Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010IP0285

    Inwerkingtreding van het Verdrag inzake clustermunitie (CCM) op 1 augustus 2010 en de rol van de EU Resolutie van het Europees Parlement van 8 juli 2010 over de inwerkingtreding van het Verdrag inzake clustermunitie (CCM) en de rol van de EU

    PB C 351E van 2.12.2011, p. 101–103 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    2.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 351/101


    Donderdag 8 juli 2010
    Inwerkingtreding van het Verdrag inzake clustermunitie (CCM) op 1 augustus 2010 en de rol van de EU

    P7_TA(2010)0285

    Resolutie van het Europees Parlement van 8 juli 2010 over de inwerkingtreding van het Verdrag inzake clustermunitie (CCM) en de rol van de EU

    2011/C 351 E/16

    Het Europees Parlement,

    gelet op het Verdrag inzake clustermunitie (CCM), dat door 107 landen is goedgekeurd op de diplomatieke conferentie die van 19 tot en met 30 mei 2008 in Dublin is gehouden,

    gezien de boodschap van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 30 mei 2008, waarin hij „de VN-landen ertoe aanmoedigt deze belangrijke overeenkomst onverwijld te ondertekenen” en te ratificeren en aangeeft zich te verheugen op „de snelle inwerkingtreding ervan”,

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 november 2008 over het Verdrag inzake clustermunitie (1),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 maart 2010 over de tenuitvoerlegging van de Europese veiligheidsstrategie en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (2),

    gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat het CCM sinds 3 december 2008 voor ondertekening is opengesteld, eerst in Oslo en vervolgens bij de Verenigde Naties in New York, en in werking zal treden op de eerste dag van de zesde maand nadat dertig landen het hebben geratificeerd, te weten 1 augustus 2010,

    B.

    overwegende dat het CCM clustermunitie definieert als munitie die is ontworpen om explosieve submunitie te verspreiden of te laten afgaan die bestaat uit kleine bommen die elk minder dan 20 kilogram wegen, en dat het CCM ook betrekking heeft op deze explosieve submunitie,

    C.

    overwegende dat het CCM het gebruik, de productie, de opslag en de overbrenging van clustermunitie als wapencategorie verbiedt,

    D.

    overwegende dat het CCM voorschrijft dat de staten die daarbij partij zijn hun voorraden van dergelijke munitie moeten vernietigen,

    E.

    overwegende dat het de bedoeling is via het CCM een nieuwe humanitaire norm voor slachtofferhulp te definiëren en de verdragsstaten ertoe te verplichten niet-ontplofte resten van clustermunitie na conflicten op te ruimen,

    F.

    overwegende dat clustermunitie bij gebruik in de omgeving van bewoonde gebieden, gezien het grote oppervlak waarover haar dodelijke werking zich doorgaans doet gelden, ernstige risico's voor de burgerbevolking met zich meebrengt en dat dergelijke munitie in gebieden waar conflicten hebben gewoed achteraf vaak leidt tot veel ernstige verwondingen en doden onder de burgerbevolking doordat niet-ontplofte, achtergebleven clustermunitie vaak door kinderen en andere nietsvermoedende onschuldige personen wordt aangetroffen,

    G.

    overwegende dat tot dusver twintig EU-lidstaten het CCM hebben ondertekend, terwijl elf lidstaten het hebben geratificeerd en zeven lidstaten het noch ondertekend, noch geratificeerd hebben,

    H.

    overwegende dat toetreding tot het verdrag na de inwerkingtreding van het CCM op 1 augustus 2010 zal worden bemoeilijkt door het feit dat staten vanaf dan via een eenstapsproces tot het verdrag zullen moeten toetreden,

    I.

    overwegende dat de steun van de meeste EU-lidstaten, van interparlementaire initiatieven en van een enorm aantal maatschappelijke organisaties doorslaggevend is geweest voor de succesvolle afronding van het „Proces van Oslo”, dat heeft geresulteerd in het CCM,

    J.

    overwegende dat de ondertekening en ratificatie door alle 27 EU-lidstaten voorafgaand aan de inwerkingtreding van het CCM op 1 augustus 2010 een sterk politiek signaal zou afgeven voor een wereld zonder clustermunitie en ter ondersteuning van de doelstellingen van de EU inzake de bestrijding van de proliferatie van wapens die in volstrekte willekeur slachtoffers maken,

    1.

    is verheugd over de aanstaande inwerkingtreding van het Verdrag inzake clustermunitie (CCM) op 1 augustus 2010;

    2.

