This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0632
DRAFT AMENDING BUDGET N° 6 TO THE GENERAL BUDGET 2012 GENERAL STATEMENT OF REVENUE STATEMENT OF EXPENDITURE BY SECTION Section III – Commission
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie
/* COM/2012/0632 final */
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie /* COM/2012/0632 final */
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III - Commissie Gezien: –
het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, –
de Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de
Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de
algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name artikel 37, –
de algemene begroting van de Europese Unie voor het
begrotingsjaar 2012, die op 1 december 2011[2]
is goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 1/2012[3], die op 20 april 2012 is
goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 2/2012[4], die op 12 juni 2012 is
goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 3/2012[5], die op 5 juli 2012 is
goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 4/2012[6], die op 20 juni 2012 is
goedgekeurd, –
de gewijzigde begroting nr. 5/2012[7], die op 19 september 2012 is
goedgekeurd, dient de Europese
Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr.
6 bij de begroting 2012 in. WIJZIGINGEN
IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING De wijzigingen in
de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex:
(http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm). Ter informatie is
een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat als budgettaire bijlage
bijgevoegd. INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding.. 4 2. Ontvangsten.. 4 2.1. Herziening van de eigen
middelen.. 4 2.2. Overige ontvangsten.. 5 3. Verhoging van de betalingskredieten.. 5 3.1. Rubriek 1a
Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid.. 6 3.2. Rubriek 1b Samenhang
ter bevordering van groei en werkgelegenheid.. 10 3.3. Rubriek 2 Bescherming
en beheer van natuurlijke hulpbronnen.. 12 3.4. Rubriek 3a Vrijheid,
veiligheid en rechtvaardigheid.. 13 3.5. Rubriek 4 De EU als
mondiale speler.. 14 4. Verlagingen van vastleggings- en betalingskredieten.. 16 5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader.. 19 1. Inleiding Dit ontwerp van gewijzigde
begroting (OGB) nr. 6 voor 2012 heeft betrekking op het volgende: –
de gebruikelijke actualisering van de geraamde
ontvangsten na de herziening van de ramingen van de eigen middelen en andere
ontvangsten; –
een verhoging van de betalingskredieten van bijna
9,0 miljard EUR voor de rubrieken 1a, 1b, 2, 3a en 4 van het meerjarig
financieel kader om tot het einde van het jaar te voorzien in de nog niet
gedekte kosten, waardoor toezeggingen kunnen worden nagekomen, boeten worden
vermeden en begunstigden kunnen beschikken over de middelen die in het
uitgestippelde EU-beleid waren uitgetrokken en waarvoor de vastleggingen in
vorige jaarbegrotingen waren goedgekeurd. De Commissie heeft vastgesteld dat
middelen ten belope van 47,4 miljoen EUR kunnen worden herschikt; –
een verlaging van het niveau van de
vastleggingskredieten in de begroting met 133,4 miljoen EUR om rekening te
houden met de laatste stand van zaken bij de uitvoering en de herziene ramingen
van de reële behoeften tot het einde van het jaar. Wijzigingen
op het vlak van de eigen middelen in combinatie met een aanzienlijke stijging
van de ontvangsten van boeten en rentebetalingen ten belope van 3 525
miljoen EUR resulteren in een totale nettostijging van de ontvangsten met
3 080,8 miljoen EUR, waardoor het effect van de OGB nr. 6 op de
bni-bijdragen van de lidstaten wordt beperkt. In totaal wordt om
betalingskredieten ten belope van 138 752,8 miljoen EUR
verzocht, hetgeen overeenstemt met 1,08 % van het bni van de Europese
Unie. Hierdoor blijft er een marge van 3 451,4 miljoen EUR ten
opzichte van het in het meerjarig financieel kader opgenomen maximum 2012 voor
betalingskredieten. 2. Ontvangsten 2.1. Herziening van de eigen middelen Overeenkomstig artikel 16 van
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van 22 mei 2000[8] heeft de Commissie de raming
van de ontvangsten aan eigen middelen herzien. Deze herziening heeft in het
bijzonder betrekking op de saldi van de btw (belasting over de toegevoegde
waarde) en het bni (bruto nationaal inkomen), alsmede op de traditionele eigen
middelen. Uitgaande van de btw- en
bni-saldi van de eigen middelen van vorige jaren en op basis van de beschikbare
informatie stelt de Commissie voor een bedrag van 497,3 miljoen EUR op te
nemen. Deze verhoging heeft betrekking op de hoofdstukken 31[9] en 32[10] van de ontvangstenzijde van de
begroting. Op dit moment hebben de
berekeningen met betrekking tot de saldi van de lidstaten nog steeds een
voorlopig karakter, omdat de verificatie van de bni- en btw-gegevens momenteel
nog aan de gang is. De Commissie kan in de loop van deze OGB-procedure de
cijfers dus nog herzien. De Commissie stelt ook voor
de traditionele eigen middelen in hoofdstuk 12[11]
van de ontvangsten met 950 miljoen EUR te verlagen om rekening te
houden met de tendens van de douanerechten die tot nu toe ter beschikking van
de begroting zijn gesteld. Indien door de nieuwe gegevens voor het laatste
kwartaal van het jaar deze raming aanzienlijk moet worden gewijzigd, zal de
Commissie haar cijfers in de loop van de begrotingsprocedure herzien. 2.2. Overige ontvangsten Gezien de bedragen die dit jaar al zijn ontvangen of waarschijnlijk
worden ontvangen, wordt voorgesteld om de oorspronkelijke raming te verhogen
met een nettobedrag van 3 533,5 miljoen EUR. In de onderstaande
tabel zijn de cijfers voor de betreffende ontvangsten vermeld. Ontvangsten || Begroting 2012 || OGB 6/2012 || Nieuw bedrag 5 2 0 0 - Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere ontvangsten over de rekeningen van de instellingen || 6 500 000 || 3 500 000 || 10 000 000 5 2 1 0 - Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt || 10 000 000 || 5 000 000 || 15 000 000 Subtotaal ¾ Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere ontvangsten || 16 500 000 || 8 500 000 || 25 000 000 7 0 0 0 - Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten || 5 000 000 || 155 000 000 || 160 000 000 7 0 1 - Rente voor betalingsachterstand en overige rente op boeten || 15 000 000 || 265 000 000 || 280 000 000 7 1 0 - Geldboeten, dwangsommen en andere sancties || 100 000 000 || 3 075 000 000 || 3 175 000 000 7 1 2 - Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen || p.m. || 30 000 000 || 30 000 000 Subtotaal – Achterstandsrente en boeten || 120 000 000 || 3 525 000 000 || 3 645 000 000 Totaal || 136 500 000 || 3 533 500 000 || 3 670 000 000 3. Verhoging
