This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0386
Proposal for a DECISION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the mobilisation of the European Globalisation Adjustment Fund in accordance with point 28 of the Interinstitutional Agreement of 17 May 2006 between the European Parliament, the Council and the Commission on budgetary discipline and sound financial management (application EGF/2010/027 NL/Noord-Brabant Division 18 from the Netherlands)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/027 NL/Noord-Brabant, afdeling 18, Nederland)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/027 NL/Noord-Brabant, afdeling 18, Nederland)
/* COM/2011/0386 definitief */
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/027 NL/Noord-Brabant, afdeling 18, Nederland) /* COM/2011/0386 definitief */
TOELICHTING Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing
aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken
rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld. De regels die van toepassing zijn op de bijdragen
uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds
voor aanpassing aan de globalisering[2]. Op 20 december 2010 heeft Nederland aanvraag
EGF/2010/027 NL/Noord-Brabant, afdeling 18, ingediend voor een financiële
bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in 14 bedrijven
die vallen onder afdeling 18 van de NACE Rev. 2 ("Drukkerijen,
reproductie van opgenomen media")[3] in
de NUTS II-regio Noord-Brabant (NL41) in Nederland. Deze aanvraag maakt deel uit van een pakket
van vier onderling verband houdende aanvragen, die alle betrekking hebben op
gedwongen ontslagen in zes verschillende NUTS II‑regio's in
Nederland in bedrijven die actief zijn in de sector drukkerijen en reproductie
van opgenomen media. Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht,
heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG)
nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële
bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EN ANALYSE Belangrijkste gegevens: || EGF-referentienummer || EGF/2010/027 Lidstaat || Nederland Artikel 2 || onder c) Betrokken ondernemingen || 14 NUTS II-regio || Noord-Brabant (NL41) NACE Rev. 2-afdeling || 18 ("Drukkerijen, reproductie van opgenomen media") Referentieperiode || 16.1.2010 – 16.10.2010 Startdatum voor de individuele dienstverlening || 16.1.2010 Datum van toepassing || 20.12.2010 Ontslagen tijdens de referentieperiode || 199 Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || 199 Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's || 986 323 Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] in euro's || 41 097 % van de uitgaven voor de implementatie van het EFG || 4,0 Totaal budget in euro's || 1 027 420 EFG-bijdrage in euro's (65%) || 667 823 1.
De aanvraag werd op 20 december 2010 bij de
Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 7
maart 2011 toegevoegd. 2.
De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor
steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder c), van Verordening (EG)
nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening
genoemde termijn van tien weken. Verband tussen de ontslagen en de grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering of de financiële en economische wereldcrisis 3.
Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en
de financiële en economische wereldcrisis heeft Nederland aangevoerd dat de
economische crisis een aanzienlijke afname van de vraag in de sector grafische
media tot gevolg heeft gehad. De omzet in de grafische industrie is in 2009
bijgevolg met 8,6% gedaald. De orders van andere economische sectoren voor
reclamedrukwerk, dat 35% van de totale omzet van de drukkerij- en uitgeverijsector
vertegenwoordigt, is tussen 2008 en 2009 sterk gedaald als gevolg van de door
de economische crisis veroorzaakte verlaging van de budgetten voor media- en
reclameactiviteiten. In de aanvraag worden verscheidene voorbeelden gegeven. In
de sector bouw en onroerend goed is na het begin van de crisis op het budget
voor informatie en publiciteit 36,8% bezuinigd, in de sector financiële
dienstverlening 33,2% en in de consumentenelektronica 30,6%. Voorts heeft de
economische crisis een negatieve uitwerking gehad op de vraag naar diverse
soorten gedrukte media: in 2009 is de vraag naar publiekstijdschriften met
25,7% gedaald, naar dagbladen met 24,4%, naar gratis verspreide
huis-aan-huisbladen met 10,54% en naar vaktijdschriften met 23,4%. Bewijsstukken voor het aantal ontslagen
en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder c) 4.
Deze aanvraag werd door Nederland ingediend in het
kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder c), van
Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan op kleine arbeidsmarkten of in
uitzonderlijke omstandigheden, welke gevallen door de betrokken lidstaat naar
behoren moeten worden onderbouwd, een aanvraag voor een bijdrage uit het EFG,
zelfs als niet volledig voldaan wordt aan de voorwaarden onder a) en b), als ontvankelijk
kan worden aangemerkt, wanneer de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben
voor de werkgelegenheid en de lokale economie. In dat geval dient de aanvrager
duidelijk aan te geven aan welke van de belangrijkste criteria voor
steunverlening de aanvraag niet voldoet. 5.
