This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DC0900
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS A Quality Framework for Services of General Interest in Europe
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een kwaliteitskader voor diensten van algemeen belang in Europa
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een kwaliteitskader voor diensten van algemeen belang in Europa
/* COM/2011/0900 definitief */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een kwaliteitskader voor diensten van algemeen belang in Europa /* COM/2011/0900 definitief */
1.
Inleiding
De huidige
financieel-economische situatie heeft meer dan ooit duidelijk gemaakt welke
fundamentele rol diensten van algemeen belang (DAB's) in de Europese Unie
(hierna "de EU" genoemd) spelen. In sectoren zoals gezondheidszorg,
kinderzorg of zorg voor ouderen, hulp aan mensen met een handicap, of sociale
huisvesting fungeren deze diensten als een onmisbaar vangnet voor burgers[1] en helpen zij de sociale
cohesie te bevorderen. Diensten van algemeen belang op het gebied van
onderwijs, opleiding en arbeidsbemiddeling spelen een cruciale rol bij de
agenda voor groei en banen. In de kenniseconomie moeten scholen,
opleidingscentra en universiteiten van topkwaliteit zijn om te garanderen dat
jongeren uitgerust zijn met nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen. Tegelijk brengen
de begrotingsbeperkingen waarmee overheidsdiensten worden geconfronteerd, en de
noodzaak van een begrotingsconsolidatie met zich dat diensten van hoge
kwaliteit zo doelmatig en zo kostenefficiënt mogelijk worden verricht. In zijn beleidsrichtsnoeren
2009[2] noemde Commissievoorzitter
Barroso de modernisering van de dienstensector al een middel om nieuwe bronnen
van groei en sociale cohesie aan te boren en verklaarde hij dat "we daarom
de algehele ontwikkeling van de sociale en de zorgsector moeten stimuleren,
bijvoorbeeld door een kwaliteitskader voor openbare en sociale diensten op te
zetten. Daarmee erkennen we het belang van die sectoren voor het Europese
samenlevingsmodel."[3]
In de Europa 2020-strategie[4]
werd nogmaals bevestigd dat nieuwe diensten moeten worden ontwikkeld, zowel
fysiek als online, die groei genereren en banen creëren. Daartoe behoren ook
innoverende diensten van algemeen belang. Het Verdrag heeft de
lidstaten steeds de nodige flexibiliteit gelaten om voor dit soort diensten goede
kwaliteit aan te bieden, maar met het Verdrag van Lissabon zijn er nieuwe
bepalingen ingevoerd: artikel 14 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie (hierna "VWEU" genoemd) en Protocol nr. 26 betreffende
de diensten van algemeen belang. Ook kreeg artikel 36 van het Handvest van de
grondrechten dezelfde juridische waarde als de Verdragen. Daarom heeft de
Commissie besloten om binnen deze gewijzigde context de hele reeks initiatieven
die zij ontplooit met betrekking tot diensten van algemeen belang, te bundelen in
één kwaliteitskader. Dit moet ervoor zorgen dat de komende jaren het wet- en regelgevingskader
op EU-niveau de sociale dimensie van de interne markt verder versterkt, beter
rekening houdt met het specifieke karakter van die diensten en tegelijk een
antwoord biedt op de uitdaging om bij het verrichten van deze diensten rekening
te houden met de in het Protocol erkende waarden als kwaliteit, veiligheid en
betaalbaarheid, gelijke behandeling, algemene toegang en rechten van de
gebruiker. Deze mededeling,
die tegelijk een follow-up is van de Single Market Act[5], beoogt het kwaliteitskader te
presenteren dat uit drie complementaire actiepunten bestaat: –
Meer duidelijkheid en grotere rechtszekerheid over
hoe de EU-regels van toepassing zijn op diensten van algemeen economisch belang
(DAEB's) en, waar nodig, een herziening van de regels om ervoor te zorgen dat
specifieke behoeften worden vervuld. Dit proces van voortdurende herziening is
onvermijdelijk omdat dit soort diensten steeds in ontwikkeling zijn. Parallel
met deze mededeling presenteert de Commissie hervormingen voor twee belangrijke
wet- en regelgevingskaders: dat voor staatssteun ten behoeve van diensten van
algemeen economisch belang en dat voor overheidsopdrachten. De aangepaste
regels zullen lidstaten meer soepelheid bieden en het verrichten van dit soort
diensten eenvoudiger maken. Deze hervormingen zetten ook in op een betere
coherentie tussen beide beleidsterreinen. Bovendien willen zij stakeholders die
de regels inzake overheidsopdrachten volledig in acht nemen, meer zekerheid
bieden dat zij, onder bepaalde omstandigheden, ook de desbetreffende, uit het
Altmark-arrest afgeleide staatssteunregels in acht nemen. Dit alles moet overheidsinstanties
en ondernemingen meer rechtszekerheid bieden en de toepassing van de regels
eenvoudiger maken. –
Toegang garanderen tot essentiële diensten: de
Commissie zal haar toezegging om toegang tot onmisbare diensten in specifieke
sectoren te garanderen, concreet gestalte geven door voort te bouwen op recente
initiatieven op het gebied van basisbankdiensten, postdiensten en
telecomdiensten. –
Bevordering van de kwaliteit: de Commissie zal zich
nog meer inzetten om de kwaliteit van de sociale dienstverlening te bevorderen
en zal de in deze sector geboekte resultaten gebruiken als model voor andere
diensten van algemeen belang. Basisbegrippen Het debat over diensten van algemeen belang lijdt
onder begripsverwarring. Begrippen worden onderling verward en onjuist
gebruikt. Stakeholders hebben de Commissie om duidelijkheid gevraagd. De
Commissie is echter gebonden aan het primaire EU-recht en aan de rechtspraak
van het EU-Hof van Justitie. Bovendien zijn de begrippen dynamisch en
voortdurend in ontwikkeling. Diensten van algemeen belang (DAB's): DAB's zijn diensten die overheden in de lidstaten aanmerken als zijnde
van algemeen belang en waaraan specifieke openbaredienstverplichtingen zijn
verbonden. Dit begrip omvat zowel economische activiteiten (zie verder de
definitie van diensten van algemeen economisch belang) als niet-economische diensten.
Deze laatste diensten vallen niet onder specifieke EU-wetgeving, noch zijn de
Verdragsbepalingen op het gebied van de interne markt en de mededinging daarop
van toepassing. Voor sommige aspecten van de organisatie van deze diensten
gelden misschien andere, algemene Verdragsregels, zoals het verbod op
discriminatie. Diensten van algemeen economisch belang (DAEB's): DAEB's zijn economische activiteiten die het algemeen belang dienen en
die de markt, zonder het overheidsoptreden, anders niet (of niet onder dezelfde
voorwaarden inzake kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid, gelijke behandeling
of algemene toegang) had verricht. De openbaredienstverplichting waarmee de
dienstverrichter wordt belast, waarbij het criterium "algemeen
belang" als leidraad dient, moet ervoor zorgen dat de dienst wordt
verricht onder voorwaarden waarmee de publieke taak kan worden vervuld. Sociale diensten van algemeen belang: Hierbij gaat het onder meer om socialezekerheidsstelsels die de
fundamentele risico's van het leven dekken, en andere essentiële diensten die
rechtstreeks aan de betrokkene worden verleend en een preventief doel hebben en
de sociale cohesie/inclusie verbeteren[6].