van de betalingskredieten In september werd alle
diensten van de Commissie gevraagd hun ramingen van de behoeften tot het einde
van 2012 te actualiseren en hun verzoeken om aanpassing van de
betalingskredieten in te dienen. Deze herzieningen vormen de grondslag voor de
zogeheten "algemene overschrijving" (DEC 30/2012), die tot doel heeft
goedgekeurde betalingskredieten tussen begrotingsonderdelen te herschikken,
overeenkomstig de recentste geactualiseerde behoeften. De Commissie heeft er bij de
opmaak van de algemene overschrijving voor 2012 naar gestreefd de toegenomen
behoeften aan betalingskredieten voor sommige begrotingsonderdelen op te vangen
met ongebruikte bedragen van sommige andere, teneinde tot een volledige
besteding te komen. Met het voorstel was een bedrag gemoeid van 419,7 miljoen
EUR, zijnde ongeveer 0,3 % van de totale goedgekeurde betalingen van de
begroting 2012. In totaal gaat het om 110 begrotingsonderdelen (voor
65 begrotingsonderdelen worden de middelen verhoogd en voor 45
verlaagd). In 2011 beliep de overeenstemmende
waarde van de algemene overschrijving 719,2 miljoen EUR, en in 2010
ging het om 1 792 miljoen EUR. Dat het bedrag dit jaar betrekkelijk
laag is, valt toe te schrijven aan de krapte voor betalingen in de begroting
2012. Er is slechts 419,7 miljoen EUR beschikbaar voor herschikking
en er kon slechts binnen de grenzen van dit bedrag aan een deel van de
verzoeken om verhoging worden voldaan. Zoals reeds in de loop van het jaar
geraamd en gemeld, zijn deze verzoeken gewoonweg te groot om door middel van
herschikking binnen de in de begroting 2012 beschikbare kredieten te worden
gehonoreerd. Derhalve moet een beroep worden gedaan op een gewijzigde
begroting. Het verzoek kan ook niet los
worden gezien van de vastgestelde begroting 2012, waarbij het niveau van de
betalingskredieten 3,6 miljard EUR lager was dan het bedrag dat was opgenomen
in het voorstel van ontwerpbegroting van de Commissie, waardoor vanaf het begin
van het jaar de marge voor betalingen bijzonder krap was. De
Commissie moet derhalve een beroep doen op de gemeenschappelijke verklaring die
tijdens de bemiddeling over de begroting 2012 is overeengekomen en die deel
uitmaakt van de gezamenlijke conclusies van 19 november 2011. In deze
verklaring verzochten de Raad en het Europees Parlement de Commissie "een
gewijzigde begroting in te dienen en daarin om bijkomende betalingskredieten te
verzoeken indien zou blijken dat de kredieten in de begroting 2012 niet
volstaan om de uitgaven te dekken." Van hun kant hebben het Europees
Parlement en de Raad zich ertoe verbonden "zo spoedig mogelijk een
standpunt ten aanzien van een ontwerp van gewijzigde begroting in te nemen om
te voorkomen dat er een tekort aan betalingskredieten ontstaat." 3.1. Rubriek 1a Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid Het verzoek om verhoging voor
rubriek 1a bedraagt in totaal 625,3 miljoen EUR. Deze middelen worden
uitgetrokken voor de elf onderstaande begrotingsonderdelen: Begrotings-onderdeel || Begrotingsonderdeel || Betalingen (EUR) 02 04 01 01 || Onderzoek op het gebied van ruimtevaart || 43 000 000 02 04 01 02 || Onderzoek op het gebied van veiligheid || 35 000 000 02 05 01 || Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) || 4 850 000 04 05 01 || Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) || 17 657 535 08 02 01 || Samenwerking — Volksgezondheid || 79 790 000 08 04 01 || Samenwerking —Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën || 63 906 000 08 06 01 || Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering) || 39 113 000 08 10 01 || Ideeën || 30 000 000 09 04 01 01 || Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) || 30 000 000 15 02 22 || Programma "Een leven lang leren" || 180 000 000 15 07 77 || Mensen || 102 000 000 Totaal || 625 316 535 02 04 01
01 — Onderzoek op het gebied van ruimtevaart (+ 43 miljoen EUR) Medio oktober 2012 lag het
bestedingspercentage van de betalingskredieten voor deze begrotingspost op 94,6 %.
De verhoging is nodig voor de volgende nog te betalen vastleggingen: –
door de begunstigden gevraagde tussentijdse en
saldobetalingen, op basis van de subsidieovereenkomsten die reeds ondertekend
zijn naar aanleiding van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor
2007, 2008, 2009 en 2010. Hierbij gaat het om contractuele en wettelijke
verplichtingen (deel van de uitstaande verplichtingen, hierna "RAL"
genoemd); –
voorfinancieringen met betrekking tot de RAL of
subsidieovereenkomsten die reeds ondertekend zijn (7 projecten) in het kader
van de oproep tot het indienen van voorstellen FP7-SPACE-2011-1. Als uiterste
termijn geldt dat alle subsidieovereenkomsten van deze oproep vóór het einde
van 2012 ondertekend moeten zijn; –
voorfinancieringen voor de nieuwe
subsidieovereenkomsten die in het kader van de oproep tot het indienen van
voorstellen FP7-SPACE-2012-1 ondertekend moeten worden. Vóór het einde van 2012
moeten er subsidies verleend kunnen worden (hierbij gaat het om 42 projecten). 02 04 01
02 — Onderzoek op het gebied van veiligheid (+ 35 miljoen EUR) Medio oktober lag het
bestedingspercentage van de betalingskredieten voor deze begrotingspost op 100
%. De verhoging is nodig voor de volgende nog te betalen vastleggingen: –
door de begunstigden gevraagde tussentijdse en
saldobetalingen, op basis van de subsidieovereenkomsten die reeds ondertekend
zijn naar aanleiding van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor
2007, 2008, 2009 en 2010. Hierbij gaat het om contractuele en wettelijke
verplichtingen (deel van de "RAL"); –
voorfinancieringen met betrekking tot de RAL of
subsidieovereenkomsten die reeds ondertekend zijn (33 projecten) in het kader
van de oproep tot het indienen van voorstellen FP7-SEC-2011-1. Als uiterste
termijn geldt dat alle subsidieovereenkomsten van deze oproep vóór het einde
