This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0154
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE COUNCIL AND THE EUROPEAN PARLIAMENT Updating the handling of relations with the complainant in respect of the application of Union law
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Tot modernisering van het beheer van betrekkingen met de klager inzake de toepassing van het recht van de Unie
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Tot modernisering van het beheer van betrekkingen met de klager inzake de toepassing van het recht van de Unie
/* COM/2012/0154 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Tot modernisering van het beheer van betrekkingen met de klager inzake de toepassing van het recht van de Unie /* COM/2012/0154 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD
EN HET EUROPEES PARLEMENT Tot modernisering van het beheer van
betrekkingen met de klager inzake de toepassing van het recht van de Unie INLEIDING De Europese Unie is gegrondvest op de
eerbiediging van de rechtsstaat. De realisatie van de talrijke in de Verdragen
en wetgeving neergelegde EU-doelstellingen hangt af van de effectieve
toepassing van het recht van de Unie in de lidstaten. Als hoedster van de
Verdragen erkent de Commissie dat de klager een essentiële rol speelt door de
Commissie te helpen inbreuken op het recht van de Unie op te sporen. In 2002
heeft de Commissie de procedures vastgesteld die haar betrekkingen met klagers
inzake inbreuken op het recht van de Unie[1]
regelen. Sindsdien heeft de Commissie haar methodes verbeterd en uitgebreid om
brieven van klagers inzake de toepassing van het recht van de Unie door de
lidstaten te registreren en te behandelen. Om deze veranderingen te
weerspiegelen, heeft de Commissie besloten om haar mededeling uit 2002 te herzien
en te moderniseren. Dankzij de nieuwe IT-tool CHAP
("Complaint handling/Accueil des plaignants"), die in september 2009
in gebruik werd genomen, kan de Commissie de belangen van burgers, bedrijven en
het maatschappelijk middenveld op directere wijze recht doen. Alle klachten
worden in deze applicatie geregistreerd. Binnen vijftien dagen na ontvangst
wordt een ontvangstbewijs gestuurd waarin wordt bevestigd dat de brief als
klacht werd geregistreerd. Voordien werd een brief pas geregistreerd na beoordeling
van de inhoud ervan. De follow-up van de klacht blijft afhankelijk van de aard
van de kwestie, de rechtsgronden waarop hij is gebaseerd, de waarschijnlijke
gevolgen ervan en de door de Commissie in haar mededeling "Een Europa van
resultaten – Toepassing van het Gemeenschapsrecht" [COM(2007) 502
definitief] vastgelegde prioriteiten. Naar aanleiding van de inwerkingtreding van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is het nodig om
bepaalde begrippen uit de vorige mededeling die door het Verdrag zijn
gewijzigd, bij te werken. Tevens is het nodig verschillen tussen bepaalde
taalversies van de vorige mededeling[2]
te verduidelijken. In deze mededeling formuleert de Commissie de
administratieve maatregelen ten gunste van de klager die zij zal naleven
tijdens de behandeling van zijn klacht en het onderzoek van de desbetreffende
beweerde inbreuk. De maatregelen ten gunste van de klager die in
deze mededeling aan bod komen, doen geen afbreuk aan de bilaterale aard van de
in de artikelen 258 en 260 VWEU en artikel 106 bis van het Euratom-Verdrag
bedoelde inbreukprocedure. In dit verband moet de Commissie er overeenkomstig
de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie op wijzen
dat zij over een discretionaire bevoegdheid beschikt om te bepalen of[3] zij en wanneer[4] zij een inbreukprocedure
inleidt en of zij en wanneer[5]
zij een zaak bij het Hof aanhangig maakt. Bovendien beschikt de Commissie over
een discretionaire bevoegdheid, waardoor het is uitgesloten dat particulieren het
recht zouden hebben om van die instelling te eisen dat zij een bepaald
standpunt inneemt[6].
Zoals het Hof heeft geoordeeld, kunnen
"voor schade die door nationale instanties is veroorzaakt (…) slechts deze
instanties aansprakelijk zijn en is enkel de nationale rechter bevoegd om voor
vergoeding ervan te zorgen"[7].
In deze context moet worden gewezen op het belang van de beschikbare nationale
rechtsmiddelen en moeten deze zo mogelijk worden versterkt, aangezien de
klagers daarmee hun rechten directer en persoonlijker kunnen doen gelden[8]. De Commissie past op het gebied van de
inbreukprocedures de regels toe die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr.