Hoewel sommige sociale diensten (zoals verplichte wettelijke
socialezekerheidsregelingen) door de EU-rechter niet als economische
activiteiten worden beschouwd, blijkt uit de EU-rechtspraak duidelijk dat het
sociale karakter van een dienst op zich niet voldoende is om deze als
"niet-economisch" aan te merken.[7]
Het begrip "sociale dienst van algemeen belang" omvat dus zowel
economische als niet-economische activiteiten. Universeledienstverplichtingen: Universeledienstverplichtingen zijn een bepaald type
openbaredienstverplichtingen, waarbij de voorwaarden worden vastgelegd die
moeten garanderen dat bepaalde diensten beschikbaar zijn voor alle consumenten
en gebruikers in een lidstaat, ongeacht hun geografische locatie, maar ook dat
deze diensten worden aangeboden in een bepaalde kwaliteit en, rekening houdende
met specifieke nationale omstandigheden, tegen een betaalbare prijs. Specifieke
universeledienstverplichtingen worden op Europees niveau vastgelegd als een
essentieel onderdeel van de liberalisering van de markt in dienstensectoren
zoals elektronische communicatie, post en vervoer. Openbare dienst:
De term "openbare dienst" wordt in artikel 93 VWEU met betrekking tot
het vervoer gebruikt. Toch is het gebruik van deze term, buiten deze sector,
soms dubbelzinnig: hij kan zowel betrekking hebben op het feit dat een dienst
aan het brede publiek en/of in het algemeen belang wordt aangeboden, of hij kan
worden gebruikt voor de activiteiten van entiteiten die in overheidshanden
zijn. Om misverstanden te voorkomen, wordt de term niet gebruikt in deze
mededeling, maar worden de termen "dienst van algemeen belang" en
"dienst van algemeen economisch belang" aangehouden.
2.
Institutioneel kader: de veranderingen na het Verdrag van Lissabon
Het Verdrag van
Lissabon, Protocol nr. 26 betreffende de diensten van algemeen belang en
artikel 36 van het Handvest van de grondrechten beklemtonen duidelijk het
belang van diensten van algemeen belang in de EU. Ook geven zij de beginselen
aan die aan de EU-benadering van deze diensten ten grondslag liggen. Zij vormen
een goede basis voor een soepele en pragmatische benadering die in deze sector
van essentieel belang is gezien de verschillende behoeften en voorkeuren die
voortvloeien uit uiteenlopende geografische, sociale en culturele situaties. Het Protocol legt
- voor het eerst op het niveau van het primaire recht - de basisbeginselen vast
die gelden voor diensten van algemeen belang. Het maakt duidelijk dat deze
beginselen moeten worden aangepast naargelang de betrokken diensten - en dat er
dus geen standaardbenadering bestaat. Voorts bevestigt het dat "de
bepalingen van de Verdragen op generlei wijze afbreuk doen aan de bevoegdheid
van de lidstaten om niet-economische diensten van algemeen belang te
verrichten, te doen verrichten en te organiseren". Doordat de aard van deze
activiteiten echter voortdurend evolueert, blijft het nodig om te onderscheiden
tussen economische en niet-economische activiteiten en om iedere zaak op zich
te beoordelen. Daarom volgt de Commissie de situatie van nabij, zoals in punt
III nader wordt uiteengezet. Volgens artikel 14
VWEU "dragen de Unie en de lidstaten er, in het kader van hun
onderscheiden bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van de Verdragen,
zorg voor dat deze diensten functioneren op basis van beginselen en, met name
economische en financiële, voorwaarden die hen in staat stellen hun taken te
vervullen". Met dit artikel krijgt de Unie wetgevende bevoegdheid op het
gebied van diensten van algemeen economisch belang zodat zij beginselen en - met
name economische en financiële - voorwaarden die deze diensten in staat stellen
hun taken te vervullen, bij verordening en volgens de gewone wetgevingsprocedure
kan vaststellen. Dat artikel maakt duidelijk dat dit soort verordening "de
bevoegdheid van de lidstaten om met inachtneming van de Verdragen, dergelijke
diensten te verstrekken, te laten verrichten en te financieren" onverlet dient
te laten. Hiermee wordt erkend dat het in de eerste plaats aan de lidstaten is
om - op landelijk, regionaal of lokaal niveau - besluiten te treffen over de
organisatie, de levering en de financiering van dit soort diensten. Via diverse
publieke consultaties en een volgehouden dialoog met stakeholders zal de
behoefte aan wetgeving met artikel 14 VWEU als grondslag aan een voortdurend
onderzoek worden onderworpen. Momenteel lijkt er een consensus te bestaan dat
dit geen directe prioriteit is.[8] De Commissie vindt een sectorale benadering, die de mogelijkheid biedt
om maatwerkoplossingen uit te werken voor concrete en specifieke problemen in
uiteenlopende sectoren, in dit stadium meer geschikt.[9] De Commissie zal
de behoefte aan een herziening van bestaande sectorale wetgeving die
universeledienstverplichtingen bevat, aan een voortdurend onderzoek onderwerpen.
Ook zal zij bezien of er eventueel behoefte bestaat om in andere sectoren
nieuwe universeledienstverplichtingen in te stellen. De Commissie zal ook
nagaan of het passend is om, met artikel 14 VWEU als grondslag, de beginselen
en voorwaarden te bepalen die specifieke openbare diensten in staat stellen hun
taken te vervullen. Respect voor het brede scala aan diensten en situaties
zoals dat momenteel binnen de EU bestaat, blijft daarbij het leidbeginsel bij de
beoordeling door de Commissie.
3.