van 2012 ondertekend moeten zijn; –
voorfinancieringen voor de nieuwe
subsidieovereenkomsten die in het kader van de oproep tot het indienen van
voorstellen FP7-SEC-2012-1 ondertekend moeten worden. Vóór het einde van 2012
moeten er subsidies verleend kunnen worden (hierbij gaat het om 7 projecten). 02 05
01 - Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en
Galileo) (+ 4,9 miljoen EUR) Er wordt verzocht om de
middelen met een bedrag van 4,9 miljoen EUR te verhogen, om de Commissie in
staat te stellen haar contractuele verplichtingen (nog te betalen
vastleggingen) na te komen in het kader van de delegatieovereenkomst met het
Europees Ruimteagentschap (ESA). In het kader van de algemene overschrijving is
reeds verzocht om een verhoging met 17,2 miljoen EUR. De toegewezen middelen
zullen worden benut voor de betaling van de tweede jaarlijkse vergoeding die
aan de ESA is toegekend en voor de financiering van aanvullende
overheidsopdrachten die reeds in 2011 zijn uitgeschreven (8 extra satellieten +
aanpassing Ariane 5 + bijdragen). Dit zijn wettelijke verplichtingen. 04 05
01 — Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (+
17,7 miljoen EUR) De in het
EFG-begrotingsonderdeel van de begroting 2012 opgenomen betalingskredieten van
50 miljoen EUR zijn nu opgebruikt. De verhoging is nodig voor de dekking
van uitgaven voor vijf zaken waarvoor het voorstel om een beroep te doen op
EFG-middelen eind oktober/begin november zal worden ingediend. Het betreft hier
aanvragen van Denemarken, Spanje, Italië, Oostenrijk, Roemenië en Finland. 08 02 01 — Samenwerking — Volksgezondheid (+ 79,8 miljoen
EUR) Medio oktober bedroeg het
uitvoeringspercentage van de betalingen voor dit begrotingsonderdeel
97,1 %. De verhoging is nodig voor de financiering van de tussentijdse en
saldobetalingen die betrekking hebben op vorige oproepen tot het indienen van
voorstellen (FP-7-Health-2007/2008/2009/2010), voor een bedrag van 9,8 miljoen
EUR. Dit heeft betrekking op betalingen voor 40 projecten en zorgt ervoor dat
betaling van achterstandsrente wordt vermeden of beperkt blijft. Een extra bedrag van 70
miljoen EUR heeft betrekking op de oproep tot het indienen van voorstellen FP-7
Health-2012-Innovation-1 2012. Deze oproep is ingeleid in juli 2011. De
indieningstermijnen werden vastgesteld op 4 oktober 2011 en 8 februari 2012
(voor de indieningsprocedure met twee fasen). De voorfinanciering voor de
geselecteerde projecten is nodig om vertragingen te voorkomen bij de uitvoering
van deze onderzoeksprojecten. 08 04 01 - Samenwerking
— Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe
productietechnologieën (+ 63,9 miljoen EUR) Medio oktober bedroeg het
bestedingspercentage van dit begrotingsonderdeel 83,4 %. De gevraagde
verhoging is nodig voor de financiering van de tussentijdse en saldobetalingen
die betrekking hebben op oproepen tot het indienen van voorstellen uit de
periode 2009-2011. Ongeveer 35 subsidieovereenkomsten komen in aanmerking,
waardoor de betaling van achterstandsrente wordt vermeden of beperkt blijft. Voorfinancieringen met
betrekking tot de oproepen tot het indienen van voorstellen 2012
(FP7-NMP-2012-LARGE, FP7-NMP-2012-SMALL en FP7-NMP-2012-SME) zijn ook nodig om
vertragingen bij de uitvoering van deze onderzoeksprojecten te voorkomen. 08 06 01 - Samenwerking —
Milieu (inclusief klimaatverandering) (+ 39,1 miljoen EUR) Deze aanpassing heeft
betrekking op voorfinancieringen voor de oproepen tot het indienen van
voorstellen 2012 en meer in het bijzonder op de oproepen FP7-ENV-2012 met twee
fasen. Het tijdstip van de beoordeling en de onderhandelingen is aangepast om
rekening te kunnen houden met de nieuwe doelstellingen die in 2012 zijn
vastgesteld (260 dagen, van de sluitingsdatum van de oproep tot de
ondertekening van 75 % van de subsidieovereenkomsten). Bijgevolg moet ten
minste 75 % van de onderhandelde subsidieovereenkomsten tegen eind oktober
worden ondertekend en 95 tot 100 % tegen het einde van het jaar.
Overeenkomstig het Financieel Reglement moeten voorfinancieringen binnen een
termijn van 45 dagen na de ondertekening van de subsidieovereenkomsten tot
stand komen. Het extra bedrag van
39,1 miljoen EUR is noodzakelijk voor de voorfinanciering van
ongeveer 15 subsidieovereenkomsten (van de 43 die momenteel voor deze oproep
zijn onderhandeld). Deze verhoging is ook essentieel om vertragingen bij de
uitvoering van de onderzoeksprojecten te voorkomen. 08 10 01 — Ideeën (+ 30 miljoen EUR) De gevraagde verhoging heeft
betrekking op voorfinancieringen voor oproepen tot het indienen van voorstellen
2012 (subsidies 2012 voor starters en voor gevorderden). Het tijdstip voor de
beoordeling/onderhandeling over deze oproepen is vervroegd. Ongeveer 35-40
voorfinancieringen moeten met deze extra kredieten tot stand komen. Deze
verhoging is ook nodig om vertragingen bij de uitvoering van de
onderzoeksprojecten te voorkomen. 09 04 01 01 -
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie-
en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) (+ 30 miljoen EUR) Het tempo waarin de
onderhandelingen over de naar aanleiding van oproep 8 geselecteerde
ICT-samenwerkingsprojecten van het KP7 vorderen, leidt ertoe dat meer
voorfinancieringen dan aanvankelijk verwacht nodig zullen zijn voor projecten
waarvan de start is gepland tussen september en december 2012. Concreet wordt
vόόr het einde van het jaar voorzien in de afwikkeling van 231
voorfinancieringsbetalingen betreffende oproepen van 2012. Daarnaast moet ook
vόόr het einde van het jaar voorzien worden in de betaling van
235 kostendeclaraties voor in vorige oproepen geselecteerde projecten. Het
extra bedrag van 30 miljoen EUR is het strikte minimum om te kunnen
voldoen aan de verplichtingen ten opzichte van derde partijen. Bij het
bestedingspercentage van 70,0 % medio oktober moet worden opgemerkt dat de
betalingen fors toenemen naarmate het jaar vordert, waarbij de resterende
middelen voor dit begrotingsonderdeel begin december opgebruikt zullen zijn. 15 02 22 — Programma
"Een leven lang leren" (+ 180 miljoen EUR) De beschikbare middelen voor
het programma "Een leven lang leren" volstaan niet om tot het einde
van het jaar te kunnen voorzien in de behoefte aan betalingskredieten,
aangezien het bestedingspercentage medio oktober reeds 99,4 % bedraagt.