1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de
toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en
de Commissie[9],
zoals ten uitvoer gelegd bij de bepalingen in de bijlage bij Besluit
2001/937/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 5 december 2001 tot wijziging
van haar Reglement van orde[10],
en zoals uitgelegd door het Hof[11]. 1.
Definities en reikwijdte Onder "klacht" wordt verstaan: ieder
bij de Commissie ingediend document waarin maatregelen, het ontbreken van
maatregelen of praktijken van een lidstaat worden gemeld die strijdig zijn met
het recht van de Unie. Onder "klager" wordt verstaan: elke
persoon of elke instantie die bij de Commissie een klacht indient. Onder "inbreukprocedure" wordt
verstaan: de precontentieuze fase van de procedure wegens niet-nakoming die
door de Commissie wordt ingeleid op grond van artikel 258 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) of artikel 106 bis van het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie
(Euratom-Verdrag). De onderhavige benadering is van toepassing op
de betrekkingen tussen de klager en de Commissie in het kader van maatregelen
of praktijken die onder artikel 258 VWEU vallen. Zij zijn niet van toepassing
op klachten die onder andere bepalingen van de Verdragen vallen, zoals die met
betrekking tot staatssteun, welke onder de artikelen 107 en 108 VWEU of
Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad[12]
vallen. 2.
Grondslagen Iedereen kan een lidstaat ter verantwoording
roepen door kosteloos een klacht bij de Commissie in te dienen tegen
(wettelijke of bestuursrechtelijke) maatregelen, het ontbreken van maatregelen
of praktijken van die lidstaat die hij strijdig acht met een bepaling of
beginsel van het recht van de Unie. De klager hoeft niet aan te tonen dat hij een
procesbelang heeft; evenmin hoeft hij te bewijzen dat hij in het bijzonder en
rechtstreeks wordt geraakt door de maatregel, het ontbreken van maatregelen of
de praktijk waartegen hij een klacht indient. Behoudens de in punt 3 genoemde uitzonderingen
zal de Commissie een brief als klacht registreren op basis van de inlichtingen
die de briefschrijver in de brief geeft. De Commissie oordeelt discretionair of al dan
niet gevolg moet worden gegeven aan een klacht. 3.
Registratie van de klachten Elke klacht over de toepassing van het recht
van de Unie door een lidstaat wordt ingevoerd in de centrale applicatie voor de
registratie van klachten over de toepassing van het recht van de Unie door een
lidstaat (hierna "de applicatie" genoemd). De volgende brieven komen niet in aanmerking
voor een onderzoek door de diensten van de Commissie en worden dan ook niet in
de applicatie ingevoerd: – anonieme brieven en brieven waarin
het adres van de afzender geheel of gedeeltelijk ontbreekt; – brieven waarin expliciet noch
impliciet wordt gerefereerd aan een lidstaat waaraan de met het recht van de
Unie strijdige maatregelen of praktijken kunnen worden toegeschreven; – brieven waarin het handelen of
nalaten van een particuliere persoon of privaatrechtelijke instantie wordt
gemeld, behalve indien in de klacht wordt gewezen op de betrokkenheid van de
overheid of op haar passiviteit ten aanzien van dit handelen of nalaten. In
ieder geval gaat de Commissie wel na of de brief gedragingen aan het licht
brengt die in strijd zijn met de mededingingsregels (artikelen 101 en 102
VWEU); – brieven waarin geen enkel bezwaar
wordt geuit; – brieven waarin bezwaren worden
geuit ten aanzien waarvan de Commissie een duidelijk, openbaar en vast
standpunt heeft; dit standpunt wordt aan de klager meegedeeld; – brieven waarin bezwaren worden
geuit die kennelijk niet binnen de werkingssfeer van het recht van de Unie
vallen. 4.
Ontvangstbewijs Binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van
een brief zendt de Commissie een eerste ontvangstbewijs toe. Hierin wordt het
dossiernummer van de klacht vermeld, dat bij ieder schrijven moet worden
vermeld. Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal
klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke ontvangstbewijzen worden
vervangen door een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie
en op de server "Europa" van de Europese Unie. Indien de Commissie besluit de brief niet in
de applicatie te registreren, stelt zij de afzender op de hoogte met een
schrijven waarin één of meer van de in de tweede alinea van punt 3 genoemde
redenen worden vermeld. In dergelijk geval wijst de Commissie de
klager op andere beroepsmogelijkheden, zoals de mogelijkheid zich tot de
nationale rechter of tot de Europese dan wel de nationale ombudsman te wenden,
of gebruik te maken van een andere op nationaal of internationaal niveau bestaande
klachtenprocedure. 5.