Een kwaliteitskader voor diensten van algemeen belang in Europa
In de loop der jaren
is de vraag naar diensten van algemeen belang en de wijze waarop deze worden
verricht, ingrijpend veranderd. Diensten die traditioneel rechtstreeks door de
Staat werden aangeboden, zijn in toenemende mate uitbesteed aan nationale,
regionale en lokale overheidsinstanties. Thans worden deze vaak door de
particuliere (profit of not-for-profit) sector verricht. Deze verschuiving
wordt versneld door het proces van deregulering, door andere klemtonen in het
overheidsbeleid en door andere behoeften en verwachtingen van gebruikers. Omdat
veel van deze diensten een economisch karakter hebben, vallen zij onder de
interne-marktregels en de mededingingsregels "voor zover de toepassing
daarvan de vervulling, in rechte of in feite, van de hun toevertrouwde taken
niet verhindert". Toegang tot een aanbod dat varieert qua prijs en
kwaliteit van de dienstverlening kan de keuzemogelijkheden en de voordelen voor
overheidsinstanties sterk verbeteren. Ook al maken sommige stakeholders zich
zorgen over de effecten van deze regels, met name op de sociale
dienstverlening, toch is de Commissie ervan overtuigd dat deze regels op
zodanige wijze kunnen worden toegepast dat met specifieke behoeften wordt
rekening gehouden en dat het dienstenaanbod wordt versterkt. Het spreekt voor zich
dat regels voortdurend moeten worden aangepast om te verzekeren dat zij overheidsinstanties
de nodige flexibiliteit kunnen blijven bieden om in te spelen op de
veranderende behoeften van de samenleving en om gelijke tred te houden met
technologische veranderingen. De benadering van
de Commissie bij dit kwaliteitskader is gebaseerd op drie actiepunten: i) meer
duidelijkheid en grotere rechtszekerheid met betrekking tot de EU-regels die
voor dit soort diensten gelden; ii) de lidstaten de instrumenten verschaffen
waarmee zij hun burgers toegang kunnen bieden tot essentiële diensten, en de
situatie op regelmatige basis opnieuw bezien, en iii) het bevorderen van
kwalitatieve initiatieven met name voor sociale dienstverlening, die op
bijzonder belangrijke behoeften inspelen. 1. Actiepunt
1: Meer duidelijkheid en grotere rechtszekerheid De Commissie wil
ervoor zorgen dat diensten van algemeen economisch belang - dankzij het
EU-regelgevingskader dat een impact heeft op de wijze waarop deze worden
georganiseerd, gefinancierd en verricht - hun publieke taak kunnen vervullen. Met
het oog daarop is de Commissie voortdurend in dialoog met stakeholders uit alle
sectoren om na te gaan waar het juridische kader verder moet worden verduidelijkt
of worden aangepast. Twee voorbeelden van dit engagement zijn de herziening van
de regels inzake staatssteun ten behoeve van diensten van algemeen economisch
belang en van de regels inzake overheidsopdrachten, die samen met deze
mededeling worden goedgekeurd. Bij deze
hervormingen heeft de Commissie geprobeerd grotere coherentie na te streven
tussen het staatssteunbeleid en het beleid inzake overheidsopdrachten - in het
belang van stakeholders. De Commissie heeft, zoveel als mogelijk, een
coherenter kader uitgewerkt. Volgens de Commissie worden de procedures voor een
open of een beperkte openbare aanbesteding op basis van de laagste prijs of
(onder bepaalde omstandigheden) de economisch voordeligste aanbieding volledig
in acht genomen wanneer de opdracht wordt gegund tegen "de laagste kosten
voor de gemeenschap", hetgeen voor het EU-Hof een van de voorwaarden is om
het bestaan van staatssteun te kunnen uitsluiten. 1.1. De
herziening van de regels inzake staatssteun voor diensten van algemeen
economisch belang De EU-regels voor
publieke financiering van diensten van algemeen economisch belang die de
Commissie in 2005 heeft goedgekeurd, zijn doeltreffend gebleken. Toch zijn de
Commissie en stakeholders het erover eens dat deze regels duidelijker,
eenvoudiger en evenrediger kunnen worden gemaakt, zodat ze gemakkelijker toe te
passen zijn en dus bijdragen aan een doelmatigere verrichting van diensten van
hoge kwaliteit, in het belang van de burgers. Deze hervorming heeft drie
doelstellingen: i) meer duidelijkheid over de basisbegrippen met betrekking tot
diensten van algemeen economisch belang; ii) een vereenvoudiging van de
staatssteunregels voor kleinere diensten die lokaal worden georganiseerd en die
het interstatelijke handelsverkeer slechts beperkt beïnvloeden, en iii) een
doelgerichtere behandeling van andere diensten, zodat beter onderscheiden wordt
tussen middelgrote diensten en sociale dienstverlening, enerzijds, en
grootschalige activiteiten die een duidelijke EU-brede dimensie hebben,
waarvoor het mededingingstoezicht strakker zal zijn. Met die
doelstellingen voor ogen heeft de Commissie een aantal belangrijke aanpassingen
goedgekeurd of voorgesteld: ·
in de eerste plaats een nieuwe mededeling die nader
ingaat op een aantal kwesties die op nationaal, regionaal en lokaal niveau
interpretatieproblemen deden rijzen; ·
in de tweede plaats zal in de toekomst een groter
aantal sociale diensten (ongeacht het compensatiebedrag) worden vrijgesteld van
de verplichting tot voorafgaande aanmelding bij en beoordeling door de
Commissie, mits een aantal elementaire voorwaarden inzake transparantie,
correcte omschrijving en het vermijden van overcompensatie vervuld zijn. Deze
lijst omvat nu, naast ziekenhuizen en sociale huisvesting, diensten van
algemeen economisch belang waarmee maatschappelijke behoeften worden vervuld
wat betreft gezondheid en langdurige zorg, kinderzorg, toegang tot en
herintreding op de arbeidsmarkt, en de zorg voor en sociale inclusie van
kwetsbare groepen; ·
ten derde zullen omvangrijke steunmaatregelen
grondiger en gerichter worden onderzocht, bijvoorbeeld in het geval van
netwerkindustrieën, die een aanzienlijk effect kunnen hebben op het
functioneren van de interne markt. Voor die gevallen zullen lidstaten, met het
oog op efficiëntiewinsten over de hele looptijd van het contract, in het
compensatiemechanisme prikkels moeten opnemen, die zijn toegesneden op de
behoeften van specifieke sectoren; ·
ten slotte komt de Commissie met een voorstel voor
een nieuwe de-minimisregel die specifiek geldt voor diensten van algemeen
economisch belang. Deze houdt in dat voor steunbedragen tot 500 000 EUR
per jaar over een periode van drie jaar wordt uitgesloten dat er sprake is van
steun (en dat er dus ook geen onderzoek door de Commissie hoeft plaats te
vinden). Voor bepaalde sectoren, met name de vervoersector en de publieke
omroep, blijven sectorale regels van toepassing. 1.2. De
hervorming van de regels inzake overheidsopdrachten en concessies De Commissie stelt
ook een ingrijpende hervorming voor van de regels voor overheidsopdrachten en
concessies, die moet bijdragen tot een verbetering van de kwaliteit van de
dienstverlening bij diensten van algemeen economisch belang. Ten eerste komt er
met deze hervorming een aparte regeling voor sociale diensten en diensten in de
gezondheidszorg. Hiervoor zullen lichtere regels gelden, die rekening houden
met de specifieke rol en de specifieke kenmerken van deze diensten. Voor deze
diensten zullen hogere plafonds gelden en zij zullen alleen moeten voldoen aan
verplichtingen inzake transparantie en gelijke behandeling. Daarnaast wil deze
hervorming, om een kwalitatieve benadering te stimuleren, het gebruik
aanmoedigen van het criterium van "de economisch voordeligste
aanbieding", hetgeen betekent dat lidstaten dit soort diensten niet
uitsluitend op grond van de laagste prijs hoeven te gunnen. Ten tweede is er
nu meer rechtszekerheid over hoe de EU-regels inzake overheidsopdrachten van
toepassing zijn op de relaties tussen overheidsinstanties. Bij
"publiek-publieke samenwerking" gaat het om situaties waarbij overheidsinstanties
zoals lokale overheden samenwerken om publieke taken te vervullen. Het feit dat
partijen bij een overheidsopdracht de status (of de juridische positie) van
overheidsinstantie hebben, is op zich niet voldoende om dit soort contracten
uit te sluiten van het toepassingsbereik van de EU-richtlijnen inzake
overheidsopdrachten, maar dankzij deze hervorming, die aansluit bij de
rechtspraak van het EU-Hof van Justitie, is nu duidelijk in welke gevallen dit
soort contracten niet onder de EU-regels inzake overheidsopdrachten vallen. Met
deze nieuwe regels hoeven overheidsinstanties er niet voor te vrezen dat zij
door de toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten niet meer vrij
kunnen beslissen hoe zij hun openbaredienstopdrachten organiseren en uitvoeren.