Momenteel is het onmogelijk de tussentijdse betalingen (160,7 miljoen EUR) uit
te voeren die op grond van de contractuele bepalingen van de overeenkomsten met
de nationale agentschappen moeten worden verricht. Daarnaast is een extra
bedrag van 19,3 miljoen EUR noodzakelijk voor de voorfinanciering, tussentijdse
en saldobetalingen van individuele projecten die worden beheerd door het
Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA). 15 07 77 — Mensen
(+ 102 miljoen EUR) Met de verhoging kan het
Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA) de betalingen financieren die vóór het
einde van 2012 moeten worden uitgevoerd. Medio oktober bedroeg het bestedingspercentage
84,9 %. Meer dan 70 % van het
gevraagde bedrag heeft betrekking op de betaling van uitstaande verplichtingen
die vóór 2012 zijn aangegaan (RAL). De resterende middelen zijn bestemd voor
voorfinancieringen van de nieuwe subsidieovereenkomsten die in het kader van
oproepen tot het indienen van voorstellen van 2012 ondertekend moeten worden en
waarvoor de subsidies vóór het einde van 2012 moeten worden verleend. 3.2. Rubriek 1b Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid Voor rubriek 1b wordt een
verhoging van in totaal 7 170,5 miljoen EUR gevraagd, die als volgt
over veertien begrotingsonderdelen is verdeeld: Begrotings-onderdeel || Omschrijving || Betalingen (EUR) 04 02 01 || Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006) || 189 000 000 04 02 02 || Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) || 9 000 000 04 02 04 || Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006) || 2 000 000 04 02 17 || Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie || 1 837 000 000 04 02 19 || Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid || 1 060 000 000 04 02 20 || Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013) || 3 500 000 13 03 01 || Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006) || 790 000 000 13 03 04 || Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006) || 80 000 000 13 03 13 || Voltooiing van het EU-initiatief Interreg III (2000-2006) || 50 000 000 13 03 16 || Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie || 1 400 000 000 13 03 19 || Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking || 400 000 000 13 04 01 || Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007) || 250 000 000 13 04 02 || Cohesiefonds || 1 100 000 000 Totaal || 7 170 500 000 In het kader van de
voltooiing van de programma's van de voorgaande periode 2000-2006 kan de
Commissie voor veel programma's overgaan tot betaling van het saldobedrag, maar
de overeenkomstige vastleggingen in de diverse begrotingsonderdelen zijn of
zullen weldra volledig besteed zijn. Het is dan ook noodzakelijk om de
betalingskredieten in de begroting 2012 te verhogen aangezien de betrokken
kredieten niet in de ontwerpbegroting 2013 zijn opgenomen. Voor de nieuwe programma's
van de periode 2007-2013 hebben de lidstaten op 15 oktober voor een hoger
bedrag betalingsaanvragen ingediend dan op dezelfde datum het voorgaande jaar.
Bovendien diende de Commissie ook uit de begroting 2012 te putten voor
betalingsaanvragen van het voorgaande jaar die zij in 2011 had kunnen betalen
als hiervoor de nodige kredieten beschikbaar waren geweest. Aangezien er
slechts een fractie meer kredieten beschikbaar zijn dan het voorgaande jaar,
moeten de betalingskredieten worden verhoogd om de juridische verbintenissen na
te kunnen komen en te voorkomen dat het jaar wordt afgesloten met te veel
onbetaalde betalingsaanvragen, die in 2013 voor problemen kunnen zorgen. 04 02 01 — Voltooiing
van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)
(+ 189 miljoen EUR) Begin oktober waren de
betalingskredieten voor dit begrotingsonderdeel bijna volledig besteed
(uitvoeringspercentage van 99,8 %). Het extra bedrag is nodig ter
dekking van de betalingsbehoeften die voortvloeien uit de afsluiting van
programma's en vertegenwoordigt uitsluitend niet-betwiste bedragen die na een
diepgaande analyse van de afsluitingsdocumenten zijn goedgekeurd. 04 02 02 — Voltooiing
van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het
grensgebied in Ierland (2000-2006) (+ 9 miljoen EUR) De
extra betalingskredieten voor dit begrotingsonderdeel dekken de saldobetaling
die nodig is om het progamma vóór het einde van het jaar te voltooien. In
2012 werden voor dit begrotingsonderdeel geen betalingskredieten vastgelegd. 04 02 04 — Voltooiing
van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)
(+ 2 miljoen EUR) De voor dit
begrotingsonderdeel beschikbare kredieten waren medio oktober bijna opgebruikt
(minder dan 2 miljoen EUR beschikbaar). Een extra versterking van 2
miljoen EUR is nodig voor de saldobetalingen van twee programma's die
kunnen worden afgesloten. 04 02 17 — Europees
Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie (+ 1 837 miljoen EUR) De Commissie heeft haar
raming van de betalingsbehoeften voor dit begrotingsonderdeel opwaarts
bijgesteld op grond van haar meest recente analyse van de tenuitvoerlegging van
het Europees Sociaal Fonds. Medio oktober bedroeg het
bestedingspercentage 96,3 %. Om de behoeften tot het einde van het jaar te
dekken, zijn extra betalingskredieten nodig aangezien de beschikbare kredieten
binnen afzienbare tijd volledig besteed zullen zijn. Vorig jaar was op
hetzelfde moment 74 % van de totale bestedingen voor 2011 uitgevoerd. 04 02 19 — Europees
Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
(+ 1 060 miljoen EUR) Op grond
van de meest recente analyse van de tenuitvoerlegging van het Europees Sociaal
Fonds heeft de Commissie haar raming van de betalingsbehoeften voor dit
begrotingsonderdeel verhoogd. Begin oktober waren de kredieten voor dit
begrotingsonderdeel volledig besteed en de openstaande betalingsaanvragen
kunnen pas worden ingewilligd wanneer dit begrotingsonderdeel is verhoogd. Er
zijn momenteel aanvragen ingediend door veertien lidstaten, waaronder Duitsland