Nederland heeft aangegeven dat het in zijn aanvraag
wenst af te wijken van artikel 2, onder b), op grond waarvan in een lidstaat
ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van
negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een
regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling in
een lidstaat. 6.
In de aanvraag wordt melding gemaakt van 199
gedwongen ontslagen in 14 ondernemingen die vallen onder afdeling 18 van
de NACE Rev. 2 ("Drukkerijen, reproductie van opgenomen media")[5] in de NUTS II-regio Noord-Brabant (NL41)
tijdens de referentieperiode van negen maanden (van 16 januari 2010 tot en met
16 oktober 2010). Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel
2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. 7.
De Nederlandse autoriteiten stellen met een beroep
op uitzonderlijke omstandigheden dat deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden
voor indiening overeenkomstig artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr.
1927/2006: de aanvraag betreft nog verdere ontslagen in dezelfde afdeling van
de NACE Rev. 2 tijdens dezelfde referentieperiode als die waarop aanvraag
EGF/2010/029 NL/Zuid-Holland en Utrecht, afdeling 18, betrekking heeft en die
door Nederland overeenkomstig artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr.
1927/2006 is ingediend. Voorts vormen Noord-Brabant en Zuid-Holland aan elkaar
grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling. Dit geval is uitzonderlijk
vanwege de combinatie van deze factoren, die samen ongewone en moeilijke
omstandigheden voor de werknemers en de betrokken regio opleveren. 8.
Volgens Nederland verkeert Noord-Brabant in een
problematische situatie. In deze provincie is de werkloosheid gestegen van 3,1%
in Q3/2008 tot 5% in Q3/2010. In Veghel en Uden, het op één na belangrijkste
centrum van de sector grafische media in Noordoost-Brabant, was de werkloosheid
voor grafische beroepen in oktober 2010 88% hoger dan in oktober 2008. Volgens
prognoses[6] zal
de arbeidsmarkt in Noord-Brabant door de crisis in de technische sectoren en in
de bouwsector bovendien verder krimpen, wat grote gevolgen zal hebben voor de
kansen van werklozen om een baan te vinden. 9.
De grafische branche in Nederland is reeds door
massale ontslagen getroffen, zoals ook blijkt uit de drie overige door
Nederland ingediende onderling verband houdende aanvragen, die een groot aantal
ontslagen in deze branche in andere delen van Nederland laten zien. Bovendien
heeft Nederland in 2009 met succes een aanvraag voor medefinanciering uit het
EFG ingediend om steun te verlenen aan werknemers die in dezelfde sector en in
dezelfde NUTS II‑regio zijn ontslagen[7]. 10.
De diensten van de Commissie zijn daarom van
oordeel dat deze gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de
werkgelegenheid en de lokale economie en dat door de benarde economische en
arbeidsmarktsituatie in Noord-Brabant in combinatie met de verdere ontslagen in
andere Nederlandse NUTS II-regio's als gevolg van dezelfde oorzaak en in
dezelfde periode in dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 wordt voldaan aan de
criteria van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006. 11.
Deze interpretatie is ook in overeenstemming met de
verklaring van de Commissie ter gelegenheid van de goedkeuring van Verordening
(EG) nr. 546/2009[8],
waarin zij te kennen geeft dat, in gevallen waarin een lidstaat uit
hoofde van artikel 2, onder b), een EFG-aanvraag indient en indien er ook
gedwongen ontslagen zijn gevallen in een andere NUTS-II-regio van dezelfde
lidstaat als gevolg van dezelfde oorzaak en in dezelfde periode in dezelfde
NACE 2-afdeling, een aanvraag om bijstand uit het EFG voor de laatstgenoemde
werknemers kan worden ingediend met een beroep op uitzonderlijke omstandigheden
als vermeld in artikel 2, onder c).[9] Het onvoorziene karakter van deze
ontslagen 12.
De Nederlandse autoriteiten stellen dat de
financiële en economische crisis en de gevolgen ervan voor de sector niet
konden worden voorzien. In de aanvraag wordt meegedeeld dat de drukkerij- en
uitgeverijsector in Nederland vóór de crisis een duur herstructureringsproces
heeft ondergaan om te kunnen blijven concurreren met bedrijven buiten de EU. De
oorspronkelijk vraaggerichte sector is een aanbodgerichte sector geworden,
waardoor heel wat inspanningen moesten worden geleverd om werknemers op de
nieuwe manier van werken voor te bereiden. Door de huidige crisis bestaat het
gevaar dat de voordelen van de omvangrijke investeringen en inspanningen van de
sector worden tenietgedaan. De bedrijven waar de ontslagen vallen,
en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 13.