Daarnaast zijn er bepalingen die ervoor moeten zorgen dat publiek-publieke
samenwerking geen concurrentieverstoring veroorzaakt ten aanzien van
particuliere ondernemers. Ten derde erkent
de hervorming dat het in bepaalde omstandigheden belangrijk is een procedure
van onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht te
organiseren wanneer opdrachten worden toegewezen voor het beheer van diensten
van algemeen economisch belang. Ook is ervoor gezorgd dat dit deel uitmaakt van
de gereedschapskist die toewijzende instanties ter beschikking staat. Daarnaast
heeft de Commissie voorgesteld om overheidsinstanties toe te staan als
gunningscriteria ook de levenscyclus van de gewenste producten, diensten of
werken in aanmerking te nemen. Dankzij deze hervorming zullen opdrachten ook niet
uitsluitend op grond van de laagste prijs worden toegewezen, maar zullen ook milieuoverwegingen
en maatschappelijke overwegingen meer kunnen worden meegewogen. Ten slotte
introduceert de hervorming een nieuwe, aparte regeling voor concessies. Dit is bijzonder
belangrijk voor diensten van algemeen economisch belang omdat
concessieovereenkomsten van oudsher worden gebruikt voor het uitvoeren van
openbaredienstverplichtingen of verplichtingen voor nutssectoren. De
belangrijkste aspecten van de hervorming wat betreft overheidsopdrachten zullen
ook gelden voor concessies en, evenals bij contracten voor overheidsopdrachten,
zullen er nieuwe regels komen voor de aanpassing van bestaande contracten. In
sommige sectoren kunnen concessies worden verleend voor een periode van 20 tot
zelfs 100 jaar, waardoor de kans groter is dat deze gedurende de looptijd ervan
moeten worden herzien. Op basis van de rechtspraak van het EU-Hof stelt de
Commissie voor om nieuwe bepalingen in te voeren waarin is aangegeven onder
welke omstandigheden de voorwaarden van een concessieovereenkomst kunnen worden
aangepast zonder dat een nieuwe procedure met een oproep tot mededinging moet
plaatsvinden. Ook komen er bepalingen die moeten garanderen dat de beginselen
van gelijke behandeling en non-discriminatie worden nageleefd. De hervorming van
de regels inzake overheidsopdrachten is een van de twaalf prioritaire
initiatieven van de Single Market Act die, zoals de Commissie in haar jaarlijkse
groeianalyse 2012 heeft bevestigd, versneld moeten worden behandeld. Daarom
roept de Commissie het Parlement en de lidstaten op om tegen eind 2012
overeenstemming te bereiken over deze voorstellen. 1.3.
Communicatie- en informatie-initiatieven over hoe de EU-regels toe te passen Het is de vaste
wil van de Commissie om overheidsinstanties, dienstverrichters, gebruikers en
andere stakeholders te helpen de EU-regels inzake diensten van algemeen
economisch belang beter te begrijpen en toe te passen. Hiermee wil zij inspelen
op de vragen en verzoeken om toelichting die zij van stakeholders heeft
gekregen. De Commissie heeft een aantal belangrijke initiatieven op dit gebied ontplooid.
Eind 2010 heeft de
Commissie een nieuwe gids gepubliceerd[10]
die ingaat op drie kernthema's: –
Hoe kunnen lidstaten dit soort diensten financieren
in overeenstemming met de staatssteunregels? –
Hoe kunnen overheidsinstanties gebruikmaken van de
regels voor overheidsopdrachten en tegelijk de kwaliteit, innovatie,
continuïteit en de brede dekking van sociale dienstverlening garanderen? –
Hoe zijn de regels inzake de interne markt, en met
name de dienstenrichtlijn, van toepassing op sociale diensten, zonder dat lidstaten
belet wordt deze te reguleren om de kwaliteit en toegankelijkheid ervan te
garanderen. Deze nieuwe gids moet het document met betrekking tot vaak gestelde
vragen vervangen. Hij verwerkt ontwikkelingen in de rechtspraak, beschikkingen
en besluiten van de Commissie, veranderingen in het wet- en regelgevingskader,
overleg met het Comité voor sociale bescherming[11] en vragen van stakeholders die
bij de Interactive Information Service (IIS) zijn ingekomen[12]. De IIS-informatiedienst is
een onlinedienst die informatie verschaft aan burgers, dienstverrichters, overheidsinstanties
en andere stakeholders; daar kunnen zij ook terecht met vragen over het
EU-recht en diensten van algemeen economisch belang. Deze dienst is in januari
2008 van start gegaan en de diensten van de Commissie hebben sindsdien bijna
200 vragen via deze weg beantwoord. De Commissie heeft
ook een gids samengesteld over "sociaal inkopen"[13], die voor overheidsinstanties
een instrument kan zijn om sociaal verantwoord én in overeenstemming met de
EU-regels goederen en diensten in te kopen. Deze gids belicht de bijdrage die de
overheid met haar inkoopbeleid kan leveren aan het sociale beleid. Het document
bevat praktische voorbeelden over een uiteenlopend aantal sociale thema's,
zoals het bevorderen van gelijke kansen en banenkansen, het verbeteren van de
arbeidsvoorwaarden, de sociale inclusie van kwetsbare personen, zoals mensen
met een handicap, en de formele inachtneming van bepalingen uit de fundamentele
IAO-verdragen. In oktober 2011 kwam een nieuwe editie uit van het handboek "Groen
kopen! Groene overheidsopdrachten in Europa"[14]. Dit handboek wil de nodige
houvast bieden over vragen hoe de milieu-effecten van de consumptie van de
publieke sector te verminderen en hoe groene overheidsopdrachten kunnen worden
ingezet om innovatie in milieutechnologie, -producten en -diensten te