Wijze van indiening van een klacht Om in de applicatie te kunnen worden
geregistreerd, dienen klachten schriftelijk te worden ingediend in de vorm van
een brief of faxbericht of per e-mail. Zij dienen in één van de officiële talen van
de Unie te zijn opgesteld. Om de behandeling van klachten sneller te laten verlopen, wordt
aanbevolen gebruik te maken van het in het Publicatieblad van de Europese
Unie[13] bekendgemaakte standaardformulier; dit kan bij de Commissie worden
aangevraagd of worden gedownload via de website van de Commissie op de server
van de Europese Unie ("Europa"), op het volgende adres: http://ec.europa.eu/eu_law/your_rights/your_rights_forms_nl.htm. Dit formulier omvat een bijlage waarin de
algemene beginselen van de inbreukprocedure worden toegelicht en erop wordt
gewezen dat een arrest van het Hof van Justitie waarbij niet-nakoming wordt
vastgesteld, niet van invloed is op de individuele rechten van de klager. De
klager wordt tevens aangeraden gebruik te maken van de nationaalrechtelijke
beroepsmogelijkheden. Klachten over de toepassing van het recht van
de Unie door een lidstaat dienen te worden toegezonden aan het
secretariaat-generaal van de Europese Commissie, per post naar het adres
"1049 Brussel, België" of per e-mail naar SG-PLAINTES@ec.europa.eu.
Zij kunnen ook worden afgegeven in een van de voorlichtingsbureaus van de
Commissie in de lidstaten. 6.
Bescherming van klagers en persoonsgegevens De identiteit van de klager en de door hem
verstrekte gegevens kunnen slechts na diens voorafgaande instemming aan de
betrokken lidstaat worden medegedeeld met inachtneming van, onder meer,
Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18
december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband
met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en
organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[14]. 7.
Contacten met de klager Na de registratie kan een klacht in
samenwerking met de betrokken lidstaat verder worden onderzocht. De Commissie
zal de klager hiervan schriftelijk op de hoogte stellen. Indien vervolgens op basis van een klacht
inbreukprocedures worden ingeleid, zal de Commissie contact opnemen met de
klagers en hen schriftelijk op de hoogte stellen van iedere procedurele
handeling (aanmaning, met redenen omkleed advies, aanhangigmaking bij het Hof
van Justitie of seponering van de zaak). Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal
klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke brieven worden vervangen door
een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de
server "Europa" van de Europese Unie. De klager kan in de loop van de procedure te
allen tijde verzoeken zijn klacht ter plaatse en op eigen kosten nader te komen
toelichten bij de Commissie. 8.
Termijn voor het onderzoek van een klacht In het algemeen streeft de Commissie er bij
het onderzoek van een geregistreerde klacht naar dat binnen een termijn van
uiterlijk een jaar na de registratie van de klacht, wordt besloten een
aanmaning te verzenden of de klacht te seponeren. Indien deze termijn wordt overschreden, stelt
de Commissie de klager hiervan schriftelijk op de hoogte, indien deze daarom verzoekt. 9.
Resultaat van het onderzoek van een klacht Na afloop van het onderzoek van een klacht,
kan de Commissie de betrokken lidstaat een aanmaning toezenden, waardoor de
inbreukprocedure wordt ingeleid, dan wel de klacht seponeren. De Commissie beslist binnen de
marge van haar discretionaire bevoegdheid over het inleiden of afsluiten van
een inbreukprocedure. De klager wordt schriftelijk op de hoogte
gesteld van het besluit van de Commissie over het inbreukdossier naar
aanleiding van zijn klacht. Hetzelfde geldt voor latere besluiten van de
Commissie die dit dossier betreffen. Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal
klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke brieven worden vervangen door
een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de
server "Europa" van de Europese Unie. 10.
Sepot Behalve in uitzonderlijke gevallen, waarin
snel moet worden opgetreden, zal de Commissie, wanneer het de bedoeling is dat
geen verdere maatregelen worden genomen met betrekking tot een klacht, de
klager hiervan van tevoren op de hoogte stellen in een schrijven waarin de
redenen voor dit voorstel tot seponering worden vermeld en de klager wordt
verzocht eventuele opmerkingen binnen vier weken in te dienen. Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal
klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke brieven worden vervangen door
een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de
server "Europa" van de Europese Unie. Wanneer de klager niet antwoordt of niet kan
worden bereikt om redenen die aan hemzelf kunnen worden toegeschreven, of
indien de opmerkingen van de klager voor de Commissie geen aanleiding zijn om
het standpunt te herzien, wordt het inbreukdossier geseponeerd. Indien de opmerkingen van de klager voor de
Commissie wel aanleiding zijn om het standpunt te herzien, wordt het onderzoek
van de klacht voortgezet. De klager wordt schriftelijk op de hoogte
gesteld van het besluit van de Commissie tot seponering. 11.
