44 3........... GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN
HET VOORSTEL/INITIATIEF..... 44 3.1........ Rubriek(en) van het meerjarige
financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 44 3.2........ Geraamde gevolgen voor de uitgaven............................................................................ 45 3.2.1..... Samenvatting van de geraamde gevolgen
voor de uitgaven............................................. 45 3.2.2..... Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten................................................................ 47 3.2.3..... Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten................................................... 48 3.2.3.1.. Samenvatting................................................................................................................ 48 3.2.3.2.. Geraamde personeelsbehoeften..................................................................................... 49 3.2.4..... Verenigbaarheid met het huidige
meerjarige financiële kader........................................... 51 3.2.5..... Bijdrage van derden aan de
financiering......................................................................... 51 3.3........ Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten....................................................................... 52 FINANCIEEL
MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming
van het voorstel/initiatief Voorstel
voor een Verordening van de Raad over de migratie van het
Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de
tweede generatie (SIS II) (herschikking) 1.2. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[51] Titel
18: Gebied van vrijheid, veiligheid en recht Solidariteit
— Buitengrenzen, terugkeer, visumbeleid en vrij verkeer van personen
(hoofdstuk 18 02) 1.3. Aard
van het voorstel/initiatief ¨ Het
voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ¨ Het
voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een
voorbereidende actie[52]
x Het voorstel/initiatief betreft de
verlenging van een bestaande actie ¨ Het
voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe
actie 1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met
het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de
Commissie De
strategie van de EU voor het beheer van rechtshandhavingsinformatie, die in het
programma van Stockholm[53]
is opgenomen, is een van de prioriteiten die de Europese Raad in 2010 voor het
gebied van vrijheid, veiligheid en recht heeft vastgesteld. Het
Schengeninformatiesysteem vormt de kern van de compenserende maatregelen die na
de opheffing van de binnengrenzen een hoog niveau van veiligheid moeten
garanderen. 1.4.2. Specifieke
doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke doelstelling nr. 1:
grensoverschrijding door personen mogelijk maken zonder grenscontroles, veilige
grenzen bevorderen en illegale migratie voorkomen door verdere ontwikkeling van
een geïntegreerd systeem voor beheer van de buitengrenzen; strenge normen voor
grenscontroles tot stand brengen, onder meer door ontwikkeling van SIS II en
financiële steun van het Buitengrenzenfonds. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Hoofdstuk
18 02: Solidariteit — Buitengrenzen, terugkeer, visumbeleid en vrij verkeer van
personen 1.4.3. Verwachte
resulta(a)t(en) en gevolg(en) Vermeld de gevolgen
die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen De migratie-instrumenten[54] moeten
een geslaagde migratie van SIS 1+ naar SIS II vergemakkelijken, door
vaststelling van de migratiearchitectuur, de technische vereisten, de fasen
waarin de migratie plaatsvindt en de respectieve taken van de Commissie en de
aan SIS 1+ deelnemende lidstaten. Het voorstel beoogt met
name het rechtskader voor de migratie aan te passen aan het door de deskundigen
van de lidstaten gekozen technische scenario[55], en in dat rechtskader enige aanvullende
flexibiliteit aan te brengen (zie punt 1.5.3). Naar aanleiding van de
inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wordt het rechtskader, dat in
overeenstemming met de pijlerstructuur die de toenmalige Verdragen kenmerkte,
voorheen uit twee rechtshandelingen bestond, bovendien samengevoegd tot één
enkele rechtshandeling. 1.4.4. Resultaat-
en effectindicatoren Vermeld de indicatoren
aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is
uitgevoerd. De
primaire doelstelling van het voorstel is bereikt wanneer de SIS 1+-gegevens
met succes zijn geladen in het centrale systeem van SIS II (en de nationale
systemen), de nationale toepassingen zijn overgeschakeld en alle functies van
SIS II voor alle lidstaten volledig beschikbaar zijn. 1.5. Motivering
van het voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n)
waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien De
lidstaten en de Commissie moeten alle technische elementen implementeren en de testonderdelen
uitvoeren die noodzakelijk zijn voor de integrale test die in de
voorbereidingsfase van de migratie plaatsvindt. 1.5.2. Toegevoegde
waarde van de deelname van de EU Het
uitwisselen van informatie over bepaalde categorieën personen en voorwerpen
tussen rechtshandhavingsautoriteiten, grensbewakingsautoriteiten, douane,
visumautoriteiten en gerechtelijke autoriteiten van de Schengenlanden behoort
tot de kernfuncties van SIS II. De Commissie is belast met de technische
ontwikkeling van het centrale SIS II, de communicatie-infrastructuur en de
converter. Bovendien coördineert de Commissie de activiteiten voor de
ontwikkeling van SIS II en verleent zij de lidstaten de nodige steun bij de