stimuleren. Het werkdocument
van de diensten van de Commissie betreffende publiek-publieke samenwerking[15] geeft een overzicht van en
toelichting bij de rechtspraak van het EU-Hof van Justitie over hoe regels
inzake overheidsopdrachten van toepassing zijn op situaties waarin overheidsinstanties
zoals gemeenten samenwerken om de publieke taken waarmee zij zijn belast, te
vervullen (zie punt 1.2). Dit zou moeten bijdragen tot een beter begrip van de
wettelijke bepalingen die de juridische risico's welke aan deze vorm van
samenwerking tussen overheidsinstanties verbonden zijn, moeten mitigeren. De Commissie besteedt bijzondere aandacht aan
de sector sociale dienstverlening. In de tweejaarlijkse verslagen over
sociale diensten van algemeen belang[16]
die in 2008 en 2010 werden gepubliceerd, worden de ontwikkelingen in de
sector sociale dienstverlening gemonitord en wordt de dialoog op Europees
niveau gestimuleerd. Ook heeft de Commissie de opeenvolgende voorzitterschappen
van de Raad geholpen bij het organiseren van fora over sociale diensten van
algemeen belang, die voor de stakeholders van groot belang zijn gebleken voor
het uitwisselen van informatie, het bevorderen van de dialoog en een beter
begrip van de regels. De Commissie zegt de toekomstige, roterende voorzitterschappen
van de Raad haar steun toe om over ongeveer twaalf maanden het 4e Europees
forum over sociale diensten van algemeen belang te organiseren. De Commissie zal zich blijven inzetten binnen
het Comité voor sociale bescherming dat, in samenwerking met alle betrokken partners
uit de instellingen en het maatschappelijke middenveld, tegen eind 2013 een
verslag zal opstellen over de toepassing van EU-regels op sociale diensten van
algemeen belang. 2. Actiepunt
2: De toegang tot essentiële diensten garanderen Bij de sectorale
wetgeving die op EU-niveau wordt vastgesteld, is steeds geprobeerd een
zorgvuldig evenwicht te bewaren tussen de behoefte aan meer concurrentie en het
gebruik van marktmechanismen, enerzijds, en de eis dat iedere burger toegang moet
blijven hebben tot essentiële diensten van hoge kwaliteit tegen betaalbare
prijzen, anderzijds. Dit was bijvoorbeeld het geval in de netwerkindustrieën,
gaande van de telecomsector over postdiensten naar vervoer en energie. Daarnaast
worden in het Scorebord voor consumentenmarkten dat de Commissie jaarlijks
publiceert[17],
de prestaties van zo'n 30 dienstenmarkten beoordeeld op het punt van
vergelijkbaarheid, vertrouwen, problemen en klachten, algemene tevredenheid,
overstappen en keuze. Omdat de gebruikersbehoeften
en de technologie voortdurend in ontwikkeling zijn, moet op regelmatige basis
een onderzoek plaatsvinden van zowel de bestaande
universeledienstverplichtingen als de noodzaak nieuwe verplichtingen in te
voeren. Onderstaande voorbeelden zijn een illustratie van de proactieve
benadering die de Commissie op dit gebied toepast. Het staat de lidstaat vrij
om de bestaande universeledienstverplichtingen uit te breiden, of er nieuwe in
te stellen, mits die maatregelen in overeenstemming zijn met het EU-recht. 2.1.
Postdiensten De derde
postrichtlijn[18]
is een mijlpaal in de hervorming van de Europese postmarkten, waarmee in 1992
een aanvang werd gemaakt. Deze hervorming leverde burgers talrijke voordelen op,
zoals een verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en nieuwe,
innoverende postdiensten. De richtlijn stelt voor de toepassing van de
universeledienstverplichting minimumeisen vast: een kwalitatief hoogstaande
postdienst moet (ten minste) vijf werkdagen per week worden geleverd, op het
hele nationale grondgebied, tegen voor alle gebruikers betaalbare tarieven, en
dit voor basisbrieven, pakketten van een bepaald gewicht, en geregistreerde en
verzekerde postzendingen. Daarnaast bevat de richtlijn bepalingen die de hoge
kwaliteit van de universele postdienst moeten garanderen. De Commissie ziet ook
toe op de omzetting van de richtlijn. Recentelijk heeft de Commissie een
Europese groep van toezichthouders voor postdiensten opgericht (ERGP)[19] die werkt rond thema's zoals
de financiering van de universeledienstverplichting en de monitoring van de
marktresultaten.[20]
De Commissie heeft ook een Postal Users Forum opgericht, dat in december 2011
zijn eerste bijeenkomst had. Daar kwamen eindgebruikers (zowel particuliere als
zakelijke klanten) bijeen met andere stakeholders zoals postexploitanten en
vakbonden om de wijzigende consumentenbehoeften te analyseren in het licht van een
veranderende communicatieomgeving en met het oog op de duurzame ontwikkeling
van de sector. In het kader van
haar werkzaamheden rond e-handel zal de Commissie in 2012 met een groenboek
over de grensoverschrijdende levering van pakketten komen. Daarin zal de
aandacht uitgaan naar thema's als de kwaliteit van de grensoverschrijdende
postdiensten en de tarieven daarvoor, om oplossingen te zoeken voor hinderpalen
waarmee consumenten en bedrijven nu te maken hebben. De Commissie wil ook de
uitkomsten presenteren van twee studies: een studie over het
prijszettingsgedrag van postexploitanten en de gevolgen daarvan op de markten
en een studie over de beginselen voor het berekenen van de nettokosten van de
universeledienstverplichting in de postsector. Tegen eind 2013 zal de Commissie
het vierde verslag over de toepassing van de richtlijn postdiensten
presenteren. 2.2.