De aanvraag heeft betrekking op 199 gedwongen
ontslagen (waarbij voor alle werknemers steun wordt aangevraagd) in de volgende
14 bedrijven: Bedrijven en aantal ontslagen Lithorado BV, Uden || 85 Graphic Web Systems BV, Schijndel || 50 All Color Press, Eersel || 27 Peeters Druk & Printservice BV, Waalre || 4 De Rijense Handelsdrukkerij BV (DRH), Rijen || 6 Manders Grafische Communicatie, Eindhoven || 3 Drukkerij Sprintcopy vof, Bergen op Zoom || 4 Van Engelen BV Waalwijk || 1 Kon. Broese & Peereboom BV Breda || 12 Drukkerij Altorffer, Roosendaal || 1 Drukkerij Hearkens BV Someren || 1 Van der Garde-Jémé, Eindhoven || 1 Lutkie BV, ‘s-Hertogenbosch || 3 Roto Smeets Grafiservices Eindhoven || 1 Totaal aantal bedrijven: 14 || Totaal aantal ontslagen: || 199 14.
Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd: Categorie || Aantal || Percentage Mannen || 129 || 64,8 Vrouwen || 70 || 35,2 EU-burgers || 187 || 94,0 Niet-EU-burgers || 12 || 6,0 15-24 jaar || 36 || 18,1 25-54 jaar || 109 || 54,8 55-64 jaar || 50 || 25,1 Ouder dan 64 jaar || 4 || 2,0 15.
Acht van de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd, hebben een handicap. 16.
Uitsplitsing per beroepscategorie: Categorie || Aantal || Percentage Leidinggevende functies || 14 || 7,0 Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen || 40 || 20,1 Technici || 42 || 21,1 Administratief personeel || 24 || 12,1 Dienstverlenend personeel en verkopers || 24 || 12,1 Bedieningspersoneel van installaties en machines en assembleurs || 55 || 27,6 17.
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 heeft Nederland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en
vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in
de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder
bij de toegang ertoe. Beschrijving van het betrokken gebied,
de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden 18.
Het betrokken gebied omvat de provincie
Noord-Brabant. Deze Nederlandse provincie ligt centraal tussen de havensteden
Rotterdam en Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied. Het is de op één na grootste
en de op twee na meest bevolkte provincie van Nederland, met een
bevolkingsdichtheid van bijna 500 inwoners per km2. In 2009 is
de economische situatie van Noord-Brabant verslechterd, en was de economische
groei negatief (-4,7%) in vergelijking met het jaar daarvoor.
Van de bijna 2 000 ondernemingen in de sector grafische media in Nederland
is 14,7% in deze provincie gevestigd. Deze ondernemingen zijn goed voor 16,3%
van de banen in de sector grafische media. 19.
De voornaamste betrokken autoriteiten zijn het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Stichting A&O
Fonds Grafimediabranche namens de Raad voor Overleg in de Grafimediabranche
(ROGB). Andere belangrijke betrokken partijen zijn het Instituut voor de
creatieve industrie (GOC), de voor uitkeringen verantwoordelijke
overheidsinstelling (UWV WERKbedrijf), het UWV mobiliteitscentrum, ROC (regionaal opleidingscentrum) Midden‑Nederland, ROC
Mondriaan en het Grafisch Lyceum Boxtel, MKB‑ondernemingen, en de sociale‑partnerorganisaties
FNV Kiem (vakbond), CNV Media (vakbond), Koninklijk Verbond van Grafische
Ondernemingen-KVGO (werkgeversorganisatie) voor de districten
Gelderland/Utrecht, Den Haag en Rotterdam; en NUV (werkgeversorganisatie). Verwachte gevolgen van de ontslagen voor
de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid 20.
In 2008 en 2009 kromp de werkgelegenheid in de
ondernemingen in de sector grafische media in Noord-Brabant met 18%. Volgens de
Nederlandse autoriteiten zal de werkgelegenheidssituatie in de grafische branche,
die als gevolg van de economische en financiële crisis reeds verslechterd is,
door de ontslagen nog ernstiger worden. In de provincie Noord-Brabant is het
werkloosheidscijfer gestegen van 3,1% in oktober 2008 tot 5% in oktober 2010.
