Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0319

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap

    /* COM/2001/0319 def. - COD 2001/0127 */

    PB C 270E van 25.9.2001, p. 23–23 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52001PC0319

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap /* COM/2001/0319 def. - COD 2001/0127 */

    Publicatieblad Nr. 270 E van 25/09/2001 blz. 0023 - 0023


    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    Achtergrond en beleid

    Omdat het moeilijk is de doorlopende arbeidskrachtenenquête in alle lidstaten op dezelfde datum te implementeren, werd in de tweede alinea van Verordening (EG) nr. 577/1998 bepaald dat "lidstaten die niet in staat zijn een doorlopende enquête te houden, [...] gemachtigd [zijn] alleen een jaarlijkse enquête in het voorjaar te houden."

    Op het ogenblik hebben nog niet alle lidstaten de regelingen getroffen die nodig zijn om binnen een redelijke tijd een voortdurende enquête te houden.

    In drie belangrijke rapporten is met klem gewezen op de noodzaak te zorgen voor een snelle omschakeling naar een voortdurende enquête in alle lidstaten:

    a) Rapport van de Commissie betreffende de wijze waarop de vergelijkbaarheid van de statistische gegevens voor het volgen en evalueren van de vooruitgang in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie kan worden vergroot, opgesteld met het oog op de Europese Raad in Wenen (december 1998) (COM(1998) 698 def.);

    b) Rapport van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/1998 (door de Commissie goedgekeurd en op 5.1.2001 naar het Europees Parlement en de Raad gestuurd);

    c) Het Actieplan voor de statistische eisen van de Europese Monetaire Unie (EMU), waaraan de Raad op 19.1.2001 zijn goedkeuring hechtte.

    Zowel in het rapport van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad als in het Actieplan voor de statistische eisen van de EMU wordt uitdrukkelijk een wijziging van Verordening (EG) nr. 577/1998 geëist.

    Gevolgen van het niet-invoeren van de voortdurende enquête

    Gezien de aanzienlijk geringere bruikbaarheid van de arbeidskrachtenenquête als sommige lidstaten geen voortdurende arbeidskrachtenenquête houden, herhalen het Europees Parlement en de Raad hun verzoek aan alle lidstaten deze voortdurende arbeidskrachtenenquête in te voeren.

    Volgende stappen

    Zoals in het Actieplan voor de statistische eisen van de EMU wordt geëist, maakt de voorgestelde verordening deel uit van een pakket wetswijzigingen dat in het voorjaar van 2001 aan het Europees Parlement en de Raad wordt voorgelegd.

    2001/0127 (COD)

    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 258, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB C van , blz. .

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2],

    [2] PB C van , blz. .

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [3],

    [3] PB C van , blz. .

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap [4] bevat de basisvoorschriften voor een steekproefenquête naar de arbeidskrachten die zo is opgezet dat vergelijkbare statistische informatie over de omvang, de structuur en de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de werkloosheid in de lidstaten wordt verkregen.

    [4] PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3.

    (2) In het Actieplan voor de statistische eisen van de EMU, waaraan de Raad op 19 januari 2001 zijn goedkeuring hechtte, werd een snelle implementatie door alle lidstaten van de ingevolge Verordening (EG) nr. 577/98 vereiste doorlopende steekproefenquête naar de arbeidskrachten als prioritaire actie aangemerkt.

    (3) Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 577/98 is nu voldoende tijd verstreken om alle lidstaten in staat te stellen de maatregelen te treffen en de verbintenissen aan te gaan die nodig zijn voor een volledige tenuitvoerlegging van die verordening [5]; dit is echter nog niet door alle lidstaten gedaan. Daarom moet de afwijking op grond waarvan de lidstaten zich tot een jaarlijkse enquête kunnen beperken, aan een tijdslimiet worden gebonden.

    [5] Rapport van de Commissie aan het EP en de Raad over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap, COM(2000)895 def.

    (4) In verband met de inwerkingtreding van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [6] moeten er nieuwe procedureregels worden ingevoerd.

    [6] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (5) Verordening (EG) nr. 577/98 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6) Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom [7] ingestelde Comité statistisch programma is overeenkomstig artikel 3 van dat besluit geraadpleegd,

    [7] PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 577/98 wordt als volgt gewijzigd:

    1. De tweede alinea van artikel 1 wordt vervangen door:

    "Bij de enquête gaat het om een doorlopende enquête die kwartaal- en jaarresultaten oplevert; gedurende een overgangsperiode die niet langer duurt dan tot 31 december 2002, houden lidstaten die niet in staat zijn een doorlopende enquête te houden, in plaats daarvan evenwel in het voorjaar een jaarlijkse enquête."

    2. Artikel 8 wordt vervangen door:

    (l) "De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom, ingestelde Comité statistisch programma, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

    (2) In de gevallen waarin naar dit artikel wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 7, lid 3, en artikel 8 van dat besluit.

    (3) De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden."

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, op

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitster De Voorzitter

    Top