Publicatie van besluiten inzake inbreuken Besluiten van de Commissie inzake inbreuken
worden binnen een week nadat zij zijn genomen op de website van het
secretariaat-generaal van de Commissie gepubliceerd op het volgende adres: http://ec.europa.eu/eu_law/infringements/infringements_decisions_nl.htm
Besluiten om aan de lidstaat een met redenen
omkleed advies uit te brengen en besluiten om de zaak aanhangig te maken bij
het Hof van Justitie, worden bovendien in een perscommuniqué bekendgemaakt,
tenzij de Commissie anders beslist. 12.
Toegang tot documenten inzake inbreuken De toegang tot documenten inzake inbreuken
valt onder Verordening (EG) nr. 1049/2001, zoals ten uitvoer gelegd bij de
bepalingen in de bijlage bij Besluit 2001/937/EG, EGKS, Euratom van de
Commissie[15]. 13.
Beroep bij de Europese ombudsman Indien een klager van oordeel is dat bij de
behandeling van zijn klacht sprake was van wanbeheer doordat de Commissie een
van de onderhavige maatregelen niet in acht heeft genomen, kan hij zich
overeenkomstig de artikelen 24 en 228 VWEU tot de Europese ombudsman wenden. [1] COM(2002) 141 definitief van 20.3.2002. [2] In de gewijzigde tekst wordt de uitdrukking "le cas
échéant" in punt 4, die in de Engelse versie fout was vertaald als
"where necessary", vervangen door de uitdrukking "in such
cases". De uitdrukking "upon his request" in punt 8, die in de
Engelse en Zweedse versies niet was vertaald, werd opnieuw in de tekst
opgenomen. [3] Zie onder meer arrest van 6 december 1989 in zaak
C-329/88, Commissie/Griekenland, Jurispr. 1989, blz. 4159; arrest van 27
november 1990 in zaak C-200/88, Commissie/Griekenland, Jurispr. 1990, blz.
I-4299; arrest van 21 januari 1999 in zaak C-207/97, Commissie/België, Jurispr.
1999, blz. I-275; arrest van 25 november 1999 in zaak C-212/98,
Commissie/Ierland, Jurispr. 1999, blz. I-8571; arrest van 6 juli 2000 in zaak
C-236/99, Commissie/Koninkrijk België, Jurispr. 2000, blz. I-05657; arrest
van 14 mei 2002 in zaak C-383/00, Commissie/Bondsrepubliek Duitsland,
Jurispr. 2002, blz. I-04219. [4] Zie arrest van 1 juni 1994 in zaak C-317/92, Commissie/Duitsland,
Jurispr. 1994, blz. I-2039; arrest van 10 mei 1995 in zaak C-422/92,
Commissie/Duitsland, Jurispr. 1995, blz. I-1097. [5] Zie arrest van 6 oktober 2009 in zaak C-562/07, Commissie/Spanje,
Jurispr. 2009, blz. I-9553. [6] Zie arrest van 14 september 1995 in zaak T-571/93; Lefebvre
e.a./Commissie, Jurispr. 1995, blz. II-2379. [7] Zie arrest van 26 februari 1986 in zaak 175/84, Krohn
& Co. Import – Export GmbH & Co. KG/Commissie, Jurispr. 1986, blz. 753. [8] Zie ook bijkomende voorstellen in deze context in de
mededeling "Meer voordelen door EU-milieumaatregelen: vertrouwen kweken
door de kennis en de reactiecapaciteit te verbeteren", [COM(2012) 95
final] van 7.3.2012. [9] PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43. [10] PB L 345 van 29.12.2001, blz. 94. [11] Zie in dit verband arrest van 5 maart 1997 in zaak
T-105/95, Commissie/WWF UK, Jurispr. 1997, blz. II-313; arrest van 11
december 2001 in zaak T-191/99, Commissie/Petrie e.a., Jurispr. 2001, blz.
II-3677; arrest van 21 september 2010, Zweden e.a./API en Commissie (C-514/07
P, C-528/07 P en C-532/07 P). [12] PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1. [13] PB C 119 van 30.4.1999, blz. 5. [14] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. [15] PB L 345 van 29.12.2001, blz. 94.