Tijdens dezelfde periode steeg het aantal werkzoekende werklozen met 30% in de
subregio Noordoost-Brabant. Volgens de prognoses zullen de bouwsector en de
technische sector (twee sectoren die traditioneel als vangnetsectoren worden
beschouwd) in deze subregio in de volgende jaren verder krimpen (in de
bouwsector bijvoorbeeld, die er in 2010 in vergelijking met 2008 7,8% op
achteruit is gegaan, zal volgens de prognoses tegen 2014 nog eens 3,4% van de
banen verloren gaan), waardoor de kansen om in deze provincie een nieuwe baan te
vinden, aanzienlijk verminderen. Gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde
kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde
acties 21.
De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld;
samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met
het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces. Deze
maatregelen zullen de ontslagen werknemers worden aangeboden via een mobiliteitscentrum,
namelijk het Centrum Creatieve Carrières (C3). Voorbereiding –
Intake en registratie:
omvat een intakegesprek om de ontslagen werknemer te registreren en de meest
geschikte soorten maatregelen in kaart te brengen. –
Voorlichting en helpdesk: voorlichting via groepsbijeenkomsten en een helpdesk om de ontslagen
werknemers voor te lichten over de beschikbare maatregelen. Begeleiding –
Begeleiding van werk tot werk: omvat een persoonsgebonden programma waaronder screening, de
opstelling van een loopbaanactieplan en een actieplan voor beroepsgerichte
scholingsmogelijkheden, oriëntatie op de arbeidsmarkt en initiële begeleiding
op de nieuwe werkplek. –
Outplacement: beoogt
actieve ondersteuning van ontslagen werknemers bij het verkennen van de
arbeidsmarkt. –
Sollicitatietraining:
deze maatregel omvat een analyse van de sollicitatiemogelijkheden,
ondersteuning bij het opstellen van een cv en een sollicitatiebrief en
voorbereiding op sollicitatiegesprekken. –
Begeleiding bij het opzetten van een eigen
bedrijf: deze maatregel is bedoeld om ontslagen
werknemers die van plan zijn hun eigen bedrijf op te richten, de helpende hand
te bieden. In het kader hiervan worden juridische adviezen, hulp bij het
opstellen van een bedrijfsplan en ondersteuning bij het voeren van een administratie
geboden. Scholing –
Opleiding: omvat
beroepsopleiding en omscholing, opleidingen in management- en sociale
vaardigheden en specifieke technische omscholing voor werknemers met een
verouderde technische opleiding. –
Erkenning van eerder verworven competenties (APL
- Algemeen Psychologisch Laboratorium B.V.): deze
maatregel omvat de evaluatie van de eerder verworven kennis en ervaring van
individuele werknemers, alsook de vaststelling van de gebieden waar extra
opleiding nodig is. 22.
De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de
implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle, alsook
voorlichting en publiciteit. 23.
De door de Nederlandse autoriteiten voorgestelde
individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond
van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in
aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten van deze
dienstverlening op 986 323 euro en de uitgaven voor de implementatie
van het EFG op 41 097 euro (4% van het totale bedrag). Van het EFG
wordt in totaal een bijdrage van 667 823 euro (65% van de totale
kosten) gevraagd. Maatregelen || Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) || Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's ) Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 ) Intake en registratie || 199 || 193 || 38 407 Voorlichting en helpdesk || 199 || 86 || 17 114 Begeleiding van werk tot werk || 75 || 3 594 || 269 550 Outplacement || 60 || 4 448 || 266 880 Sollicitatietraining || 60 || 1 410 || 84 600 Begeleiding bij het opzetten van een eigen bedrijf || 10 || 4 630 || 46 300 Opleiding || 84 || 2 478 || 208 152 Erkenning van eerder verworven competenties (APL) || 20 || 2 766 || 55 320 Subtotaal individuele dienstverlening || || 986 323 Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Beheer || || 10 274 Voorlichting en publiciteit || || 10 274 Controle || || 20 549 Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG || || 41 097 Totale geraamde kosten || || 1 027 420 EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) || || 667 823 24.
Nederland bevestigt dat de hierboven beschreven
maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde
acties. Alleen werknemers die werk hebben, komen in aanmerking voor maatregelen
van het ESF, terwijl maatregelen van het EFG tot doel hebben reeds ontslagen
werknemers aan een nieuwe baan te helpen. De beheersautoriteit voor het EFG,
die ook het ESF beheert, heeft de nodige controleprocedures ingesteld om elk
risico van dubbele financiering uit te sluiten. Datum/data waarop met individuele
dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee
te beginnen 25.