Basisbankdiensten Toegang tot
betaaldiensten op billijke voorwaarden is belangrijk voor de financiële en
sociale inclusie en om consumenten ten volle te laten profiteren van de
eengemaakte markt. Begin 2011 voerde de Commissie een effectbeoordeling uit om
na te gaan of op dit gebied EU-wetgeving nodig was. Na afweging van alle opties
besloot de Commissie om in dit stadium een aanbeveling voor te stellen[21]. Die moet ervoor zorgen dat EU-burgers
en in de EU verblijvende consumenten basisbetaaldiensten en een betaalkaart
krijgen wanneer zij nog geen betaalrekening hebben in de lidstaten waar zij een
rekening willen openen. Aanbieders van betaaldiensten moeten hun deze
basisbetaalrekening gratis of tegen een redelijke vergoeding aanbieden. De
aanbeveling geeft lidstaten en aanbieders een duidelijk signaal wat van hen
verwacht wordt, terwijl toch flexibiliteit wordt gelaten op het punt van de
praktische uitwerking op het nationale niveau. De aanbeveling
reikt ook criteria aan om na te gaan hoe lidstaten deze ten uitvoer hebben
gelegd en om te bezien welke verdere initiatieven nodig zijn. Op basis van een
in 2012 uit te voeren doorlichting en effectbeoordeling zal de Commissie
beslissen welke verdere initiatieven op dit gebied nodig zijn. 2.3. Vervoer Openbaredienstverplichtingen
in de vervoerssector zijn vastgelegd in specifieke wetgevingsinstrumenten voor
het luchtvervoer, het vervoer over land en het zeevervoer[22]. Deze sectorale wetgeving legt
de beginselen vast die lidstaten moeten volgen wanneer zij voor elke
vervoerswijze openbaredienstverplichtingen vaststellen. Volgens het
witboek vervoer van 2011[23]
zal dankzij een toename van het openbaarvervoergebruik, in combinatie met
minimumdienstverplichtingen, de densiteit en de frequentie van dienstverlening
kunnen worden vergroot, zodat een nieuwe dynamiek op gang komt in de
verschillende vormen van openbaar vervoer. Bij de toewijzing
van openbaredienstcontracten waarin de openbaredienstverplichtingen voor de
verschillende vervoerswijzen worden omschreven, moeten de beginselen van
transparantie en non-discriminatie in acht worden genomen en moet de gunning
gebeuren op basis van een procedure met een oproep tot mededinging. Dit kan het
best worden bereikt door openbare aanbestedingsprocedures. De kwaliteit van het
reizigersvervoer zal de komende jaren alleen maar aan belang winnen, door de
vergrijzing en omdat het openbare (collectieve) vervoer een aantrekkelijk
alternatief moet worden voor het individuele vervoer, hetgeen kan bijdragen tot
het behalen van de doelstellingen inzake efficiënt gebruik van hulpbronnen en
de voorzieningszekerheid van brandstoffen. De totstandbrenging van een
dynamische, open markt voor het spoorvervoer zou aanzienlijke voordelen moeten
opleveren voor reizigers (wat betreft kwaliteit, efficiëntie en de omvang van
het dienstenaanbod) en voor de overheid en de belastingbetalers (doordat minder
overheidsmiddelen naar openbaredienstcontracten moeten gaan). De Commissie is
voornemens om in 2012 met een voorstel te komen voor de openstelling van de
markt voor het nationale reizigersvervoer in 2012. Deze komt er na de
openstelling van de markten voor het vrachtvervoer en voor het internationale
reizigersvervoer. De Commissie zal ook nagaan of de verordening voor de
openbare dienst in het inlandvervoer in 2012 moet worden herzien, zodat
procedures met een oproep tot mededinging algemeen worden toegepast voor
openbaredienstcontracten in het spoorvervoer. De lidstaten blijven een ruime
beoordelingsbevoegdheid behouden waar het gaat om het bepalen van sectoren
waarvoor openbaredienstverplichtingen voor reizigersvervoerdiensten moeten
worden opgelegd, maar, willen deze diensten houdbaar zijn, dan moeten zij
doelmatig en van hoge kwaliteit zijn en binnen een stabiel financieel kader
worden verricht. Aanbestedingsprocedures verplicht maken, zou een van de
middelen kunnen zijn om dit te garanderen. 2.4. Energie Het derde
energiepakket werd op 3 maart 2011 van kracht. Het legt
universeledienstverplichtingen vast, het bevat heldere bepalingen inzake
openbaredienstverplichtingen en consumentenbescherming in zowel de
elektriciteits- als de gassector, en het biedt kwetsbare afnemers bescherming
tegen energiearmoede.[24]
De maatregelen die op grond van deze richtlijnen worden genomen, moeten in het
algemeen belang, duidelijk omschreven, transparant, niet-discriminerend en
controleerbaar zijn. Zij garanderen EU-elektriciteits- en -gasbedrijven ook een
gelijke toegang tot nationale afnemers in de EU, en omgekeerd. Om de
totstandbrenging van concurrerende, energie-efficiënte en eerlijke detailhandelsmarkten
te bevorderen, heeft de Commissie in 2008 het Citizens' Energy Forum[25] opgericht, als een
toezichtsplatform dat voortbouwt op ervaring die met fora uit het verleden is
opgedaan. Het werkdocument van de diensten van de Commissie over een
energiebeleid voor consumenten[26]
maakte een stand van zaken op van de voordelen die consumenten hebben bij
maatregelen uit het bestaande energiebeleid. Het gaf een overzicht van een
reeks wetgevings- en beleidsinitiatieven van de EU die, al dan niet
rechtstreeks, bijdragen aan het verbeteren van de welvaart van de consument in
de energiesector. Zoals gevraagd in
de conclusies van de Europese Raad van december 2011 zouden lidstaten het derde
energiepakket volledig en zo snel mogelijk moeten omzetten. De Commissie
beklemtoont in dit verband dat lidstaten het begrip "kwetsbare
afnemers" duidelijk moeten omschrijven. De Commissie is voornemens om in
november 2012 een vijfde bijeenkomst te houden van het Citizens' Energy Forum,
om met stakeholders de dialoog te blijven aangaan over centrale thema's als de
bescherming van kwetsbare afnemers, het model voor een optimale
detailhandelsmarkt, prijstransparantie en de mogelijke voordelen van slimme
meters voor het beheer van de vraag naar energie. 2.5.