uitvoering van hun taken en verantwoordelijkheden. Zij zorgt daarmee voor de
nodige consistentie tussen het centrale project en de nationale projecten. 1.5.3. Nuttige
ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan Het rechtskader moet
voldoende flexibel zijn om onnodige kosten in verband met het migratieproces te
voorkomen. Met name moet het mogelijk zijn dat lidstaten die al naar SIS II
zijn overgeschakeld, alle functies daarvan gebruiken, zonder te hoeven wachten
tot alle andere lidstaten ook zijn overgeschakeld. Om het migratieproces
vlot en ordelijk te laten verlopen, moet voor bepaalde nationale activiteiten
in verband met de migratie ook worden voorzien in de mogelijkheid van
medefinanciering uit de algemene begroting van de Europese Unie. Dat geldt met
name voor de deelname van lidstaten aan testactiviteiten met betrekking tot de
migratie. 1.5.4. Samenhang
en eventuele synergie met andere relevante instrumenten Het
voorstel bouwt voort op Verordening (EG) nr. 1987/2006[56]
en Besluit 2007/533/JBZ[57]
betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). De
verstrijkingsdatum van de voorgestelde verordening wordt bepaald door die twee
rechtshandelingen. Het voorstel is bovendien in overeenstemming met andere
rechtshandelingen betreffende het testen, het netwerk en de beveiliging van SIS
II. 1.6. Duur
en financiële gevolgen x Voorstel/initiatief
met een beperkte geldigheidsduur –
x voorstel/initiatief wordt van kracht van 1 juli 2012[58] tot de
voltooiing van de migratie, waarschijnlijk niet later dan 30 juni 2013. –
x financiële gevolgen in 2012 en 2013 ¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte
geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en
met JJJJ –
gevolgd door een volledige uitvoering. Opmerking De uiterste
datum voor de voltooiing van de migratie wordt niet vastgesteld in de
voorgestelde verordening, maar wordt door de Raad bepaald overeenkomstig
artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 71, lid 2, van
Besluit 2007/533/JBZ. 1.7. Beheersvorm(en)[59] x Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door
uitvoeringstaken te delegeren aan: –
¨ uitvoerende agentschappen –
¨ door de Unie opgerichte organen[60] –
¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak
–
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van
titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die
worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het
Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met
lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer
met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer
dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”. 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels
inzake het toezicht en de verslagen Vermeld frequentie en
voorwaarden. De Commissie houdt
voortdurend streng toezicht op het werk van de contractant, in nauwe
samenwerking met de contractant voor kwaliteitsborging en de Raad beheer
totaalprogramma. Overeenkomstig de
contractuele bepalingen beoordeelt de Commissie de vorderingen van het SIS
II-project met regelmatige tussenpozen en worden de prestaties afgemeten aan de
vereiste normen en vooraf vastgestelde criteria, zulks in samenwerking met de
contractant voor kwaliteitsborging. Ieder halfjaar wordt aan
het Europees Parlement en de Raad verslag uitgebracht over de werkzaamheden in
verband met de ontwikkeling van SIS II en de voorbereidingen voor de migratie
van SIS 1+ naar SIS II, zoals voorgeschreven in artikel 18 van de
migratie-instrumenten. In de verslagen wordt systematisch aandacht besteed aan
de uitvoering van de begroting voor het centrale SIS II-project (vastleggingen
en betalingen). 2.2. Beheers-
en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke
risico’s 1. Op centraal niveau:
het risico dat vertraging optreedt in het algemene tijdschema door onvoorziene
gebeurtenissen of wanprestatie door de hoofdcontractant voor de ontwikkeling. 2. Op nationaal niveau:
het risico dat vertraging optreedt ten opzichte van het algemene tijdschema
doordat een of meer lidstaten niet klaar zijn met de nationale ontwikkeling
(bijvoorbeeld doordat zij niet klaar zijn voor de deelname aan de testfasen
waarin het algemene schema voorziet, als gevolg van vertraging bij de
aanbesteding, technische problemen of een tekort aan financiële middelen om de
nationale ontwikkeling voort te zetten en de migratie te voltooien). Zelfs als maar één
lidstaat te laat klaar is, kan de inwerkingtreding van SIS II in gevaar komen,
omdat dan niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor de inbedrijfstelling
(de vereisten dat alle lidstaten melden dat zij gereed zijn en dat een
integrale test met alle lidstaten met succes is uitgevoerd). 2.2.2. Controlemiddel(en) De Commissie houdt
voortdurend streng toezicht op de risico’s in verband met het project, in nauwe
samenwerking met de Raad beheer totaalprogramma, de lidstaten en de contractant
voor kwaliteitsborging. Het gebruik van
medefinanciering wordt onderworpen aan controle door de Commissie en de
Rekenkamer. 2.3. Maatregelen
ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande en geplande preventie- en
beschermingsmaatregelen. De
Commissie zal de optie van financiering door middel van medefinanciering (met
subsidies) uit de algemene begroting van de Unie beoordelen, vaststellen en
beheren in overeenstemming met de bepalingen van het Financieel Reglement. De
Commissie kan haar financiële bijdrage verlagen, inhouden of beëindigen. De
Commissie en de Rekenkamer kunnen alle nodige controles en inspecties
verrichten om een goed beheer van de EU-middelen te waarborgen en de financiële