en het Verenigd Koninkrijk. 04 02 20 — Europees
Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)
(+ 3,5 miljoen EUR) Medio oktober was 99,6 %
van de beschikbare kredieten besteed. Om de behoeften tot het einde van het
jaar te dekken, zijn extra betalingskredieten nodig. 13 03 01 — Voltooiing
van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1
(2000-2006) (+ 790 miljoen EUR) De afsluiting van de
operationele programma's in dit begrotingsonderdeel is zeer snel gevorderd. Medio
oktober was 95,7 % van de beschikbare kredieten besteed. Het extra
bedrag is nodig om de betalingsbehoeften bij de afsluiting van programma's te
dekken en betreft uitsluitend niet-betwiste bedragen die op basis van een
diepgaande analyse van de afsluitingsdocumenten zijn goedgekeurd. 13 03 04 — Voltooiing
van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2
(2000-2006) (+ 80 miljoen EUR) Medio oktober was 94,2 %
van de beschikbare kredieten besteed. De afsluitingen vorderen erg snel
en de nog beschikbare betalingskredieten zullen niet volstaan om de op basis
van een diepgaande analyse van de afsluitingsdocumenten vastgestelde
niet-betwiste bedragen te dekken. Voor deze saldobetalingen zijn daarom
extra betalingskredieten nodig. 13 03 13 — Voltooiing
van het EU-initiatief Interreg III (2000-2006) (+ 50 miljoen EUR) Medio
oktober waren de betalingskredieten voor dit begrotingsonderdeel volledig
besteed. Het extra bedrag is nodig om de betalingsbehoeften bij de afsluiting
van programma's te dekken en betreft uitsluitend niet-betwiste bedragen die op
basis van een diepgaande analyse van de afsluitingsdocumenten zijn goedgekeurd. 13 03 16 — Europees
Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie
(+ 1 400 miljoen EUR) Op grond
van de meest recente analyse van de tenuitvoerlegging van het Europees Fonds
voor regionale ontwikkeling heeft de Commissie haar raming van de
betalingsbehoeften voor dit begrotingsonderdeel verhoogd. Volgens deze analyse
zullen de betalingsaanvragen die de lidstaten naar verwachting vóór het einde
van het jaar zullen indienen, ruimschoots de beschikbare kredieten overtreffen.
Dat de betalingsbehoeften hoger zijn dan geraamd, komt ook doordat sommige in
2011 ontvangen betalingsaanvragen pas in 2012 betaald konden worden (ongeveer
4,6 miljard EUR voor dit begrotingsonderdeel). Medio oktober bedroeg het
bestedingspercentage voor dit begrotingsonderdeel 77,5 %, ten opzichte van
68,4 % een jaar eerder. 13 03 19 — Europees
Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking
(+ 400 miljoen EUR) Begin oktober was 99,7 %
van de voor dit begrotingsonderdeel beschikbare kredieten besteed. Op hetzelfde
tijdstip een jaar eerder bedroeg het uitvoeringspercentage 60 %. Voor de
te verwachten betalingsaanvragen van lidstaten zijn extra kredieten nodig. 13 04 01 — Cohesiefonds
— Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)
(+ 250 miljoen EUR) Dat de betalingsbehoeften
groter zijn dan verwacht, komt voornamelijk doordat de projecten van het
Cohesiefonds dit jaar snel worden afgesloten en volgens de prognoses zal deze
tendens nog aanhouden. Medio oktober was 92,9 % van de voor dit
begrotingsonderdeel beschikbare betalingskredieten besteed (in vergelijking met
slechts 52 % op hetzelfde tijdstip in 2011). 13 04 02 — Cohesiefonds
(+ 1 100 miljoen EUR) Op grond van de meest recente
analyse van de tenuitvoerlegging van het Cohesiefonds heeft de Commissie haar
raming van de betalingsbehoeften voor dit begrotingsonderdeel verhoogd. Volgens
deze analyse zullen de verwachte betalingsaanvragen van de lidstaten de
beschikbare kredieten ruimschoots overtreffen. Medio oktober was 76,2 %
van de betalingskredieten voor dit begrotingsonderdeel al besteed. Dat is
aanzienlijk meer dan het bestedingspercentage op hetzelfde moment in 2011
(48 %). Bovendien worden nog extra betalingsaanvragen verwacht. 3.3. Rubriek 2 Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen Voor rubriek 2 wordt een
verhoging van in totaal 1 169 miljoen EUR gevraagd, die als volgt
over drie begrotingsonderdelen verdeeld is: Begrotings-onderdeel || Omschrijving || Betalingen (EUR) 05 04 02 01 || Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006) || 111 000 000 05 04 05 01 || Programma’s voor plattelandsontwikkeling || 1 041 000 000 17 04 01 01 || Programma's voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen || 17 000 000 Totaal || 1 169 000 000 05 04 02 01 — Voltooiing
van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds
voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)
(+ 111 miljoen EUR) De beschikbare
betalingskredieten zullen niet volstaan om alle in 2012 geplande
saldobetalingen uit te voeren. Dat komt doordat in 2012 met name voor Spanje,
Italië en Portugal belangrijke programma's worden afgesloten die zich al in een
vergevorderd stadium van het afsluitingsproces bevinden. 05 04 05 01 — Programma’s
voor plattelandsontwikkeling (+ 1 041 miljoen EUR) De ten laste van de
begroting 2012 voor programma's voor plattelandsontwikkeling te verrichten saldobetalingen
hebben betrekking op de uitgavendeclaraties van de lidstaten voor het derde
kwartaal, die uiterlijk op 10 november bij de Commissie moeten worden
ingediend. De herziene ramingen die de Commissie van de lidstaten verlangde en
die zij begin september heeft ontvangen, wijzen erop dat de betalingskredieten
voor de programma's voor plattelandsontwikkeling 2007-2013 de behoeften niet
zullen dekken. Omdat de ramingen de voorbije jaren echter beduidend hoger lagen
dan de gedeclareerde bedragen (11 % in 2011), heeft de Commissie bij haar
verzoek om extra betalingskredieten voorzichtigheidshalve deze herziene
prognoses met 15 % verminderd. Dit veronderstelt dat de
uitgavendeclaraties voor het derde kwartaal dezelfde orde van grootte hebben
als vorig jaar. De Commissie zal de ingediende uitgavendeclaraties voor het
derde kwartaal nauwlettend opvolgen en de begrotingsautoriteit informeren over