Elektronische communicatie De richtlijn voor
de universele dienst op het gebied van de elektronische communicatie[27] voorziet in een sociaal
vangnet wanneer marktwerking op zich niet voor betaalbare toegang tot
basisdiensten voor consumenten kan zorgen, met name wanneer dezen wonen in gebieden
die moeilijk of tegen een hoge kostprijs te bedienen zijn, of wanneer zij een
laag inkomen of een handicap hebben. Dit vangnet heeft een drievoudig doel:
beschikbaarheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid. Recentelijk heeft de
Commissie een mededeling over de universele dienst op het gebied van elektronische
communicatie aangenomen[28],
waarin verslag wordt gedaan over de uitkomsten van de publieke consultatie in
2010 en over de derde evaluatie van de omvang van de
universeledienstverplichting voor elektronische communicatie. Een van de
cruciale vragen die daarin aan bod komt, is de vraag welke rol
universeledienstverplichtingen moeten spelen bij het bereiken van de
doelstelling "breedband voor iedereen". Na onderzoek concludeert de
Commissie dat het momenteel niet nodig is de omvang van de
universeledienstverplichting op EU-niveau aan te passen. Het onderzoek leert
voorts dat meer houvast moet worden geboden over de vraag hoe de regels inzake
de universele dienst moeten worden toegepast, gelet op het risico van
uiteenlopende nationale benaderingen en de mogelijke financiële gevolgen voor
de sector. De Commissie zal in 2012 met richtsnoeren komen en zij zal helpen
het risico op sociale uitsluiting aan te pakken en daarbij, in overeenstemming
met het subsidiariteitsbeginsel, toch de nodige ruimte laten om ook rekening
houden te houden met uiteenlopende nationale omstandigheden, met de noodzaak om
marktdistorsies tot een minimum te beperken en het feit dat moet worden
vermeden dat de sector onevenredige lasten wordt opgelegd.[29] 3. Actiepunt
3: De kwaliteit bevorderen - het voorbeeld van sociale diensten van algemeen
belang Sociale diensten van algemeen belang spelen een belangrijke rol in de
Europese samenleving doordat zij bijdragen aan de sociale bescherming en de
sociale inclusie. Tegelijk neemt de vraag naar dit soort diensten toe terwijl
de mogelijkheden om deze te financieren steeds meer onder druk komen te staan,
op korte termijn door de economische crisis en op langere termijn door de
vergrijzing. De Commissie, de lidstaten en de stakeholders die de gebruikers en
aanbieders van deze diensten vertegenwoordigen, hebben recentelijk een aantal
initiatieven genomen op het gebied van de kwaliteit van de sociale
dienstverlening. In 2007[30]
kwam de Commissie met een strategie om de kwaliteit van de sociale
dienstverlening in de hele EU te ondersteunen. Als follow-up daarvan heeft de
Commissie, via het Progress-programma[31],
Europese initiatieven gesteund om instrumenten te ontwikkelen voor het bepalen
en meten van kwaliteit en heeft zij, binnen het Comité voor sociale
bescherming, de uitwerking ondersteund van een vrijwillig Europees
kwaliteitskader voor sociale diensten. 3.1. Door het
Progress-programma gesteunde projecten In de periode 2008-2010 heeft het Progress-programma acht projecten
gefinancierd voor de ontwikkeling van instrumenten om de kwaliteit van sociale
dienstverlening te bepalen, te meten, te beoordelen en te verbeteren, met
bijzondere aandacht voor de langdurige zorg. Bij alle projecten werd er gewerkt
met transnationale partnerschappen en werden goede praktijken uitgewisseld
tussen overheidsinstanties, dienstverrichters en andere spelers met een
verschillende culturele achtergrond en die binnen een verschillend juridisch en
administratief kader en onder verschillende sociaaleconomische omstandigheden werkzaam
zijn. In nagenoeg alle projecten was een van de centrale conclusies dat het
belangrijk was om gebruikers te betrekken bij het definiëren en beoordelen van
de kwaliteit van de sociale dienstverlening.[32]
In 2012 zal de
Commissie via het Progress-programma een aantal nieuwe transnationale projecten
steunen waarin gewerkt wordt rond de toepassing van het vrijwillige Europese
kwaliteitskader in verschillende lidstaten en in uiteenlopende sectoren. 3.2. Het Comité
voor sociale bescherming: het vrijwillige Europese kwaliteitskader voor sociale
dienstverlening In oktober 2010 keurde het Comité voor sociale bescherming een
vrijwillig Europees kwaliteitskader voor sociale dienstverlening goed. Doel
daarvan is een gemeenschappelijk begripskader uit te werken voor de kwaliteit
van dit soort diensten in de EU. Het is voldoende flexibel van opzet zodat het
in alle lidstaten op landelijk, regionaal en lokaal niveau kan worden toegepast
in uiteenlopende sociale diensten en spoort met de bestaande nationale
kwaliteitsaanpak. Het kwaliteitskader reikt beginselen en criteria aan waaraan
sociale dienstverlening moet voldoen wil deze de behoeften en verwachtingen van
de gebruikers daarvan vervullen. Het kader bevat ook elementen voor een
methodiek die overheidsinstanties moet helpen om op het geschikte niveau
kwaliteitsinstrumenten (normen of indicatoren) te ontwikkelen voor de
definitie, het meten en de evaluatie van de kwaliteit van sociale
dienstverlening. Een van de centrale punten van het kader is een op rechten
gebaseerde benadering, die bijvoorbeeld ook ervoor kan helpen te zorgen dat
kinderen hun rechten beter beschermd zien wanneer zij overstappen van
institutionele kinderzorg naar alternatieve zorgsystemen. 3.3. De rechtsvorm van de Europese stichting Stichtingen die het algemeen nut beogen, spelen een steeds
belangrijkere rol bij het verrichten en financieren van sociale diensten van
algemeen belang in de EU. Zij ondervinden echter moeilijkheden om zich in
andere lidstaten te vestigen of hun activa over de grenzen heen te poolen. Er
bestaat een behoefte om op grensoverschrijdende basis algemeen nut beogende
stichtingen op te richten, te laten functioneren en zichzelf te laten
financieren, mits daarop passend toezicht is. Zo zou voor stichtingen de
administratieve belasting kunnen worden verminderd, waar nu het ontplooien van activiteiten
in meerdere lidstaten de werkzaamheden compliceert. Daardoor zouden
uiteindelijk meer van hun middelen vrijkomen die kunnen bijdragen tot het
welzijn van EU-burgers. Om deze voordelen tot stand te brengen, zal de Commissie in 2012 met
een voorstel komen om de rechtsvorm van de Europese stichting te creëren, die
zou bestaan naast nationale rechtsvormen en optioneel zou zijn.
4.