belangen van de Unie te beschermen tegen fraude of onregelmatigheden. 3. GERAAMDE FINANCIËLE
GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en)
van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven In de volgorde van de rubrieken van het meerjarige
financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage Nummer Schengeninformatiesysteem II || GK ([61]) || van EVA-landen[62] || van kandidaat-lidstaten[63] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement 3A || 18 02 04 || GK || NEE || NEE || JA || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: geen 3.2. Geraamde
gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting
van de geraamde gevolgen voor de uitgaven in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader: || 3 A || Vrijheid, veiligheid en recht DG: HOME || || || Jaar 2012 (pro rata vanaf 1 juli) || Jaar 2013 (pro rata tot 30 juni) || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL Beleidskredieten || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel: 18 02 04 || Vastleggingen || (1) || 28,120 || 7,120 || || || || || 35,240 Betalingen || (2) || 18,184 || 17,056 || || || || || 35,240 Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || || Betalingen || (2a) || || || || || || || Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten[64] || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || TOTAAL kredieten voor DG HOME || Vastleggingen || = 1 + 1a + 3 || 28,120[65] || 7,120 || || || || || 35,240 Betalingen || = 2 + 2a + 3 || 18,184 || 17,056 || || || || || 35.240 Rubriek van het meerjarige financiële kader: || 5 || “Administratieve uitgaven” in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) || || || Jaar 2012 (pro rata vanaf 1 juli) || Jaar 2013 (pro rata tot 30 juni) || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL DG: HOME || || || Personele middelen || 2,675 || 2,439 || || || || || 5,114 Andere administratieve uitgaven || 0,152 || 0,152 || || || || || 0,304 TOTAAL DG HOME || Kredieten || 2,827 || 2,590 || || || || || 5,418 TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 2,827 || 2,590 || || || || || 5,418 in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) || || || Jaar 2012 || Jaar 2013 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAL TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 30,947 || 9,710 || || || || || 40,658 Betalingen || 21,011 || 19,646 || || || || || 40,658 3.2.2. Geraamde
gevolgen voor de beleidskredieten – ¨ Voor het
voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig – x Voor het
voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt
beschreven: Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op 3
decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar 2012 (pro rata vanaf 1 juli) || Jaar 2013 2013 (pro rata tot 30 juni) || TOTAAL || Soort output[66] || Gemiddelde jaarlijkse kosten van de output || Aantal outputs || Kosten || Aantal outputs || Kosten || Totaal aantal outputs || Totale kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[67] Voorbereidingen voor de inbedrijfstelling van SIS II || || || || || || – Output 1 || Wijzigingen SIS II || || || 0 || || 0 || || 0 – Output 2 || Kwaliteitsborging || || || 1,250 || || 1,250 || || 2,500 – Output 3 || sTESTA (communicatie- infrastructuur) || || || 7,500 || || 0 || || 7,500 – Output 4 || Beveiligingsaudits || || || 0,500 || || 0 || || 0,500 – Output 5 || Optie beveiliging || || || 0,500 || || 0 || || 0,500 – Output 6 || Optie medefinanciering lidstaten[68] || || || 15,750 || || 5,250 || || 21,000 – Output 7 || Beheer totaalprogramma || || || 0,120 || || 0,120 || || 0,240 – Output 8 || Studies || || || 2,000 || || 0 || || 2,000 – Output 9 || Voorlichtingscampagne || || || 0,500 || || 0,500 || || 1,000 Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || 28,120 || || 7,120 || || 35,240 TOTALE KOSTEN || || 28,120 || || 7,120 || || 35,240 3.2.3. Geraamde
gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig –
x Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig,
zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) || Jaar 2012 (pro rata vanaf 1 juli) || Jaar 2013 2013 (pro rata tot 30 juni) || || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || 2,675 || 2,439 || || || || || || 5,114 Andere administratieve uitgaven || 0,152 || 0,152 || || || || || || 0,304 Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 2,827 || 2,590 || || || || || || 5,418 Buiten RUBRIEK 5[69] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || || || || || || || || Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || TOTAAL || 2,827 || 2,590 || || || || || || 5,418 3.2.3.2. Geraamde
personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
x Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1
decimaal) || Jaar 2012 || Jaar 2013 || || || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 33 || 32 || || || || || XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || || Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE)[70] XX 01 02 01 (CA, INT, SNE van de “totale financiële middelen”) || 17 || 12 || || || || || XX 01 02 02 (CA, INT, JED, LA en SNE in de delegaties) || || || || || || || XX 01 04 jj[71] || – zetel[72] || || || || || || || – delegaties || || || || || || || XX 01 05 02 (CA, INT, SNE – onderzoek door derden) || || || || || || || 10 01 05 02 (CA, INT, SNE – eigen onderzoek) || || || || || || || Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || || TOTAAL || 50 || 44 || || || || || XX is het beleidsterrein
of de begrotingstitel De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Dit laat onverlet de oprichting van een Europees Agentschap
voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van
vrijheid, veiligheid en recht[73]
en de aan dat agentschap toe te delen taken, waardoor eind 2013 50
voltijdequivalenten (27 posten en 23 voltijdequivalenten aan extern personeel)
zullen zijn vrijgekomen die momenteel bestemd zijn voor SIS II, VIS en Eurodac. 2012 Berekening:
ambtenaren en tijdelijke functionarissen AD/AST
– 127 000 EUR per jaar * 33 personen = 4,191 miljoen EUR Van 1 juli tot en met 31 december: 2,096 miljoen EUR Berekening: extern
personeel Arbeidscontractanten:
64 000 EUR per jaar * 9 personen = 0,576 miljoen EUR Nationale
deskundigen: 73 000 EUR per jaar * 8 personen = 0,584 miljoen EUR Totaal
extern personeel: 1,160 miljoen EUR Van 1 juli tot en met 31 december: 0,580 miljoen EUR 2013 Berekening:
ambtenaren en tijdelijke functionarissen AD/AST
– 127 000 EUR per jaar * 32 personen = 4,064 miljoen EUR Van 1
januari tot en met 30 juni: 2,032 miljoen EUR Berekening: extern
personeel Arbeidscontractanten:
64 000 EUR per jaar * 7 personen = 0,448 miljoen EUR Nationale
deskundigen: 73 000 EUR per jaar * 5 personen = 0,365 miljoen EUR Totaal
extern personeel: 0,813 miljoen EUR Van 1 januari tot en met 30 juni: 0,407 miljoen EUR Beschrijving van de
uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Programmacoördinatie, programmabeheer, evaluatie en rapportage, aanbestedingen, contractbeheer Extern personeel || Technisch beheer, IT en administratieve ondersteuning 3.2.4. Verenigbaarheid
met het huidige meerjarige financiële kader –
x Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige
financiële kader –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarige financiële kader Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder
vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[74] Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de
betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. 3.2.5. Bijdrage
van derden aan de financiering –
Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden –
Het voorstel/initiatief voorziet in
medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) || Jaar 2012 || Jaar 2013 || || || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal Medefinancieringsbron || || || || || || || || TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || || 3.3. Geraamde
gevolgen voor de ontvangsten – ¨ Het
voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten – x Het
voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen: ¨ voor de eigen middelen ¨ voor de diverse ontvangsten Details medefinanciering Indien het voorstel door lidstaten of uit
andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming
daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de
medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is): niet van toepassing ·
Bijdrage van Noorwegen (2,406882%) en van IJsland
(0,073102%) [cijfers 2010] voor operationele kosten op basis van artikel 12,
lid 1, tweede alinea, van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese
Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop
IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de
ontwikkeling van het Schengenacquis[75]. ·
Bijdrage van Zwitserland (3,043387%) en van
Liechtenstein (0,026579%) [cijfers 2010] voor operationele kosten op basis van
artikel 11, lid 3, tweede alinea, van de Overeenkomst tussen de Europese
Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop
Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling
van het Schengenacquis en het Protocol tussen de Europese Unie, de
Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein
betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst
tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat
inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de
toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[76]. in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[77] Jaar 2012 || Jaar 2013 || || || … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Bijdrage NO || || 0,438 || 0,411 || || || || || Bijdrage IS || || 0,013 || 0,012 || || || || || Bijdrage CH || || 0,553 || 0,519 || || || || || Bijdrage LIE || || 0,005 || 0,004 || || || || || TOTAAL artikel xxxx || || 1,009 || 0,947 || || || || || Voor de diverse
ontvangsten die worden “toegewezen”, vermeld het (de) betrokken
begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven. Vermeld de wijze van
berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. Zie boven. [1] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4. [2] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1. [3] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4. [4] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63. [5] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1. [6] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43. [7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. [8] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [9] PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1. [10] PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19. [11] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4. [12] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1. [13] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1. [14] PB L 79 van 20.3.2007, blz. 20 en 29. [15] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1. [16] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14. [17] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1. [18] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43. [19] PB L 257 van 30.9.2009, blz. 41. [20] PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22. [21] PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3. [22] PB C … [23] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1. [24] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43. [25] PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19. [26] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4. [27] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1. [28] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4. [29] PB