elke verandering in de extra behoeften aan betalingskredieten. 17 04 01 01 Programma's voor
de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de
lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die
veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen
(+ 17 miljoen EUR) Er zijn extra
betalingskredieten nodig voor de in het kader van de programma's voor de
uitroeiing van dierziekten voor 2010 en voorgaande jaren uitstaande
verplichtingen ten aanzien van de lidstaten, maar ook voor de programma's van
2011 waarvoor een hoger medefinancieringspercentage gold. Om de
voorfinanciering van de programma's door de lidstaten volledig te kunnen
terugbetalen, is 17 miljoen EUR nodig. De resterende vastleggingkredieten
zullen in 2012 niet meer worden gebruikt, omdat door de gunstige
diergezondheidssituatie in 2012 alle betalingsverplichtingen al zijn nagekomen
(zie hoofdstuk 4). 3.4. Rubriek 3a Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid Voor rubriek 3a wordt een
verhoging van in totaal 10 miljoen EUR voor het volgende
begrotingsonderdeel gevraagd: Begrotings-onderdeel || Omschrijving || Betalingen (EUR) 18 02 09 || Europees Terugkeerfonds || 10 000 000 Totaal || 10 000 000 18 02 09 — Europees
Terugkeerfonds (+ 10 miljoen EUR) De in de begroting 2012
opgenomen betalingskredieten voor het Europees Terugkeerfonds volstaan niet om
de eerste voorfinancieringen van de jaarprogramma's van 2012 uit te voeren
overeenkomstig de bepalingen in de rechtsgrondslag die stipuleren dat bij de
goedkeuring van de nationale jaarprogramma's 50 % van de vastleggingen
automatisch in de vorm van een voorfinanciering wordt betaald. Daarom
wordt een verhoging met 10 miljoen EUR gevraagd zodat de overige
eerste voorfinancieringen aan de lidstaten kunnen worden betaald. 3.5. Rubriek 4 De EU als mondiale speler Voor
rubriek 4 wordt een verhoging van in totaal 67,1 miljoen EUR gevraagd, die
als volgt over vier begrotingsonderdelen verdeeld is: Begrotings-onderdeel || Omschrijving || Betalingen (EUR) 19 08 01 03 || Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa || 12 000 000 21 05 01 01 || Gezondheid || 14 400 000 23 02 01 || Humanitaire hulp || 23 687 548 23 02 02 || Voedselhulp || 17 000 000 Totaal || 67 087 548 19 08 01 03 — Europees
beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met
Oost-Europa (+ 12 miljoen EUR) Op grond
van de tussentijdse analyse zijn de betalingsbehoeften voor 2012
geactualiseerd. Er is nog 83 miljoen EUR aan betalingskredieten extra
nodig. Dit bedrag zal grotendeels door interne herschikking worden gedekt, maar
er blijft nog 12 miljoen EUR openstaan. De
voorbije drie jaar werd dit begrotingsonderdeel telkens volledig of vrijwel
volledig uitgevoerd. Het aantal betalingen voor dit begrotingsonderdeel neemt
om twee structurele redenen aan het einde van het jaar fors toe. De eerste
reden betreft het typische verloop van het jaarlijkse actieplan. Tijdens de
eerste jaarhelft ligt de nadruk daarbij op het aangaan van verbintenissen. Een
tweede reden hangt samen met het profiel van de grote betalingen in het
Oostelijk Nabuurschap, die veelal bestaan uit tranches begrotingssteun en voorfinancieringen
voor de investeringsfaciliteiten (bijv. de investeringsfaciliteit voor het
nabuurschapsbeleid en de Femip — Europees-mediterrane investerings- en
partnerschapsfaciliteit). Dit soort betalingen zijn vrij voorspelbaar en vinden
meestal aan het einde van het jaar plaats. 21 05 01 01 — Gezondheid
(+ 14,4 miljoen EUR) Begin
oktober bereikte het uitvoeringspercentage voor de betalingen in dit
begrotingsonderdeel 100 %. In totaal zijn 29 miljoen EUR extra
kredieten nodig; daarvan is 14,6 miljoen EUR in de algemene overschrijving
opgenomen. Het verzoek voor de resterende 14,4 miljoen EUR wordt in deze
gewijzigde begroting opgenomen. Dit
begrotingsonderdeel omvat momenteel in totaal 128 subsidiecontracten en 13
bijdrageovereenkomsten met internationale organisaties. De behoefte aan
betalingskredieten is groter dan aanvankelijk geraamd door betalingsaanvragen
die voortvloeien uit eind 2011 en begin 2012 ondertekende contracten. Er zij op gewezen dat: –
in de selectieprocedure de contracten in het kader
van de aanbestedingen voor de capaciteitsopbouw van niet-overheidsactoren voor
toegang tot preventie, behandelingen en zorgverlening op het gebied van
hiv-aids pas eind december 2011 werden ondertekend. De eerste betalingen voor
deze contracten werden dan ook overgedragen van 2011 naar 2012; –
de eerste in 2011 geplande betalingen in het kader
van een bijdrageovereenkomst met het United Nations Population Fund (UNFPA –
het bevolkingsfonds van de Verenigde Naties) niet volledig betaald werden in
2011, zodat het saldo met kredieten van 2012 moest worden gedekt. Bij het
indienen van de ontwerpbegroting 2012 (april 2011) was de identificatie van het
jaarlijkse actieprogramma 2012 nog niet ver gevorderd en waren de daaruit
voortvloeiende betalingsbehoeften nog niet definitief; –
de aanvankelijk in 2013 geplande saldobetaling aan
de Global Alliance for Vaccines and Immunisation (wereldalliantie voor vaccins
en vaccinatie) in 2012 zal plaatsvinden omdat het project sneller is voltooid
dan verwacht. 23 02 01 — Humanitaire
hulp (+ 23,7 miljoen EUR) De aanvankelijk toegewezen en door de begrotingsautoriteit goedgekeurde
betalingskredieten voor het begrotingsonderdeel Humanitaire hulp bedroegen
35 miljoen EUR minder dan de opgenomen vastleggingskredieten.
Tegelijkertijd komen de voor 2012 benodigde betalingskredieten in de buurt van
de vastleggingen en vertegenwoordigen de meest recente uitstaande betalingen
(2010/2011) een bedrag van 159 miljoen EUR. Medio oktober bedroeg het
uitvoeringspercentage van de betalingen voor dit begrotingsonderdeel
99,0 %. Daarnaast
zijn de middelen voor humanitaire hulp verhoogd met 150 miljoen EUR
aan vastleggingskredieten om het hoofd te kunnen bieden aan de humanitaire
crises in Sudan, Zuid-Sudan, Jemen, Syrië, de Hoorn van Afrika en Pakistan.