Conclusies
De huidige
financieel-economische crisis maakt nog maar eens duidelijk welke centrale rol
diensten van algemeen belang vervullen bij het verzekeren van sociale en
territoriale cohesie. Tegelijk heeft de crisis een aanzienlijk effect op de
publieke sector, nu de overheidsfinanciën onder druk staan. Bovendien is het
van essentieel belang dat alle mogelijke inspanningen worden geleverd om ervoor
te zorgen dat deze dienstverlening gehandhaafd blijft en dat de kwaliteit ervan
wordt verbeterd. Uit deze mededeling blijkt dat dankzij de Verdragen de
Europese instellingen en de lidstaten over de nodige juridische instrumenten beschikken
om dit alles waar te maken. Het is het vaste voornemen van de Europese
Commissie om haar rol te blijven spelen door een kwaliteitskader voor dit soort
diensten uit te werken. Dit mag blijken uit de twee pakketten voorstellen
waarmee zij is gekomen en die samen met de onderhavige mededeling zijn
gepresenteerd: het pakket voor de herziening van de regels inzake staatssteun
ten behoeve van diensten van algemeen economisch belang en het pakket
overheidsopdrachten en concessies. De komende maanden zal de Commissie nog een
reeks andere initiatieven presenteren, zodat de EU met dit alles voor de
komende jaren over een doordacht kwaliteitskader voor diensten van algemeen
belang kan beschikken. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de
verwezenlijking van de ambitie die de Commissie in haar Europa 2020-strategie formuleerde
om de sociale economie en de sociale innovatie centraal te stellen bij haar
werkzaamheden. Dit mocht recentelijk nog blijken uit het Initiatief voor
sociaal ondernemerschap[33]
dat de ontwikkeling van nieuwe en sociaal innoverende vormen van zakendoen en
dienstverlening wil ondersteunen. [1] Met name op het gebied van migratie bestaat er
EU-wetgeving die, onder bepaalde voorwaarden, verzekert dat bepaalde
categorieën legaal in de EU verblijvende onderdanen van derde landen dezelfde
behandeling genieten als ingezetenen wat betreft de toegang tot en de levering
van goederen en diensten die voor de bevolking voorhanden zijn. [2] "Politieke
richtsnoeren voor de volgende Commissie", Brussel, 3.9.2009. [3] "Politieke
richtsnoeren …", blz. 27. [4] "Europa 2020. Een strategie voor slimme, duurzame
en inclusieve groei", COM(2010) 2020. [5] "Akte
voor de interne markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het
versterken van het vertrouwen ", COM(2011) 206. [6] "Uitvoering
van het communautaire Lissabon-programma - Sociale diensten van algemeen belang
in de Europese Unie", COM(2006) 177 definitief van 26.4.2006. [7] Arrest
van 12 september 2000, gevoegde zaken C-180/98 tot C-184/98, Pavel Pavlov e.a.
/ Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten, Jurispr. 2000, blz. I-6451,
punt 118; arrest van 22 januari 2002, zaak C-218/00, Cisal di Battistello
Venanzio & C. Sas / Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli
infortuni sul lavoro (INAIL), Jurispr. 2002, blz. I-691, punt 37, en arrest van
22 mei 2003, zaak C-355/00, Freskot AE / Elliniko Dimosio, Jurispr. 2003, blz. I-5263. [8] Een
recent voorbeeld hiervan is de resolutie van het Europees Parlement van 5 juli
2011 over de toekomst van sociale diensten van algemeen belang (2009/2222(INI),
punt 48: "is van mening dat een kaderverordening van de EU betreffende
diensten van algemeen economisch belang uit hoofde van artikel 14 VWEU
momenteel niet van centraal belang is". [9] Aangetekend zij hier dat artikel 14 VWEU duidelijk maakt
dat de toepassing van dat artikel de artikelen 93, 106 en 107 van het Verdrag
onverlet laat; in die artikelen wordt de rol van de Europese Commissie bij het
staatssteuntoezicht vastgelegd, alsmede de voorwaarden waarop afwijkingen van
de toepassing van dit toezicht op diensten van algemeen economisch belang
kunnen worden toegestaan. Een en ander wordt nader toegelicht in de mededeling
van de Commissie betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de
Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch
belang verleende compensatie (C(2011) 9404 definitief) die parallel met de onderhavige
mededeling wordt goedgekeurd. [10] Gids voor de toepassing van de EU-regels inzake
staatssteun, overheidsopdrachten en de eengemaakte markt op diensten van
algemeen economisch belang, en met name sociale diensten van algemeen belang,
SEC(2010) 1545. [11] "Report
of the Social Protection Committee on the Application of Community Rules to
SSGI", november 2008, beschikbaar via: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=794&langId=en [12] Zie
http://ec.europa.eu/services_general_interest/index_en.htm [13] http://ec.europa.eu/social/BlobServlet?docId=6457&langId=nl [14] Beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/environment/gpp/buying_handbook_en.htm. [15] Commission
Staff Working Paper concerning the application of EU public procurement law to
relations between contracting authorities ('public-public cooperation'),
SEC(2011) 1169 definitief van 4.10.2011. [16] Werkdocument van de diensten van de Commissie – First and
Second Biennial Reports on social services of general interest, SEC(2008) 2179
en SEC(2010) 1284. [17] http://ec.europa.eu/consumers/consumer_research/editions/docs/6th_edition_scoreboard_en.pdf. Voor sommige van deze diensten, zoals elektriciteit of
bankrekeningen, heeft de Commissie diepgaande marktstudies gemaakt (die op
dezelfde website te vinden zijn). [18] Richtlijn 2008/6/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 20 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 97/67/EG wat betreft de
volledige voltooiing van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap. [19] Besluit van de Commissie van 10 augustus 2010 tot
oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor postdiensten,
PB C 217 van 11.8.2010, blz. 7. [20] Documenten
beschikbaar op de ERGP-website: http://ec.europa.eu/internal_market/ergp/index_en.htm [21] Aanbeveling van de Commissie van 18 juli 2011 betreffende
toegang tot een elementaire betaalrekening, C(2011) 4977. [22] Verordening
(EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008
inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de
Gemeenschap (herziening) en Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en
personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen; Verordening (EG)
nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober
2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot
intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening
(EEG) nr. 1107/70 van de Raad; Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad
van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij
verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het
zeevervoer). [23] Witboek "Stappenplan voor een interne Europese
vervoersruimte – werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem",
COM(2011) 144. [24] Richtlijn
2009/72/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor
elektriciteit en Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke regels
voor de interne markt voor aardgas. [25] http://ec.europa.eu/energy/gas_electricity/forum_citizen_energy_en.htm [26] SEC(2010)
1407 definitief van 11.11.2010. [27] Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met
betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten
("Universeledienstrichtlijn"), gewijzigd bij Richtlijn 2009/136/EG. [28] "De universele dienst in elektronische communicatie:
verslag over de resultaten van de openbare raadpleging en de derde periodieke
evaluatie inzake de omvang, overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn
2002/22/EG", COM(2011) 795 definitief van 23.11.2001. [29] In dat verband zij aangetekend dat in de punten 20 tot en
met 30 van de communautaire richtsnoeren voor de toepassing van de
staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken (PB
C 235 van 30.9.2009, blz. 7) uitdrukkelijk sprake is van de definitie van
diensten van algemeen economisch belang in de sector elektronische communicatie. [30] "Een interne markt voor het Europa van de 21ste eeuw
- Diensten van algemeen belang, met inbegrip van sociale diensten van algemeen
belang: een nieuw Europees engagement", COM(2007) 725 definitief van
20.11.2007. [31] Progress is het EU-programma voor werkgelegenheid en
sociale solidariteit dat financiële steun verschaft voor de uitvoering van de
doelstellingen van de Sociale Agenda van de Europese Unie. [32] Werkdocument
van de diensten van de Commissie "Second Biennial Report on social
services of general interest", SEC(2010) 1284 definitief van 22.10.2010,
blz. 59-66. [33] "Initiatief voor sociaal ondernemerschap - Bouwen aan
een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale
economie en innovatie", COM(2011) 682 definitief van 25.10.2011.