    roept alle EU-lidstaten en kandidaat-lidstaten ertoe op het CCM zo spoedig mogelijk en nog vóór eind 2010 te ondertekenen en te ratificeren, inclusief de landen die het verdrag nog niet hebben ondertekend, te weten Estland, Finland, Griekenland, Letland, Polen, Roemenië, Slowakije en Turkije, alsook de landen die het wél hebben ondertekend, maar nog niet geratificeerd, te weten Bulgarije, Cyprus, de Tsjechische Republiek, Hongarije, Italië, Litouwen, Nederland, Portugal en Zweden;

    3.

    feliciteert alle landen die het CCM hebben ondertekend en geratificeerd en die tevens moratoria hebben ingesteld op het gebruik, de productie en de overbrenging van clustermunitie, en die de vernietiging van hun clustermunitievoorraden hebben voltooid;

    4.

    dringt er bij alle EU-lidstaten die het CCM hebben ondertekend op aan elke mogelijkheid aan te grijpen om landen die geen partij zijn bij het CCM ertoe aan te moedigen het verdrag te ondertekenen en te ratificeren of zo spoedig mogelijk tot het verdrag toe te treden, onder meer via bilaterale bijeenkomsten, dialoog tussen de strijdkrachten onderling en multilaterale fora, en – overeenkomstig de uit hoofde van artikel 21 van het CCM op hen rustende verplichting – alles in het werk te stellen om landen die geen partij zijn bij het verdrag te doen afzien van het gebruik van clustermunitie;

    5.

    dringt er bij de EU-lidstaten op aan niets te ondernemen waardoor het CCM en zijn bepalingen zouden kunnen worden omzeild of in gevaar zouden kunnen worden gebracht; dringt er met name bij alle EU-lidstaten op aan een eventueel protocol bij het Conventionelewapensverdrag (CWV) op grond waarvan het gebruik van clustermunitie zou zijn toegestaan niet aan te nemen, goed te keuren of vervolgens te ratificeren, aangezien dit niet verenigbaar zou zijn met het verbod op clustermunitie overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het CCM; dringt er bij de Raad en de EU-lidstaten op aan tijdens de komende CCM-conferentie, die van 30 augustus tot en met 3 september 2010 in Genève zal worden gehouden, dienovereenkomstig te handelen;

    6.

    dringt er bij de EU-lidstaten die nog geen partij bij het CCM zijn op aan, in afwachting van toetreding tussentijdse stappen te ondernemen, onder meer door met spoed een moratorium op het gebruik, de productie en de overbrenging van clustermunitie in te stellen en een begin te maken met de vernietiging van clustermunitievoorraden;

    7.

    dringt er bij alle staten op aan deel te nemen aan de aanstaande eerste bijeenkomst van verdragsluitende staten (1MSP), die van 8 tot en met 12 november 2010 zal plaatsvinden in Vientiane, de hoofdstad van Laos – het zwaarst met clustermunitie gecontamineerde land ter wereld;

    8.

    dringt er bij de EU-lidstaten op aan stappen te ondernemen om een begin te maken met de tenuitvoerlegging van het verdrag, onder meer door munitievoorraden te vernietigen, opruimwerkzaamheden te verrichten en slachtofferhulp te verlenen, en tevens bij te dragen aan de financiering of andere vormen van hulpverlening ten behoeve van landen die het verdrag willen implementeren;

    9.

    spoort de EU-lidstaten die het verdrag hebben ondertekend ertoe aan wetgeving in te voeren om het CCM op nationaal niveau ten uitvoer te leggen;

    10.

    verzoekt de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid alles in het werk te stellen om de toetreding van de Unie tot het CCM te bewerkstelligen, hetgeen sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon mogelijk is, en daarnaast in de vorm van een besluit van de Raad inzake een gemeenschappelijk standpunt een strategie te ontwikkelen voor de eerste toetsingsconferentie;

    11.

    verzoekt de Raad en de Commissie om in overeenkomsten met derde landen – naast de standaardclausule inzake non-proliferatie van massavernietigingswapens – ook een verbod op clustermunitie als standaardclausule op te nemen;

    12.

    verzoekt de Raad en de Commissie de bestrijding van clustermunitie een integrerend onderdeel te laten uitmaken van de externe steunprogramma's van de EU, teneinde derde landen te kunnen ondersteunen bij de vernietiging van munitievoorraden en om ze humanitaire bijstand te verlenen;

    13.

    roept de EU-lidstaten, de Raad en de Commissie ertoe op stappen te ondernemen om de levering van clustermunitie door derde landen aan niet-gouvernementele actoren te verhinderen;

    14.

    dringt er bij de EU-lidstaten op aan transparantie te betrachten bij hun bemoeiingen om aan deze resolutie gevolg te geven en de activiteiten die zij in het kader van het CCM ontwikkelen openbaar te maken;

    15.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de EU-lidstaten en de kandidaat-lidstaten, de secretaris-generaal van de VN en de Clustermunitiecoalitie.


    (1)  PB C 16 E van 22.1.2010, blz. 61.

    (2)  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0061.


    Top