Voor deze verhogingen werd de reserve voor noodhulp aangesproken en een aantal
middelen binnen rubriek 4 herschikt. De
overeenkomstige verhoging van de betalingskredieten bedroeg slechts 58 %
van het bedrag aan vastleggingen, terwijl de Commissie bij de aanvang van
humanitaire acties 80 % van dat bedrag als voorfinanciering betaalt. De
Commissie heeft daarom in haar overschrijvingsverzoeken aan de
begrotingsautoriteit expliciet aangegeven dat later in het jaar extra
betalingenkredieten zouden worden aangevraagd. Van de 88 miljoen EUR
die in totaal nodig is, is 64,3 miljoen EUR al aangevraagd in het kader
van de algemene overschrijving. 23 02 02 — Voedselhulp (+ 17 miljoen EUR) De
aanvankelijk toegewezen en door de begrotingsautoriteit goedgekeurde
betalingskredieten voor het begrotingsonderdeel voor voedselhulp bedroegen 21
miljoen EUR minder dan de opgenomen vastleggingskredieten. Tegelijkertijd
benaderen de voor 2012 benodigde betalingskredieten de vastleggingen en
bedragen de meest recente uitstaande betalingen (2010/2011) in totaal
63 miljoen EUR. Begin oktober waren de betalingskredieten voor dit
begrotingsonderdeel volledig opgebruikt. De
begrotingslijn voor voedselhulp is verhoogd met 90 miljoen EUR aan
vastleggingskredieten om het hoofd te bieden aan de humanitaire crises in de
Sahel, Sudan/Zuid-Sudan en de voedselcrisis in de Hoorn van Afrika. Voor deze
verhogingen werd de reserve voor noodhulp aangesproken en middelen binnen
rubriek 4 herschikt. De overeenkomstige verhogingen van de betalingskredieten
vertegenwoordigden slechts 19 % van de vastleggingskredieten, terwijl de
Commissie bij de aanvang van humanitaire acties 80 % van dat bedrag als
voorfinanciering betaalt. De Commissie heeft daarom in haar
overschrijvingsverzoeken aan de begrotingsautoriteit al expliciet aangegeven
dat later in het jaar extra betalingenkredieten nodig kunnen zijn. Van de
51 miljoen EUR die in totaal nodig is, is 34 miljoen EUR al
aangevraagd in het kader van de algemene overschrijving. 4. Verlagingen van vastleggings- en betalingskredieten De Commissie heeft een
aantal begrotingsonderdelen geïdentificeerd waarvan de beschikbare
vastleggingskredieten aan het einde van het jaar niet volledig zullen zijn
besteed. Zij stelt daarom voor de opgenomen vastleggingskredieten dienovereenkomstig
te verlagen. In sommige gevallen is ook een overeenkomstig bedrag aan
betalingskredieten beschikbaar dat in het kader van deze gewijzigde begroting
zal worden herschikt. In totaal gaat het om een verlaging van
133,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 47,4 miljoen EUR aan
betalingskredieten. De onderstaande tabel
bevat een volledig overzicht per begrotingsonderdeel. Begrotings-onderdeel || Omschrijving || Vastleggingen EUR || Betalingen EUR || Toelichting 09 02 04 01 || Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2 || - 1 102 937 || || Op 19 augustus 2012 heeft het beheerscomité van het Berec-bureau een gewijzigde begroting van het agentschap goedgekeurd. De voorgestelde verlaging van vastleggingskredieten stemt overeen met het verschil tussen de EU-subsidie voor het agentschap zoals vastgesteld in de begroting 2012 en de gewijzigde begroting van het Berec-bureau. 26 02 01 || Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening || - 1 600 000 || || In tegenstelling tot de ramingen was er tijdens de eerste drie kwartalen van 2012 een significante daling van het aantal publicaties van de instellingen en andere soorten van openbare kennisgevingen. Bovendien geldt vanaf december 2012 een nieuw productiecontract met lagere prijzen. Bovenstaande factoren hebben geleid tot een overschot aan vastleggingskredieten. 29 02 03 || Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012 || - 5 000 000 || || De ontwerpverordening inzake de EU-veiligheidsenquête is door de Commissie in juni 2011 goedgekeurd en wordt momenteel door de Raad en het Parlement behandeld. Overeenkomstig het voorstel van de Commissie zouden de lidstaten in 2013 een EU-veiligheidsenquête moeten uitvoeren. Eurostat heeft in 2012 de nodige begrotingsmiddelen vrijgemaakt om de veiligheidsenquête onmiddellijk na de goedkeuring van de verordening te kunnen houden. Tijdens de wetgevingsprocedure bleek echter dat de Europese wetgever meer tijd nodig zou hebben om tot overeenstemming te komen en dat de verordening wellicht in 2013 zal worden goedgekeurd, een jaar later dan gepland. Oorspronkelijk was voor dit project een bedrag van 6 miljoen EUR toegewezen. 5 miljoen EUR daarvan zal niet worden gebruikt en kan worden herbesteed. Totaal rubriek 1a || - 7 702 937 || 0 || 05 04 05 02 || Operationele technische bijstand uit het Elfpo || - 13 000 000 || || Naar verwachting zullen de beschikbare vastleggingskredieten niet volledig worden opgebruikt. Dit leidt tot een overschot van 13 miljoen EUR. In de ontwerpbegroting 2013 is al rekening gehouden met de onderbesteding voor dit begrotingsonderdeel in 2012. 11 03 01 || Internationale visserijovereenkomsten || - 49 606 || - 76 191 || Na alle noodzakelijke vastleggingen in het kader van de internationale visserijovereenkomsten en de betaling van een aantal uitstaande verplichtingen (sectorale ondersteuning voor de overeenkomsten met Madagaskar en Kiribati en de voor 2010 aan de Republiek Guinee verschuldigde compensatie) zullen niet alle kredieten opgebruikt zijn. 11 03 02 || Bijdragen aan internationale organisaties || - 798 015 || || De jaarlijkse financiële bijdrage aan twee regionale organisaties is dit jaar niet verschuldigd doordat het mandaat van deze organisaties later dan verwacht van kracht wordt. Bovendien hebben wisselkoersschommelingen geleid tot een verlaging van de kosten. 11 03 04 || Financiële bijdrage van de Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982 || - 33 234 || - 22 877 || De jaarlijkse financiële bijdrage is lager dan verwacht. 11 06 11 || Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand || - 477 119 || || De bijdrage aan in 2012 ondernomen acties is lager dan verwacht. 11 07 02 || Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen) || - 240 000 || || Kredieten niet nodig in 2012 door vertragingen bij de voltooiing van de kaderovereenkomst voor wetenschappelijk advies. 