L 205 van 7.8.2007, blz. 63. [30] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63. [31] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1. [32] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14. [33] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. [34] PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22. [35] PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3. [36] PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1. [37] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2. [38] PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1. [39] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [40] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. [41] PB L 12 van 17.1.2004, blz. 47. [42] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43. [43] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20. [44] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36. [45] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31. [46] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52. [47] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1. [48] PB
L 160 van 18.5.2011, blz. 19. [49] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1. [50] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43. [51] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based
Budgeting. [52] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [53] Het programma van Stockholm — Een open en veilig Europa
ten dienste en ter bescherming van de burger, PB C 115 van 4.5.2010. [54] Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008
over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008,
blz. 1); Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie
van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem
van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43). [55] Dit technische scenario (dat bekend staat als het
“migratieplan”) is door de lidstaten unaniem goedgekeurd in het SISVIS-comité
op 23 februari 2011. [56] Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement
en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het
gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), PB
L 381 van 28.12.2006, blz. 4. [57] Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007
betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), PB L 205 van 7.8.2007,
blz. 63. [58] Streefdatum voor de inwerkintreding van de gewijzigde
verordening van de Raad die het onderwerp is van dit voorstel. [59] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar
het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html [60] In de zin van artikel 185 van het Financieel
Reglement. [61] GK = gesplitste kredieten; NGK = niet-gesplitste
kredieten. [62] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [63] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële
kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [64] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU
(vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [65] Aangezien er nog onbenutte bedragen beschikbaar zijn,
zullen deze worden gebruikt. Een begrotingswijziging is daarom niet nodig. [66] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.). [67] Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke
doelstelling(en)”. [68] Kosten verbonden aan de deelname van de lidstaten aan de
voorbereiding van de migratie, met name de coördinatie van de tests. Naar
schatting zijn de extra kosten voor de voorbereidingen voor de migratie min of
meer dezelfde voor elke lidstaat, ongeacht de omvang ervan: 1 projectmanager
€ 1 500/dag, 4 specialisten € 1 200/dag (databasebeheerder,
systeemspecialist en applicatiespecialisten/ontwikkelaars), 2,5 operator
€ 700/dag; in totaal € 8 050 per dag gedurende 120 dagen =
€ 966 000 per aan SIS 1+ deelnemende lidstaat. Er wordt verondersteld
dat 75% van de kredieten in 2012 wordt vastgelegd en de rest in 2013. [69] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU
(vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [70] CA = Contract Agent (arbeidscontractant); INT = intérimaire
(uitzendkracht); JED = Jeune expert en délégation (jonge deskundige in
delegatie); LA = Local Agent (plaatselijk functionaris); SNE = Seconded
National Expert (gedetacheerd nationaal deskundige). [71] Onder het maximum voor extern personeel uit
beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen). [72] Vooral voor structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds
voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF). [73] Verordening (EG) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement
en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor
het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van
vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1). [74] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel
Akkoord. [75] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36. [76] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52, en PB L 160 van 18.6.2011,
blz. 84. [77] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en
suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25%
aan inningskosten.