Op 16 januari 2010 heeft Nederland ten behoeve van
de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening
van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG
wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin
uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen. Wijze waarop de sociale partners zijn
geraadpleegd 26.
De sociale partners zijn geraadpleegd via het
Arbeids- & Opleidingsfonds Grafimediabranche, dat met het oog op de crisis
akkoord ging met de oprichting van een mobiliteitscentrum voor de sector, C3
(Centrum Creatieve Carrières) genaamd. Dit mobiliteitscentrum heeft tot doel om
in overleg met de sociale partners de diverse arbeidsmarktmaatregelen te
coördineren. 27.
De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat
aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve
ontslagen is voldaan. Informatie over acties die volgens de
nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn 28.
In verband met de criteria van artikel 6 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten in de
aanvraag: · bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt
van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve
arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen
vallen; · aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan
individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te
herstructureren; · bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen
steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen. Beheers- en controlesystemen 29.
Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de
financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die
de financiering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Nederland beheren en
controleren. Het Agentschap van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (Agentschap SZW) zal fungeren als de bemiddelende instantie
voor de beheersautoriteit. Financiering 30.
Op grond van de aanvraag van Nederland bedraagt de
voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening 667 823 euro (65% van de totale kosten). De Commissie
heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie
van Nederland. 31.
Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen
uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr.
1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de
Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar
te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële
kader. 32.
Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage
laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor
toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven
bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006. 33.
Het totaalbedrag van de bijdragen uit het EFG voor EFG-aanvragen
wegens uitzonderlijke omstandigheden voor 2011 zal overeenkomstig artikel 2,
onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 niet hoger zijn dan 15% van het
jaarlijks maximumbedrag voor het EFG. 34.
Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar
te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals
voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei
2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te
verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en
betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de
begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming
bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de
andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien
één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel
eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen. 35.
De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek
indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2011 op
te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord
van 17 mei 2006. Herkomst van de betalingskredieten 36.
Na goedkeuring door beide takken van de
begrotingsautoriteit van drie besluiten voor een totaal bedrag van
10 371 321 euro en rekening houdende met de vijf dossiers die
momenteel door de begrotingsautoriteit worden besproken en in totaal een bedrag
van 30 545 352 euro betreffen, blijft in EFG-begrotingsonderdeel
04.0501 nog een bedrag van 6 692 277 euro beschikbaar. Dat
beschikbare bedrag zal worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag
benodigde bedrag van 667 823 euro. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006
tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/027
NL/Noord-Brabant, afdeling 18, Nederland) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van
17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[10], en met name punt 28, Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[11], en met name artikel 12, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[12], Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen
aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering
veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om
hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. (2) Het EFG staat sinds 1 mei
2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die worden ontslagen als rechtstreeks
gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. (3) Het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het EFG toe voor een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro. (4) Nederland heeft op 20
december 2010 een aanvraag ingediend om de beschikbaarstelling van middelen uit
het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 14 bedrijven die vallen onder
afdeling 18 van de NACE Rev. 2 ("Drukkerijen, reproductie van opgenomen
media") in de NUTS II-regio Noord-Brabant (NL41); aan de aanvraag werd
aanvullende informatie tot en met 7 maart 2011 toegevoegd. Deze aanvraag
voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig artikel
10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een
bedrag van 667 823 euro beschikbaar te stellen. (5) Er moeten dan ook middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren
voor de door Nederland ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT
VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 wordt een bedrag van 667 823
euro aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG). Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te [Brussel/Straatsburg], Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [2] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [3] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische
classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van
Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op
specifieke statistische gebieden (PB L 393
van 30.12.2006, blz. 1). [4] Overeenkomstig artikel 3, derde alinea, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. [5] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische
classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van
Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op
specifieke statistische gebieden (PB L 393
van 30.12.2006, blz. 1). [6] LISA/Vestigingenregister
Noord-Brabant 2008. Bureau Louter. UWV Werkbedrijf Arbeidsmarktprognose
2009-2010 en 2011-2014. [7] EGF/2009/027 Noord-Brabant en Zuid‑Holland,
afdeling 18. Deze aanvraag is op 24 november 2010 door de begrotingsautoriteit
goedgekeurd (2010/741/EU) (PB L 318 van 4.12.2010, blz.38). [8] Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement
en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006
tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB
L 167 van 29.6.2009, blz. 26). [9] Raad van de Europese Unie , 10304/09 ADD 1, 8.6.2009. [10] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [11] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [12] PB C […] van […], blz.. […].