17 04 01 01 || Programma's voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen || - 57 640 000 || || Door de gunstige diergezondheidssituatie in 2012 zijn alle nodige vastleggingen al gedaan zodat de resterende vastleggingskredieten in 2012 niet meer gebruikt zullen worden. 17 04 03 01 || Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen || - 4 400 000 || || Door de gunstige diergezondheidssituatie in 2012 zullen de aanvragen voor een bijdrage uit het Noodfonds slechts de helft bedragen van de aan het begin van het jaar aangelegde reserve. Een stijging in de betalingen van 17 miljoen EUR wordt toegelicht in hoofdstuk 3. 17 04 07 01 || Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen || - 3 380 000 || || Dit jaar zullen minder acties worden gefinancierd dan oorspronkelijk gepland. Totaal rubriek 2 || - 80 017 976 || - 99 068 || 09 02 05 || Andere maatregelen in de audiovisuele en mediasector || - 40 741 || || De voorgestelde verlaging in vastleggingskredieten is het gevolg van een annulering van een aanbestedingsprocedure voor een studie over bedrijfsmodellen voor aanbieders van internetinhoud (SMART2012/0030) omdat een andere dienst van de Commissie een vergelijkbaar onderzoek heeft gevoerd. Totaal rubriek 3b || - 40 741 || 0 || 40 02 41 || Gesplitste kredieten — Internationale visserijovereenkomsten (reserve) || - 45 652 520 || - 47 252 520 || Een aantal overeenkomsten waarover momenteel wordt onderhandeld, zal niet voor het einde van het jaar worden ondertekend (Marokko, Gabon, Salomonseilanden, Guinee-Bissau). De kredieten die hiervoor in de reserve werden opgenomen, zullen daarom niet worden gebruikt in 2012. Totaal reserves financiële interventies || - 45 652 520 || - 47 252 520 || TOTAAL-GENERAAL || - 133 414 172 || - 47 351 588 || 5. Overzichtstabel
per rubriek van het financieel kader Financieel kader Rubriek/subrubriek || Financieel kader 2012 || Begroting 2012 (incl. GB 1-3/2012 en OGB 4-5/2012) || OGB 6/2012 || Begroting 2012 (incl. GB 1-3/2012 en OGB 4-6/2012) VK || BK || VK || BK || VK || BK || VK || BK 1. DUURZAME GROEI || || || || || || || || 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid || 14 853 000 000 || || 15 403 000 000 || 11 482 916 106 || - 7 702 937 || 625 316 535 || 15 395 297 063 || 12 108 232 641 Marge || || || - 50 000 000 || || || || - 42 297 063 || 1b. Samenhang voor groei en werkgelegenheid || 52 761 000 000 || || 52 752 576 141 || 43 835 746 321 || || 7 170 500 000 || 52 752 576 141 || 51 006 246 321 Marge || || || 8 423 859 || || || || 8 423 859 || Totaal || 67 614 000 000 || || 68 155 576 141 || 55 318 662 427 || - 7 702 937 || 7 795 816 535 || 68 147 873 204 || 63 114 478 962 Marge[12] || || || - 41 576 141 || || || || - 33 873 204 || 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN || || || || || || || || Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen || 48 093 000 000 || || 43 969 637 305 || 43 875 978 049 || - 65 420 000 || 17 000 000 || 43 904 217 305 || 43 892 978 049 Totaal || 60 810 000 000 || || 59 975 774 185 || 57 034 220 262 || - 125 670 494 || 1 121 648 412 || 59 850 103 691 || 58 155 868 674 Marge || || || 834 225 815 || || || || 959 896 309 || 3. BURGERSCHAP, VEILIGHEID, VRIJHEID EN RECHTVAARDIGHEID || || || || || || || || 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 1 406 000 000 || || 1 367 806 560 || 835 577 878 || || 10 000 000 || 1 367 806 560 || 845 577 878 Marge || || || 38 193 440 || || || || 38 193 440 || 3b. Burgerschap || 699 000 000 || || 1 385 690 821 || 1 336 954 221 || - 40 741 || || 1 385 650 080 || 1 336 954 221 Marge || || || 1 563 220 || || || || 1 603 961 || Totaal || 2 105 000 000 || || 2 753 497 381 || 2 172 532 099 || - 40 741 || 10 000 000 || 2 753 456 640 || 2 182 532 099 Marge[13] || || || 39 756 660 || || || || 39 797 401 || 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER || 8 997 000 000 || || 9 405 937 000 || 6 955 083 523 || || 67 087 548 || 9 405 937 000 || 7 022 171 071 Marge[14] || || || - 150 000 000 || || || || - 150 000 000 || 5. ADMINISTRATIE || 8 523 000 000 || || 8 279 641 996 || 8 277 736 996 || || || 8 279 641 996 || 8 277 736 996 Marge[15] || || || 327 358 004 || || || || 327 358 004 || TOTAAL || 148 049 000 000 || 141 360 000 000 || 148 570 426 703 || 129 758 235 307 || - 133 414 172 || 8 994 552 495 || 148 437 012 531 || 138 752 787 802 Marge || || || 1 209 764 338 || 12 445 957 052 || || || 1 43 178 510 || 3 451 404 557 [1] PB L 248
van 16.9.2002, blz. 1. [2] PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1. [3] PB L 184 van 13.7.2012, blz. 1. [4] PB L 214 van 10.8.2012, blz. 1. [5] PB L 221 van 17.8.2012, blz. 1. [6] COM(2012) 340. [7] COM(2012) 536. [8] PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1. [9] Saldi en aanpassing van de saldi van de btw-middelen
betreffende voorafgaande begrotingsjaren als gevolg van de toepassing van
artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000. [10] Saldi en aanpassing van de saldi van de bni/bnp-middelen
betreffende voorafgaande begrotingsjaren als gevolg van de toepassing van
artikel 10, leden 6 tot en met 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000. [11] Douanerechten en overige rechten zoals bedoeld in artikel
2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG. [12] Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500
miljoen EUR). 50 miljoen EUR boven het maximum wordt met het flexibiliteitsinstrument
gefinancierd. [13] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese
Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken
rubrieken, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C
139 van 14.6.2006). [14] De marge voor 2012 in rubriek 4 houdt geen rekening met de
kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (258,9 miljoen EUR). 150 miljoen
EUR boven het maximum wordt met het flexibiliteitsinstrument gefinancierd. [15] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te
berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader
2007-2013 voor een bedrag van 84 miljoen EUR aan bijdragen van de
personeelsleden aan het pensioenstelsel.